ID.nl logo
Review Dyson Ontrac – Heeft nog ruimte om te groeien
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dyson Ontrac – Heeft nog ruimte om te groeien

De Dyson Ontrac is de tweede koptelefoon van het merk dat we met name kennen van stofzuigers en luchtreinigers. De Dyson Zone, of poging één, was niet slecht, maar liet veel te wensen over. Hoe vergaat het met poging twee? Dat bekijken we in de review.

Goed
Conclusie

We willen vooropstellen dat de Dyson Ontrac echt geen verkeerde koptelefoon is. Maar het hogere segment voor koptelefoons is nu eenmaal moordend. Als je de hoofdprijs vraagt, dan mag je een stevige beoordeling verwachten. Hoewel de muziek over het algemeen aangenaam en soepel klinkt, missen we ook wat detail en dynamiek die het aanbod van bijvoorbeeld Sony, Philips en Bose wel rijk is. Daarnaast voelt de headset wat basaal aan als het gaat om extra functies en vinden we dat de ruisonderdrukking beter kan op dit prijspunt. Gelukkig doet dit model ook een hoop goed. Zo is de prijs ten opzichte van de Zone gedaald, zijn we nog steeds gek op dat knuppeltje (ook al vereist een precieze behandeling) en vinden we het mooi om te zien dat er ruimte is voor personalisatie en duurzaamheid. Het draagcomfort is bijna ongeëvenaard en de afwerking voelt heel premium aan. En de accuduur gaat met 55 uur lekker lang mee. Nu nog meer opties, een betere app en een goede equalizer en je hebt een koptelefoon die de concurrentie aankan. Maar daar zit Dyson op dit moment nog niet.

Plus- en minpunten
  • Draagcomfort
  • Premium afwerking
  • Algemene audiokwaliteit
  • Fysieke knop voor mediabediening
  • Meting blootstelling aan geluid
  • Personalisatie
  • Duurzaamheid
  • Accuduur
  • Audio mist wat dynamiek en detail
  • Aanraakgevoelig oppervlak voor anc
  • Actieve ruisonderdrukking kan beter
  • Beperkte equalizer
  • Nog steeds een hoge prijs

Meld je aan voor het Koptelefoonwijzer Eindrapport 2024

Door het invullen van jouw naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van de Kieskeurig.nl Koptelefoonwijzer-resultaten. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl nieuwsbrief.

Voordat we een uitgebreide blik werpen op de Dyson Ontrac-koptelefoon, is het handig om nog even kort samen te vatten wat de Dyson Zone goed en minder goed deed. Het draagcomfort, de algemene audiokwaliteit, de premium afwerking, fysieke knop voor mediabediening en de informatieve app zijn allemaal dingen waar we enthousiast van werden. Maar het aanraakgevoelige oppervlak, de ruisonderdrukking, accuduur, beperkte equalizer en de hoge prijs gooiden roet in het eten. Scoort de Ontrac beter op die vlakken?

Lees de hele review over het eerste model: Review Dyson Zone - (Helaas) een product van deze tijd

Het grootste verschil tussen de Dyson Ontrac en Zone is natuurlijk dat de eerstgenoemde geen luchtzuiveringssysteem heeft. Dit is een 'gewone' koptelefoon. Daarmee kaart het merk al een negatief punt aan van de Zone, die met minimaal 649 euro wel erg duur was. De Ontrac heeft een adviesprijs van 499 euro en is daarmee nog steeds niet goedkoop. Sterker nog: in vergelijking met de topmodellen van onder meer Sony, Philips en Sonos scheelt het meer dan 100 euro. Dan moet je van goeden huize komen, of unieke, overtuigende kwaliteiten hebben.

©Wesley Akkerman

Duurzaamheid en personalisatie

In vergelijking met de Dyson Zone is er qua draagcomfort weinig veranderd. De koptelefoon is gelukkig wel veel lichter, maar zit nog steeds lekker op het hoofd. Niet te strak en niet te los, en dankzij de beweegbare onderdelen kun je hem precies op jouw hoofdvorm afstellen. De buitenkant is gemaakt van aluminium, terwijl de oorkussens voorzien zijn van suède. Ook treffen we plastic aan in de hoofdband, maar over het algemeen voelt en oogt de Dyson Ontrac hoogwaardig en premium. Dit is een typisch product van Dyson.

