ID.nl logo
Review Soundcore Space One Pro – Niet zo 'pro' als je zou willen
© Wesley Akkerman
Huis

Review Soundcore Space One Pro – Niet zo 'pro' als je zou willen

Wanneer een fabrikant van audioproducten een Pro-variant op de markt uitbrengt van een goed beoordeelde koptelefoon, dan letten we op. Dat is het geval met de Soundcore Space One Pro van Anker, die een flink prijskaartje heeft van 199 euro. Is die het extra geld waard?

Oké
Conclusie

Als we 199 euro of meer betalen voor een koptelefoon, en we zien de term Pro gebruikt worden, dan moet je gewoonweg van goeden huize komen. In dat kader kunnen we niet spreken van een geslaagd product, aangezien de concurrentie vaak meer voor een even hoge prijs aanbiedt. Koppelen we de Soundcore Space One Pro los van de prijs, dan zien we een hoop aspecten waar we van genieten. Het draagcomfort, de invulling van de audiokwaliteit en het feit dat je hem heel compact op kunt vouwen zijn allemaal zaken waar we blij van worden. Ook de accuduur en de equalizer kunnen we waarderen. Maar dan komt die prijs weer in beeld en halen we toch onze schouders op. Mocht dit model onder de 150 euro zakken, dan is dat alweer een veel betere deal. Maar voor bijna 200 euro kunnen we de Soundcore Space One Pro niet aanbevelen.

Plus- en minpunten
  • Warme sound
  • Comfortabele fit
  • Gemakkelijke bediening
  • Uitgebreide app (met equalizer)
  • Prima actieve ruisonderdrukking
  • Support voor ldac
  • Inclusief audiokabel
  • Redelijke accuduur
  • Te hoge prijs
  • Kan wat modderig klinken
  • Actieve ruisonderdrukking kan beter

In vergelijking met de eerder uitgebrachte Space One (zonder Pro), is 199 euro ruim een verdubbeling van de prijs. Dat is een bittere pil, geven we alvast mee, omdat beide modellen voor een groot deel overeenkomen. Nu hoeft dat geen probleem te zijn – waarom zou je aan een prettige basis tornen? We hebben een betere vraag: waarom zou je een Pro-versie uitbrengen die zo ontzettend veel lijkt op zijn voorganger? Ook vragen we ons af of de verbeteringen en aanpassingen die hogere prijs verantwoorden. Kortom: hoe bevalt de Soundcore Space One Pro in de praktijk?

©Wesley Akkerman

Cups met lenige pootjes

Eén van de grootste pluspunten van het vorige model is dat hij ontzettend comfortabel zit. Dat is gelukkig bij de Soundcore Space One Pro ook het geval. De oorcups hebben een zachte, synthetische laag en de comfortabele hoofdband trekt niet aan je haren. De koptelefoon zet geen onnodige druk op je hoofd, maar er kan rondom je oren wel wat warmte ontwikkelen. Nieuw is de manier waarop je dit apparaat opvouwt. De cups zitten aan lenige pootjes, waardoor je hier een ontzettend compact vouwwerk van kunt maken.

Dat heeft voor- en nadelen. We waarderen dat de koptelefoon weinig ruimte in beslag neemt wanneer we hem even in een rugtas stoppen. Maar tegelijkertijd merken we ook dat de Soundcore Space One Pro nogal wiebelig is. Als je het product oppakt, dan gaan die cups alle kanten op. Verder vinden we het jammer dat dit model niet voorzien is van een IP-certificaat en dat je hier een armzalig draagtasje bij krijgt. Van een Pro-model verwachten we simpelweg meer, helemaal als je ergens 199 euro voor neerlegt (een moordend prijssegment, overigens).

©Wesley Akkerman

Het premium-ogende ontwerp

Op de oorcups treffen we verschillende knoppen en aansluitingen aan. De buttons laten zich blind bedienen, omdat ze allemaal op een prettige afstand van elkaar zitten. Ze steken ook net genoeg uit voor je duim om het verschil in hoogte op te merken, zonder dat het iets afdoet aan het strakke, premium-ogende ontwerp. We voegen daar bewust 'ogende' aan toe, omdat de Soundcore Space One Pro voornamelijk bestaat uit plastic. Dat heeft als voordeel dat het model niet zwaar is. Het nadeel van dat materiaal is dat het wel een beetje goedkoop aanvoelt.

