Raw-fotografie: 8 tips voor de mooiste foto's
Met een camera of smartphone zijn zeer fraaie plaatjes te maken. Vooral als je ze daarna nog even bewerkt met een fotoprogramma, voor het optimale resultaat. Dat gaat nog beter als je in raw fotografeert. Wat is het, hoe werkt het en wat heb je allemaal nodig voor raw-fotografie??
Het grote voordeel van digitale fotografie, is dat een foto meteen klaar is. Nu we ook met smartphones fotograferen en er digitale camera’s met wifi bestaan, zijn daar nog een aantal voordelen bijgekomen. Want nu kun je een foto zodra hij is gemaakt direct bewerken met een app. Om hem vervolgens te printen, te delen op sociale media, op een fotowebsite te plaatsen, of hem rechtstreeks naar familie en vrienden te sturen.
Standaard worden de foto’s die je met een camera of je smartphone maakt, in jpg-formaat opgeslagen. Daardoor kun je jouw foto’s in elk fotoprogramma en elke foto-app bekijken of bewerken. Minder bekend is dat er nog een andere manier van fotograferen bestaat, waarbij je geen kant-en-klare jpg-foto’s krijgt, maar het ruwe, onbewerkte fotomateriaal van de beeldsensor. Dit heet fotograferen in raw. Een raw-bestand is eigenlijk nog geen echte foto en je kunt hem dus ook niet zomaar met ieder programma bekijken. Je moet er eerst een toonbaar plaatje van maken door het beeldmateriaal te bewerken. Fotograferen in raw is daardoor omslachtiger, maar er zitten grote pluspunten aan die het echt de moeite waard kunnen maken.
Photoshoppende camera
In een digitale camera zit een beeldsensor die gevoelig is voor licht. Maar met alleen een beeldsensor heb je nog geen foto. De signalen die de sensor opvangt, moeten worden bewerkt om er een voor ons zichtbaar en herkenbaar plaatje van te maken. In elke camera vindt daarom enorm veel beeldbewerking plaats. Vaak willen we een zo mooi mogelijk plaatje hebben dat we direct kunnen gebruiken, zonder eerst een fotobewerker in te duiken. Een camera maakt daarom de kleuren lekker levendig, verhoogt het contrast flink en verscherpt details en contouren extra zodat alles er levensecht uitziet. Dit gebeurt allemaal in de camera zodra je afdrukt. Om zuinig met de geheugenruimte om te springen, wordt het beeldmateriaal ook nog eens flink gecomprimeerd. Een foto ziet er op het oog nog steeds perfect uit, maar in een jpg-bestand is uiteindelijk maar een fractie van het oorspronkelijke beeldmateriaal bewaard gebleven.
©PXimport
01 Bewerkt beeldmateriaal
Zoals je in het kader ‘Photoshoppende camera’ leest, gebeurt er nogal wat zodra je een foto maakt. Jouw camera of smartphone bewerkt het ruwe beeldmateriaal van de sensor, zodat er een leuk plaatje ontstaat dat je direct kunt gebruiken. Het toestel maakt hierbij enorm veel keuzes. Dat is prima als je meteen tevreden bent met het eindresultaat, maar minder leuk als er iets aan de foto mankeert. Je ziet bijvoorbeeld een schitterend landschap en maakt er een foto van. Maar omdat de lucht heel fel is, raakt deze volledig overbelicht. Of andersom: je ziet wel een prachtige lucht, maar het landschap zelf of iemand die daar voor je poseert is niet te zien omdat het een silhouet is geworden. Of je maakt een foto in een sfeervol restaurant, maar het eten ziet er op de foto nogal onsmakelijk uit. Zelfs het witte servies heeft een vieze gelige kleurzweem gekregen. Heel anders dan het smakelijke gerecht dat voor je staat. Wat nu?
02 Puur beeldmateriaal
In een fotobewerker kun je dit helaas maar beperkt verhelpen. Je kunt hooguit een beetje bijsturen. Want ga je te ver, dan holt de beeldkwaliteit achteruit en kun je de foto alleen nog in het klein bekijken of afdrukken. Dat komt vooral omdat een jpg-bestand maar een fractie van het originele beeldmateriaal bevat en dat is ook nog eens flink bewerkt door de camera.
