ID.nl logo
Raw-fotografie: 8 tips voor de mooiste foto's
© PXimport
Huis

Raw-fotografie: 8 tips voor de mooiste foto's

Met een camera of smartphone zijn zeer fraaie plaatjes te maken. Vooral als je ze daarna nog even bewerkt met een fotoprogramma, voor het optimale resultaat. Dat gaat nog beter als je in raw fotografeert. Wat is het, hoe werkt het en wat heb je allemaal nodig voor raw-fotografie??

Het grote voordeel van digitale fotografie, is dat een foto meteen klaar is. Nu we ook met smartphones fotograferen en er digitale camera’s met wifi bestaan, zijn daar nog een aantal voordelen bijgekomen. Want nu kun je een foto zodra hij is gemaakt direct bewerken met een app. Om hem vervolgens te printen, te delen op sociale media, op een fotowebsite te plaatsen, of hem rechtstreeks naar familie en vrienden te sturen.

Standaard worden de foto’s die je met een camera of je smartphone maakt, in jpg-formaat opgeslagen. Daardoor kun je jouw foto’s in elk fotoprogramma en elke foto-app bekijken of bewerken. Minder bekend is dat er nog een andere manier van fotograferen bestaat, waarbij je geen kant-en-klare jpg-foto’s krijgt, maar het ruwe, onbewerkte fotomateriaal van de beeldsensor. Dit heet fotograferen in raw. Een raw-bestand is eigenlijk nog geen echte foto en je kunt hem dus ook niet zomaar met ieder programma bekijken. Je moet er eerst een toonbaar plaatje van maken door het beeldmateriaal te bewerken. Fotograferen in raw is daardoor omslachtiger, maar er zitten grote pluspunten aan die het echt de moeite waard kunnen maken.

Photoshoppende camera

In een digitale camera zit een beeldsensor die gevoelig is voor licht. Maar met alleen een beeldsensor heb je nog geen foto. De signalen die de sensor opvangt, moeten worden bewerkt om er een voor ons zichtbaar en herkenbaar plaatje van te maken. In elke camera vindt daarom enorm veel beeldbewerking plaats. Vaak willen we een zo mooi mogelijk plaatje hebben dat we direct kunnen gebruiken, zonder eerst een fotobewerker in te duiken. Een camera maakt daarom de kleuren lekker levendig, verhoogt het contrast flink en verscherpt details en contouren extra zodat alles er levensecht uitziet. Dit gebeurt allemaal in de camera zodra je afdrukt. Om zuinig met de geheugenruimte om te springen, wordt het beeldmateriaal ook nog eens flink gecomprimeerd. Een foto ziet er op het oog nog steeds perfect uit, maar in een jpg-bestand is uiteindelijk maar een fractie van het oorspronkelijke beeldmateriaal bewaard gebleven.

©PXimport

01 Bewerkt beeldmateriaal

Zoals je in het kader ‘Photoshoppende camera’ leest, gebeurt er nogal wat zodra je een foto maakt. Jouw camera of smartphone bewerkt het ruwe beeldmateriaal van de sensor, zodat er een leuk plaatje ontstaat dat je direct kunt gebruiken. Het toestel maakt hierbij enorm veel keuzes. Dat is prima als je meteen tevreden bent met het eindresultaat, maar minder leuk als er iets aan de foto mankeert. Je ziet bijvoorbeeld een schitterend landschap en maakt er een foto van. Maar omdat de lucht heel fel is, raakt deze volledig overbelicht. Of andersom: je ziet wel een prachtige lucht, maar het landschap zelf of iemand die daar voor je poseert is niet te zien omdat het een silhouet is geworden. Of je maakt een foto in een sfeervol restaurant, maar het eten ziet er op de foto nogal onsmakelijk uit. Zelfs het witte servies heeft een vieze gelige kleurzweem gekregen. Heel anders dan het smakelijke gerecht dat voor je staat. Wat nu?

02 Puur beeldmateriaal

In een fotobewerker kun je dit helaas maar beperkt verhelpen. Je kunt hooguit een beetje bijsturen. Want ga je te ver, dan holt de beeldkwaliteit achteruit en kun je de foto alleen nog in het klein bekijken of afdrukken. Dat komt vooral omdat een jpg-bestand maar een fractie van het originele beeldmateriaal bevat en dat is ook nog eens flink bewerkt door de camera.

