ID.nl logo
Zo testen we televisies voor ID.nl
Huis

Zo testen we televisies voor ID.nl

Op ID.nl vind je regelmatig reviews van de nieuwste televisies. Om zulke tv's uitgebreid te kunnen testen, wordt gebruik gemaakt van specifieke testapparatuur en metingen. In dit artikel vertellen we je hoe we te werk gaan.

Bij het testen van televisies kijken we naar een aantal belangrijke punten. Denk hierbij aan het uiterlijk van de televisie, het aantal en type aansluitingen, de functies en het besturingssysteem.

Gaan we kijken naar de prestaties en de kwaliteit van het beeldscherm van de televisie, dan gebruiken we daar specifieke apparatuur voor. Voor alle tests gebruiken we een Jeti Spectraval 1501 HiRes spectrofotometer, een Portrait Displays C6 HDR2000 colorimeter, Portrait Displays Videoforge Pro patroongenerator en de Portrait Displays Calman-software.

Het contrast

Contrast is de verhouding tussen het helderste wit en het donkerste zwart. Dit is belangrijk omdat het veel invloed heeft op de kijkervaring. Hoe hoger het contrast, hoe meer diepte je in het beeld ziet en hoe meer detail je waarneemt. Hoewel zowel wit als zwart invloed hebben, zorgt vooral een uitstekende zwartwaarde voor een natuurlijk beeld. Bij een slechte zwartwaarde ziet zwart er eerder grijs uit en dat valt erg op. Vooral wanneer je in het donker kijkt voor een echte filmervaring. Een goede zwartwaarde zorgt er ook voor dat we kleuren levendiger waarnemen.

De meest bekende meetmethode is het ANSI-contrast. We maken hiervoor gebruik van een meetpatroon, dat bestaat uit een schaakbord van 4 bij 4 velden. We meten de gemiddelde waarde van de witte velden en de gemiddelde waarde van de zwarte velden. Het contrast is de verhouding tussen beide. Bij een lcd-scherm voeren we deze meting twee keer uit: één keer met alle local dimming uitgeschakeld en een tweede keer met local dimming ingeschakeld. Zo bepalen we het eigen contrast van het lcd-paneel en het effect van de local dimming.

Het contrast meten we door middel van een schaakbord van 4 bij 4 velden.

Een tweede meetmethode meet eerst een volledig wit scherm, en daarna een volledig zwart scherm. Het contrast is ook nu weer de verhouding tussen beide. Deze meting geeft over het algemeen betere resultaten (hoger contrast), maar is minder representatief voor de prestaties van de televisie. OLED-tv's hebben een oneindig contrast omdat ze een perfecte zwartwaarde (0) hebben. Om zwart weer te geven gaan die pixels namelijk helemaal uit. Voor LCD-tv's hanteren we 5.000:1 als een goede referentie.

De helderheid

Helderheid is de meetwaarde van het meest intense wit. Hoe hoger de helderheid, des te beter is het beeld te zien bij veel omgevingslicht. Voor SDR-beelden volstaat een helderheid van ongeveer 300 nits, maar wie graag bij veel omgevingslicht kijkt zoals op een zonnige namiddag is gebaat bij 500 nits om mooie resultaten te bereiken. Voor HDR-beelden is het anders. Daar willen we minimaal 500 nits zien, en liefst 1000 nits om een uitgesproken HDR-effect te zien.

Maximale helderheid kan wijzigen afhankelijk van de APL (average picture level), de gemiddelde witwaarde van het beeld. Daarom wordt helderheid gemeten op verschillende testvensters. De meest gebruikelijke meting is een 10%-venster. Dat is een zwart beeld, met in het centrum een witte rechthoek die 10% van het schermoppervlak in beslag neemt.

Daarnaast meten we ook een volledig wit scherm. Die laatste meting is vaak (aanzienlijk) lager. Dat betekent dat een tv in een beeld met een beperkte hoeveelheid heldere pixels het wit helderder kan weergeven dan beelden met veel heldere pixels. OLED-tv’s zijn daar het beste voorbeeld van. In een sneeuwlandschap is het wit veel donkerder dan bijvoorbeeld in een donker beeld waarin één witte lamp zichtbaar is. Ideaal is de piekhelderheid identiek over alle testvensters, maar dat gebeurt zelden.

Kleurbereik

Een televisie kan niet alle kleuren weergeven die je in de wereld rondom je ziet. Wat een tv ideaal moet kunnen weergeven, ligt vast in een aantal normen. Voor SDR-beelden is dat Rec.709, en de meeste tv’s vandaag kunnen dat nagenoeg volledig weergeven.

Als het om de weergave van HDR-beelden gaat, licht de lat veel hoger. De geldende norm is dan Rec.2020. De meeste tv’s halen slechts 60-70% van dat kleurbereik. De meeste HDR-content wordt daarom gemaakt voor het P3-kleurbereik, dat ook in de bioscoop gebruikt wordt, en waar tv’s 85-99% van kunnen weergeven.