Opladen gaat via usb-c. De accu houdt het veertig tot zestig uur vol, afhankelijk van of je de actieve ruisonderdrukking activeert. Dat is niet per se slecht, maar op dit prijspunt kom je beter tegen. Een andere poort die we kunnen waarderen, is de audiojack. Daardoor kun je de Soundcore Space One Pro ook aansluiten met een ouderwetse audiokabel als je dat zou willen, net als het origineel. Helaas is het niet mogelijk audio via de usb-c-poort te beluisteren. Ook kan het aantal audiocodecs tegenvallen: hier zijn alleen aac, sbc en ldac aanwezig.

©Wesley Akkerman

Weert vooral de lage tonen

Ldac is voornamelijk interessant voor de Android-gebruikers onder ons, omdat je daarmee toegang krijgt tot hi-res audio (ook hier: net zoals in het vorige model). Als je deze koptelefoon aan je iPhone koppelt, dan heb je dat voordeel niet. De Soundcore Space One Pro beschikt daarnaast over knappe drivers van 40 mm, met een standaardbereik van 20 Hz tot 20kHz. Aan boord zitten verder bluetooth 5.3 en Google Fast Pair. Met die laatste optie kun je het apparaat razendsnel koppelen aan je Android-apparaat en persoonlijke Google-profiel.

Eén van de verbeteringen die Anker doorvoerde, is de verbeterde ruisonderdrukking. De Soundcore Space One Pro is echt niet de beste ruisonderdrukker van dit moment, maar echt slecht presteert hij nu ook weer niet. Het systeem is goed in het weren van vooral lage, eentonige geluiden die constant aanwezig zijn op de achtergrond (zoals in een trein), maar de hogere tonen (zoals pratende mensen in een café) komen er nog doorheen, de passieve isolatie ten spijt. Gelukkig heeft de actieve ruisonderdrukking geen negatieve impact op de audio.

©Wesley Akkerman

Niet nauwkeurig of neutraal

Wat vooral opvalt aan de audio is dat er veel nadruk op de baslaag ligt, net zoals bij veel JBL-producten. Die vergelijking maken we niet zomaar: beide merken hebben duidelijk dezelfde doelgroep op het oog. Als je geen gebruikmaakt van de equalizer, of één van de vooringestelde audio-opties, dan kun je die nadruk als negatief ervaren. De geluidsweergave kan soms wat modderig klinken, alsof je onder water zwemt. Tegelijkertijd merken we op dat de Soundcore Space One Pro het wel echt in zich heeft een heldere sound te produceren, als mooie tegenhanger.

Dat heldere geluid doet veel goed voor de tonen in het midden en in de hoogte, maar dan nog merk je dat de lagere tonen veelal de overhand nemen. Dit moet je maar net liggen. Wij hebben er minder problemen mee, zolang het niet té modderig klinkt. En dat is niet zo – maar van een nauwkeurige of neutrale weergave is hier duidelijk geen sprake. Gezien de prijs hadden we daar toch op gehoopt. Aan de details ligt het overigens niet: je krijgt in de breedte en in de diepte een hoop mee. Maar ook op dit vlak zeggen we: we verwachten meer van een Pro-koptelefoon.

©Wesley Akkerman

Soundcore Space One Pro kopen?

We realiseren ons dat we behoorlijk negatief zijn over de Soundcore Space One Pro, terwijl de koptelefoon in de basis minstens net zo goed is als de gewone Space Pro. Maar die koptelefoon is minimaal de helft goedkoper, waardoor we daar andere eisen en verwachtingen bij hebben.

Als we 199 euro of meer betalen voor een koptelefoon, en we zien de term Pro gebruikt worden, dan moet je gewoonweg van goeden huize komen. In dat kader kunnen we niet spreken van een geslaagd product, aangezien de concurrentie vaak meer voor een even hoge prijs aanbiedt.

Koppelen we de Soundcore Space One Pro los van de prijs, dan zien we een hoop aspecten waar we van genieten. Het draagcomfort, de invulling van de audiokwaliteit en het feit dat je hem heel compact op kunt vouwen zijn allemaal zaken waar we blij van worden. Ook de accuduur en de equalizer kunnen we waarderen.