Fotografeer je in plaats daarvan in raw, dan heb je alle originele beeldinformatie van de sensor tot je beschikking, zonder dat de camera dat heeft bewerkt. Vaak kun je dan zowel details in de lucht als in het landschap terughalen. En zelfs die rare kleurzweem in het restaurant kan volledig hersteld worden. Dit betekent dat je met raw wél enorm veel vrijheid hebt om zaken als de belichting, kleuren, detaillering en scherpte volledig naar eigen smaak aan te passen. Met een minimum aan kwaliteitsverlies, zodat je alsnog de perfecte foto krijgt. Vandaar dat steeds meer mensen in raw fotograferen.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

02 Een jpg-foto wordt al snel lelijk als je hem flink bewerkt. Begin je met een raw-bestand, dan krijg je pas echt een fraai plaatje.

03 Welke camera of smartphone

Om in raw te fotograferen, heb je wel een camera of smartphone nodig die dit ondersteunt. Vervolgens hoef je alleen nog maar via de instellingen aan te geven dat je het wilt activeren. Met een spiegelreflex of systemcamera (een modernere variant van de spiegelreflex) zit je eigenlijk altijd wel goed. Daarnaast bestaat er tegenwoordig een opvolger van de ouderwetse compactcamera’s, namelijk zogenaamde premium-compactcamera’s. Deze hebben een extra grote beeldsensor, zodat de technische fotokwaliteit een stuk hoger is. Een paar voorbeelden zijn de Sony RX100-serie, de Canon G8X en de Ricoh GR. Ook deze premium-compactcamera’s hebben raw aan boord.

Nu fotograferen we steeds vaker met een smartphone… het goede nieuws is dat raw-fotografie ook daarbij steeds vaker mogelijk is. Als je een iPhone met een 12megapixel-camera hebt en minimaal iOS 10 draait, dan kun je raw gebruiken. Dat zijn momenteel de iPhone SE, iPhone 6S (Plus) en iPhone 7 (Plus). Heb je een Android toestel, dan is Android versie 5 Lollipop of nieuwer vereist. Daarnaast heb je een toestel nodig waarop deze mogelijkheid uit het besturingssysteem (genaamd Camera2 API) ook daadwerkelijk door de telefoonfabrikant is geïmplementeerd. Raw zit in ieder geval op veel high-end-toestellen, zoals de LG G5, Samsung S7 (Edge) en de Huawei P9. Het is dus vooral een kwestie van de specificaties van jouw telefoon bekijken, of even de digitale handleiding op de website van de fabrikant raadplegen om te zien of het op jouw toestel mogelijk is.

©PXimport

04 Raw inschakelen

Zodra je weet dat raw op jouw toestel beschikbaar is, is inschakelen een eitje. Op zowel een gewone camera als een smartphone duik je hiervoor in het instellingenmenu. Daar is een optie te vinden waarmee je raw activeert. Hoe deze optie precies heet en in welk menuonderdeel hij verstopt zit, verschilt per merk en soms zelfs per cameramodel. Voor de duidelijkheid, op een smartphone moet je bij de instellingen van de camera-app zijn en niet bij de algemene toestelinstellingen. Het kan zijn dat je eerst de zogenaamde professionele stand van de camera-app moet activeren voordat de raw-optie in de instellingen beschikbaar komt.

Verder is het belangrijk om te weten dat raw-fotografie niet door de standaard camera-app van een iPhone ondersteund wordt. Hierin vind je dan ook geen raw-optie. Je moet er altijd een camera-app van een derde partij voor installeren. Goede apps hiervoor zijn ProCam 4 van Samer Azzam (3,99 euro) of het gratis MuseCam van Museworks. Heb je een Android-toestel, dan kun je gelukkig meestal wel met de standaard camera-app in raw fotograferen zodra dit geactiveerd is. Zit het daar toch niet in maar ondersteunt het toestel het wel? Dan kun je altijd nog een poging wagen met een app zoals Camera FV-5 van FGAE (2,99 euro) of Open Camera van Mark Harman (gratis).

