ID.nl logo
Zo kies je de beste monitor
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo kies je de beste monitor

Een goede monitor is goud waard. Je kunt je pc weliswaar upgraden of vervangen voor extra prestaties, maar aandacht voor het scherm is misschien minstens even belangrijk. Of nóg belangrijker zelfs, wanneer je je bedenkt dat een gemiddelde monitor meerdere pc-upgrades meegaat. In dit artikel bekijken we de belangrijkste zaken om op te letten als je een nieuwe monitor wilt kopen.

Met de coronacrisis komt een nieuwe werkelijkheid, één waarin velen van ons meer thuis moeten werken. Voor sommigen betekent dat meer laptopgebruik, anderen zitten juist meer achter hun privé-pc thuis. Maar of je nu iets te veel uren naar het kleine laptopscherm zit te kijken of naar je privémonitor, veel mensen realiseren zich dat de beeldkwaliteit en werkruimte tegenvallen. De kans is groot dat je inmiddels hebt besloten dat er een nieuwe monitor moet komen. De laatste maanden was er een grote toename in zoekacties op schermen en ook de schermverkopen bij webshops schoten omhoog.

Keuzestress

Maar wat maakt een goed scherm en hoe maak je voor jezelf de juiste keuze uit de letterlijk duizenden modellen die je momenteel in Nederland kunt kopen? Om te bepalen welk scherm bij jou past, dien je eerst te bedenken wat jij precies met het scherm wilt doen. Kijk daarbij ook naar de toekomst, want met een goed scherm verwacht je toch al snel een jaar of vijf vooruit te kunnen. Hoewel doeleinden sterk uiteen kunnen lopen, splitsen we het soort gebruik op in de volgende algemene categorieën:

- Algemeen gebruik: denk aan browsen, kantoorwerk of video’s kijken;

- Productiviteit: alle vormen van serieus werk zoals foto- en videobewerking, grote Excel-sheets, design en ontwikkelapplicaties;

- Gamen.

De genoemde gebruiksdoelen zullen we in dit artikel dan ook frequent aanhalen. Terwijl we ze doornemen, is het cruciaal dat je zelf bepaalt welke van deze zaken je in welke mate doet. Al onze aanbevelingen in dit artikel zijn objectief goede schermen waarop alle soorten gebruik mogelijk is. Maar afhankelijk van hoe zwaar je ieder punt weegt, is het ene scherm wel degelijk beter geschikt voor jou dan een ander.

Paneeltype

Een van de belangrijkste specificaties van een monitor is het type paneel dat wordt gebruikt. De meeste schermen gebruiken een ips-, tn of va-paneel. Elk van deze technieken heeft zijn voor- en nadelen. Uiteindelijk heeft het paneeltype de grootste invloed op jouw subjectieve ervaring met het scherm.

Tn-paneel

Kocht je jaren geleden je eerste flatscreenmonitor, dan was de kans groot dat dit een tn-paneel was. Vergeleken met recentere technieken oogt tn even oud als de term “flatscreenmonitor” klinkt. Een tn-paneel biedt relatief slechte kijkhoeken met veelal grote kleurverschuivingen en afnemende helderheid als je een klein beetje scheef naar je scherm kijkt. Meestal heeft dit type paneel ook het slechtste kleurbereik.

Dat klinkt allemaal niet best, dus waarom zien we dan toch nog veel tn-panelen in monitoren? Tn wordt vooral gebruikt omdat het relatief goedkoop is om te produceren en menig consument geeft nu eenmaal meer om de prijs dan de kwaliteit. Een spijtig gevolg daarvan is dat fabrikanten vooral slechte tn-panelen uitbrengen, juist om nóg goedkopere monitoren mogelijk te maken. Ons algemene advies is om tn-panelen links te laten liggen als je een goed scherm zoekt. Alleen gamers die puur om snelheid geven en niet om kleurprestaties of kijkhoeken, kunnen een (snel) tn-paneel overwegen.

Ips-paneel

Ips was bij introductie een flink duurdere techniek, maar bracht wel kwalitatief betere schermen. Sommige fabrikanten noemen de techniek anders. Samsung spreekt bijvoorbeeld over pls. Goede ips-panelen bieden een kleurbereik waar je objectief op hoog niveau mee kunt foto- of videobewerken, en geven subjectief ook een aangenamere ervaring. Zelfs als je je monitor vooral voor algemeen gebruik inzet, is een ips-paneel een goede investering. Je krijgt een beter contrast, betere kijkhoeken en het beeld wordt vaak als rustiger ervaren.

Eerdere generaties ips-panelen stonden bekend als traag. Tegenwoordig behoren ips-panelen juist tot de snelste schermen op de markt en zien we ook voor gamers eigenlijk zelden nog goede argumenten om voor tn-panelen te kiezen. Daarmee is ips praktisch voor ieder gebruiksdoel dé techniek geworden om naar te kijken.

Va-paneel

Voordat ips-panelen snel en betaalbaar genoeg werden om grotere groepen te overtuigen, wisten va-panelen in populariteit te winnen. Va werd vaak gezien als het beste van beide werelden: de snelheid van tn gecombineerd met de kijkhoeken en kleuren van ips voor een scherpe prijs. Vandaag de dag valt dat toch een beetje tegen. De snelste va-panelen kunnen simpelweg niet tippen aan de snelste ips- en tn-panelen. En hoewel ze absoluut een beter contrast bieden dan beide alternatieven, is de consensus dat de beeldkwaliteit net wat achter blijft op ips. Het prijsvoordeel houdt wel stand, want in sommige categorieën zijn va-alternatieven significant goedkoper dan de betere ips-panelen. Afhankelijk van het soort scherm dat je overweegt, kan een va-paneel dus wel een goede en betaalbare keuze zijn.