Maar dan komt die prijs weer in beeld en halen we toch onze schouders op. Mocht dit model onder de 150 euro zakken, dan is dat alweer een veel betere deal. Maar voor bijna 200 euro kunnen we de Soundcore Space One Pro niet aanbevelen.

▼ Volgende artikel
Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome
Huis

Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome

Je smarthome hangt vol met slimme apparatuur en sensoren die je van alles over je huis vertellen, waardoor het haast zonde is dat je deze data alleen vanaf je smartphone of computer kunt aflezen. Een tablet aan de muur hangen kan een oplossing zijn, maar het kan nog een beetje moderner. In dit artikel lees je hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt dat je overal in huis kunt neerzetten of ophangen.

In dit artikel laten we zien hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt en gebruikt voor je smarthome:

  • Ga voor de Home Assistant Green of installeer Home Assistant op een Raspberry Pi
  • Kies voor een e-ink-scherm van WaveShare
  • Verbind het scherm met een ESP32-microcontroller en programmeer deze met ESPHome
  • Configureer een YAML-bestand om data als temperatuur en luchtvochtigheid weer te geven
  • Plaats het scherm in een fotolijstje of 3D-geprinte behuizing

Wat er nog meer in huis slim kan? Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Er zijn meerdere redenen om e-ink te gebruiken om informatie over je smarthome te tonen. Ten eerste zijn deze schermen niet voorzien van achtergrondverlichting, waardoor ze geen baken van licht in je kamer worden. Zo’n scherm is net zo subtiel als een foto aan de muur en kan bij het juiste formaat zelfs in een fotolijstje worden gestopt. Ten tweede is e-ink zeer energiezuinig: het scherm verbruikt alleen stroom als deze het de inhoud ververst. Laat jouw scherm de temperatuur in een kamer zien en blijft die urenlang stabiel? Dan wijzigt het scherm niet en verbruikt het bijna geen energie.

Compatibiliteit

Uiteraard is niet ieder smarthomesysteem compatibel met zelfgebouwde e-ink-schermpjes. In dit artikel gaan we uit van een smarthome met Home Assistant, een populair opensource-platform van Nederlandse makelij. Omdat Home Assistant opensource is, werkt het met tal van extra toepassingen en apparaten – waaronder de zeer flexibele ESP32-microcontroller. Dit zijn kleine apparaatjes die je met allerlei apparatuur kunt verbinden en vervolgens programmeert om door Home Assistant als slim thuisapparaat te worden gezien.

Home Assistant

Home Assistant is op allerlei soorten apparaten te installeren. Het bedrijf achter het systeem verkoopt de Home Assistant Green voor pakweg 130 euro. Dat is de simpelste oplossing, maar wie een ongebruikte Raspberry Pi in de kast heeft liggen, kan daar ook de Home Assistant-software op installeren. Een Raspberry Pi 3 is bruikbaar, maar een Pi 4 of 5 wordt geadviseerd. Groot voordeel van een Pi is dat Home Assistant in de officiële configuratiesoftware van de fabrikant zit verwerkt.

Je downloadt de Raspberry Pi Imager van www.raspberrypi.com/software. Bij het voorbereiden van je microSD-kaart kies je Other specific-purpose OS gevolgd door Home assistants and home automation. In de getoonde lijst selecteer je de software voor Home Assistant.

De Home Assistant Green is een alles-in-één-oplossing voor wie zijn smarthome op Home Assistant wil aansluiten.

Configuratie

Staat de software op je microSD-kaart, dan kun je deze in je Pi steken, de stroom aansluiten bij voorkeur een ethernetkabel aansluiten. In de browser van je computer open je dan http://homeassistant.local:8123 om het smarthomesysteem naar wens te configureren.

Je kunt binnen Home Assistant nagenoeg al je gebruikte slimme gadgets toevoegen, zoals de lampen van Hue, sloten van Nuki en verwarmingsknoppen van Tado. Voor apparaten die niet officieel worden ondersteund zijn er bijna altijd wel door fans gemaakte integraties die met het systeem communiceren. Over alle apparaten die gekoppeld zijn aan Home Assistant koppelt kun je later informatie laten weergeven op je e-ink-scherm.