©PXimport

Fotobewerker of raw-converter

Een jpg-foto bewerk je in een fotobewerker. Maar voor een raw-bestand heb je een zogenaamde raw-converter nodig. Dat lijkt misschien wat lastiger, maar je voert ongeveer eenzelfde soort bewerkingen uit als je al gewend bent, maar dan in een iets ander soort programma. Een voorbeeld van een raw-converter en tevens fotobeheerder is Adobe Lightroom CC, maar het kan ook gratis met het ietwat ingewikkelder Raw Therapee. Je vindt een masterclass over beide pakketten in Computer!Totaal 12-2016, ook te lezen hier. Daarnaast herkennen zowel Adobe Photoshop CC als Adobe Photoshop Elements en diverse andere fotobewerkers het vanzelf zodra je een raw-bestand opent. Dan kom je automatisch in een met het fotopakket meegeleverde raw-converter terecht. Die van Adobe heet bijvoorbeeld Camera Raw. Zodra je een raw-bestand hebt bewerkt, kun je daar een perfecte jpg-foto van laten maken, om te bekijken, printen of delen. Raw-bestanden die je met een smartphone maakt, kun je gewoon op het toestel zelf bewerken met bijvoorbeeld het overbekende en veelgebruikte Snapseed.

©PXimport

05 Zowel in raw als jpg fotograferen

Raw-bestanden herken je makkelijk aan de naam. Op smartphones hebben ze .dng als achtervoegsel. Bij een gewone camera hangt het van de fabrikant af. Bij Canon is het bijvoorbeeld .cr2, bij Nikon .nef en bij Sony .arw. Activeren van raw heeft wel een belangrijke consequentie. Want omdat je hierbij geen kant-en-klare jpg-foto’s meer krijgt, moet je altijd eerst de gemaakte raw-bestanden bewerken en daarna alsnog opslaan als jpg-foto’s voordat je ze kunt printen, publiceren of delen met anderen. Dat is niet altijd handig. Gelukkig is er een handige truc om alsnog razendsnel wat foto’s te delen. Op de meeste toestellen (camera’s en smartphones) kun je er in de instellingen voor kiezen om voor elke foto zowel een raw-bestand als een jpg-bestand op te slaan. Is de foto meteen goed? Dan gebruik je gewoon het jpg-bestand en dat is dat. Moet de foto eerst nog verbeterd worden? In dat geval neem je het raw-bestand, je bewerkt de foto en genereert daarna een betere en mooiere jpg-versie. Op die manier maak je gebruik van het beste van beide werelden. Overigens is in apps deze optie niet altijd aanwezig, maar worden ondanks dat vaak toch beide formaten opgeslagen. Dat is dus een kwestie van uitproberen.

©PXimport

06 Opslagruimte

Een jpg-foto bevat maar een fractie van de oorspronkelijke beeldinformatie en is ook nog eens gecomprimeerd. Daardoor zijn deze fotobestanden relatief klein. Een raw-bestand daarentegen bevat alle beeldinformatie en is daarmee een flink stuk groter. Er wordt soms een lichte mate van compressie toegepast, ditmaal zonder verlies van data, maar het blijven immense bestanden. Hoe hoger de resolutie van de beeldsensor, hoe groter de bestanden zullen worden. Een jpg-foto kan bijvoorbeeld twee of vier megabyte groot zijn, terwijl het bijbehorende raw-bestand gerust veertien of twintig megabyte groot is. Heb je ervoor gekozen om beide op te slaan, dan ben je uiteraard nog meer geheugenruimte kwijt. Kortom, fotograferen in raw heeft best een grote consequentie voor de opslagruimte. Gebruik je een digitale camera, dan kun je gemakkelijk even van geheugenkaartje wisselen. Je leert in de praktijk snel genoeg hoeveel kaartjes je bij je moet steken voor een dagje uit of een vakantie van een paar weken.

©PXimport

07 Opslagruimte smartphone

Bij een smartphone zijn de grote raw-bestanden een wat groter probleem. Bij veel telefoons (iPhones, maar ook sommige Android-toestellen) kun je het geheugen bijvoorbeeld niet uitbreiden. Bij Android-toestellen waar het geheugen wel is uit te breiden via een micro-sd-geheugenkaartje, is dat niet altijd even eenvoudig. Er wordt namelijk ook allerlei (app-)data naar dat geheugenkaartje weggeschreven en ook kunnen er apps op geïnstalleerd staan. Dat kaartje trek je dus beter niet zomaar uit het toestel. Fotografeer je graag en veel en wil je gebruikmaken van de vele voordelen van raw-fotografie? Dan is het aan te raden om – zodra je naar een nieuw toestel uitkijkt – hier goed rekening mee te houden. Met andere woorden, neem een smartphone met extra veel geheugen, speciaal voor de opslag van raw-bestanden. Gebruik ook een groot micro-sd-kaartje zodat je niet te snel tegen beperkingen aan loopt.

