ID.nl logo
Huis

Wetgeving rond netneutraliteit: waarom we er scherp op moeten blijven

Netneutraliteit is één van de belangrijkste onderwerpen op de digitale agenda van Europa en Nederland, maar ook één van de meest obscure. In dit artikel leggen we uit wat het precies inhoudt, hoe 'zero-rating' werkt en hoe de wetten in elkaar steken.

Kort gezegd betekent netneutraliteit dat providers geen ‘datadiscriminatie’ mogen plegen. Een internetprovider mag nooit een dienst afknijpen, extra geld rekenen voor een bepaalde app, of speciale deals afsluiten met andere diensten. Je zou denken dat dat logisch is, maar er zijn nog steeds veel providers die maar wat graag diensten als Netflix tegenhouden, of die boos zijn op de gemiste inkomsten door apps als WhatsApp. 

Inmiddels zijn er Nederlandse regels voor netneutraliteit, maar is er ook een Europese wet. Verwarrend, en ondanks die wetten zijn er ook nog providers die bijvoorbeeld gratis muziekdiensten aanbieden. Hoe zit dat precies? 

Lees ook: Netneutraliteit - 5 controversiële initiatieven die de grens opzoeken

Zero-rating

Netneutraliteit heeft als voornaamste doel om providers te verbieden om diensten tegen te houden. Maar het heeft ook een omgekeerde werking, eentje die niet altijd even goed uitpakt voor de consument– afhankelijk van wie je het vraagt. Daarbij komt zero-rating om de hoek kijken.

Zero-rating: goed of slecht voor de consument?

‘Zero-rating’ is een term die aantoont dat een bepaalde dienst niet wordt meegerekend met je dataverbruik (een ‘rate’ van ‘zero’). Gratis muziek streamen klinkt erg aantrekkelijk voor consumenten. Het lijkt immers een win-win: Muziek streamen zonder dat het je extra geld of data kost.

Toch is er ook veel kritiek op het plan, en niet alleen maar omdat het de Nederlandse en Europese wet ondermijnt. Zero-rating zou slecht zijn voor de concurrentie, zowel voor de streamingdiensten als voor de providers. Waneer KPN 'gratis' Spotify aabiedt, wint Spotify zo van kleine nieuwe streamingdiensten die ermee proberen te concurreren.

Datalimieten

Een complicerende factor is er in de vorm van datalimieten. Met de opkomst van 3G en 4G/LTE (en het toekomstige 5G) durven veel providers het niet meer aan om een abonnement af te sluiten waarin onbeperkte data zit. Dat levert immers alleen maar problemen op met het netwerk, dat waarschijnlijk meteen vastloopt door alle video’s die er dan afgespeeld worden en downloads die er binnengehaald worden. Datalimieten worden inmiddels gefaseerd ingevoerd door steeds meer providers. 

In Amerika zijn er veel providers die al niet blij zijn met onbeperkte abonnementen – zelfs niet op de vaste lijn. Datalimieten van bijvoorbeeld 100 gigabyte zijn ook op vaste verbindingen heel normaal in Amerika, iets wat in Nederland niet expliciet verboden is maar door geen enkele provider wordt gepraktiseerd. 

Opstopping door Netflix

Die datalimieten zijn er niet voor niets. De hoeveelheid data die we verstoken groeit namelijk in rap tempo, met name door de opkomst van video. Netflix, YouTube en de video’s die je op Facebook ziet, laten het dataverbruik hard stijgen. Begin 2015 bleek uit een Amerikaans rapport dat Netflix op piekmomenten (bijvoorbeeld op vrijdagavond) ruim 37 procent van het internetverkeer besloeg.

In hetzelfde rapport werd een jaar later geconcludeerd dat het Netflix-verkeer op sommige momenten boven de 50 procent zat. Tel daarbij het videoverkeer op van streamingdiensten als YouTube, Hulu, en Amazon, en je kunt je voorstellen dat providers niet zo blij zijn met al dat stijgende dataverbruik.