In tegenstelling tot veel andere koptelefoons kun je zelf onderdelen vervangen wanneer die eraan toe zijn of wanneer jij eraan toe bent. Je kunt de oorkussens omwisselen wanneer ze kapotgaan of de buitenkant van de cups voorzien van andere kleuren. Daardoor scoort het merk wat punten op het gebied van duurzaamheid en personalisatie. Helaas is het niet mogelijk de kleur van de band aan te passen, waardoor je daar dus wel aan vastzit. Vooral het kunnen vervangen van de kussens is fijn, omdat die vaak sneller kapotgaan dan andere onderdelen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Joystick, tikken en slaan

Je bedient de Dyson Ontrac op twee manieren: via de app (daar later meer over) en de fysieke bediening. Op de oorcup rechts zit een kleine joystick, net als op de Zone. Daarmee beheer je het volume, pauzeer je muziek en ga je naar een volgend of vorig nummer. De besturing luistert wel nauw: je moet bewust een specifieke richting opgaan om iets voor elkaar te krijgen. Na een aantal weken gebruik gebeurt het nog weleens dat je de muziek per ongeluk pauzeert of dat je opeens naar een volgend nummer gaat, terwijl dat niet de bedoeling was.

Desondanks vinden we het tof dat de Dyson-koptelefoons zulke bediening aanbieden, want het maakt de koptelefoons redelijk uniek. En in dit geval went het vanzelf. Wat niet went, is de aanraakgevoelige omgeving aan de buitenkant van de cups. Daarmee zet je de ruisonderdrukking aan en uit, door twee keer te tikken. Niet alleen klinkt dat echt extreem hard, ook werkt het niet altijd. De tijd tussen de twee tikken komt heel nauwkeurig, waardoor je soms meerdere keren slaat op dat ding. Gelukkig hebben we de Dyson-app nog.

©Wesley Akkerman

Gedoe met de magere app

Die app verraadt hoe basaal de Dyson Ontrac eigenlijk is. Niet qua comfort en ook niet per se als het om de audiokwaliteit gaat, maar wel op het gebied van extra functies. Binnen de app tref je de opties aan die je ook fysiek aanstuurt, evenals een digitale equalizer. Helaas is die, net als bij de Zone, vrij beperkt. Je hebt drie opties tot je beschikking. Een van de meest waardevolle opties is meting van het volumeniveau. De app kan aangeven of de muziek, of de herrie van buitenaf, eigenlijk te hard is voor je gehoor. Zodoende blijft gehoorschade je mogelijk bespaard.

Daar blijft het wel bij als het om extra mogelijkheden gaat. Er is geen adaptieve ruisonderdrukking, spraakherkenning, multipoint of geluid in 360 graden, bijvoorbeeld. Nu kun je beargumenteren dat niet elke functie daadwerkelijk onmisbaar is, maar voor 400 tot 500 euro mag je meer verwachten. Bovendien heeft de Dyson-winkel een frontale plek binnen de druk vormgegeven applicatie en heb je geregeld last van verbindingsproblemen. Niet met een gekoppeld apparaat, maar de app zelf. Dit zijn geen premium ervaringen.

Warm en helder

De accuduur is dat gelukkig wel: met actieve ruisonderdrukking aan kun je tot 55 uur luisteren. En met tien minuten laden kun je 2,5 uur vooruit. Dat zijn indrukwekkende getallen; daar moet de Ontrac het wel echt van hebben. De geluidsonderdrukking heeft verder geen negatieve invloed op de geluidsweergave. Over het algemeen presenteert de koptelefoon een breed en warm geluid, waar je moeiteloos onderscheid maakt tussen verschillende tonen, lagen en muziekinstrumenten. Daarnaast vinden we de sound helder en zuiver klinken.

Een wat geoefend oor zal de presentatie overigens wellicht wat minder kunnen waarderen. Want de Dyson Ontrac klinkt tegelijkertijd ook een beetje saai en veilig, vanwege het gebrek aan dynamiek en subtiliteit. De ruisonderdrukking is verder redelijk, maar niet uitmuntend. Gezien de prijs van de koptelefoon zijn dit best zware punten. Als het gaat om het aantal ondersteunde audiocodecs, dan biedt de Dyson Ontrac helaas ook een wat magere ervaring met alleen sbc, aac en lhdc (voor hi-res audio). Dit is niet de beste koptelefoon van dit moment.

©Wesley Akkerman

Dyson Ontrac kopen?