Niet-destructief bewerken

Bij een gewone jpg-foto bewerk je het beeldmateriaal rechtstreeks. Dus als je de kleuren en de belichting verandert en de foto daarna opnieuw opslaat, is dat een permanente wijziging. Je kunt dat niet meer terugdraaien of een kleine aanpassing doen, zoals de kleuren net even wat anders instellen. Je kunt hem hooguit opnieuw bewerken, maar dat is dan een bewerking bovenop de eerdere bewerking en geeft een minder fraai resultaat. Vandaar dat je beter eerst een kopie kunt maken, zodat je altijd vanuit het origineel kunt starten. Als je een raw-bestand bewerkt, gebeurt dat op een bijzondere manier. Hierbij pas je namelijk het beeldmateriaal niet rechtstreeks aan. Alle bewerkingen worden als een soort instructies los van het raw-bestand in een apart bestandje bewaard. Daar merk je verder niets van, een raw-converter zoals Lightroom of Snapseed regelt dit onzichtbaar voor je. Hierdoor kun je oneindig bewerkingen toevoegen, veranderen of weer weghalen. Pas zodra je een nieuwe jpg-foto uit het raw-bestand genereert, worden daarin al je bewerkingen op het originele beeldmateriaal aangebracht. Dit heet niet-destructief bewerken.

©PXimport

08 Offloaden naar je computer

Raw-bestanden zijn behoorlijk groot en nemen dus veel opslagruimte in beslag, maar gelukkig hoef je ze niet allemaal op je telefoon te bewaren. Net zoals je de foto’s op het geheugenkaartje van je camera regelmatig naar je computer overzet om ruimte vrij te maken, zo kun je dit het beste ook doen met de raw-bestanden op je smartphone. Het doel van raw-fotografie is immers om er mooiere en betere jpg-foto’s mee te maken.

Als je dat eenmaal gedaan hebt, bijvoorbeeld met een mobiele raw-converter zoals Snapseed, dan kun je in ieder geval de al wat oudere raw-bestanden het beste ergens op je computer archiveren. Daarmee win je enorm veel opslagruimte terug. Mocht je ze later nog een keer nodig hebben, dan heb je ze in ieder geval bewaard. Gooi raw-bestanden dus liever niet te snel weg. Je kunt ze het beste beschouwen als de moderne variant van het negatief uit het analoge fotografietijdperk. Raw-bestanden op een camera of smartphone zet je supereenvoudig over. Je verbindt het apparaat via een usb-kabel met de computer, waarna deze als een gewone schijf benaderd kan worden. Je moet zijn in een map genaamd DCIM. Daarin bevinden zich één of meerdere fotomappen. Natuurlijk kun je ze ook via wifi naar een clouddienst uploaden, maar doordat de bestanden groot zijn, duurt dit wel (veel) langer. Je kunt ook het geheugenkaartje van je camera in de kaartlezer van bijvoorbeeld je laptop plaatsen, en de beelden op deze manier kopiëren.

©PXimport

Weg of niet weg

Als je op een iPhone een foto weggooit, bijvoorbeeld omdat hij mislukt is, wordt zowel de jpg- als de raw-versie verwijderd. Doe je dit onder Android met bijvoorbeeld de Galerij-app, dan wordt alleen de jpg-foto verwijderd. Dit betekent dat het geheugen op den duur dichtslibt als je niet ook af en toe via een app als Bestanden even de achtergebleven raw-bestanden opruimt. Je kunt het ook via Verkenner doen als je telefoon toevallig een keer met je computer is verbonden.

▼ Volgende artikel
Review Motorola Moto Watch Fit – Spotgoedkope fitnesstracker met lange adem
© Rens Blom
Gezond leven

Review Motorola Moto Watch Fit – Spotgoedkope fitnesstracker met lange adem

De Motorola Moto Watch Fit is een fitnesstracker met een groot scherm, waarop je naast de tijd ook je sportieve activiteiten en smartphonemeldingen kunt volgen. Motorola zegt dat je de wearable slechts eens in de twee weken hoeft op te laden. En hij kost maar 80 euro! In deze review lees je onze ervaringen met deze gadget.