Datalimieten zijn slechts één manier waarop providers proberen het videoverbruik aan banden te leggen, maar de andere manier is veel controversiëler: afknijpen van de desbetreffende dienst. Dat deed Amerika’s grootste provider Comcast begin 2014, zoals in onderstaande grafiek is te zien. De ISP begon toen met het vertragen van Netflix-verbindingen en met het verlagen van de kwaliteit van de streams. 

©PXimport

Nederlandse wet netneutraliteit

In 2012 nam ons land de eerste wet op netneutraliteit aan. Nederland werd daarmee het tweede land ter wereld, naast Chili, dat een officiële wet op netneutraliteit kreeg. In die eerste wet stonden wel enkele uitzonderingen, die er ook in de huidige Nederlandse en Europese wet zijn. Eén daarvan is dat internetverkeer nog steeds mag worden afgeknepen als dat voor verstopping op het netwerk zorgt – juist één van de argumenten waarom je netneutraliteit zou willen aannemen.

Volgens de huidige wet mogen providers echter alleen bepaalde soorten internet afknijpen, maar geen specifieke diensten. Een goed voorbeeld is het gratis wifi dat de NS aanbiedt in zijn treinen. Dat wordt verzorgd door T-Mobile, maar om te voorkomen dat het netwerk te veel vertraging oploopt heeft de provider ervoor gezorgd dat je geen video’s kunt streamen over het netwerk. Dat betekent geen YouTube, maar ook geen Netflix, of kleine websites zoals 123video of Vimeo.

Daarnaast zijn er een paar andere redenen waarom providers het internetverkeer mogen vertragen, zoals het beschermen van de gebruiker tegen hackpogingen, of het controleren van e-mails door een spamfilter. In de praktijk betekent dat dat providers het verkeer niet kunnen afknijpen voor hun eigen gewin.

Netneutraliteit in Europa

Met name de toenmalige Eurocommissaris Neelie Kroes (Digitale Agenda) was groot fan van 'onze' wet: zij raadde netneutraliteit al langer aan in het Europese Parlement. Eind 2012 gingen buiten Kroes om de eerste stemmen op in het Parlement om een Europese wet op netneutraliteit, nadat diverse providers in verschillende landen diensten begonnen te blokkeren of er een extra soort belasting op wilde hebben. De eerste keer dat daar iets over werd afgesproken was echter pas in 2014, toen Kroes een eerste wetsvoorstel indiende voor een Europese wet. Die werd pas officieel in juni 2016 voor het eerst aangenomen.

De regels zijn zo vaag dat er een aparte toezicht-houder nodig is: de ACM

Het probleem was echter dat de precieze wetstekst nogal ambigu was. De regels zijn zo vaag, dat ze op nationaal niveau moeten worden geïnterpreteerd door de toezichthouder – in Nederland de Autoriteit Consument & Markt. In Europa komen die verschillende toezichthouders bij elkaar in de ‘Berec’, die een eigen richtlijn van de wetshandhaving heeft opgesteld. Dat betekent dat het niet eens gaat om een bindende wet, maar om een verordening. En daar zit de crux, want in Nederland hebben we ook een eigen wet op netneutraliteit, die wel degelijk door de providers moeten worden gevolgd.

Naar aanleiding van de Europese regelgeving moest Nederland de wet wel aanpassen. Dat gebeurde officieel in oktober van vorig jaar, toen de Eerste Kamer definitief instemde met een nieuwe versie van de wet. Daarin stond onder andere een clausule over zero-rating, die met het wetsvoorstel meteen verboden werd.

De regels worden er niet veel duidelijker op. Je hebt namelijk een Europese wet, die eigenlijk geen wet is maar een ‘verordening’ waar de nationale toezichthouders naar moesten kijken. En dan is er nog de Nederlandse wet zelf, die nu door de ACM wordt gehandhaafd en die ervoor zorgt dat providers niet meer aan zero-rating moeten doen.