We willen vooropstellen dat de Dyson Ontrac echt geen verkeerde koptelefoon is. Maar het hogere segment voor koptelefoons is nu eenmaal moordend. Als je de hoofdprijs vraagt, dan mag je een stevige beoordeling verwachten. Hoewel de muziek over het algemeen aangenaam en soepel klinkt, missen we ook wat detail en dynamiek die het aanbod van bijvoorbeeld Sony, Philips en Bose wel rijk is. Daarnaast voelt de headset wat basaal aan als het gaat om extra functies en vinden we dat de ruisonderdrukking beter kan op dit prijspunt.

Gelukkig doet dit model ook een hoop goed. Zo is de prijs ten opzichte van de Zone gedaald, zijn we nog steeds gek op dat knuppeltje (ook al vereist een precieze behandeling) en vinden we het mooi om te zien dat er ruimte is voor personalisatie en duurzaamheid. Het draagcomfort is bijna ongeëvenaard en de afwerking voelt heel premium aan. En de accuduur gaat met 55 uur lekker lang mee. Nu nog meer opties, een betere app en een goede equalizer en je hebt een koptelefoon die de concurrentie aankan. Maar daar zit Dyson op dit moment nog niet.

▼ Volgende artikel
Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome
Huis

Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome

Je smarthome hangt vol met slimme apparatuur en sensoren die je van alles over je huis vertellen, waardoor het haast zonde is dat je deze data alleen vanaf je smartphone of computer kunt aflezen. Een tablet aan de muur hangen kan een oplossing zijn, maar het kan nog een beetje moderner. In dit artikel lees je hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt dat je overal in huis kunt neerzetten of ophangen.

In dit artikel laten we zien hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt en gebruikt voor je smarthome:

  • Ga voor de Home Assistant Green of installeer Home Assistant op een Raspberry Pi
  • Kies voor een e-ink-scherm van WaveShare
  • Verbind het scherm met een ESP32-microcontroller en programmeer deze met ESPHome
  • Configureer een YAML-bestand om data als temperatuur en luchtvochtigheid weer te geven
  • Plaats het scherm in een fotolijstje of 3D-geprinte behuizing

Wat er nog meer in huis slim kan? Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Er zijn meerdere redenen om e-ink te gebruiken om informatie over je smarthome te tonen. Ten eerste zijn deze schermen niet voorzien van achtergrondverlichting, waardoor ze geen baken van licht in je kamer worden. Zo’n scherm is net zo subtiel als een foto aan de muur en kan bij het juiste formaat zelfs in een fotolijstje worden gestopt. Ten tweede is e-ink zeer energiezuinig: het scherm verbruikt alleen stroom als deze het de inhoud ververst. Laat jouw scherm de temperatuur in een kamer zien en blijft die urenlang stabiel? Dan wijzigt het scherm niet en verbruikt het bijna geen energie.

Compatibiliteit

Uiteraard is niet ieder smarthomesysteem compatibel met zelfgebouwde e-ink-schermpjes. In dit artikel gaan we uit van een smarthome met Home Assistant, een populair opensource-platform van Nederlandse makelij. Omdat Home Assistant opensource is, werkt het met tal van extra toepassingen en apparaten – waaronder de zeer flexibele ESP32-microcontroller. Dit zijn kleine apparaatjes die je met allerlei apparatuur kunt verbinden en vervolgens programmeert om door Home Assistant als slim thuisapparaat te worden gezien.

Home Assistant

Home Assistant is op allerlei soorten apparaten te installeren. Het bedrijf achter het systeem verkoopt de Home Assistant Green voor pakweg 130 euro. Dat is de simpelste oplossing, maar wie een ongebruikte Raspberry Pi in de kast heeft liggen, kan daar ook de Home Assistant-software op installeren. Een Raspberry Pi 3 is bruikbaar, maar een Pi 4 of 5 wordt geadviseerd. Groot voordeel van een Pi is dat Home Assistant in de officiële configuratiesoftware van de fabrikant zit verwerkt.

Je downloadt de Raspberry Pi Imager van www.raspberrypi.com/software. Bij het voorbereiden van je microSD-kaart kies je Other specific-purpose OS gevolgd door Home assistants and home automation. In de getoonde lijst selecteer je de software voor Home Assistant.

De Home Assistant Green is een alles-in-één-oplossing voor wie zijn smarthome op Home Assistant wil aansluiten.

Configuratie

Staat de software op je microSD-kaart, dan kun je deze in je Pi steken, de stroom aansluiten bij voorkeur een ethernetkabel aansluiten. In de browser van je computer open je dan http://homeassistant.local:8123 om het smarthomesysteem naar wens te configureren.