Fotografeer je in plaats daarvan in raw, dan heb je alle originele beeldinformatie van de sensor tot je beschikking, zonder dat de camera dat heeft bewerkt. Vaak kun je dan zowel details in de lucht als in het landschap terughalen. En zelfs die rare kleurzweem in het restaurant kan volledig hersteld worden. Dit betekent dat je met raw wél enorm veel vrijheid hebt om zaken als de belichting, kleuren, detaillering en scherpte volledig naar eigen smaak aan te passen. Met een minimum aan kwaliteitsverlies, zodat je alsnog de perfecte foto krijgt. Vandaar dat steeds meer mensen in raw fotograferen.
©PXimport
©PXimport
©PXimport
02 Een jpg-foto wordt al snel lelijk als je hem flink bewerkt. Begin je met een raw-bestand, dan krijg je pas echt een fraai plaatje.
03 Welke camera of smartphone
Om in raw te fotograferen, heb je wel een camera of smartphone nodig die dit ondersteunt. Vervolgens hoef je alleen nog maar via de instellingen aan te geven dat je het wilt activeren. Met een spiegelreflex of systemcamera (een modernere variant van de spiegelreflex) zit je eigenlijk altijd wel goed. Daarnaast bestaat er tegenwoordig een opvolger van de ouderwetse compactcamera’s, namelijk zogenaamde premium-compactcamera’s. Deze hebben een extra grote beeldsensor, zodat de technische fotokwaliteit een stuk hoger is. Een paar voorbeelden zijn de Sony RX100-serie, de Canon G8X en de Ricoh GR. Ook deze premium-compactcamera’s hebben raw aan boord.
Nu fotograferen we steeds vaker met een smartphone… het goede nieuws is dat raw-fotografie ook daarbij steeds vaker mogelijk is. Als je een iPhone met een 12megapixel-camera hebt en minimaal iOS 10 draait, dan kun je raw gebruiken. Dat zijn momenteel de iPhone SE, iPhone 6S (Plus) en iPhone 7 (Plus). Heb je een Android toestel, dan is Android versie 5 Lollipop of nieuwer vereist. Daarnaast heb je een toestel nodig waarop deze mogelijkheid uit het besturingssysteem (genaamd Camera2 API) ook daadwerkelijk door de telefoonfabrikant is geïmplementeerd. Raw zit in ieder geval op veel high-end-toestellen, zoals de LG G5, Samsung S7 (Edge) en de Huawei P9. Het is dus vooral een kwestie van de specificaties van jouw telefoon bekijken, of even de digitale handleiding op de website van de fabrikant raadplegen om te zien of het op jouw toestel mogelijk is.
©PXimport
04 Raw inschakelen
Zodra je weet dat raw op jouw toestel beschikbaar is, is inschakelen een eitje. Op zowel een gewone camera als een smartphone duik je hiervoor in het instellingenmenu. Daar is een optie te vinden waarmee je raw activeert. Hoe deze optie precies heet en in welk menuonderdeel hij verstopt zit, verschilt per merk en soms zelfs per cameramodel. Voor de duidelijkheid, op een smartphone moet je bij de instellingen van de camera-app zijn en niet bij de algemene toestelinstellingen. Het kan zijn dat je eerst de zogenaamde professionele stand van de camera-app moet activeren voordat de raw-optie in de instellingen beschikbaar komt.
Verder is het belangrijk om te weten dat raw-fotografie niet door de standaard camera-app van een iPhone ondersteund wordt. Hierin vind je dan ook geen raw-optie. Je moet er altijd een camera-app van een derde partij voor installeren. Goede apps hiervoor zijn ProCam 4 van Samer Azzam (3,99 euro) of het gratis MuseCam van Museworks. Heb je een Android-toestel, dan kun je gelukkig meestal wel met de standaard camera-app in raw fotograferen zodra dit geactiveerd is. Zit het daar toch niet in maar ondersteunt het toestel het wel? Dan kun je altijd nog een poging wagen met een app zoals Camera FV-5 van FGAE (2,99 euro) of Open Camera van Mark Harman (gratis).