Verwarring

De verwarring is dusdanig groot, dat providers zoals T-Mobile hun plannen daar handig op aanpassen. Zo werd het abonnement met ‘Datavrije Muziek’ gepresenteerd, precies één dag vóór de stemming in de Eerste Kamer. Op die manier kon T-Mobile zeggen dat alleen de Europese regels van kracht waren op het abonnement, zonder meteen een boete te krijgen van de ACM. De waakhond deed echter alsnog onderzoek naar de vorm van zero-rating. Wat daarvan de uitkomst was, is op moment van schrijven nog niet bekend.

Lees ook: T-Mobile laat je 'gratis' muziek streamen, maar mag dat wel?

Netneutraliteit is een ingewikkeld concept met veel verschillende lagen, dat op zowel Europees als Nederlands niveau verschillende interpretaties kent. Bovendien heeft de lobby van internetproviders een flinke vinger in de pap in Brussel, en zijn veel providers tegen de wet. Door de groeiende vraag naar data kunnen zij hun netwerken maar moeilijk optimaliseren, en door apps als WhatsApp en Skype verliezen zij veel inkomsten.

Toch lijkt de politiek nu eindelijk op te staan voor netneutraliteit door het bij wet vast te leggen. Zoals de voorvechters van netneutraliteit het zelf zeggen: “All bits are created equal”. Dat blijkt.

▼ Volgende artikel
Zo maak je je Android-smartphone sneller
© AK | ID.nl
Huis

Zo maak je je Android-smartphone sneller

Wordt je smartphone steeds trager? Geen paniek, je hoeft echt niet meteen een nieuw toestel te kopen. Vooral bij Android kun je met een paar simpele aanpassingen je telefoon weer merkbaar sneller maken, gewoon via de instellingen die al op je toestel staan. Door opslagruimte vrij te maken en het energieverbruik te verlagen, werkt je telefoon weer als een zonnetje. In dit artikel lees je wat echt werkt.

Wordt je Android-telefoon traag? Probeer dit:

• Verwijder overbodige apps en bestanden • Zet automatische helderheid eventueel uit • Schakel de donkere modus in (bij oled-scherm) • Activeer batterijoptimalisatie • Gebruik de onderhoudsfunctie van je toestel • Herstart je telefoon regelmatig • Verlaag de verversingssnelheid van het scherm • Zet onnodige verbindingen uit • Installeer updates voor Android en apps • Als laatste redmiddel: doe een fabrieksreset

Lees ook: 8 smartphones getest: veel kwaliteit tussen 300 en 500 euro

Tip 1: Ruim overbodige apps en bestanden op

Veel smartphones worden trager omdat het geheugen langzaam volloopt. Dat begint vaak bij apps die je allang niet meer gebruikt. Verwijder ze: ze nemen opslagruimte in, draaien soms op de achtergrond mee en hebben vaak nog toegang tot je gegevens. Kijk daarna meteen even in je Downloads-map. In de app 'Bestanden' (op Samsung-toestellen heet die 'Mijn bestanden') zie je snel wat de grootste ruimtevreters zijn. Grote video's, pdf-bestanden of oude screenshots? Verwijder ze of zet ze over naar de cloud.

Tip 2: Check de automatische helderheid

De automatische helderheid (adaptive brightness) past het scherm aan op je omgeving en werkt meestal prima. Maar soms wordt het scherm onnodig fel, bijvoorbeeld in de zon of als je toestel je gebruik niet goed inschat. Dat vraagt extra energie en kan je telefoon wat langzamer maken, vooral als de accu bijna leeg is. Merk je dat je scherm vaak onnodig fel staat, zet dan de helderheid handmatig iets lager.

Tip 3: Schakel donkere modus in

Heb je een telefoon met een oled-scherm, dan loont het om de donkere modus te gebruiken. Bij deze schermtechniek betekent zwart letterlijk 'uit', wat batterij bespaart en warmteontwikkeling tegengaat. Bovendien ziet het er voor veel mensen rustiger uit.