Uitstekend
Conclusie

De Motorola Moto Watch Fit is een heel betaalbare kennismaking met het concept fitnesstracker en valt ook positief op door zijn lange accuduur. Zolang je verwachtingen van de slimme functies en nauwkeurigheid van sommige metingen niet te hooggespannen zijn, kun je veel plezier beleven aan dit slimme horloge.

Plus- en minpunten
  • Erg betaalbaar
  • Goed scherm
  • Lange accuduur
  • Werkt naar behoren ...
  • ... de hartslagmeter uitgezonderd
  • Werkt niet met een iPhone
  • Qua functies en software wat beperkt

De adviesprijs is een groot pluspunt van de Moto Watch Fit. Bij een bekende webwinkel kun je de fitnesstracker op moment van schrijven zelfs voor minder dan 60 euro oppikken. Voor zo'n prijs is het de vraag wat je wel en niet kunt verwachten. Nou, in elk geval een prima ontwerp. De Moto Watch Fit weegt slechts 25 gram, is waterdicht en kan ook tegen stof. Het meegeleverde stoffen groene bandje voelt wat eenvoudig aan, maar werkt naar behoren en irriteert niet. Fijn is dat Motorola adapters meelevert, zodat je een ander (eigen) bandje aan de fitnesstracker kunt bevestigen.

©Rens Blom

©Rens Blom

Het scherm van de wearable heeft een diagonaal van 1,9 inch (4,8 cm). Dat is vrij fors. De Moto Watch Fit kan daarom wat lomp ogen om een smallere pols en staat beter om een wat bredere pols. Op het grote scherm zie je de tijd, meldingen en andere informatie wel lekker duidelijk. Het scherm kan fel genoeg, oogt scherp en toont dankzij het oleddisplay mooie kleuren. We kunnen zeggen dat we positief verrast zijn door de schermkwaliteit.

©Rens Blom

App en metingen

Houd er rekening mee dat de Moto Watch Fit alleen werkt met een Android-smartphone (dat hoeft geen model van Motorola te zijn). Als je een Apple iPhone gebruikt, kun je niets met de Moto Watch Fit. Na het installeren van de Moto Watch-smartphoneapp en het verplicht aanmaken van een Motorola-account, koppel je de fitnesstracker aan je smartphone. Je kiest een wijzerplaat, stelt in welke app-meldingen wel en niet op je horlogescherm mogen verschijnen en kunt andere zaken aanpassen. De app werkt prima en geeft ook duidelijk inzicht in gezondheidsstatistieken die door het horloge verzameld zijn.

©Rens Blom

De Moto Watch Fit kan aardig wat zaken meten. Van je stappen en je slaap tot sportieve sessies, je hartslag en hoeveel calorieën je verbrandt. Veel metingen vinden we – afgezet tegen nauwkeurig bewezen wearables – goed genoeg, maar de hartslagmeter van de Watch Fit zit vaak te hoog. Gelet op het prijspunt zijn we tevreden over hoe de fitnesstracker onze gezondheid in kaart brengt, maar zoals Motorola zelf ook aangeeft: staar je er niet blind op en gebruik de wearable niet voor medische doeleinden.

©Rens Blom

Niet bellen

Dat we met een spotgoedkope gadget te maken hebben, merken we ook aan het ontbreken van sommige technische functies. Een microfoon en luidspreker ontbreken bijvoorbeeld. Je kunt dus niet bellen met de Moto Watch Fit. De wearable kan überhaupt geen geluid opnemen en ook geen geluid maken. Lekker rustig, kun je ook denken. Meldingen van bijvoorbeeld WhatsApp, je e-mail-app en andere apps kun je bekijken op het horlogescherm, maar niet beantwoorden.

©Rens Blom

Op het horloge vind je wel basale doch nuttige apps als een timer, stopwatch, ademhalingsoefeningen en wekker. Ook kun je je telefoon laten rinkelen, als je die kwijt bent. Die laatste functie werkt alleen als de telefoon en smartwatch via bluetooth met elkaar verbonden zijn.

Geweldige accuduur

De beperkte slimheid van de Moto Watch Fit in combinatie met energiezuinige onderdelen leiden tot een geweldige accuduur. Motorola schermt met een gebruikstijd tot zestien dagen en daar kunnen wij ons in vinden. Na zeven dagen gebruik is de batterij bijna 50 procent teruggelopen. Opladen doet het horloge snel via een meegeleverd kabeltje.