Drie stukjes van de puzzel

Voor de bouw van je e-ink-display heb je drie zaken nodig. Ten eerste is er het scherm zelf. Hier gaan we uit van een 4,2inch-display van WaveShare. Deze is in meerdere webwinkels te koop voor rond de 35 euro. Andere schermen zouden ook moeten werken, maar van dit WaveShare-scherm is bekend dat meer mensen ze succesvol met Home Assistant hebben verbonden. Omdat je later afhankelijk bent van een stukje code, is het gunstig om een beproefde optie te kiezen.

Dit beeldscherm van WaveShare gebruikt e-paper, waardoor informatie net als bij een e-reader wordt getoond. Zeer zuinig en goed af te lezen in fel zonlicht.

Vergeet je HAT niet

Let er bij je aanschaf goed op dat je scherm voorzien is van een zogeheten E-Paper Driver HAT. Bij WaveShare zit dit er standaard op. HAT staat voor Hardware Attached on Top, een printplaatje dat extra functionaliteit aan je onderdeel geeft. In dit geval kun je de Driver HAT met een standaard ribbonkabel met het scherm verbinden, waarna je allerlei kleine pinnetjes hebt om snoertjes op aan te sluiten om weer met een andere device te verbinden. Snoertjes die je nodig hebt voor het laatste stuk van onze puzzel.

Met de speciale E-Paper Driver HAT kun je het beeldscherm aansluiten op andere apparaatjes, zoals de ESP32.

Microcontroller aansluiten

Als laatste hebben we een ESP32-microcontroller nodig. Door de kabels van de E-Paper Driver HAT te verbinden met de ESP32, kan het scherm met wifi verbinden en data ontvangen van Home Assistant. Bijna iedere ESP32 werkt, maar zorg er wel voor dat je model kleine cirkelgaatjes aan de zijkanten heeft. Deze heb je later nodig om te solderen. Dit vergt enige ervaring met een soldeerbout. Hoewel de HAT snoertjes heeft die je kunt vastpluggen, moet je de uiteindes vastsolderen aan verbindingspoortjes van de ESP32-module.

©Tomasz - stock.adobe.com

Deze ESP32 is een zogeheten microcontroller. Programmeer hem met de juiste firmware en hij kan ieder apparaat met Home Assistant verbinden.

Welke kabel naar welke GPIO-pin?

Je kunt de kabels van je HAT uiteraard niet zomaar solderen. Hier een overzicht van welk snoer je waarmee verbindt:

  • BUSY-kabel aan de GPIO27-pin
  • RST-kabel aan de GPIO33-pin
  • DC-kabel aan de GPIO25-pin
  • CS-kabel aan de GPIO26-pin
  • CLK-kabel aan de GPIO18-pin
  • MOSI-kabel aan de GPIO23-pin
  • GND-kabel aan de GND-pin
  • 3.3V-kabel aan de 3.3V-pin

Deze pins gelden voor de configuratie met het door ons gebruikte 4,2inch-display. Wees voorzichtig en kijk vooraf goed wat voor aansluitingen worden gebruikt bij een configuratie voor jouw beeldscherm, soms kan dat namelijk verschillen.

ESPHome

Zijn je schermpje, de HAT en de ESP32 allemaal met elkaar verbonden? Dan is het tijd om de ESP32 te programmeren. Dat doen we met behulp van ESPHome, wat op zijn beurt weer in Home Assistant kan worden geïnstalleerd. Open in een browser het webadres van jouw Home Assistant en ga in de linkerbalk onderaan naar Instellingen / Add-ons. Druk rechtsonder op de knop voor de add-on-winkel, zoek ESPHome en installeer dat.

Druk na installatie op de knop Start. Klik daarna op Open Web UI te klikken. Je ziet het ESPHome Dashboard. Hier kun je de ESP32 configureren zonder geavanceerde programmeerkennis. Verbind je installatie met een usb-kabel aan Home Assistant en tik op New Device. Volg hierna de geboden stappen.

ESPHome is gebruiksvriendelijk vanwege het dashboard met alle opties.