Je kunt binnen Home Assistant nagenoeg al je gebruikte slimme gadgets toevoegen, zoals de lampen van Hue, sloten van Nuki en verwarmingsknoppen van Tado. Voor apparaten die niet officieel worden ondersteund zijn er bijna altijd wel door fans gemaakte integraties die met het systeem communiceren. Over alle apparaten die gekoppeld zijn aan Home Assistant koppelt kun je later informatie laten weergeven op je e-ink-scherm.

Drie stukjes van de puzzel

Voor de bouw van je e-ink-display heb je drie zaken nodig. Ten eerste is er het scherm zelf. Hier gaan we uit van een 4,2inch-display van WaveShare. Deze is in meerdere webwinkels te koop voor rond de 35 euro. Andere schermen zouden ook moeten werken, maar van dit WaveShare-scherm is bekend dat meer mensen ze succesvol met Home Assistant hebben verbonden. Omdat je later afhankelijk bent van een stukje code, is het gunstig om een beproefde optie te kiezen.

Dit beeldscherm van WaveShare gebruikt e-paper, waardoor informatie net als bij een e-reader wordt getoond. Zeer zuinig en goed af te lezen in fel zonlicht.

Vergeet je HAT niet

Let er bij je aanschaf goed op dat je scherm voorzien is van een zogeheten E-Paper Driver HAT. Bij WaveShare zit dit er standaard op. HAT staat voor Hardware Attached on Top, een printplaatje dat extra functionaliteit aan je onderdeel geeft. In dit geval kun je de Driver HAT met een standaard ribbonkabel met het scherm verbinden, waarna je allerlei kleine pinnetjes hebt om snoertjes op aan te sluiten om weer met een andere device te verbinden. Snoertjes die je nodig hebt voor het laatste stuk van onze puzzel.

Met de speciale E-Paper Driver HAT kun je het beeldscherm aansluiten op andere apparaatjes, zoals de ESP32.

Microcontroller aansluiten

Als laatste hebben we een ESP32-microcontroller nodig. Door de kabels van de E-Paper Driver HAT te verbinden met de ESP32, kan het scherm met wifi verbinden en data ontvangen van Home Assistant. Bijna iedere ESP32 werkt, maar zorg er wel voor dat je model kleine cirkelgaatjes aan de zijkanten heeft. Deze heb je later nodig om te solderen. Dit vergt enige ervaring met een soldeerbout. Hoewel de HAT snoertjes heeft die je kunt vastpluggen, moet je de uiteindes vastsolderen aan verbindingspoortjes van de ESP32-module.

©Tomasz - stock.adobe.com

Deze ESP32 is een zogeheten microcontroller. Programmeer hem met de juiste firmware en hij kan ieder apparaat met Home Assistant verbinden.

Welke kabel naar welke GPIO-pin?

Je kunt de kabels van je HAT uiteraard niet zomaar solderen. Hier een overzicht van welk snoer je waarmee verbindt:

  • BUSY-kabel aan de GPIO27-pin
  • RST-kabel aan de GPIO33-pin
  • DC-kabel aan de GPIO25-pin
  • CS-kabel aan de GPIO26-pin
  • CLK-kabel aan de GPIO18-pin
  • MOSI-kabel aan de GPIO23-pin
  • GND-kabel aan de GND-pin
  • 3.3V-kabel aan de 3.3V-pin

Deze pins gelden voor de configuratie met het door ons gebruikte 4,2inch-display. Wees voorzichtig en kijk vooraf goed wat voor aansluitingen worden gebruikt bij een configuratie voor jouw beeldscherm, soms kan dat namelijk verschillen.

ESPHome

Zijn je schermpje, de HAT en de ESP32 allemaal met elkaar verbonden? Dan is het tijd om de ESP32 te programmeren. Dat doen we met behulp van ESPHome, wat op zijn beurt weer in Home Assistant kan worden geïnstalleerd. Open in een browser het webadres van jouw Home Assistant en ga in de linkerbalk onderaan naar Instellingen / Add-ons. Druk rechtsonder op de knop voor de add-on-winkel, zoek ESPHome en installeer dat.

Druk na installatie op de knop Start. Klik daarna op Open Web UI te klikken. Je ziet het ESPHome Dashboard. Hier kun je de ESP32 configureren zonder geavanceerde programmeerkennis. Verbind je installatie met een usb-kabel aan Home Assistant en tik op New Device. Volg hierna de geboden stappen.

ESPHome is gebruiksvriendelijk vanwege het dashboard met alle opties.