Deze illustratie toont in de hoefijzervorm alle kleuren die het menselijk oog kan zien. De drie driehoeken geven respectievelijk Rec709, P3, en Rec2020 aan.

Kleurbereik meten we door puur rood, groen en blauw te meten, en de overlap tussen de resulterende driehoek en de geldende norm te bepalen. Voor goede HDR-beelden willen we minimaal 90% van het P3-kleurbereik.

▼ Volgende artikel
De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis
© DragonImages
Huis

De juiste geheugenkaart kiezen: zo schiet je nooit meer mis

Je staat klaar om een foto te maken. Alles klopt: het licht, het moment, je onderwerp. En dan... kaart vol. Of erger: je camera herkent 'm niet eens. Het kiezen van de juiste geheugenkaart is dus heel belangrijk. Maar met al die formaten en capaciteiten kan dat nog best ingewikkeld zijn. In dit artikel lees je hoe je de juiste kaart kiest – eentje die past bij je camera én bij hoe jij fotografeert.

Om de juiste kaart voor jouw camera te vinden, zijn er een aantal zaken waar je op moet letten. In dit artikel kijken we naar: 📸 Kaartformaat 📸 Snelheid 📸 Merk 📸 Capaciteit 📸 Formatteren 📸 Veelvoorkomende fouten 📸 Onderhoud

Lees ook: 20 tips om de mooiste foto's te maken met je compactcamera

Welk type past bij jouw camera?

Niet elke kaart past bij elke camera. Het formaat moet kloppen, de snelheid moet aansluiten op wat je ermee doet, en het merk kan het verschil maken tussen probleemloos werken en verlies van data. En dan is er natuurlijk ook nog de capaciteit. Hieronder lees je daar meer over.

Kaartformaat

De ene geheugenkaart is de andere niet. Wat je precies nodig hebt, hangt af van je camera. De meest voorkomende kaartformaten zijn SD (Secure Digital), CompactFlash (CF), XQD en de nieuwere CFexpress-kaarten.

Voor compactcamera's en instapmodel systeemcamera's is SD het meest gebruikte formaat, waarbij je onderscheid maakt tussen SDHC (tot 32GB) en SDXC (boven 32GB). Welke je nodig hebt, check je eenvoudig in je handleiding of via Menu > Instellingen > Geheugenkaart.

Voor professionele systeemcamera's en spiegelreflexen heb je vaak snellere kaarten zoals UHS-II SD-kaarten, XQD of CFexpress nodig, zeker als je 4K-video opneemt of in burst-modus fotografeert.

Snelheid

De snelheidsklasse van een kaart is minstens zo belangrijk als het formaat. Op SD-kaarten vind je aanduiding zoals Class 10, UHS-I of UHS-II, en een getal met een 'U' (bijvoorbeeld U3) of een 'V' (bijvoorbeeld V60). Hoe hoger het getal, hoe sneller de kaart. Voor 4K-video heb je minimaal V30 nodig, terwijl voor 8K-video V60 of V90 wordt aangeraden. Voor het controleren van de compatibiliteit kun je op je camera naar Bestandsinfo gaan en op de INFO-knop drukken terwijl je een foto bekijkt. Hier zie je welke schrijfsnelheid jouw camera gebruikt.

Supersnelle USH-II-kaart nodig?

Dan supersnel even naar

Merk

Merken maken ook verschil. SanDisk, Lexar, Kingston, Sony en Transcend staan goed bekend. Minder bekende kaartjes zijn goedkoper, maar je loopt meer risico op fouten. En een gemiste foto kun je niet terughalen.

Hoeveel opslag heb je nodig?

Dat hangt af van je camera en je manier van fotograferen. Een RAW-bestand van 24 megapixel neemt gemiddeld 30MB in beslag. Een JPEG van dezelfde camera rond de 8MB. En video? Reken voor 4K op zo'n 350MB per minuut. Even rekenen dus: hoeveel foto's of minuten video maak je op een gemiddelde dag? Tel die bij elkaar op en neem daar nog eens de helft extra als veiligheidsmarge.

Wie af en toe foto's maakt met een compactcamera, heeft aan 32GB of 64GB meestal genoeg. Gebruik je een systeemcamera en schiet je in RAW, dan is 128GB een logische keuze. Ga je voor reportages of video-opnames, dan kom je al snel uit op 256GB of meer. Maar: één grote kaart is niet altijd beter dan meerdere kleinere. Mocht er iets misgaan, dan ben je niet meteen álles kwijt.

©Jimmyi23

Je kaart formatteren Zodra je een kaart in gebruik neemt, formatteer je die in de camera zelf, Druk op de Menu-knop van je camera en navigeer daarvoor naar Formatteren. Dit doe je bij voorkeur na elke shoot, uiteraard nadat je de beelden veilig hebt opgeslagen. Belangrijk: formatteren wist alles, dus maak altijd eerst een back-up via Bestandsoverdracht naar je computer of externe schijf.