Motorola Moto Watch Fit kopen?

De Motorola Moto Watch Fit is een heel betaalbare kennismaking met het concept fitnesstracker en valt ook positief op met zijn lange accuduur. Zolang je verwachtingen van de slimme functies en nauwkeurigheid van sommige metingen niet te hooggespannen zijn, kun je veel plezier beleven aan dit slimme horloge.

▼ Volgende artikel
Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders
© Krakenimages.com - stock.adobe.com
Mobiliteit

Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders

Vakantievoorpret is heerlijk, maar inpakken is vaak een ander verhaal. Te veel, te weinig, iets vergeten of juist drie keer hetzelfde mee: het overkomt iedereen weleens. Een goede voorbereiding scheelt stress én overgewicht op het vliegveld. In dit artikel lees je welke fouten veel mensen maken bij het inpakken van hun vakantiekoffer – fouten die jij nu natuurlijk nooit meer maakt!

De 8 meest gemaakte inpakfouten

❌ 1: Geen checklist gebruiken ❌ 2: Te veel meenemen ‘voor de zekerheid’ ❌ 3: Vloeistoffen niet apart verpakken ❌ 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen ❌ 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen ❌ 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen ❌ 7: Geen rekening houden met handbagageregels ❌ 8: Zware spullen bovenop leggen

Lees ook: Valt de vakantie tegen? Dit is wat je kunt doen (ook achteraf!)

Of je nu met het vliegtuig of met de auto op vakantie gaat: hoe beter je koffer is ingedeeld, hoe makkelijker je alles terugvindt. Je kleding blijft netter, je hoeft minder te graaien én je houdt ruimte over voor souvenirs en andere aankopen die je mee terug naar huis wilt nemen.

Fout 1: Geen checklist gebruiken

Zonder checklist ga je af op je geheugen, en dat blijkt zelden waterdicht. In de haast of vermoeidheid vergeet je al snel iets essentieels: je oplader, een zonnebril, medicijnen of ondergoed. Een lijst geeft overzicht en rust. Je kunt er al een week van tevoren aan beginnen, zodat je tijd hebt om nog iets te kopen of te wassen. Denk in categorieën: kleding, toiletspullen, apparatuur, documenten. Ook handig: check op de dag van vertrek de lijst nog eens terwijl je je tas dichtdoet. Gebruik papier of een checklist-app, zolang je maar iets hebt om letterlijk af te vinken. Het kost je 10 minuten, maar voorkomt veel ergernis op reis.

Tip: op internet kun je op allerlei plekken inpak-checklists downloaden, bijvoorbeeld vanaf de site van de ANWB. Je geeft aan op wat voor soort vakantie je gaat (bijvoorbeeld autovakantie, vliegvakantie of kamperen) en krijgt dan een bijpassende checklist die je kunt downloaden als PDF. Je kunt die lijsten ook prima gebruiken als inspiratiebron, want ze zijn erg uitgebreid (zie Fout 2). Waarschijnlijk heb je een aantal dingen die erop staan niet echt nodig!

Fout 2: Te veel meenemen 'voor de zekerheid'

Iedereen kent het: je stopt nog snel extra kleding of schoenen in je koffer, voor het geval dat. Maar in de praktijk draag je vaak de helft niet. Die dikke trui (voor als het 's avonds afkoelt … spoiler alert: het koelt meestal minder af dan je dacht), dat derde jurkje voor 'misschien een chic diner'… het komt de hele vakantie je koffer niet uit. Kies liever voor kleding die je kunt combineren: een broek die bij meerdere tops past, een jurk die zowel overdag als 's avonds kan. Houd rekening met het klimaat, je geplande activiteiten en wasmogelijkheden op locatie. Als je toch iets mist, kun je het vaak ook ter plekke kopen.

©Mike Watson Images Limited

Fout 3: Vloeistoffen niet apart verpakken

Shampooflesjes, zonnebrand of vloeibare make-up die los tussen je spullen zitten, vormen een risico. Door drukverschillen tijdens de vlucht of simpelweg een loszittend dopje, kan de inhoud gaan lekken. Resultaat: vlekken in je kleding, beschadigde souvenirs of andere schade. Stop vloeistoffen daarom altijd in een aparte toilettas of een afsluitbaar plastic zakje. Reisflesjes met kliksluiting zijn compacter en beter af te sluiten. Zet doppen stevig vast en gebruik een extra stukje plakband als je twijfelt of ze echt goed dicht zitten.