YAML-configuratie

Wordt er om een YAML-configuratie gevraagd, plak dan de code getoond op de pagina die je vindt via www.kwikr.nl/epaperyaml. Voer de gegevens van je wifi-netwerk in. Dit configuratiebestand zorgt ervoor dat de ESP32 weet met welke pins hij voor je scherm moet communiceren en wat voor data er op het display getoond moeten worden. Standaard heeft dit bestand een configuratie met een plantensensor, koolmonoxidemeter, de huidige temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte. Door deze apparaten te vervangen door andere apparatuur die aan jouw Home Assistant is verbonden, kun je de inhoud van het display naar eigen smaak veranderen.

Updates of wijzigingen doorvoeren

Bij het instellen van de ESP32-module wordt speciale firmware naar de hardware geschreven. Dat kan bij de eerste installatie alleen als hij met een usb-kabel met je Home Assistant-apparaat is verbonden. Als je later updates of wijzigingen wil doorvoeren, kun je de gadget met het ESPHome-dashboard verbinden.

In een fotolijstje

Nu zou je e-inkscherm het moeten doen. Dan rest ons nog maar één ding: de gadget ergens in je huis neerzetten of ophangen. Met een beetje geluk kun je een fotolijstje vinden dat ruimte biedt aan het scherm, de HAT en de ESP32. Het 4,2inch-display is aan de buitenkant 103 bij 78,5 millimeter groot, waardoor hij ruim past in een lijstje voor een foto van klein formaat, 100 bij 150 millimeter.

Heb je een 3D-printer? Op www.printables.com vind je allerlei 3D-behuizingen voor de e-ink-schermen van WaveShare, van simpele standaarden tot aan elegante lijstjes voor aan de muur. Groot voordeel aan deze oplossingen is dat ze vaak gemaakt zijn om de ESP32 en HAT ook te integreren, waardoor alles mooi in één pakketje kan worden weggestopt.

Er zijn online tal van 3D-printbare hoesjes speciaal voor dit project te vinden, waaronder deze op printables.com van gebruiker G00TH.

Stroom gewenst, maar optioneel

Het scherm gebruikt nagenoeg geen stroom, maar de ESP32 wel. De microcontroller heeft meerdere processorkernen en een wifi-module die continu verbinding moeten maken.

Wil je het scherm ergens ophangen zonder stroomvoorziening, dan zijn er verschillende oplossingen. Het beeldscherm toont informatie tot er nieuwe informatie moet worden weergegeven, zelfs als de stroomtoevoer niet beschikbaar is. Je zou dus het scherm bijvoorbeeld op een plek kunnen hangen waar slechts eens per dag nieuwe informatie getoond hoeft te worden. Denk aan de agendapunten van die dag of het weerbericht. Je kunt dan aan het begin van je dag even een powerbank aan de ESP32 hangen. Het apparaatje start dan op, haalt zijn nieuwe informatie op en toont dit op het scherm. Daarna kan de stroom er weer af.

▼ Volgende artikel
Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?
© BillionPhotos.com- stock.adobe.com
Huis

Hoe privacyvriendelijk zijn op privacy gerichte browsers?

Als je het belangrijk vindt dat je niet gevolgd wordt tijdens het internetten, kun je beter geen standaardbrowser als Microsoft Edge en Google Chrome gebruiken. Er zijn verschillende browsers die beweren speciaal te zijn ontworpen om je online sporen zo veel mogelijk te verbergen. In dit artikel bespreken we vier zelfbenoemde privacybrowsers en kijken we of ze hun beloftes waarmaken.

In dit artikel bespreken we Brave, DuckDuckGo, LibreWolf en TOR. Dit zijn alle vier internetbrowsers die ingericht zijn op privacyvriendelijkheid.

Gebruik je toch liever een bekendere browser, maar wil je je online privacy wel zoveel mogelijk waarborgen? In dit artikel bespreken we hoe populaire browsers omgaan met je privacy.

Brave

De op Chromium gebaseerde Brave-browser zorgt er (zonder dat je aan de instellingen hoeft te komen) voor dat de identificeerbare informatie die je browser naar websites en adverteerders stuurt (oftewel je 'fingerprint'), iedere keer weer compleet willekeurig is, zodat je niet betrouwbaar kunt worden geïdentificeerd. Volgens de website Cover Your Tracks worden vrijwel alle trackers geblokkeerd door de browser.