YAML-configuratie

Wordt er om een YAML-configuratie gevraagd, plak dan de code getoond op de pagina die je vindt via www.kwikr.nl/epaperyaml. Voer de gegevens van je wifi-netwerk in. Dit configuratiebestand zorgt ervoor dat de ESP32 weet met welke pins hij voor je scherm moet communiceren en wat voor data er op het display getoond moeten worden. Standaard heeft dit bestand een configuratie met een plantensensor, koolmonoxidemeter, de huidige temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte. Door deze apparaten te vervangen door andere apparatuur die aan jouw Home Assistant is verbonden, kun je de inhoud van het display naar eigen smaak veranderen.

Updates of wijzigingen doorvoeren

Bij het instellen van de ESP32-module wordt speciale firmware naar de hardware geschreven. Dat kan bij de eerste installatie alleen als hij met een usb-kabel met je Home Assistant-apparaat is verbonden. Als je later updates of wijzigingen wil doorvoeren, kun je de gadget met het ESPHome-dashboard verbinden.

In een fotolijstje

Nu zou je e-inkscherm het moeten doen. Dan rest ons nog maar één ding: de gadget ergens in je huis neerzetten of ophangen. Met een beetje geluk kun je een fotolijstje vinden dat ruimte biedt aan het scherm, de HAT en de ESP32. Het 4,2inch-display is aan de buitenkant 103 bij 78,5 millimeter groot, waardoor hij ruim past in een lijstje voor een foto van klein formaat, 100 bij 150 millimeter.

Heb je een 3D-printer? Op www.printables.com vind je allerlei 3D-behuizingen voor de e-ink-schermen van WaveShare, van simpele standaarden tot aan elegante lijstjes voor aan de muur. Groot voordeel aan deze oplossingen is dat ze vaak gemaakt zijn om de ESP32 en HAT ook te integreren, waardoor alles mooi in één pakketje kan worden weggestopt.

Er zijn online tal van 3D-printbare hoesjes speciaal voor dit project te vinden, waaronder deze op printables.com van gebruiker G00TH.

Stroom gewenst, maar optioneel

Het scherm gebruikt nagenoeg geen stroom, maar de ESP32 wel. De microcontroller heeft meerdere processorkernen en een wifi-module die continu verbinding moeten maken.

Wil je het scherm ergens ophangen zonder stroomvoorziening, dan zijn er verschillende oplossingen. Het beeldscherm toont informatie tot er nieuwe informatie moet worden weergegeven, zelfs als de stroomtoevoer niet beschikbaar is. Je zou dus het scherm bijvoorbeeld op een plek kunnen hangen waar slechts eens per dag nieuwe informatie getoond hoeft te worden. Denk aan de agendapunten van die dag of het weerbericht. Je kunt dan aan het begin van je dag even een powerbank aan de ESP32 hangen. Het apparaatje start dan op, haalt zijn nieuwe informatie op en toont dit op het scherm. Daarna kan de stroom er weer af.

▼ Volgende artikel
Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?
© BillionPhotos.com- stock.adobe.com
Huis

Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?

Als je het belangrijk vindt dat je niet gevolgd wordt tijdens het internetten, kun je beter geen standaardbrowser als Microsoft Edge en Google Chrome gebruiken. Er zijn verschillende browsers die beweren speciaal te zijn ontworpen om je online sporen zo veel mogelijk te verbergen. In dit artikel bespreken we vier zelfbenoemde privacybrowsers en kijken we of ze hun beloftes waarmaken.

In dit artikel bespreken we Brave, DuckDuckGo, LibreWolf en TOR. Dit zijn alle vier internetbrowsers die ingericht zijn op privacyvriendelijkheid.

Gebruik je toch liever een bekendere browser, maar wil je je online privacy wel zoveel mogelijk waarborgen? In dit artikel bespreken we hoe populaire browsers omgaan met je privacy.

Brave

De op Chromium gebaseerde Brave-browser zorgt er (zonder dat je aan de instellingen hoeft te komen) voor dat de identificeerbare informatie die je browser naar websites en adverteerders stuurt (oftewel je 'fingerprint'), iedere keer weer compleet willekeurig is, zodat je niet betrouwbaar kunt worden geïdentificeerd. Volgens de website Cover Your Tracks worden vrijwel alle trackers geblokkeerd door de browser.

Desondanks vertrouwen sommige gebruikers Brave niet meer, doordat de browser verschillende controverses op zijn naam heeft staan. Zo kwam Brave in 2016 met een (optionele) functie die advertenties op websites blokkeerde, maar vervolgens verving door eigen reclames. Gebruikers kregen dus alsnog advertenties te zien, maar nu streek de browser daar zelf de inkomsten voor op.