Fout 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen

Schoenen zijn stug, onhandig van vorm en vaak ook vies. Als je ze los tussen je kleding stopt, kunnen ze vlekken veroorzaken of je nette kleding kreuken. Beter: stop ze in een plastic zak of speciale schoenenzak en plaats ze onderin je koffer, bij de wieltjes. Zo vormen ze een stabiele basis en blijven andere spullen beschermd. Vul de schoenen met sokken, ondergoed of kleine accessoires: dat bespaart ruimte en houdt de schoenen in vorm. Neem maximaal twee paar mee (naast het paar dat je aan hebt): één comfortabel en één geschikt voor het weer of een nette gelegenheid.

Fout 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen

Op vakantie koop je vaak meer dan je van plan was: kleding, lekkernijen, lokale producten of cadeautjes. Als je je koffer op de heenweg al helemaal volstouwt, past dat er niet meer bij. Gevolg: stress bij het inpakken en overbagage (ja, dat is een woord). Vooral als je gaat vliegen moet je flink bijbetalen voor elke extra kilo gewicht die niet binnen de normaal geboekte ruimbagage valt. Laat daarom bewust ruimte over in je koffer. Je hebt speciale kofferorganizers, packing cubes genoemd. Dat zijn rechthoekige zakjes van stof met ritsen die je in je koffer gebruikt om verschillende soorten kleding gescheiden en compact op te bergen - bijvoorbeeld één cube voor ondergoed, één voor shirts en één voor broeken. Zorg er op de heenweg voor dat je er eentje leeg laat, voor de terugreis. En: moet echt álles mee terug naar huis? Een fles shampoo waar nog maar een bodempje in zit, die teenslippers die na al dat flaneren echt helemaal versleten zijn: sommige dingen kun je eigenlijk het beste weggooien op je vakantieadres.

Reis je met de auto? Zorg dan dat je een of twee stevige extra tassen bij je hebt. Je hoeft dan niet je koffer propvol te doen, maar kunt toch alles wat je wilt mee terug naar huis nemen. Ook handig, vooral als je etenswaren meeneemt: een elektrische koelbox die op de sigarettenaansteker kan.

©nito

Fout 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen

Veel mensen vouwen hun kleding zoals thuis in de kast: netjes opgestapeld. Maar in een koffer werkt dat onhandig. Vouwen leidt sneller tot kreukels, en opgestapelde kleding maakt het zoeken lastig. Door kleding op te rollen blijft het gladder én neemt het minder ruimte in. Je ziet bovendien in één oogopslag wat je bij je hebt. Wil je het nog georganiseerder aanpakken? Gebruik packing cubes of ziplockzakken om kleding per soort, dag of activiteit in te delen. Zo pak je snel uit en houd je je koffer overzichtelijk.

Fout 7: Geen rekening houden met handbagageregels

Reis je alleen met handbagage, dan gelden er strikte regels. Niet alleen qua afmetingen en gewicht, maar ook voor wat je wel of niet mag meenemen. Zo mogen vloeistoffen alleen in verpakkingen van maximaal 100 ml, en moeten ze samen in één hersluitbaar doorzichtig zakje van maximaal 1 liter passen. Elektronica moet apart getoond worden bij de beveiliging. Controleer daarom vóór vertrek de regels van je luchtvaartmaatschappij, want die verschillen per maatschappij. Een klein verschil in formaat of gewicht kan er al voor zorgen dat je moet bijbetalen of dat je toch op ruimbagage aangewezen bent.

Fout 8: Zware spullen bovenop leggen

Zware items horen onderin je koffer, bij de wielen. Als je ze bovenop legt – denk aan boeken, toilettassen of elektronische apparaten – ligt het gewicht op je kleding. Dat veroorzaakt vouwen en kreukels, en maakt je koffer ook instabiel tijdens het rollen. Leg zwaardere spullen dus eerst in de koffer, plat en dicht bij de wieltjes. Daarbovenop leg je de lichtere kleding. Zo blijft je bagage beter in balans en komt alles netter aan. Reis je met handbagage? Dan geldt dit nog meer, omdat je tas vaak rechtop in het bagagevak staat.


📸 Handzame camera's voor je vakantiefoto's