©ID.nl

Zo zit het met energieverbruik en snelheid

Een hoog energieverbruik maakt je telefoon op zichzelf niet trager, maar kan wel leiden tot situaties waarin de prestaties omlaag gaan. Als je toestel veel stroom verbruikt, bijvoorbeeld door zware apps of een fel scherm, ontstaat er warmte. Om oververhitting te voorkomen, beperken veel moderne telefoons dan automatisch hun snelheid – dat heet 'thermal throttling'. Ook bij een bijna lege batterij schakelen sommige toestellen over op een zuinige stand, waarbij de snelheid bewust wordt teruggeschroefd. Daarom helpen simpele ingrepen zoals het sluiten van achtergrond-apps of het uitschakelen van 5G vaak dubbelop: ze besparen energie én zorgen dat je toestel sneller blijft reageren.

Tip 4: Activeer batterijoptimalisatie en Adaptive Battery

Android biedt slimme energiebesparingsopties waarmee apps die je weinig gebruikt automatisch worden begrensd. In het instellingenmenu vind je onder 'Batterij' of 'Energiebeheer' de functie 'Adaptive Battery'. Ook kun je per app instellen of Android achtergrondactiviteit mag beperken. Zo voorkom je dat apps die je niet meer gebruikt ongemerkt op de achtergrond blijven draaien en je telefoon onnodig vertragen.

©ID.nl

Extra 🔋 nodig voor je smartphone?

Tijd voor een powerbank!

Tip 5: Gebruik de onderhoudsfunctie van je toestel

Op veel Android-smartphones, vooral van Samsung, zit een optie als 'Apparaatonderhoud' of 'Device Care'. Hiermee kun je geheugen vrijmaken, overtollige processen sluiten en tijdelijke bestanden verwijderen. Je kunt instellen dat je toestel dit automatisch doet, bijvoorbeeld dagelijks of bij een herstart.

©ID.nl

Tip 6: Herstart je telefoon regelmatig

Zeg eens eerlijk: zet jij je telefoon weleens helemaal uit? Grote kans van niet. De meeste mensen laten hun toestel continu aanstaan, waardoor tijdelijke bestanden zich langzaam opstapelen. Na een tijdje merk je dat aan de snelheid. Door je telefoon af en toe automatisch te laten herstarten (bijvoorbeeld dagelijks of wekelijks) geef je het systeem de kans om zichzelf op te ruimen. Je vindt die optie bij de geavanceerde instellingen van de onderhoudsapp.

Tip 7: Verlaag de schermverversing of resolutie

Veel moderne toestellen gebruiken een adaptieve verversingssnelheid die zichzelf automatisch aanpast aan wat er op je scherm gebeurt. Toch loont het soms om handmatig naar 60 Hz terug te schakelen,  bijvoorbeeld als het toestel snel warm wordt of als de batterij opvallend snel leegloopt. Van zo'n lagere verversingssnelheid merk je zelf nauwelijks iets, maar het kan wel gunstig zijn voor de prestaties en de accuduur. Kun je dit aanpassen op jouw toestel? Kijk dan bij Instellingen → Beeldscherm → Verversingssnelheid of Schermresolutie.

©ID.nl

Tip 8: Zet onnodige verbindingen uit

Bluetooth en NFC zijn handig voor het koppelen van apparaten of contactloos betalen, maar vaak heb je ze helemaal niet nodig. Hetzelfde geldt voor functies zoals locatieservices of automatische app-updates op mobiele data. Bij moderne telefoons is het energieverbruik van deze verbindingen normaal gesproken minimaal, maar bij slecht bereik of veel achtergrondactiviteit kunnen ze toch voor extra belasting zorgen. Door overbodige functies uit te schakelen bespaar je niet alleen wat batterij, maar verminder je ook de kans op thermal throttling.

Tip 9: Installeer updates voor Android en je apps

Een simpele maar belangrijke stap: updates bevatten bugfixes, beveiligingspatches en prestatieverbeteringen. Als je apps een tijd niet zijn geüpdatet, kunnen ze trager reageren of vastlopen. Dat geldt ook voor Android zelf: zorg dat je ook je systeemversie up-to-date houdt. Regelmatig updaten zorgt dat je telefoon goed blijft draaien.