Vier jaar later verving Brave zonder het te melden URL's naar sommige cryptosites door affiliatelinks (waar de browser geld mee verdient) en in 2023 kwam de browser in opspraak omdat het zijn VPN-dienst standaard installeerde bij gebruikers. Brave beweert overigens dat dit allemaal fouten betrof en heeft de controversiële veranderingen inmiddels teruggedraaid.

DuckDuckGo

De zelfbenoemde 'Private Browser' DuckDuckGo belooft net als de andere browsers in dit artikel dat je tijdens het surfen niet kan worden getraceerd. Toch scoort de browser op basis van de uitslagen van PrivacyTests.org minder goed dan andere privacybrowsers. Er worden met de standaardinstellingen maar iets meer trackers geblokkeerd en fingerprintgegevens verborgen dan bij reguliere browsers. In een recent onderzoek werd dan ook geconcludeerd dat DDG direct na de installatie 'middelmatige privacybescherming' biedt, terwijl de andere in dit artikel besproken browsers volgens de onderzoekers een hoge mate van privacybescherming bieden. Wel kun je je privacy via de instellingen opkalefateren.

DuckDuckGo maakt (net als veel andere privacybrowsers) standaard gebruik van zijn gelijknamige zoekmachine waarmee je incognito surft. Hoewel de zoekmachine de zoekindex van Microsofts Bing gebruikt, kan Microsoft hierdoor niet zien waar je naar zoekt. Deze zoekdeal met Microsoft zorgde in 2022 wel voor wat controverse, aangezien toen bleek dat DDG hierdoor de trackers van Microsoft niet mocht blokkeren. Kort nadat dit ontdekt werd, liet DuckDuckGo weten dat het de trackers van het bedrijf toch wel gaat blokkeren.

Zere vingers gekregen van je touchpad?

Dan wordt het tijd voor een goede muis!

LibreWolf

LibreWolf is een aangepaste versie van Firefox die standaard een stuk meer privacyfuncties en een robuustere beveiliging biedt. Net als Brave komt de browser feilloos door de trackingtests van PrivacyTests.org heen, al laat je volgens Cover Your Tracks wel nog enkele vingerafdrukgegevens achter in LibreWolf.

Standaard worden alle gebruikersgegevens en cookies gewist na het sluiten van de browser, wat lang niet iedereen handig zal vinden, maar dat kan via de instellingen ongedaan gemaakt worden. Ook zijn de standaardinstellingen mogelijk dusdanig streng dat sommige websites onbruikbaar worden en er andere problemen ontstaan, zoals het niet kunnen inschakelen van de donkere modus. Volgens de ontwikkelaar kun je de meeste problemen verhelpen door de optie Resist Fingerprinting in de instellingen uit te schakelen, maar dat gaat natuurlijk wel ten koste van de privacy.

TOR

Als je écht zo anoniem mogelijk wil internetten, is TOR waarschijnlijk de beste keus. Voordat je een website bezoekt, wordt je 'bezoekaanvraag' eerst door meerdere lagen versleuteling gehaald voordat de pagina in kwestie wordt geladen. TOR anonimiseert alle fingerprints en blokkeert alle reclames en trackingscripts, waardoor het bijna onmogelijk wordt om iemands locatie of identiteit (bijvoorbeeld door middel van het IP-adres) te achterhalen. Niet zo gek, dus, dat TOR de populairste manier is om verborgen .onion-adressen (ook wel het darkweb genoemd) te bezoeken.

Deze verregaande privacyfocus gaat wel ten koste van de gebruiksvriendelijkheid. TOR is merkbaar langzamer dan reguliere browsers, omdat al je verzoeken eerst meerdere keren omgeleid worden zodat je onnavolgbaar blijft. Ook worden alle cookies na iedere sessie standaard gewist, waardoor je telkens met 'schone lei' begint en je veelgebruikte webadressen, inloggegevens en dergelijke steeds weer handmatig moet invullen. Doordat TOR álle trackers blokkeert, functioneert een groot aantal websites bovendien niet goed in deze browser, blijkt uit onderzoek van The Markup.

Lees ook: Hoe gaan populaire browsers om met je privacy?