©PXimport

Marketing verpest de naam

Wanneer een bepaalde techniek in populariteit groeit, springen marketeers daar graag op in. Dat geldt ook voor paneeltypes. We zien dat er flink misbruik wordt gemaakt van de bovenstaande termen. Hoewel ips als technologie objectief de meest aantrekkelijke is, is het sommige fabrikanten gelukt om spotgoedkope ips-panelen te maken met dramatische kleurprestaties, snelheid en/of helderheid. De betere monitoren hebben weliswaar een ips-paneel, maar het feit dat een monitor een ips-paneel heeft, is dus geen garantie voor goede kwaliteit! Let dus wel goed op het paneeltype, maar staar je er niet blind op. Doe altijd je huiswerk, voordat je een product koopt op basis van wat de fabrikant claimt.

Oled

In televisies hebben oled-panelen, die veelal als de beste paneelsoort worden ervaren, een grote vlucht gemaakt. Hoewel oled prachtig contrast en een subjectief fantastische ervaring biedt, blijft het een gevoelig onderwerp bij computermonitoren (of laptops). Zo is er het risico op inbranden, wat zeker op een pc met veel vaste elementen (taakbalk bijvoorbeeld) een heikel punt is. Ook de reflecties van oled-panelen zijn bij pc’s ongewenst. Hoewel we in de komende jaren wel meer oled-monitoren verwachten, is de keuze momenteel praktisch nihil, want het handjevol oled-monitoren op de markt is eigenlijk onbetaalbaar.

©PXimport

Resolutie

Ook de resolutie is iets waar marketeers tegenwoordig raad mee weten, maar met een goede reden. Meer pixels betekent zowel een scherper beeld als meer werkruimte en daar profiteert bijna iedereen van. De populairste resolutie van het afgelopen decennium was 1080p, ook wel bekend als full hd of 1920 x 1080. Dit voldoet veelal voor simpel, algemeen gebruik. Een hogere resolutie is voor dat gebruik weliswaar aangenaam, maar afhankelijk van je budget niet per se noodzakelijk.

Wil je écht productief zijn, dan kun je beter op zoek gaan naar een monitor met een hogere resolutie. Denk aan 1440p (wqhd, 2560 x 1440), 1440p ultrawide (uwqhd, 3440 x 1440) of 4K (uhd, 3840 x 2160). Met hogere resoluties is het veel makkelijker om meerdere applicaties naast elkaar open te zetten. Ook voor gebruikers van creatieve applicaties zoals Photoshop of Premiere is een hogere resolutie een verademing en een boost in efficiëntie. Voor die laatste doelgroep is 4K zeker aan te raden.

Voor gamers is de resolutie een complexer onderwerp. Gamen op een hogere resolutie is in theorie tof, want het levert je meer immersie op. Maar het vereist ook meer van je grafische kaart. Het kan dus zijn dat de hogere resolutie consequenties heeft voor de soepelheid van je games. Vooral liefhebbers van snelle games willen niet per se een hogere resolutie. Zoek je het beste van beide werelden, dan zien wij 1440p als de gulden middenweg: extra pixels ten opzichte van 1080p voor productiviteit, maar nog altijd goed aan te sturen met een middenklasse videokaart.

Formaat

Wat het ideale formaat van je nieuwe scherm is, is grotendeels subjectief, al is het deels gebonden aan de resolutie die je kiest. Zo oogt 1080p op een 24inch-scherm doorgaans prima, maar ziet het er op een 43inch-scherm uit als één grote pixelbrij. Andersom gaat hetzelfde op: 4K is op zich fantastisch, maar de meerwaarde neemt af naarmate het scherm kleiner wordt. Tot enkele jaren terug was 24 inch de standaardmaat, vandaag de dag is dat 27 inch geworden. Dit formaat misstaat op de meeste bureaus niet en het is ook weer niet zo groot dat je met je ogen moet zoeken naar wat er op het scherm gebeurt. Het is bovendien het beeldformaat waar de meeste echt goede schermen te vinden zijn en waarbij hogere resoluties zoals 1440p of 4K uitstekend passen. Het is dan ook ons advies om dit als uitgangspunt te nemen voor algemeen gebruik, productiviteit en gamers. Uiteraard kun je daar, afhankelijk van je eigen voorkeuren, prima van afwijken. Zeker als je vooral games speelt, kan een maatje groter wenselijk zijn. Of juist kleiner, als je bijvoorbeeld aan e-sport doet: veel e-sporters focussen zich liever op een klein scherm.

Extra breed

Ben je een productiviteitsliefhebber, dan kan een 34inch-ultrawide-monitor een alternatief zijn. Zo’n scherm is ongeveer even hoog als een 27inch-monitor, maar dan iets breder. Als gevolg heb je iets meer netto werkruimte, maar niet iedereen is gecharmeerd van een dergelijk breed beeld. Zelf ervaren is dan ook het beste advies.

Refresh rate (verversingssnelheid)

Hoewel een sneller scherm ook in algemeen gebruik merkbaar soepeler voelt, zijn schermen met een hoge refreshrate (144 Hz of meer) toch vooral interessant voor gamers. In games is een snel scherm absoluut waardevol. Voor echte fanatieke gamers kan een hogere snelheid het verschil maken tussen winnen en verliezen, en is het argument helder. Maar ook als je slechts af en toe een spelletje speelt, is de winst merkbaar. Bewegende objecten zijn zichtbaar scherper en dat maakt de ervaring aangenamer en rustiger voor de ogen. Daarbij hoeft een snel scherm tegenwoordig ook niet heel veel meer te kosten.