©PXimport
Fotobewerker of raw-converter
Een jpg-foto bewerk je in een fotobewerker. Maar voor een raw-bestand heb je een zogenaamde raw-converter nodig. Dat lijkt misschien wat lastiger, maar je voert ongeveer eenzelfde soort bewerkingen uit als je al gewend bent, maar dan in een iets ander soort programma. Een voorbeeld van een raw-converter en tevens fotobeheerder is Adobe Lightroom CC, maar het kan ook gratis met het ietwat ingewikkelder Raw Therapee. Je vindt een masterclass over beide pakketten in Computer!Totaal 12-2016, ook te lezen hier. Daarnaast herkennen zowel Adobe Photoshop CC als Adobe Photoshop Elements en diverse andere fotobewerkers het vanzelf zodra je een raw-bestand opent. Dan kom je automatisch in een met het fotopakket meegeleverde raw-converter terecht. Die van Adobe heet bijvoorbeeld Camera Raw. Zodra je een raw-bestand hebt bewerkt, kun je daar een perfecte jpg-foto van laten maken, om te bekijken, printen of delen. Raw-bestanden die je met een smartphone maakt, kun je gewoon op het toestel zelf bewerken met bijvoorbeeld het overbekende en veelgebruikte Snapseed.
©PXimport
05 Zowel in raw als jpg fotograferen
Raw-bestanden herken je makkelijk aan de naam. Op smartphones hebben ze .dng als achtervoegsel. Bij een gewone camera hangt het van de fabrikant af. Bij Canon is het bijvoorbeeld .cr2, bij Nikon .nef en bij Sony .arw. Activeren van raw heeft wel een belangrijke consequentie. Want omdat je hierbij geen kant-en-klare jpg-foto’s meer krijgt, moet je altijd eerst de gemaakte raw-bestanden bewerken en daarna alsnog opslaan als jpg-foto’s voordat je ze kunt printen, publiceren of delen met anderen. Dat is niet altijd handig. Gelukkig is er een handige truc om alsnog razendsnel wat foto’s te delen. Op de meeste toestellen (camera’s en smartphones) kun je er in de instellingen voor kiezen om voor elke foto zowel een raw-bestand als een jpg-bestand op te slaan. Is de foto meteen goed? Dan gebruik je gewoon het jpg-bestand en dat is dat. Moet de foto eerst nog verbeterd worden? In dat geval neem je het raw-bestand, je bewerkt de foto en genereert daarna een betere en mooiere jpg-versie. Op die manier maak je gebruik van het beste van beide werelden. Overigens is in apps deze optie niet altijd aanwezig, maar worden ondanks dat vaak toch beide formaten opgeslagen. Dat is dus een kwestie van uitproberen.
©PXimport
06 Opslagruimte
Een jpg-foto bevat maar een fractie van de oorspronkelijke beeldinformatie en is ook nog eens gecomprimeerd. Daardoor zijn deze fotobestanden relatief klein. Een raw-bestand daarentegen bevat alle beeldinformatie en is daarmee een flink stuk groter. Er wordt soms een lichte mate van compressie toegepast, ditmaal zonder verlies van data, maar het blijven immense bestanden. Hoe hoger de resolutie van de beeldsensor, hoe groter de bestanden zullen worden. Een jpg-foto kan bijvoorbeeld twee of vier megabyte groot zijn, terwijl het bijbehorende raw-bestand gerust veertien of twintig megabyte groot is. Heb je ervoor gekozen om beide op te slaan, dan ben je uiteraard nog meer geheugenruimte kwijt. Kortom, fotograferen in raw heeft best een grote consequentie voor de opslagruimte. Gebruik je een digitale camera, dan kun je gemakkelijk even van geheugenkaartje wisselen. Je leert in de praktijk snel genoeg hoeveel kaartjes je bij je moet steken voor een dagje uit of een vakantie van een paar weken.
