ID.nl logo
Infraroodverwarming: dit zijn de voor- en nadelen
© magraphics
Energie

Infraroodverwarming: dit zijn de voor- en nadelen

Het is dé trend van de laatste maanden: een infraroodpaneel om bijvoorbeeld je werkplek op te warmen of voor wat extra comfort in de badkamer. In een extreem goed geïsoleerd huis zou het zelfs als hoofdverwarming kunnen dienen. Als je zonnepanelen hebt, is het bovendien een enorm duurzame manier van verwarmen. Ook kun je energie besparen, omdat bijvoorbeeld de centrale verwarming een paar tandjes lager kan. Niet iedereen is bekend met de (on)mogelijkheden van infraroodverwarming en er zijn een hoop misvattingen. Daarom zetten we in dit artikel alle voor- en nadelen van infraroodverwarming voor je op een rijtje.

De overheid ziet graag dat we allemaal van het gas af gaan. Gas wordt immers duurder en op termijn zelfs beperkt beschikbaar. Daarom vind je in nieuwbouwwoningen de laatste jaren geen gasaansluiting meer. Elektrisch verwarmen wordt in de toekomst dus steeds meer de norm. Maar nu al zoeken mensen vanwege de hoge gasprijzen naar alternatieve manieren om het huis te verwarmen. Een warmtepomp is vanwege het zeer hoge rendement het meest zuinig, maar vergt ook veel aanpassingen en is een forse investering. Daarom kan infraroodverwarming een gunstig alternatief zijn. Het is relatief zuinig, zeker als je het gedoseerd kunt gebruiken. We zetten de voor- en nadelen voor je op een rijtje.

Voordelen

Stralingswarmte

Infraroodverwarming verwarmt niet de lucht, zoals een traditionele verwarming, maar de mensen en objecten in de ruimte. Dat voelt heel comfortabel zolang je in de stralingswarmte zit, zelfs als de luchttemperatuur om je heen lager is. Je plaatst ze daarom in de buurt van waar je zit of staat. Denk aan een bureau, zithoek of in de serre. Ook in een koele ruimte kun je dan comfortabel zitten.

Energiebesparend

Een infraroodpaneel is vaak energiebesparend. In elke ruimte waar je infraroodpanelen toepast, kan de centrale verwarming al snel zo’n 2 graden lager zonder dat je veel aan comfort moet inleveren. In het voorbeeld van de serre hoef je de ruimte zelfs niet of nauwelijks op te warmen om er nog comfortabel te kunnen zitten in het voor- of najaar. Werk je enkele dagen per week thuis op een slecht geïsoleerde zolder, dan brengt een infraroodpaneel ook daar vaak al genoeg warmte. Het kost veel minder energie dan de radiator aan laten staan. Zeker als je alleen thuis bent en daardoor overal de verwarming laag kunt zetten.

Benut je zonnestroom optimaal Als je zonnepanelen hebt en op jaarbasis meer elektriciteit teruglevert aan het net dan je hebt verbruikt, dan krijg je daar een vergoeding voor: de zogenoemde terugleververgoeding. Als die vergoeding relatief laag is, is het vaak gunstiger om het elektrisch ‘op te stoken’, zodat je het gasverbruik kunt beperken. Wil je nog zonnepanelen laten installeren, dan kan dat zelfs een reden zijn om méér panelen te laten installeren dan je nu nodig hebt op basis van je verbruik.

Lage aanschafkosten

Kijken we naar de aanschaf van infraroodpanelen, dan valt op dat ze relatief voordelig zijn in vergelijking met andere vormen van elektrische verwarming. Ook al krijg je er geen subsidie voor. De beschikbaarheid kan wel tijdelijk een probleem zijn, omdat er veel vraag naar is. Het wordt vaak aanbevolen om eerst met één paneel in een bepaalde ruimte te beginnen, zodat je weet wat je er aan hebt en hoe je de warmte ervaart. Verwarming is namelijk altijd heel persoonlijk.

Flexibele plaatsing

Wat plaatsing betreft zien we ook vooral voordelen. Je kunt de installatie eenvoudig zelf doen, als je een beetje handig bent. Er is alleen een stopcontact in de buurt nodig. Als je veel panelen gaat installeren, moet je wel de aansluitwaarde in de gaten houden. Veel panelen kun je gewoon ergens neerzetten. Dan kun je de warmte precies naar de plek brengen waar je er behoefte aan hebt. Ook kun je ze vast aan de muur of het plafond bevestigen.