Welke snelheid is aan te raden? Vooral de stap naar 144-165 Hz is heel erg groot en een aanrader voor fanatieke en casual gamers, ook omdat je dit kunt combineren met hogere resoluties die voor algemeen gebruik en productiviteit gewenst zijn. De stap naar ultrasnelle schermen, denk aan 240- of 280Hz-opties, is in de regel minder interessant. Dergelijke schermen hebben eigenlijk alleen meerwaarde voor écht fanatieke e-sporters.

©PXimport

Variabele refresh rate

Gamers willen bij voorkeur niet alleen een scherm dat heel snel kan verversen, maar ook een variabele refresh rate (vrr). Traditioneel ververst een scherm op vaste intervallen, ongeacht wat de videokaart aan het doen is. Dit gebeurt meestal van boven naar beneden. Zo komt het voor dat de bovenkant van het scherm een bepaald frame toont, terwijl de onderkant al één frame verder is. Dit effect heet tearing, en dat zie je ook. Met variabele refresh rate geeft je monitor het beeld weer zodra de videokaart er klaar voor is, met als gevolg een soepelere en tearing-vrije ervaring. Heb je een AMD-videokaart, dan heb je een monitor met ondersteuning voor FreeSync nodig om van vrr te kunnen profiteren. Dergelijke schermen zijn tegenwoordig volop te vinden. Heb je een Nvidia-videokaart, dan ligt het iets complexer. Idealiter wil je een G-Sync-scherm om vrr te kunnen gebruiken, maar die zijn meestal duurder. Gelukkig zijn veel FreeSync-schermen compatibel met G-Sync, maar vanzelfsprekend is dit niet. Check dit dus altijd even.

©PXimport

Algemene mogelijkheden

Bovenstaande punten zijn het belangrijkst. Afhankelijk van jouw voorkeuren wordt je zo richting een bepaald soort scherm gestuurd. Daarna dien je nog wel goed na te denken over de secundaire features van het scherm. Zo is ergonomie niet onbelangrijk, zeker als je lang achter je scherm zit. De betere schermen zijn in hoogte verstelbaar en kunnen draaien of kantelen. Je kunt natuurlijk ook een eigen voet of monitorarm gebruiken: let er dan op of het scherm vesa-mounting ondersteunt. Niet alle schermen hebben namelijk de benodigde gaten voor een monitorarm.

Natuurlijk let je ook op de aansluitingen. Wil je een scherm alleen op één pc of laptop aansluiten, check dan of het over de juiste aansluiting beschikt (displayport, hdmi, dvi etc.). Mocht je meerdere apparaten willen verbinden, kijk dan naar een scherm met voldoende aansluitingen. Ook ingebouwde usb-hubs en aansluitingen voor hoofdtelefoons kunnen meerwaarde bieden. Geluid is sowieso iets om op te letten. De meeste monitoren hebben geen speakers of matige speakers ingebouwd. Toch kan het handig zijn om speakers te hebben voor een incidentele informatieve video bijvoorbeeld.

Behalve platte zijn er ook gebogen schermen. Zo’n curve is een subjectief element, maar heeft wel gevolgen voor je ervaring. Bedenk of je een curve wilt of juist niet. Twijfel je? In onze optiek voegt het vooral wat toe bij schermen van 32 inch en groter.

©PXimport

Instapper voor algemeen gebruik

Iiyama ProLite XUB2493HSU

Zoek je een eenvoudige monitor voor algemeen gebruik, maar gebruik je jouw systeem niet genoeg om een grote investering te verantwoorden? Dan raden wij de Iiyama XUB2493HSU aan. Deze 24inch-1080p-monitor kent een goed ips-paneel met voldoende helderheid, contrast en kleurbereik voor algemeen gebruik en wat licht fotowerk. Daarmee biedt hij duidelijke meerwaarde boven de echte instapmonitoren, die het met een minder paneel moeten doen. Bovendien is hij in hoogte verstelbaar. Dat is geen overbodige luxe, zeker als je langdurig moet thuiswerken. Ook handig zijn de ingebouwde speakers, zodat je een YouTube-filmpje niet zonder geluid hoeft te bekijken. Met drie beeldingangen kun je naast je desktop-pc ook zonder al te veel gedoe je laptop aansluiten. Een ingebouwde usb-hub maakt de mogelijkheden compleet.

Wat je mist ten opzichte van duurdere schermen, is de hogere resolutie die we voor serieuze productiviteit zouden aanraden. Ook mist uiteraard de hogere snelheid die we voor gamers willen zien. Die twee gebruiksdoeleinden vereisen logischerwijs een hogere investering dan de 149 euro die deze monitor kost, maar voor algemeen gebruik thuis biedt dit scherm veel waar voor zijn geld.

©PXimport

Iiyama ProLite XUB2493HSU

Prijs
€ 149,-
Websitewww.iiyama.com7Score70

  • Pluspunten

  • Goede beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • Minpunten

  • 60Hz-scherm

  • Slechts 1080p-resolutie

Algemeen gebruik en productiviteit

Iiyama ProLite XUB2792QSU

Maak je de nodige werk- of studie-uren met je pc? Dan is een iets hogere resolutie dan de 1080p van de XUB2493HSU wel gewenst. Die vind je onder andere bij zijn grotere broer: de XUB2792QSU. Deze 27inch-variant maakt wederom gebruik van een goed ips-paneel met goede kleuren, contrast en helderheid. Prettig voor langdurig werken is dat ook dit scherm in hoogte verstelbaar is. Ook in ingebouwde luidsprekers en een usb-hub is voorzien, terwijl je met drie beeldaansluitingen niet veel te klagen hebt.