Tip 10: Laatste redmiddel: je telefoon volledig resetten

Helpen alle tips hierboven niet voldoende? Dan is een fabrieksreset het proberen waard. Daarmee verwijder je alles wat ooit traagheid heeft veroorzaakt – van corrupte bestanden tot fout geïnstalleerde apps. Vergeet niet een back-up te maken voordat je begint. Daarna voelt je toestel vaak weer als nieuw.

Zo simpel kan het zijn!

Met deze aanpassingen – van opruimen tot slimme instellingen – geef je je Android-telefoon een flinke oppepper. Je verlengt niet alleen de levensduur van je toestel, maar kunt ook die aanschaf van een nieuwe telefoon nog even uitstellen.


 

▼ Volgende artikel
Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!
© Roman R
Energie

Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Heb je zonnepanelen, dan is je energierekening lager dan huishoudens zónder. Maar dankzij de almaar dalende terugleververgoeding en de stijgende terugleverkosten wordt dat verschil wel steeds kleiner. Wat je kunt doen om er nog wél iets aan te verdienen, lees je hier.

In het kort

Zonnepanelen zijn nog altijd rendabel, maar het verschil met huishoudens zonder panelen wordt kleiner. De terugleververgoeding daalt, terwijl terugleverkosten stijgen. Om hoeveel euro dat kan gaan, lees je in dit artikel.

Gelukkig kun je nog steeds besparen, zolang je zoveel mogelijk van je eigen zonnestroom direct verbruikt. Wij geven je 7 tips waarmee je toch nog geld overhoudt aan je zonnepanelen.

Lees ook: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Dat zonnepanelen steeds minder rendabel zijn, daar is al veel over geschreven. Natuurlijk, de energierekening van huishoudens met zonnepanelen zijn nog altijd lager dan die van huishoudens zonder. Om hoeveel euro het gaat, is vaak lastig in te schatten, maar Energievergelijk.nl heeft er een analyse op losgelaten. Daarbij zijn ze uitgegaan van een huishouden met een stroomverbruik van 3.000 kWh per jaar en zonnepanelen van 400 Wp per paneel.

Minder voordeel bij meer panelen

Een huishouden met acht zonnepanelen bespaart gemiddeld 34,81 euro per maand op de energierekening ten opzichte van een huishouden zonder. Is hierbij gekozen voor het goedkoopste energiecontract van dit moment, dan loopt dit op tot maximaal 43,30 euro per maand. Maar zou je in plaats acht panelen er twintig plaatsen (dus x 2,5), dan heb je níet ook 2,5 keer zoveel voordeel. Bij twintig panelen ligt het maximale voordeel op slechts 47,76 euro per maand. Dat is een verschil van slechts 4,46 euro per maand…

Dat komt vooral door twee dingen: de terugleververgoeding (wat je krijgt) en de terugleverkosten (wat je betaalt). Waar die vergoeding vooral steeds lager en lager wordt, worden de kosten steeds hoger. Die zijn namelijk sterk afhankelijk van hoeveel stroom je aan het net teruggeeft. Bij acht panelen wordt in het voorbeeld van Energievergelijk.nl gemiddeld 1.904 kWh teruggeleverd. Bij het goedkoopste energiecontract wordt daarvoor gemiddeld 17,25 euro per maand aan terugleverkosten berekend. Wie twintig zonnepanelen heeft, levert veel meer terug, gemiddeld zo'n 5.440 kWh. En daar betaal je bij het goedkoopste energiecontract 63,50 euro per maand voor. In de grafiek hieronder zie je duidelijk dat investeren in meer zonnepanelen dus niet de oplossing is om er nog redelijk wat aan over te houden – helemaal al niet omdat in 2027 de salderingsregeling verdwijnt én de terugleververgoeding helemáal miniem wordt.

©Data Energievergelijk.nl | Visualisatie BS ID.nl

 

Hoe kun je dan wél nog verdienen met je zonnepanelen?