©PXimport
07 Opslagruimte smartphone
Bij een smartphone zijn de grote raw-bestanden een wat groter probleem. Bij veel telefoons (iPhones, maar ook sommige Android-toestellen) kun je het geheugen bijvoorbeeld niet uitbreiden. Bij Android-toestellen waar het geheugen wel is uit te breiden via een micro-sd-geheugenkaartje, is dat niet altijd even eenvoudig. Er wordt namelijk ook allerlei (app-)data naar dat geheugenkaartje weggeschreven en ook kunnen er apps op geïnstalleerd staan. Dat kaartje trek je dus beter niet zomaar uit het toestel. Fotografeer je graag en veel en wil je gebruikmaken van de vele voordelen van raw-fotografie? Dan is het aan te raden om – zodra je naar een nieuw toestel uitkijkt – hier goed rekening mee te houden. Met andere woorden, neem een smartphone met extra veel geheugen, speciaal voor de opslag van raw-bestanden. Gebruik ook een groot micro-sd-kaartje zodat je niet te snel tegen beperkingen aan loopt.
Niet-destructief bewerken
Bij een gewone jpg-foto bewerk je het beeldmateriaal rechtstreeks. Dus als je de kleuren en de belichting verandert en de foto daarna opnieuw opslaat, is dat een permanente wijziging. Je kunt dat niet meer terugdraaien of een kleine aanpassing doen, zoals de kleuren net even wat anders instellen. Je kunt hem hooguit opnieuw bewerken, maar dat is dan een bewerking bovenop de eerdere bewerking en geeft een minder fraai resultaat. Vandaar dat je beter eerst een kopie kunt maken, zodat je altijd vanuit het origineel kunt starten. Als je een raw-bestand bewerkt, gebeurt dat op een bijzondere manier. Hierbij pas je namelijk het beeldmateriaal niet rechtstreeks aan. Alle bewerkingen worden als een soort instructies los van het raw-bestand in een apart bestandje bewaard. Daar merk je verder niets van, een raw-converter zoals Lightroom of Snapseed regelt dit onzichtbaar voor je. Hierdoor kun je oneindig bewerkingen toevoegen, veranderen of weer weghalen. Pas zodra je een nieuwe jpg-foto uit het raw-bestand genereert, worden daarin al je bewerkingen op het originele beeldmateriaal aangebracht. Dit heet niet-destructief bewerken.
©PXimport
08 Offloaden naar je computer
Raw-bestanden zijn behoorlijk groot en nemen dus veel opslagruimte in beslag, maar gelukkig hoef je ze niet allemaal op je telefoon te bewaren. Net zoals je de foto’s op het geheugenkaartje van je camera regelmatig naar je computer overzet om ruimte vrij te maken, zo kun je dit het beste ook doen met de raw-bestanden op je smartphone. Het doel van raw-fotografie is immers om er mooiere en betere jpg-foto’s mee te maken.
Als je dat eenmaal gedaan hebt, bijvoorbeeld met een mobiele raw-converter zoals Snapseed, dan kun je in ieder geval de al wat oudere raw-bestanden het beste ergens op je computer archiveren. Daarmee win je enorm veel opslagruimte terug. Mocht je ze later nog een keer nodig hebben, dan heb je ze in ieder geval bewaard. Gooi raw-bestanden dus liever niet te snel weg. Je kunt ze het beste beschouwen als de moderne variant van het negatief uit het analoge fotografietijdperk. Raw-bestanden op een camera of smartphone zet je supereenvoudig over. Je verbindt het apparaat via een usb-kabel met de computer, waarna deze als een gewone schijf benaderd kan worden. Je moet zijn in een map genaamd DCIM. Daarin bevinden zich één of meerdere fotomappen. Natuurlijk kun je ze ook via wifi naar een clouddienst uploaden, maar doordat de bestanden groot zijn, duurt dit wel (veel) langer. Je kunt ook het geheugenkaartje van je camera in de kaartlezer van bijvoorbeeld je laptop plaatsen, en de beelden op deze manier kopiëren.
©PXimport
Weg of niet weg
Als je op een iPhone een foto weggooit, bijvoorbeeld omdat hij mislukt is, wordt zowel de jpg- als de raw-versie verwijderd. Doe je dit onder Android met bijvoorbeeld de Galerij-app, dan wordt alleen de jpg-foto verwijderd. Dit betekent dat het geheugen op den duur dichtslibt als je niet ook af en toe via een app als Bestanden even de achtergebleven raw-bestanden opruimt. Je kunt het ook via Verkenner doen als je telefoon toevallig een keer met je computer is verbonden.