Ondertussen is de resolutie met 2560 x 1440 pixels een stuk hoger. Dat is fijn voor algemeen gebruik en zeker voor productiviteit. Of je nu veel typt, meer met foto’s werkt of uren doorbrengt in officeapplicaties, dit scherm biedt duidelijk meerwaarde. Je kunt bijvoorbeeld makkelijker met twee programma’s naast elkaar werken. Ook worden gamers iets beter bediend dankzij de iets snellere 70Hz-refreshrate en FreeSync-ondersteuning. Een écht gamescherm is het hiermee nog niet, maar voor een casual potje na het werk is dit prima geschikt.

©PXimport

Iiyama ProLite XUB2792QSU

Prijs
€ 299,-
Websitewww.iiyama.com8Score80

  • Pluspunten

  • Goede beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • 1440p-resolutie

  • Minpunten

  • Geen écht gamescherm

Extra productief

LG 34WL750

Wil je nog iets meer werkruimte, maar geen twee schermen op je bureau? Dan kan een ultrawide-monitor een alternatief zijn. Althans, een 3440x1440-ultrawide, want van de 2560x1080-alternatieven zijn we zelden gecharmeerd. 34inch-monitoren met die 3440x1440-resolutie zijn te vergelijken met een 27inch-monitor met een 2560x1440-resolutie zoals de Iiyama XUB2792QSU, maar dan gewoon net wat breder. Zo kun je nog een extra browsertab of officeapplicatie openzetten, of je foto- of videoapplicatie iets meer ruimte geven.

De LG 34WL750 is de ultrawide-instapper van LG en met 399 euro relatief betaalbaar. Het scherm heeft een uitstekend ips-paneel met goede kleuren en kijkhoeken voor praktisch alle doeleinden. Daarnaast krijg je een redelijke set aan mogelijkheden, met onder andere hoogteverstelling, die voor de meeste gebruikers zal voldoen. Je mist wel wat dingen die je op duurdere ultrawides zult aantreffen. Zo zijn we best gecharmeerd van een curve op dit soort brede schermen, en tegenwoordig zijn er ook ultrawide-monitoren met hogere refreshrates voor gamers. De 34WL750 biedt die extra’s niet, maar daar is de prijs ook naar.

©PXimport

LG 34WL750

Prijs
€ 419,-
Websitewww.lg.com  8Score80

  • Pluspunten

  • Veel werkruimte

  • Goede beeldkwaliteit

  • Minpunten

  • Geen écht gamescherm

  • Geen curve

Instapgamescherm

ASUS TUF Gaming VG249Q

Geef je juist niet om productiviteit, maar wel om gaming? Dan gooit de TUF Gaming VG249Q hoge ogen. Hoewel tn-schermen goedkoper zijn, is de circa 220 euro kostende VG249Q nauwelijks duurder dan dergelijke instappers waar je al snel 200 euro aan kwijt bent. Voor die kleine meerprijs krijg je wel een ips-paneel. De betere kleuren en kijkhoeken die dit paneel biedt, zullen ook door gamers gewaardeerd worden. De grote meerwaarde ten opzichte van goedkopere 24inch-schermen met ips-paneel zit hem in de refresh rate. Deze is met 144 Hz aangenaam voor gamers. Ook is er ondersteuning voor FreeSync. En hoewel het scherm officieel niet compatibel is met G-Sync, zien wij geen problemen met vrr in combinatie met een Nvidia-videokaart.

Wel blijft het ontegenzeggelijk een instapgamescherm met een relatief lage 1080p-resolutie. Je kunt het scherm naast gaming dus best gebruiken om af en toe op te werken, maar echte productiviteit op dit scherm is niet aan te raden. Ook biedt het scherm een ietwat lagere helderheid dan gemiddeld. Geen bezwaar voor een gemiddelde gamer in de avonduren, maar niet echt geschikt voor felverlichte kantooromgevingen.

©PXimport

ASUS TUF Gaming VG249Q

Prijs
€ 219,-
Websitewww.asus.com8Score80

  • Pluspunten

  • 144 Hz

  • Compatibel met FreeSync en G-Sync

  • Goede beeldkwaliteit

  • Minpunten

  • Slechts 1080p-resolutie

  • Beperkte maximale helderheid

Betaalbaar gamen en productiviteit

Samsung LC27JG50QQU

Wil je een beetje van alles, dus een hoge resolutie, goede beeldkwaliteit voor productiviteit én meer snelheid voor gaming? Dan kun je een 27inch-monitor met 2560x1440-resolutie en 144Hz-ondersteuning overwegen. Omdat ips-panelen in deze categorie redelijk prijzig zijn, al snel 400 à 500 euro of meer, kijken we voor een betaalbare optie naar va-alternatieven. De Samsung LC27JG50QQU is zo’n va-scherm, met een aangenamer prijskaartje van rond de 320 euro. Dit scherm scoort absoluut punten met een goede beeldkwaliteit, hoog contrast en redelijke kijkhoeken. Niet zo goed als de meeste ips-opties, maar goed genoeg voor een enkele gebruiker die een beetje beweegt achter zijn scherm. Ook voor gamers is deze monitor een upgrade ten opzichte van een standaardscherm, want het is duidelijk sneller.

Het relatief lage prijskaartje betekent wel dat er concessies zijn gedaan. Zo is de snelheid goed, maar niet zo goed als de duurdere ips-alternatieven. Sommige transities zijn een bekend lastig punt voor va-panelen en dat levert vooral in donkere delen wat ghosting op. Gamers moeten het zonder Freesync en G-Sync stellen, en professionele foto- en videobewerkers zullen opmerken dat de uniformiteit, zeker in donkere beelden, niet heel strak is. Ook is de monitor niet in hoogte verstelbaar. Kortom, deze Samsung combineert een goed paneel met een aantal duidelijke concessies, maar op dit bescheiden prijspunt is dat ook het maximaal haalbare.