Het antwoord is eigenlijk heel simpel. Zorg dat je zoveel mogelijk van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Energievergelijk.nl heeft becijferd dat wie zonnepanelen heeft, gemiddeld zo'n 30 procent van de opgewekte stroom meteen zelf in huis verbruikt. Dat scheelt, want die stroom hoef je niet zelf in te kopen. Wanneer je erin slaagt om nog meer zelf opgewekte stroom te verbruiken, maak je zelfs dubbele winst: je hoeft minder stroom in te kopen en omdat je minder teruglevert, heb je ook minder terugleverkosten. Maar hoe doe je dat?

Tip 1: Zet elektrische apparaten overdag aan

Zet stroomvreters zoals de wasmachine, vaatwasser of airco op het moment dat je panelen de meeste stroom opwekken. Dat kun je handmatig doen, maar je kunt ook een timer instellen. Er zijn zelfs apparaten die automatisch kunnen starten op het moment dat je zonnepanelen veel stroom opwekken. Heb je de mogelijkheid om je elektrische auto overdag thuis op te laden? Dat is ook een prima manier om je eigen zonnestroom te gebruiken.

Tip 2: Krijg inzicht in je energiegebruik

Er zijn allerlei apps die bijhouden hoeveel stroom je zonnepanelen opwekken, maar waarop je ook kunt zien ook hoeveel energie je op dit moment van de dag gebruikt. Ook zijn er slimme stekkers waarmee je het stroomgebruik van een elektrisch apparaat kunt meten. Dit inzicht kun je twee kanten op gebruiken: wordt er veel stroom opgewekt, dan kun je bijvoorbeeld meer apparaten aanzetten. Is het een dag met weinig opbrengst, dan zou je ervoor kiezen om sommige apparaten juist níet aan te zetten. Hoe erg is het bijvoorbeeld om de was een dag later te doen?

Tip 3: Verspreid je zonnestroom-verbruik over de dag

In plaats van energieslurpers allemaal tegelijk in te schakelen — denk aan wasmachine, droger en vaatwasser — verdeel je hun gebruik over de dag. Zet één apparaat in de ochtend aan, een ander in de middag. Zo vermijd je dat je panelen onvoldoende leveren op een moment dat meerdere apparaten draaien en voorkom je dat je netstroom moet afnemen terwijl dat met een betere planning niet nodig zou zijn.

Tip 4: Vervang apparaten door elektrische varianten

Stap over op elektrische alternatieven: een robotgrasmaaier in plaats van een benzinegrasmaaier, inductiekoken in plaats van gas, een warmtepomp of elektrische verwarming in plaats van een traditionele cv-installatie. Daarmee bespaar je op kosten voor gas én je zorgt ervoor dat je meer van je zelf opgewekte stroom verbruikt. Waarmee je weer bespaart op netstroom die je zelf moet afnemen. Een win-win-win-situatie dus.

Tip 5: Oost, west …

Veel mensen kiezen voor zonnepanelen op het zuiden, omdat die op een zonnige dag de hoogste opbrengst geven. Toch kan het juist slim zijn om panelen te verdelen over oost en west. Zo sluit de stroomopwekking beter aan op het dagelijkse energiegebruik. Panelen op het oosten leveren vooral in de ochtend stroom, terwijl panelen op het westen juist aan het einde van de middag meer opwekken. Je voorkomt daarmee dat je alleen rond het middaguur een piek aan zonne-energie hebt. De totale opbrengst ligt iets lager dan wanneer je alleen maar zonnepanelen op het zuiden hebt, maar doordat je de stroom meer verspreid gebruikt, haal je er in de praktijk vaak meer voordeel uit

Tip 6: Gebruik een energiemanagementsysteem (EMS)

Een energiemanagementsysteem (EMS) is een slim kastje in je meterkast dat je zonnepanelen, laadpaal, warmtepomp en andere elektrische apparaten met elkaar verbindt en aanstuurt. Via software houdt het systeem continu in de gaten hoeveel stroom je opwekt, wat je verbruikt en – als je een dynamisch energiecontract hebt – wat de actuele stroomprijzen zijn. Ook weersvoorspellingen worden meegenomen, zodat het systeem vooruit kan plannen.