Moderne afwerking

Infraroodpanelen kunnen bijna onzichtbaar in je interieur worden geïntegreerd. Ze nemen heel weinig plaats in, zeker in vergelijking met standaard radiatoren. Afhankelijk van de toepassing kun je bijvoorbeeld kiezen uit aluminium, glas en keramiek. Er zijn zelfs panelen met ingebouwde spiegel voor in de badkamer en schilderijen waar een infraroodpaneel achter zit. Het optisch wegwerken van de kabels kan wel wat uitdagender zijn. Wellicht kan er bij de bouw van het huis al rekening mee worden gehouden.

Gezondheidsvoordelen

Infraroodpanelen maken gebruik van langgolvige stralen (ongeveer 10 micrometer) die sterk lijken op die van de zon. Die verwarmen de huid, maar dringen er niet in door. Daarom is het niet schadelijk voor de gezondheid. Het zou zelfs gezondheidsvoordelen bieden. Zo geeft het verlichting bij gespannen spieren. Ook blijft de luchtvochtigheid beter in balans bij deze manier van verwarmen.

Omdat niet de lucht maar objecten worden verwarmd, is het temperatuurverschil tussen muur en plafond kleiner dan bij traditionele verwarming. Daardoor is er veel minder luchtcirculatie, en dus ook een veel lagere verspreiding van huisstof en ander fijnstof. Hier hebben astmapatiënten en mensen met allergieën baat bij. En omdat de warmte aan objecten wordt afgegeven, dringt die beter door in muren, die daardoor droger blijven en minder last hebben van schimmelgroei. En hoewel de panelen zelf warm worden, zijn ze veilig om aan te raken.

Nadelen

Let op je verbruik

Hoewel een infraroodpaneel energiebesparend kan zijn, moet je wel goed op het verbruik letten. De daadwerkelijke besparing zal sterk afhangen van jouw situatie thuis én de manier waarop je de infraroodpanelen gebruikt. Denk aan bijvoorbeeld het aantal vierkante meters dat moet worden verwarmd, de manier waarop je de ruimte nu verwarmt en de mate van isolatie. Ook je levertarieven voor gas en elektriciteit zijn een belangrijke factor, net als de aanwezigheid van zonnepanelen en het eventuele overschot aan stroom op jaarbasis.

Plaatsing kijkt kritisch

Een nadeel van infraroodverwarming is dat de plaatsing en het gekozen vermogen enorm belangrijk zijn. Plaats je bijvoorbeeld een infraroodpaneel boven je bureaublad, dan zullen het bureaublad zelf en je bovenlichaam warm aanvoelen, maar je benen kunnen koud blijven. Dan is soms toch een acceptabele basistemperatuur nodig. Als je een hele ruimte homogeen wilt verwarmen – dus zonder koude zones – met meerdere panelen, moet je ook goed over de plaatsing en het vermogen van panelen nadenken. Als je bij een paneel wegloopt, is de warmte immers ook weg. Je voelt de warmte tot op enkele meters van een paneel. De beste plek is vaak aan het plafond, maar dat maakt de installatie ook weer lastiger.

Soms lange opwarmtijd

Infraroodpanelen hebben een opwarmtijd van gemiddeld zo’n 5 tot 10 minuten. Daardoor geven ze niet direct (genoeg) warmte als je ze aanzet. Dat is lastig in ruimtes waar je maar kort bent. Let hier goed op bij aanschaf en kies waar nodig voor panelen met een kortere opwarmtijd. Dat is handig in bijvoorbeeld de badkamer, wat meestal ook een van de beste plekken is voor een infraroodpaneel.

Extra handelingen

Infraroodverwarming hoeft alleen aan te staan als je daadwerkelijk in de ruimte bent. Het biedt immers vooral stralingswarmte. Het is daarom ook zonde om ze aan te laten staan als je niet in de ruimte bent. Het betekent wel dat je actief op zoek moet naar een oplossing voor het aan- en uitzetten van de panelen of een slimme aansturing. Alleen dan kun je goed besparen. Sommige panelen hebben een eenvoudige aan-uitschakelaar, maar dat is niet altijd praktisch. Veel handiger is bijvoorbeeld een thermostaat met bewegingssensor.

Geen ruimteverwarming!

Zoals aangegeven, zal infraroodverwarming de ruimte zelf niet of in elk geval niet op korte termijn verwarmen. Dat kun je als nadeel zien. Wil je een bepaalde ruimte vorstvrij houden op de koudste dagen van het jaar, zoals een garage of de kas in je moestuin, dan is infraroodverwarming geen optie. Als je een heel goed geïsoleerd huis hebt, dan ligt dat mogelijk anders. Maar ook dan wordt infraroodverwarming niet vaak als hoofdverwarming gebruikt, omdat er zuiniger opties zijn, zoals een warmtepomp.

Interesse in een infraroodpaneel? Hier vind je een aantal interessante modellen op een rij!

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.