©PXimport

Samsung LC27JG50QQU

Prijs
€ 245,-
Websitewww.samsung.com7Score70

  • Pluspunten

  • Goede beeldkwaliteit

  • Hogere snelheid voor gamers

  • 1440p-resolutie

  • Minpunten

  • Niet zo goed als ips

Het beste van beide werelden

Gigabyte Aorus FI27Q

De Aorus FI27Q van Gigabyte is een stuk duurder dan de Samsung, maar kent dan ook minder concessies. Op papier lijkt de circa 549 euro kostende monitor niet direct heel anders met zijn 2560x1440p-resolutie, 27inch-schermdiagonaal en 165Hz-refreshrate, maar het paneel én de mogelijkheden zijn een klasse beter. Dit ips-paneel komt met een breed kleurbereik en een betere fabriekskalibratie. Dat maakt hem een reële optie voor serieuze beeldbewerkers. Tegelijkertijd is ook de snelheid een stuk beter dan bij de goedkopere va-alternatieven. Bovendien is er ondersteuning voor FreeSync en G-Sync, wat de game-ervaring ten goede komt. Dit is daadwerkelijk die fijne balans tussen een goed productiviteitsscherm en een goed gamescherm.

Gigabyte heeft ook zeker niet bezuinigd op de behuizing. De grotendeels stalen poot is heel stevig en er zit zelfs wat rgb-verlichting in om gamers te overtuigen. Dat laatste is misschien een beetje overbodig, net als de opvallende mogelijkheid om achtergrondgeluid weg te filteren wanneer je een microfoon op je monitor aansluit. Maar gezien de kwaliteiten van het onderliggende paneel zien we dat graag door de vingers.

©PXimport

Gigabyte Aorus FI27Q

Prijs
€ 549,-
Websitewww.gigabyte.com  9Score90

  • Pluspunten

  • Uitstekende beeldkwaliteit

  • Lekker snel voor gamers

  • 1440p-resolutie

  • Minpunten

  • Prijs

Serieuze foto- en videobewerking

LG 27UL850

Wil je écht serieus aan de slag met foto- en videobewerking, dan adviseren we om naar 4K-ips-monitoren te kijken. Voor algemeen gebruik is de meerwaarde van een resolutie boven 1440p beperkt, maar de extra scherpte en werkruimte komen creatieve applicaties zeker ten goede.

De LG 27UL850 is een 27inch-4K-scherm met een uitstekend ips-paneel met goede helderheid, kijkhoeken en kleurbereik. De kleurweergave is vanuit de fabriek zelfs al goed genoeg afgesteld voor (semi)professioneel beeldbewerken. Ook kent hij een ruime selectie aan mogelijkheden. Naast zaken als hoogteverstelling, speakers en een usb-hub, kun je ook je usb-c-laptop met één kabel aansluiten voor beeld en opladen (opladen gaat met 60 watt). Daarmee is dit een zeer veelzijdig scherm. Deze LG en praktisch alle andere 4K-monitoren zijn wel beperkt tot een verversingssnelheid van 60 Hz, waar serieuze pc-gamers niet heel warm van zullen worden. Al is een incidenteel spelletje uiteraard prima mogelijk.

©PXimport

LG 27UL850

Prijs
€ 299,-
Websitewww.lg.com9Score90

  • Pluspunten

  • Beeldkwaliteit en werkruimte

  • Uitstekende featureset

  • Minpunten

  • Relatief traag met 60 Hz

Game- en werkbeest met 4K

ASUS ROG Strix XG27UQ

Hoewel snelle 4K-schermen zeldzaam zijn, bestaan ze wel degelijk. De ASUS ROG Strix XG27UQ meet 27 inch en heeft een 4K-ips-paneel met een refresh rate van 144 Hz. Het paneel heeft een uitstekende kleurweergave en is net als de LG uitermate geschikt voor serieus foto- of videowerk. Met zijn 4K-resolutie is deze monitor bovendien een flinke stap omhoog ten opzichte van 1440p-alternatieven, met extra veel werkruimte als gevolg. Met zijn hoge refresh rate is dit ook nog eens een echte gamemonitor, al heb je wel een high-end videokaart nodig om dit aan te sturen (bij voorkeur een RTX 2080 Super of beter). Speel je graag consolegames op de PS4 of Xbox, dan komt de 4K-resolutie vaak ook beter tot zijn recht dan 1440p.

Qua uitrusting is dit model erg compleet, met hoogteverstelling, een usb-hub, veel aansluitingen en softwarematige controle over alle instellingen. De XG27UQ heeft wel echt de uitstraling van een gamemonitor, waardoor hij in een wat serieuzer thuiskantoor misschien niet op zijn plaats is. Het grootste probleem van deze compromisloze aanpak is uiteraard de prijs, want met zo’n 900 euro is hij enkele honderden euro’s duurder dan bijvoorbeeld de Gigabyte FI27Q.

©PXimport

ASUS ROG Strix XG27UQ

Prijs
€ 899,-
Websitewww.asus.com9Score90

  • Pluspunten

  • Beeldkwaliteit en werkruimte

  • Uitstekende gameprestaties

  • Goede featureset

  • Minpunten

  • Prijs

▼ Volgende artikel
Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie
© Versuni
Huis

Review Baristina Plus Stainless Steel – Foolproof design, smakelijke koffie

Philips introduceert de Baristina Plus Stainless Steel, een semi-automatische koffiemachine met een roestvrijstalen design en iced coffee-functie. Dit derde apparaat in de Baristina-lijn combineert een robuuste uitstraling met veel gebruiksgemak. Kan er echt niks verkeerd gaan? ID.nl testte het uit.