Dit kan er misgaan – en zo voorkom je dan

Een fout die vaak gemaakt wordt: de kaart verwijderen terwijl de camera nog bezig is met schrijven. Dat kun je zien aan het knipperende lampje. Wacht altijd tot dat uit is voordat je de kaart verwijdert of de camera uitschakelt.

Ga er ook niet vanuit dat geheugenkaarten eindeloos meegaan. Ze hebben een beperkt aantal schrijfcycli. Gebruik je je kaart intensief, dan is vervangen om de twee tot drie jaar verstandig.

Onderhoud verlengt de levensduur. Formatteer je kaart eens per maand via het menu van de camera – niet op je computer. Camera's gebruiken een specifieke bestandsstructuur, en die raakt snel in de war als je via een computer formatteert.

Bewaar je kaarten op een droge plek, bij voorkeur in een beschermend doosje. Houd ze uit de buurt van magnetische velden van bijvoorbeeld speakers of telefoons. Werkt een kaart niet goed? Maak de contactpunten dan schoon met een droge, zachte doek.

©PheelingsMedia

Zekerheid zit in de voorbereiding

Een goede geheugenkaart maakt het verschil tussen zorgeloos fotograferen en frustratie achteraf. Kijk verder dan alleen de opslagcapaciteit. Snelheid, betrouwbaarheid en compatibiliteit met je camera zijn minstens zo belangrijk. Kies voor kwaliteit, stem af op je manier van werken en verzorg je kaart goed. Dan kun je blijven focussen op wat er echt toe doet: het vastleggen van het juiste moment.

▼ Volgende artikel
Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11
© sathit_koyram
Huis

Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11

Tijdens het werk word je waarschijnlijk regelmatig gestoord door binnenkomende e-mails, meldingen, berichtjes, systeemupdates en pop-ups. Het zijn meestal nuttige en leuke elementen, maar ze halen je wel uit je concentratie. In Windows 11 zit een nieuwe functie om deze afleidingen tijdelijk te dempen.

Snel afgeleid? Zo stel je in dat je computer je niet mag storen met allerlei meldingen:

  • Focus instellen vanuit de Windows Instellingen
  • Focus instellen via de tijd in het het systeemvak
  • Maximaliseer het Focus-venster voor nog meer opties

Hoe minder tijd achter de computer, hoe beter: Van schermverslaafd naar schermbewust: handige tips voor minder schermtijd

Focus instellen

Deze Focusmodus is een productiviteitstool die te vinden is in de Klok-app. Je kunt hem activeren vanuit de Windows Instellingen. Druk op Windows-toets+I en ga naar Systeem, waar je Focus vindt. Hier kun je de duur van een ongestoorde werksessie invoeren. Standaard is dit op 30 minuten ingesteld. Daaronder staan vier opties. Geef de timer weer in de Klok-app om zichtbaar te maken hoelang de sessie bezig is. Vink ook de optie aan om badges te verbergen in de taakbalk-apps. Daardoor kom je niet verleiding om aan die apps aandacht te schenken. Ook het knipperen in de taakbalk-apps verberg je om dezelfde reden. Schakel Niet storen in, dan worden al deze meldingen tijdens de sessie gedempt.

De meeste gebruikers vinken de vier opties aan.

Nog beter focussen?

Een koptelefoon met noisecancelling doet wonderen

In de klok

Het is ook mogelijk om Focus te activeren vanuit het systeemmeldingscentrum. Klik in de taakbalk op de datum- of tijdaanduiding. Hiermee open je de agenda en het meldingsgebied. Onderaan waar de knop Focus staat, kun je de duur aanpassen. Zodra je op de knop klikt, verschijnt de focustimer op het scherm. Terwijl een sessie actief is, zie je de klok en de resterende tijd en nog enkele andere relevante gegevens, zoals wanneer de volgende pauze is gepland. Zie je niet graag de tijdsduur die langzaam aftelt, dan verberg je die door op de drie puntje te klikken. Daarna kun je de optie Resterende tijd weergeven uitschakelen. Als je in de instellingen de optie Niet storen hebt ingeschakeld, blokkeert deze functie alle meldingen.

Nog acht minuten geconcentreerd werken en dan volgt een pauze van vijf minuten.

Ontspannen werken

Wanneer je Focus maximaliseert, zie je rechts de voortgangsgrafiek die toont hoelang je gisteren en vandaag de tool hebt gebruikt. Je kunt ook een Spotify-afspeellijst selecteren om je sessies te begeleiden met ontspannende muziek. Onderaan krijg je de taken te zien die in de app Microsoft To Do op je wachten.

Wanneer je Focus maximaliseert, krijg je nog meer informatie te zien.