Desondanks vertrouwen sommige gebruikers Brave niet meer, doordat de browser verschillende controverses op zijn naam heeft staan. Zo kwam Brave in 2016 met een (optionele) functie die advertenties op websites blokkeerde, maar vervolgens verving door eigen reclames. Gebruikers kregen dus alsnog advertenties te zien, maar nu streek de browser daar zelf de inkomsten voor op.

Vier jaar later verving Brave zonder het te melden URL's naar sommige cryptosites door affiliatelinks (waar de browser geld mee verdient) en in 2023 kwam de browser in opspraak omdat het zijn VPN-dienst standaard installeerde bij gebruikers. Brave beweert overigens dat dit allemaal fouten betrof en heeft de controversiële veranderingen inmiddels teruggedraaid.

DuckDuckGo

De zelfbenoemde 'Private Browser' DuckDuckGo belooft net als de andere browsers in dit artikel dat je tijdens het surfen niet kan worden getraceerd. Toch scoort de browser op basis van de uitslagen van PrivacyTests.org minder goed dan andere privacybrowsers. Er worden met de standaardinstellingen maar iets meer trackers geblokkeerd en fingerprintgegevens verborgen dan bij reguliere browsers. In een recent onderzoek werd dan ook geconcludeerd dat DDG direct na de installatie 'middelmatige privacybescherming' biedt, terwijl de andere in dit artikel besproken browsers volgens de onderzoekers een hoge mate van privacybescherming bieden. Wel kun je je privacy via de instellingen opkalefateren.

DuckDuckGo maakt (net als veel andere privacybrowsers) standaard gebruik van zijn gelijknamige zoekmachine waarmee je incognito surft. Hoewel de zoekmachine de zoekindex van Microsofts Bing gebruikt, kan Microsoft hierdoor niet zien waar je naar zoekt. Deze zoekdeal met Microsoft zorgde in 2022 wel voor wat controverse, aangezien toen bleek dat DDG hierdoor de trackers van Microsoft niet mocht blokkeren. Kort nadat dit ontdekt werd, liet DuckDuckGo weten dat het de trackers van het bedrijf toch wel gaat blokkeren.

Zere vingers gekregen van je touchpad?

Dan wordt het tijd voor een goede muis!

LibreWolf

LibreWolf is een aangepaste versie van Firefox die standaard een stuk meer privacyfuncties en een robuustere beveiliging biedt. Net als Brave komt de browser feilloos door de trackingtests van PrivacyTests.org heen, al laat je volgens Cover Your Tracks wel nog enkele vingerafdrukgegevens achter in LibreWolf.

Standaard worden alle gebruikersgegevens en cookies gewist na het sluiten van de browser, wat lang niet iedereen handig zal vinden, maar dat kan via de instellingen ongedaan gemaakt worden. Ook zijn de standaardinstellingen mogelijk dusdanig streng dat sommige websites onbruikbaar worden en er andere problemen ontstaan, zoals het niet kunnen inschakelen van de donkere modus. Volgens de ontwikkelaar kun je de meeste problemen verhelpen door de optie Resist Fingerprinting in de instellingen uit te schakelen, maar dat gaat natuurlijk wel ten koste van de privacy.

TOR

Als je écht zo anoniem mogelijk wil internetten, is TOR waarschijnlijk de beste keus. Voordat je een website bezoekt, wordt je 'bezoekaanvraag' eerst door meerdere lagen versleuteling gehaald voordat de pagina in kwestie wordt geladen. TOR anonimiseert alle fingerprints en blokkeert alle reclames en trackingscripts, waardoor het bijna onmogelijk wordt om iemands locatie of identiteit (bijvoorbeeld door middel van het IP-adres) te achterhalen. Niet zo gek, dus, dat TOR de populairste manier is om verborgen .onion-adressen (ook wel het darkweb genoemd) te bezoeken.

Deze verregaande privacyfocus gaat wel ten koste van de gebruiksvriendelijkheid. TOR is merkbaar langzamer dan reguliere browsers, omdat al je verzoeken eerst meerdere keren omgeleid worden zodat je onnavolgbaar blijft. Ook worden alle cookies na iedere sessie standaard gewist, waardoor je telkens met 'schone lei' begint en je veelgebruikte webadressen, inloggegevens en dergelijke steeds weer handmatig moet invullen. Doordat TOR álle trackers blokkeert, functioneert een groot aantal websites bovendien niet goed in deze browser, blijkt uit onderzoek van The Markup.

Lees ook: Hoe gaan populaire browsers om met je privacy?