Uitstekend
Conclusie

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie: die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

Plus- en minpunten
  • Stijlvolle uitstraling
  • Gebruiksgemak
  • Meerdere opties voor volume/type koffie
  • Geen handleiding meegeleverd
  • Gevoelig voor vingerafdrukken
  • Prijzig

Ontwerp & specificaties

De Baristina Plus Stainless Steel is een matte, zilverkleurige koffiemachine waarmee je espresso, lungo en cold brew kunt maken van je eigen gewenste soort koffiebonen. In het apparaat zit een grinder die de bonen maalt, de gemalen koffie komt in het portafilter terecht en daarmee zet de Baristina een kop koffie in de gewenste sterkte. De machine is met zijn 5,8 kilo makkelijk te verplaatsen en niet overdreven groot: 35 centimeter hoog, 38 centimeter diep en 15 centimeter breed. De buitenzijde is uitgevoerd in RVS. Smaakvol, maar wel gevoelig voor vingerafdrukken (zoals alle apparaten van roestvrij staal).

©Versuni

Plaats in de Baristina-lijn & techniek

Deze machine is de derde variant in de Baristina-lijn. De eerste, de Baristina, bood in vergelijking met dit apparaat geen ice koffie en was eenvoudiger uitgevoerd. De tweede, de Baristina met Bean swap, bood de gebruikers de keuze om bij elke bak koffie te kiezen tussen twee soorten bonen, of een mix van beide. Dit derde, nieuwe apparaat is een premium-machine die naast een luxe uitstraling de kwaliteit van versgemalen koffie combineert met gebruiksgemak. Als extraatje vergeleken met het instapmodel is er dus de ice coffee-optie. Voor het koffiezetten zet de machine 16 bar pompdruk in voor optimale extractie.

Uitpakken & installatie

De machine zit deugdelijk verpakt in een grote doos met kartonnen bescherming. Er zit geen handleiding bij, alleen een sticker met iconen die aangeven wat er ongeveer moet gebeuren. We vinden dat echt een minpunt; wie nieuw is 'in de koffie' heeft toch wat meer informatie nodig over wat de machine precies kan.

Monteren is een groot woord voor wat je zelf nog moet doen om je eerste kop koffie te zetten. Je pakt het portafilter uit, spoelt het goed om en vult het waterreservoir van 1,2 liter. Dat kan door het reservoir los te halen uit de machine en onder de kraan te vullen. Handiger is het om het klepje bovenaan even open te doen en dan met een kan of maatbeker het water aan te vullen. Bovenin zit een reservoir voor koffiebonen. Ook dit open je met een klepje en vul je tot de rand. Dat is alles!

Bediening & functies

Dit apparaat is duidelijk ontwikkeld voor de koffieliefhebber die houdt van gemak en kwaliteit. De kwaliteit heb je natuurlijk deels zelf in de hand door het type koffiebonen dat je gebruikt. Het gemak uit zich in de bediening van de machine. Aan de bovenzijde zitten verschillende knoppen: een voor espresso, een voor lungo, een voor koffie waar je een ijskoffiedrank mee wilt maken, en een knop voor extra sterke koffie, voor als de standaardinstelling niet voldoende voor je is. Voor de ice coffee wordt de koffie eerst warm gebouwen waarna het doorstroomproces traag verloopt zodat de koffie langzaam afkoelt tijdens het zetten.

De instelling van de molen is niet aanpasbaar, het volume van de koffie in het kopje wel. Hier uit zich het gemis aan een handleiding, deze functie ontdekten we pas toen we op het YouTube-kanaal van Philips wat filmpjes bekeken over de bediening en functies. HIER vind je de betreffende video.

©Versuni

Workflow: van boon tot kop

Je duwt het portafilter in de gleuf links tot deze vastklikt. Dan kies je de gewenste drank, en beweegt (swipet) het portafilter helemaal naar rechts, waar de grinder zit. Het filter zit dan vast en de machine maalt de koffiebonen. Dat maakt uiteraard geluid, vergelijkbaar met andere koffiezetapparaten. Het filter spring terug naar de beginpositie, en de machine zet de gewenste hoeveelheid koffie. Stopt de keuzeknop met knipperen, dan is je 'bakkie' klaar. Het portafilter kun je dan loshalen, ondersteboven boven de vuilnisbak houden en met een druk op de knop de koffiedrab eruit werpen. Dat is alles.

Hier zie je in een Duitstalige video precies hoe dit werkt:

Watch on YouTube

Praktijktest

Koffiemachines moeten natuurlijk getest worden en het liefst door veel verschillende mensen. Ons testexemplaar beleefde de vuurdoop tijdens een drukke verjaardagsvisite, waarbij alle koffiedrinkende bezoekers een kopje Baristina kregen. De vraag was of de machine snel genoeg zou zijn om mensen niet nodeloos lang te laten wachten, en of het geluid van het malen de gesprekken niet zou overstemmen. Voor beide aspecten slaagde de machine met vlag en wimpel. Iedereen was erg te spreken over de smaak van de koffie. Het waterreservoir van 1,2 liter is natuurlijk na enige tijd leeg, dus moet tijdens zulke bijeenkomsten tussentijds wel worden bijgevuld.

Koffiebonen bewaar je niet in de zak uit de supermarkt

Houd ze lang vers in een speciaal bewaarblik

Aandachtspunt

Wel dook er een klein aandachtspunt op. Na enige tijd kwam er nogal waterige koffie met een raar kleurtje uit de machine en klonk het malen ook een beetje gek. De koffiebonen bleken op te zijn. Daar komt verder geen signaal of melding van, maar is iets om in de gaten te houden. Het deksel van het koffiebonen-reservoir is semi-transparant, dus normaliter zou je dat wellicht snel zien. Echter, de machine wordt niet geleverd met een handleiding, maar... met een paarse sticker precies op die plek! Als je die er niet afhaalt, zie je dus niet hoe het gesteld is met de voorraad koffiebonen.

Onderhoud & schoonmaak

De machine heeft verder weinig nodig aan energie van de gebruiker. Het lekbakje is afneembaar en kun je periodiek schoonmaken. Als je zorgt voor voldoende water en bonen en het portafilter elke keer leegmaakt na het zetten van een kopje koffie, kun je een tijd vooruit. Overigens: als je vergeet de drab weg te gooien en aan een nieuwe bak koffie wilt beginnen, kun je het portafilter niet naar de grinder bewegen, dan zit 'ie vast. Je kunt dus nooit verse koffie gemaald krijgen over de drab van een eerdere sessie.

©Versuni

Eindoordeel & alternatieven

Deze machine blinkt uit in gebruiksgemak en het robuuste design zal zeker een grote groep koffiedrinkers aanspreken. Het reservoir bevat genoeg water om de dag door te komen, en er kan eigenlijk niets misgaan tijdens het gebruik. De prijs is stevig vergeleken met de eerder uitgebrachte Baristina Bean Swap, die geen optie heeft voor ice koffie, maar wel weer de keuze biedt uit twee soorten koffiebonen. Ben je erg prijsbewust en wil je wel de genoemde functies voor espresso, lungo en ice koffie, maar geef je niks om verse bonen, dan is de L'OR Barista Absolu zeker een optie. Die werkt met cups maar is in functionaliteit identiek. Kies je voor je eigen bonen, stijl en gebruiksgemak, dat is de Baristina Plus Stainless Steel een goede keuze.

☕ Bekijk alle koffieapparaten van Philips op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt
© ID.nl
Energie

Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Met de huidige energieprijzen letten we allemaal extra op ons stroomverbruik. Zuinig aandoen klinkt logisch, maar is best lastig als je niet weet waar de echte energieslurpers zitten. Soms zitten de kosten in een onverwachte hoek. We zetten vijf apparaten op een rij die meer stroom verbruiken dan je waarschijnlijk denkt.

Dit artikel in het kort

Na het lezen van dit artikel zie je precies welke apparaten in huis ongemerkt meer kosten dan je dacht en hoe energielabels je kunnen helpen om de kosten goed (of in ieder geval beter) in te schatten.

Lees ook: Toch nog verdienen aan je zonnepanelen? Zo doe je dat!

Altijd doen: energielabel checken of instellingen aanpassen

Als je iets in huis moet vervangen, kijk in de winkel dan altijd eerst naar het energielabel. Dat geeft een duidelijk beeld van het stroomverbruik. Blijf je liever nog even bij je huidige toestel, dan helpt het om zuiniger met de instellingen om te gaan. Denk aan het aanpassen van de standby-stand of het apparaat alleen gebruiken op momenten waarop de stroomprijs lager ligt. Dat levert al snel tientallen euro's voordeel op.

Het energielabel laat in één oogopslag zien hoe energiezuinig een apparaat is. Vanaf maart 2021 zijn de labels voor een groot aantal apparaten aangepast. Voor de meeste apparaten (zoals wasmachines, vaatwassers, koelkasten, televisies en wasdrogers) loopt de nieuwe schaal van A (het zuinigst) tot G (het minst zuinig). Bij deze groep is A+++ dus verleden tijd; een label C of D is hier vaak al erg zuinig.

Let op: Voor sommige productgroepen, zoals ovens, afzuigkappen en airco's, wordt het oude label nog wel gebruikt. Daar is A+++ nog steeds het hoogst haalbare. Kijk dus altijd goed naar de letter én de kleur op de kaart.

Op energielabel.nl kun je per apparaat opzoeken wat hoe de energielabels precies lopen.

©EPREL

1. Kokendwaterkraan: 133 euro per jaar

Meteen kokend water uit de kraan: wie eenmaal een Quooker heeft, wil niet meer zonder. Maar realiseer je wel dat zo'n kraan het water doorlopend op temperatuur moet houden. En dat zie je terug op je energierekening. Een voorbeeld: een gezin van drie personen gebruikt gemiddeld zo'n 10 liter kokend water per dag via een Quooker. Om dit water te verwarmen, is jaarlijks ongeveer 423 kWh aan energie nodig (bron: ANWB Energie) . Daarnaast kost het op temperatuur houden van het water nog eens 87,5 kWh per jaar. Dit komt neer op een totaal energieverbruik van 511 kWh per jaar. Stel dat je een energiecontract hebt waarbij je gemiddeld 0,26 euro per kWh betaalt, dan kost de kraan je 133 euro per jaar. Je moet dus zelf de afweging maken of je het extra comfort vindt opwegen tegen de extra kosten.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Bij het berekenen van de kosten zijn we uitgegaan van een gemiddelde stroomprijs van 0,26 euro per kWh. Dit is het bedrag dat de ANWB noemt als meest actuele stroomprijs (november 2025). Je kunt de berekeningen makkelijk aanpassen door het tarief in te vullen dat je zelf betaalt.

2. Wifi-versterker: 23 euro per jaar

Overal goede wifi in huis: we kunnen niet meer zonder. Zeker wanneer je veel thuis werkt, graag streamt of kids hebt die niet achter hun gameconsole zijn weg te slaan, is een must. Grote kans dus dat je een of meerdere wifi-versterkers of repeaters gebruikt. Omdat die 24/7 hun werk doen, kost dat meer dan je misschien denkt. De gemiddelde wifi-versterker – je hebt ze met verschillende wattages – verbruikt jaarlijks 88 kWh. Dat kost je per jaar dus ongeveer 23 euro per repeater.

Verbruik uitrekenen

Hoe weet je nu hoeveel energie een apparaat verbruikt? Dat kun je zelf uitrekenen als je het vermogen in Watt (W) weet. Dit wattage vind je meestal in de specificaties of achterop het apparaat onder het kopje Vermogen. Bij vergelijkingssites zoals Kieskeurig.nl vind je die informatie ook terug:

Omdat energie op je rekening in kilowattuur (kWh) wordt afgerekend, moet je Watt eerst omrekenen: 1 kilowatt (kW) = 1000 Watt (W).

Bijvoorbeeld: Een stofzuiger van 900 Watt is: 900 ÷ 1000 = 0,9 kW.

Om de kosten te berekenen, gebruik je deze formule: Energieverbruik (kWh) = Aantal uur in gebruik (h) x Vermogen (kW)

Rekenvoorbeeld:
Gebruik je de stofzuiger van 0,9 kW elke week 3 uur? Dan is het verbruik: 0,9 x 3 = 2,7 kWh per week. De kosten hiervan zijn dan 2,7 kWh x 0,26 euro = = 0,702 per week. Op jaarbasis is dat dus ruim 36 euro per jaar.

Let op:
Deze berekening werkt alleen goed voor apparaten die constant vermogen vragen zolang ze ingeschakeld zijn. Denk aan een stofzuiger, waterkoker of straalkachel: die staan 'aan' en verbruiken dan continu stroom. Voor apparaten met een wisselend programma of thermostaat (zoals een wasmachine, vaatwasser of koelkast) werkt deze som niet, omdat ze niet constant op vol vermogen draaien. Daarvoor kun je beter naar het kWh-verbruik op het energielabel kijken.

3. Televisie: afhankelijk van grootte en schermresolutie

Niet verrassend: het stroomverbruik van een televisie is afhankelijk van het formaat van het scherm. Een 65inch-televisie verbruikt bijvoorbeeld twee keer zo veel stroom als een 43inch-exemplaar met hetzelfde energielabel. Vooral de resolutie van het scherm maakt veel uit voor het verbruik. Grotere beeldschermen hebben een hogere resolutie om een scherp beeld te krijgen, zoals een 4K- of zelfs 8K-resolutie. 8K-televisies verbruiken flink meer energie dan een 4K-televisie die net zo groot is. Bij televisies wordt daarom ook vaak het stroomverbruik apart vermeld voor zowel de SDR- als de HDR-video. In dit geval staat SDR voor Standard Dynamic Range met een resolutie van 1080p en HDR voor 4K-content.

Doordat er hier zo veel variabelen een rol spelen, kunnen we geen richtbedrag berekenen. Met deze gegevens en de uitleg over verbruik uitrekenen in het kader hierboven kun je dit het beste zelf doen.
Lees ook: Dit zijn de 11 best geteste televisies van 2025

Ook de beeldkwaliteit bepaalt hoeveel energie wordt verbruikt. Bij SDR-gebruik (1080p) krijgt deze tv energielabel E, terwijl de HDR-stand goed is voor energielabel G, een stuk minder zuinig dus.

4. Extra koelkast - tussen de 30 en 36 euro

Wanneer ze een nieuwe koelkast kopen, zetten veel mensen hun oude koelkast in de schuur of garage. Handig, maar houd er rekening mee dat oude koelkasten wel een stuk minder zuinig zijn dan nieuwe. Stel dat je een simpele, eendeurs oude koelkast als extra koelruimte gaat gebruiken. Grote kans dat zo'n koelkast dan energielabel D, E of zelfs F heeft. Daarvan is het gemiddelde jaarverbruik respectievelijk 113, 130 en 139 kWh. Dat kost je op jaarbasis al snel tussen de 30 en 36 euro op jaarbasis extra.

Het kan dus slimmer zijn om in plaats daarvan één grotere koelkast in de keuken neer te zetten. Neem een energiezuinig model als de Samsung RB38C607AB1: die heeft een koelinhoud van 273 liter en een vriesinhoud van 114. Verbruik op jaarbasis? 108 kWh, dus ongeveer 28 euro. Dat is dus lager dan die simpele, oude eendeurs koelkasten die we hierboven hebben aangehaald!

Weet je niet zeker of je aan één koelkast genoeg hebt? Veel mensen leggen uit gewoonte alles in de koelkast, maar dat is zonde van de ruimte én de energie. Sommige producten horen er zelfs liever niet in: tomaten, komkommers, avocado's en aubergines verliezen door de kou hun smaak. Daarnaast zijn harde groenten zoals pompoen, knolselderij en winterpeen op een koele plek in huis wekenlang houdbaar zonder koeling. En waarom zou je zes flessen frisdrank tegelijk koelen? Er pas een nieuwe fles in zetten wanneer de oude bijna leeg is werkt net zo goed.

Wil je de tweede koelkast toch houden, zet hem dan alleen aan wanneer je hem echt nodig hebt, bijvoorbeeld wanneer je je hele familie hebt uitgenodigd voor het kerstdiner of wanneer je je verjaardag viert.

5. Consoles en gaming-pc's - tussen de 45 en 365 euro

Ben je een fervent gamer of heb je kinderen die dat zijn? Afhankelijk van het apparaat waarmee er gegamed wordt, kunnen de kosten flink oplopen. Gebeurt dat op een Xbox of PlayStation, dan verbruikt deze tussen de 150 en 160 watt per uur. Game je 3 uur per dag, dan zit je per jaar zo aan de 45 euro.

Maar pas écht in de papieren loopt het met een game-pc: het verbruik zo'n machine komt gemiddeld per jaar – inclusief monitor – uit op ongeveer 1.400 kWh. Je hebt het dan, bij een tarief van 0,26 euro/kWh, over zo'n 365 euro. En dat staat gelijk aan het energieverbruik van drie koelkasten. Wil je echt besparen, dan is een gameconsole dus de betere keuze. En door hem echt uit te zetten in plaats van op stand-by wanneer je hem niet gebruikt, ben je nog voordeliger uit.