Op basis van al die informatie zorgt een EMS ervoor dat je elektrische auto of thuisaccu automatisch wordt geladen wanneer er veel zon is of als de stroom goedkoop is. Dreigt terugleveren juist nadelig te worden door lage prijzen of hoge terugleverkosten? Dan schakelt het systeem teruglevering uit en kiest voor direct verbruik of opslag. Ook apparaten zoals een warmtepomp of boiler worden slim aangestuurd, zodat ze draaien op de momenten dat het qua energieverbruik en financieel het gunstigst is.

Tip 7: Vergelijk leveranciers op terugleververgoeding en -kosten

Het netto bedrag dat je overhoudt bij terugleveren (vergoeding min kosten) kan sterk schelen per leverancier. Zo zul je vanaf 1 januari 2027 bij Vattenfall bijvoorbeeld per teruggeleverde kWh netto 0,00230 euro krijgen (minder dan een kwart cent) en bij Eneco en Greenchoice 0,00250 euro (een kwart cent), terwijl bijvoorbeeld Innova Energie een tarief van 0,00968 euro (bijna een cent) hanteert. Wanneer je precies weet hoeveel jouw panelen opwekken en wat je verbruikt (zie Tip 2), weet je ook hoeveel kWh je teruglevert. Door voor het aflopen van je huidige energiecontract goed te vergelijken en een berekening te maken, kun je zien bij welke energieleverancier je het beste af bent bij het afsluiten van je nieuwe contract.

TipEffect op eigen gebruikVoordeel na 2027
Apparaten overdag gebruikenHoogMinder stroom nodig van het net
Inzicht via apps of stekkersHoogBeter plannen wanneer je stroom gebruikt
Verbruik spreiden over de dagGemiddeldvoorkomt dat je meer gebruikt dan je opwekt
Overstappen op elektrischGrootMeer opgewekte stroom direct zelf gebruiken
Panelen oost- en west-georiënteerd plaatsenGemiddeldStroomopwekking sluit beter aan op je verbruik gedurende de dag
EMS gebruikenGrootapparaten draaien automatisch op zonnige momenten
Energieleverancier vergelijkenGeen invloed op verbruik, wel op kostenHogere vergoeding voor stroom die je teruglevert
Thuisbatterij: ja of nee?

Steeds meer mensen vragen zich af of een thuisbatterij een slimme investering is, nu de salderingsregeling in 2027 verdwijnt en terugleververgoedingen onder druk staan. Een thuisbatterij slaat stroom op die je zonnepanelen overdag opwekken, zodat je die 's avonds of op bewolkte momenten zelf kunt gebruiken. Dat klinkt aantrekkelijk: je verbruikt meer van je eigen stroom, vermijdt terugleverkosten en wordt minder afhankelijk van energieleveranciers.

Toch zitten er ook haken en ogen aan. De aanschafprijs van een thuisbatterij ligt tussen de vier- en twaalfduizend euro en de terugverdientijd is vaak langer dan de technische levensduur van de batterij. Bovendien zijn ze meestal te klein om heel je huishouden meerdere dagen van stroom te voorzien. In de winter speelt bovendien nog mee dat je zonnepanelen minder stroom opwekken, waardoor de thuisbatterij vaak maar deels gevuld zal kunnen worden.

In sommige gevallen kan een thuisbatterij wél interessant zijn. Wie overdag weinig stroom gebruikt of een dynamisch energiecontract heeft, kan de batterij benutten om stroom op te slaan wanneer die goedkoop of er veel wordt opgewekt is. Dat geldt zeker voor huishoudens met een elektrische auto of warmtepomp. Die verbruiken relatief veel, en door dat verbruik slim te timen in combinatie met een thuisbatterij, kun je flink besparen op netstroom.

Voor de meeste huishoudens geldt echter dat afwachten verstandiger is. De technologie ontwikkelt zich snel, prijzen dalen, en de markt voor opslag is nog volop in beweging. Een thuisbatterij kán dus interessant zijn, maar alleen als je goed weet wat je doet, bereid bent om te investeren en je eigen situatie past bij wat zo'n systeem biedt.


Vraag een offerte aan voor thuisbatterij: