ID.nl logo
Zo kies je de beste monitor
© PXimport
Zekerheid & gemak

Zo kies je de beste monitor

Een goede monitor is goud waard. Je kunt je pc weliswaar upgraden of vervangen voor extra prestaties, maar aandacht voor het scherm is misschien minstens even belangrijk. Of nóg belangrijker zelfs, wanneer je je bedenkt dat een gemiddelde monitor meerdere pc-upgrades meegaat. In dit artikel bekijken we de belangrijkste zaken om op te letten als je een nieuwe monitor wilt kopen.

Met de coronacrisis komt een nieuwe werkelijkheid, één waarin velen van ons meer thuis moeten werken. Voor sommigen betekent dat meer laptopgebruik, anderen zitten juist meer achter hun privé-pc thuis. Maar of je nu iets te veel uren naar het kleine laptopscherm zit te kijken of naar je privémonitor, veel mensen realiseren zich dat de beeldkwaliteit en werkruimte tegenvallen. De kans is groot dat je inmiddels hebt besloten dat er een nieuwe monitor moet komen. De laatste maanden was er een grote toename in zoekacties op schermen en ook de schermverkopen bij webshops schoten omhoog.

Keuzestress

Maar wat maakt een goed scherm en hoe maak je voor jezelf de juiste keuze uit de letterlijk duizenden modellen die je momenteel in Nederland kunt kopen? Om te bepalen welk scherm bij jou past, dien je eerst te bedenken wat jij precies met het scherm wilt doen. Kijk daarbij ook naar de toekomst, want met een goed scherm verwacht je toch al snel een jaar of vijf vooruit te kunnen. Hoewel doeleinden sterk uiteen kunnen lopen, splitsen we het soort gebruik op in de volgende algemene categorieën:

- Algemeen gebruik: denk aan browsen, kantoorwerk of video’s kijken;

- Productiviteit: alle vormen van serieus werk zoals foto- en videobewerking, grote Excel-sheets, design en ontwikkelapplicaties;

- Gamen.

De genoemde gebruiksdoelen zullen we in dit artikel dan ook frequent aanhalen. Terwijl we ze doornemen, is het cruciaal dat je zelf bepaalt welke van deze zaken je in welke mate doet. Al onze aanbevelingen in dit artikel zijn objectief goede schermen waarop alle soorten gebruik mogelijk is. Maar afhankelijk van hoe zwaar je ieder punt weegt, is het ene scherm wel degelijk beter geschikt voor jou dan een ander.

Paneeltype

Een van de belangrijkste specificaties van een monitor is het type paneel dat wordt gebruikt. De meeste schermen gebruiken een ips-, tn of va-paneel. Elk van deze technieken heeft zijn voor- en nadelen. Uiteindelijk heeft het paneeltype de grootste invloed op jouw subjectieve ervaring met het scherm.

Tn-paneel

Kocht je jaren geleden je eerste flatscreenmonitor, dan was de kans groot dat dit een tn-paneel was. Vergeleken met recentere technieken oogt tn even oud als de term “flatscreenmonitor” klinkt. Een tn-paneel biedt relatief slechte kijkhoeken met veelal grote kleurverschuivingen en afnemende helderheid als je een klein beetje scheef naar je scherm kijkt. Meestal heeft dit type paneel ook het slechtste kleurbereik.

Dat klinkt allemaal niet best, dus waarom zien we dan toch nog veel tn-panelen in monitoren? Tn wordt vooral gebruikt omdat het relatief goedkoop is om te produceren en menig consument geeft nu eenmaal meer om de prijs dan de kwaliteit. Een spijtig gevolg daarvan is dat fabrikanten vooral slechte tn-panelen uitbrengen, juist om nóg goedkopere monitoren mogelijk te maken. Ons algemene advies is om tn-panelen links te laten liggen als je een goed scherm zoekt. Alleen gamers die puur om snelheid geven en niet om kleurprestaties of kijkhoeken, kunnen een (snel) tn-paneel overwegen.

Ips-paneel

Ips was bij introductie een flink duurdere techniek, maar bracht wel kwalitatief betere schermen. Sommige fabrikanten noemen de techniek anders. Samsung spreekt bijvoorbeeld over pls. Goede ips-panelen bieden een kleurbereik waar je objectief op hoog niveau mee kunt foto- of videobewerken, en geven subjectief ook een aangenamere ervaring. Zelfs als je je monitor vooral voor algemeen gebruik inzet, is een ips-paneel een goede investering. Je krijgt een beter contrast, betere kijkhoeken en het beeld wordt vaak als rustiger ervaren.

Eerdere generaties ips-panelen stonden bekend als traag. Tegenwoordig behoren ips-panelen juist tot de snelste schermen op de markt en zien we ook voor gamers eigenlijk zelden nog goede argumenten om voor tn-panelen te kiezen. Daarmee is ips praktisch voor ieder gebruiksdoel dé techniek geworden om naar te kijken.

Va-paneel

Voordat ips-panelen snel en betaalbaar genoeg werden om grotere groepen te overtuigen, wisten va-panelen in populariteit te winnen. Va werd vaak gezien als het beste van beide werelden: de snelheid van tn gecombineerd met de kijkhoeken en kleuren van ips voor een scherpe prijs. Vandaag de dag valt dat toch een beetje tegen. De snelste va-panelen kunnen simpelweg niet tippen aan de snelste ips- en tn-panelen. En hoewel ze absoluut een beter contrast bieden dan beide alternatieven, is de consensus dat de beeldkwaliteit net wat achter blijft op ips. Het prijsvoordeel houdt wel stand, want in sommige categorieën zijn va-alternatieven significant goedkoper dan de betere ips-panelen. Afhankelijk van het soort scherm dat je overweegt, kan een va-paneel dus wel een goede en betaalbare keuze zijn.

©PXimport

Marketing verpest de naam

Wanneer een bepaalde techniek in populariteit groeit, springen marketeers daar graag op in. Dat geldt ook voor paneeltypes. We zien dat er flink misbruik wordt gemaakt van de bovenstaande termen. Hoewel ips als technologie objectief de meest aantrekkelijke is, is het sommige fabrikanten gelukt om spotgoedkope ips-panelen te maken met dramatische kleurprestaties, snelheid en/of helderheid. De betere monitoren hebben weliswaar een ips-paneel, maar het feit dat een monitor een ips-paneel heeft, is dus geen garantie voor goede kwaliteit! Let dus wel goed op het paneeltype, maar staar je er niet blind op. Doe altijd je huiswerk, voordat je een product koopt op basis van wat de fabrikant claimt.

Oled

In televisies hebben oled-panelen, die veelal als de beste paneelsoort worden ervaren, een grote vlucht gemaakt. Hoewel oled prachtig contrast en een subjectief fantastische ervaring biedt, blijft het een gevoelig onderwerp bij computermonitoren (of laptops). Zo is er het risico op inbranden, wat zeker op een pc met veel vaste elementen (taakbalk bijvoorbeeld) een heikel punt is. Ook de reflecties van oled-panelen zijn bij pc’s ongewenst. Hoewel we in de komende jaren wel meer oled-monitoren verwachten, is de keuze momenteel praktisch nihil, want het handjevol oled-monitoren op de markt is eigenlijk onbetaalbaar.

©PXimport

Resolutie

Ook de resolutie is iets waar marketeers tegenwoordig raad mee weten, maar met een goede reden. Meer pixels betekent zowel een scherper beeld als meer werkruimte en daar profiteert bijna iedereen van. De populairste resolutie van het afgelopen decennium was 1080p, ook wel bekend als full hd of 1920 x 1080. Dit voldoet veelal voor simpel, algemeen gebruik. Een hogere resolutie is voor dat gebruik weliswaar aangenaam, maar afhankelijk van je budget niet per se noodzakelijk.

Wil je écht productief zijn, dan kun je beter op zoek gaan naar een monitor met een hogere resolutie. Denk aan 1440p (wqhd, 2560 x 1440), 1440p ultrawide (uwqhd, 3440 x 1440) of 4K (uhd, 3840 x 2160). Met hogere resoluties is het veel makkelijker om meerdere applicaties naast elkaar open te zetten. Ook voor gebruikers van creatieve applicaties zoals Photoshop of Premiere is een hogere resolutie een verademing en een boost in efficiëntie. Voor die laatste doelgroep is 4K zeker aan te raden.

Voor gamers is de resolutie een complexer onderwerp. Gamen op een hogere resolutie is in theorie tof, want het levert je meer immersie op. Maar het vereist ook meer van je grafische kaart. Het kan dus zijn dat de hogere resolutie consequenties heeft voor de soepelheid van je games. Vooral liefhebbers van snelle games willen niet per se een hogere resolutie. Zoek je het beste van beide werelden, dan zien wij 1440p als de gulden middenweg: extra pixels ten opzichte van 1080p voor productiviteit, maar nog altijd goed aan te sturen met een middenklasse videokaart.

Formaat

Wat het ideale formaat van je nieuwe scherm is, is grotendeels subjectief, al is het deels gebonden aan de resolutie die je kiest. Zo oogt 1080p op een 24inch-scherm doorgaans prima, maar ziet het er op een 43inch-scherm uit als één grote pixelbrij. Andersom gaat hetzelfde op: 4K is op zich fantastisch, maar de meerwaarde neemt af naarmate het scherm kleiner wordt. Tot enkele jaren terug was 24 inch de standaardmaat, vandaag de dag is dat 27 inch geworden. Dit formaat misstaat op de meeste bureaus niet en het is ook weer niet zo groot dat je met je ogen moet zoeken naar wat er op het scherm gebeurt. Het is bovendien het beeldformaat waar de meeste echt goede schermen te vinden zijn en waarbij hogere resoluties zoals 1440p of 4K uitstekend passen. Het is dan ook ons advies om dit als uitgangspunt te nemen voor algemeen gebruik, productiviteit en gamers. Uiteraard kun je daar, afhankelijk van je eigen voorkeuren, prima van afwijken. Zeker als je vooral games speelt, kan een maatje groter wenselijk zijn. Of juist kleiner, als je bijvoorbeeld aan e-sport doet: veel e-sporters focussen zich liever op een klein scherm.

Extra breed

Ben je een productiviteitsliefhebber, dan kan een 34inch-ultrawide-monitor een alternatief zijn. Zo’n scherm is ongeveer even hoog als een 27inch-monitor, maar dan iets breder. Als gevolg heb je iets meer netto werkruimte, maar niet iedereen is gecharmeerd van een dergelijk breed beeld. Zelf ervaren is dan ook het beste advies.

Refresh rate (verversingssnelheid)

Hoewel een sneller scherm ook in algemeen gebruik merkbaar soepeler voelt, zijn schermen met een hoge refreshrate (144 Hz of meer) toch vooral interessant voor gamers. In games is een snel scherm absoluut waardevol. Voor echte fanatieke gamers kan een hogere snelheid het verschil maken tussen winnen en verliezen, en is het argument helder. Maar ook als je slechts af en toe een spelletje speelt, is de winst merkbaar. Bewegende objecten zijn zichtbaar scherper en dat maakt de ervaring aangenamer en rustiger voor de ogen. Daarbij hoeft een snel scherm tegenwoordig ook niet heel veel meer te kosten.

Welke snelheid is aan te raden? Vooral de stap naar 144-165 Hz is heel erg groot en een aanrader voor fanatieke en casual gamers, ook omdat je dit kunt combineren met hogere resoluties die voor algemeen gebruik en productiviteit gewenst zijn. De stap naar ultrasnelle schermen, denk aan 240- of 280Hz-opties, is in de regel minder interessant. Dergelijke schermen hebben eigenlijk alleen meerwaarde voor écht fanatieke e-sporters.

©PXimport

Variabele refresh rate

Gamers willen bij voorkeur niet alleen een scherm dat heel snel kan verversen, maar ook een variabele refresh rate (vrr). Traditioneel ververst een scherm op vaste intervallen, ongeacht wat de videokaart aan het doen is. Dit gebeurt meestal van boven naar beneden. Zo komt het voor dat de bovenkant van het scherm een bepaald frame toont, terwijl de onderkant al één frame verder is. Dit effect heet tearing, en dat zie je ook. Met variabele refresh rate geeft je monitor het beeld weer zodra de videokaart er klaar voor is, met als gevolg een soepelere en tearing-vrije ervaring. Heb je een AMD-videokaart, dan heb je een monitor met ondersteuning voor FreeSync nodig om van vrr te kunnen profiteren. Dergelijke schermen zijn tegenwoordig volop te vinden. Heb je een Nvidia-videokaart, dan ligt het iets complexer. Idealiter wil je een G-Sync-scherm om vrr te kunnen gebruiken, maar die zijn meestal duurder. Gelukkig zijn veel FreeSync-schermen compatibel met G-Sync, maar vanzelfsprekend is dit niet. Check dit dus altijd even.

©PXimport

Algemene mogelijkheden

Bovenstaande punten zijn het belangrijkst. Afhankelijk van jouw voorkeuren wordt je zo richting een bepaald soort scherm gestuurd. Daarna dien je nog wel goed na te denken over de secundaire features van het scherm. Zo is ergonomie niet onbelangrijk, zeker als je lang achter je scherm zit. De betere schermen zijn in hoogte verstelbaar en kunnen draaien of kantelen. Je kunt natuurlijk ook een eigen voet of monitorarm gebruiken: let er dan op of het scherm vesa-mounting ondersteunt. Niet alle schermen hebben namelijk de benodigde gaten voor een monitorarm.

Natuurlijk let je ook op de aansluitingen. Wil je een scherm alleen op één pc of laptop aansluiten, check dan of het over de juiste aansluiting beschikt (displayport, hdmi, dvi etc.). Mocht je meerdere apparaten willen verbinden, kijk dan naar een scherm met voldoende aansluitingen. Ook ingebouwde usb-hubs en aansluitingen voor hoofdtelefoons kunnen meerwaarde bieden. Geluid is sowieso iets om op te letten. De meeste monitoren hebben geen speakers of matige speakers ingebouwd. Toch kan het handig zijn om speakers te hebben voor een incidentele informatieve video bijvoorbeeld.

Behalve platte zijn er ook gebogen schermen. Zo’n curve is een subjectief element, maar heeft wel gevolgen voor je ervaring. Bedenk of je een curve wilt of juist niet. Twijfel je? In onze optiek voegt het vooral wat toe bij schermen van 32 inch en groter.

©PXimport

Instapper voor algemeen gebruik

Iiyama ProLite XUB2493HSU

Zoek je een eenvoudige monitor voor algemeen gebruik, maar gebruik je jouw systeem niet genoeg om een grote investering te verantwoorden? Dan raden wij de Iiyama XUB2493HSU aan. Deze 24inch-1080p-monitor kent een goed ips-paneel met voldoende helderheid, contrast en kleurbereik voor algemeen gebruik en wat licht fotowerk. Daarmee biedt hij duidelijke meerwaarde boven de echte instapmonitoren, die het met een minder paneel moeten doen. Bovendien is hij in hoogte verstelbaar. Dat is geen overbodige luxe, zeker als je langdurig moet thuiswerken. Ook handig zijn de ingebouwde speakers, zodat je een YouTube-filmpje niet zonder geluid hoeft te bekijken. Met drie beeldingangen kun je naast je desktop-pc ook zonder al te veel gedoe je laptop aansluiten. Een ingebouwde usb-hub maakt de mogelijkheden compleet.

Wat je mist ten opzichte van duurdere schermen, is de hogere resolutie die we voor serieuze productiviteit zouden aanraden. Ook mist uiteraard de hogere snelheid die we voor gamers willen zien. Die twee gebruiksdoeleinden vereisen logischerwijs een hogere investering dan de 149 euro die deze monitor kost, maar voor algemeen gebruik thuis biedt dit scherm veel waar voor zijn geld.

©PXimport

Iiyama ProLite XUB2493HSU

Prijs
€ 149,-
Website
www.iiyama.com7Score70

  • Pluspunten

  • Goede beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • Minpunten

  • 60Hz-scherm

  • Slechts 1080p-resolutie

Algemeen gebruik en productiviteit

Iiyama ProLite XUB2792QSU

Maak je de nodige werk- of studie-uren met je pc? Dan is een iets hogere resolutie dan de 1080p van de XUB2493HSU wel gewenst. Die vind je onder andere bij zijn grotere broer: de XUB2792QSU. Deze 27inch-variant maakt wederom gebruik van een goed ips-paneel met goede kleuren, contrast en helderheid. Prettig voor langdurig werken is dat ook dit scherm in hoogte verstelbaar is. Ook in ingebouwde luidsprekers en een usb-hub is voorzien, terwijl je met drie beeldaansluitingen niet veel te klagen hebt.

Ondertussen is de resolutie met 2560 x 1440 pixels een stuk hoger. Dat is fijn voor algemeen gebruik en zeker voor productiviteit. Of je nu veel typt, meer met foto’s werkt of uren doorbrengt in officeapplicaties, dit scherm biedt duidelijk meerwaarde. Je kunt bijvoorbeeld makkelijker met twee programma’s naast elkaar werken. Ook worden gamers iets beter bediend dankzij de iets snellere 70Hz-refreshrate en FreeSync-ondersteuning. Een écht gamescherm is het hiermee nog niet, maar voor een casual potje na het werk is dit prima geschikt.

©PXimport

Iiyama ProLite XUB2792QSU

Prijs
€ 299,-
Website
www.iiyama.com8Score80

  • Pluspunten

  • Goede beeldkwaliteit

  • Goede featureset

  • 1440p-resolutie

  • Minpunten

  • Geen écht gamescherm

Extra productief

LG 34WL750

Wil je nog iets meer werkruimte, maar geen twee schermen op je bureau? Dan kan een ultrawide-monitor een alternatief zijn. Althans, een 3440x1440-ultrawide, want van de 2560x1080-alternatieven zijn we zelden gecharmeerd. 34inch-monitoren met die 3440x1440-resolutie zijn te vergelijken met een 27inch-monitor met een 2560x1440-resolutie zoals de Iiyama XUB2792QSU, maar dan gewoon net wat breder. Zo kun je nog een extra browsertab of officeapplicatie openzetten, of je foto- of videoapplicatie iets meer ruimte geven.

De LG 34WL750 is de ultrawide-instapper van LG en met 399 euro relatief betaalbaar. Het scherm heeft een uitstekend ips-paneel met goede kleuren en kijkhoeken voor praktisch alle doeleinden. Daarnaast krijg je een redelijke set aan mogelijkheden, met onder andere hoogteverstelling, die voor de meeste gebruikers zal voldoen. Je mist wel wat dingen die je op duurdere ultrawides zult aantreffen. Zo zijn we best gecharmeerd van een curve op dit soort brede schermen, en tegenwoordig zijn er ook ultrawide-monitoren met hogere refreshrates voor gamers. De 34WL750 biedt die extra’s niet, maar daar is de prijs ook naar.

©PXimport

LG 34WL750

Prijs
€ 419,-
Website
www.lg.com  8Score80

  • Pluspunten

  • Veel werkruimte

  • Goede beeldkwaliteit

  • Minpunten

  • Geen écht gamescherm

  • Geen curve

Instapgamescherm

ASUS TUF Gaming VG249Q

Geef je juist niet om productiviteit, maar wel om gaming? Dan gooit de TUF Gaming VG249Q hoge ogen. Hoewel tn-schermen goedkoper zijn, is de circa 220 euro kostende VG249Q nauwelijks duurder dan dergelijke instappers waar je al snel 200 euro aan kwijt bent. Voor die kleine meerprijs krijg je wel een ips-paneel. De betere kleuren en kijkhoeken die dit paneel biedt, zullen ook door gamers gewaardeerd worden. De grote meerwaarde ten opzichte van goedkopere 24inch-schermen met ips-paneel zit hem in de refresh rate. Deze is met 144 Hz aangenaam voor gamers. Ook is er ondersteuning voor FreeSync. En hoewel het scherm officieel niet compatibel is met G-Sync, zien wij geen problemen met vrr in combinatie met een Nvidia-videokaart.

Wel blijft het ontegenzeggelijk een instapgamescherm met een relatief lage 1080p-resolutie. Je kunt het scherm naast gaming dus best gebruiken om af en toe op te werken, maar echte productiviteit op dit scherm is niet aan te raden. Ook biedt het scherm een ietwat lagere helderheid dan gemiddeld. Geen bezwaar voor een gemiddelde gamer in de avonduren, maar niet echt geschikt voor felverlichte kantooromgevingen.

©PXimport

ASUS TUF Gaming VG249Q

Prijs
€ 219,-
Website
www.asus.com8Score80

  • Pluspunten

  • 144 Hz

  • Compatibel met FreeSync en G-Sync

  • Goede beeldkwaliteit

  • Minpunten

  • Slechts 1080p-resolutie

  • Beperkte maximale helderheid

Betaalbaar gamen en productiviteit

Samsung LC27JG50QQU

Wil je een beetje van alles, dus een hoge resolutie, goede beeldkwaliteit voor productiviteit én meer snelheid voor gaming? Dan kun je een 27inch-monitor met 2560x1440-resolutie en 144Hz-ondersteuning overwegen. Omdat ips-panelen in deze categorie redelijk prijzig zijn, al snel 400 à 500 euro of meer, kijken we voor een betaalbare optie naar va-alternatieven. De Samsung LC27JG50QQU is zo’n va-scherm, met een aangenamer prijskaartje van rond de 320 euro. Dit scherm scoort absoluut punten met een goede beeldkwaliteit, hoog contrast en redelijke kijkhoeken. Niet zo goed als de meeste ips-opties, maar goed genoeg voor een enkele gebruiker die een beetje beweegt achter zijn scherm. Ook voor gamers is deze monitor een upgrade ten opzichte van een standaardscherm, want het is duidelijk sneller.

Het relatief lage prijskaartje betekent wel dat er concessies zijn gedaan. Zo is de snelheid goed, maar niet zo goed als de duurdere ips-alternatieven. Sommige transities zijn een bekend lastig punt voor va-panelen en dat levert vooral in donkere delen wat ghosting op. Gamers moeten het zonder Freesync en G-Sync stellen, en professionele foto- en videobewerkers zullen opmerken dat de uniformiteit, zeker in donkere beelden, niet heel strak is. Ook is de monitor niet in hoogte verstelbaar. Kortom, deze Samsung combineert een goed paneel met een aantal duidelijke concessies, maar op dit bescheiden prijspunt is dat ook het maximaal haalbare.

©PXimport

Samsung LC27JG50QQU

Prijs
€ 245,-
Website
www.samsung.com7Score70

  • Pluspunten

  • Goede beeldkwaliteit

  • Hogere snelheid voor gamers

  • 1440p-resolutie

  • Minpunten

  • Niet zo goed als ips

Het beste van beide werelden

Gigabyte Aorus FI27Q

De Aorus FI27Q van Gigabyte is een stuk duurder dan de Samsung, maar kent dan ook minder concessies. Op papier lijkt de circa 549 euro kostende monitor niet direct heel anders met zijn 2560x1440p-resolutie, 27inch-schermdiagonaal en 165Hz-refreshrate, maar het paneel én de mogelijkheden zijn een klasse beter. Dit ips-paneel komt met een breed kleurbereik en een betere fabriekskalibratie. Dat maakt hem een reële optie voor serieuze beeldbewerkers. Tegelijkertijd is ook de snelheid een stuk beter dan bij de goedkopere va-alternatieven. Bovendien is er ondersteuning voor FreeSync en G-Sync, wat de game-ervaring ten goede komt. Dit is daadwerkelijk die fijne balans tussen een goed productiviteitsscherm en een goed gamescherm.

Gigabyte heeft ook zeker niet bezuinigd op de behuizing. De grotendeels stalen poot is heel stevig en er zit zelfs wat rgb-verlichting in om gamers te overtuigen. Dat laatste is misschien een beetje overbodig, net als de opvallende mogelijkheid om achtergrondgeluid weg te filteren wanneer je een microfoon op je monitor aansluit. Maar gezien de kwaliteiten van het onderliggende paneel zien we dat graag door de vingers.

©PXimport

Gigabyte Aorus FI27Q

Prijs
€ 549,-
Website
www.gigabyte.com  9Score90

  • Pluspunten

  • Uitstekende beeldkwaliteit

  • Lekker snel voor gamers

  • 1440p-resolutie

  • Minpunten

  • Prijs

Serieuze foto- en videobewerking

LG 27UL850

Wil je écht serieus aan de slag met foto- en videobewerking, dan adviseren we om naar 4K-ips-monitoren te kijken. Voor algemeen gebruik is de meerwaarde van een resolutie boven 1440p beperkt, maar de extra scherpte en werkruimte komen creatieve applicaties zeker ten goede.

De LG 27UL850 is een 27inch-4K-scherm met een uitstekend ips-paneel met goede helderheid, kijkhoeken en kleurbereik. De kleurweergave is vanuit de fabriek zelfs al goed genoeg afgesteld voor (semi)professioneel beeldbewerken. Ook kent hij een ruime selectie aan mogelijkheden. Naast zaken als hoogteverstelling, speakers en een usb-hub, kun je ook je usb-c-laptop met één kabel aansluiten voor beeld en opladen (opladen gaat met 60 watt). Daarmee is dit een zeer veelzijdig scherm. Deze LG en praktisch alle andere 4K-monitoren zijn wel beperkt tot een verversingssnelheid van 60 Hz, waar serieuze pc-gamers niet heel warm van zullen worden. Al is een incidenteel spelletje uiteraard prima mogelijk.

©PXimport

LG 27UL850

Prijs
€ 299,-
Website
www.lg.com9Score90

  • Pluspunten

  • Beeldkwaliteit en werkruimte

  • Uitstekende featureset

  • Minpunten

  • Relatief traag met 60 Hz

Game- en werkbeest met 4K

ASUS ROG Strix XG27UQ

Hoewel snelle 4K-schermen zeldzaam zijn, bestaan ze wel degelijk. De ASUS ROG Strix XG27UQ meet 27 inch en heeft een 4K-ips-paneel met een refresh rate van 144 Hz. Het paneel heeft een uitstekende kleurweergave en is net als de LG uitermate geschikt voor serieus foto- of videowerk. Met zijn 4K-resolutie is deze monitor bovendien een flinke stap omhoog ten opzichte van 1440p-alternatieven, met extra veel werkruimte als gevolg. Met zijn hoge refresh rate is dit ook nog eens een echte gamemonitor, al heb je wel een high-end videokaart nodig om dit aan te sturen (bij voorkeur een RTX 2080 Super of beter). Speel je graag consolegames op de PS4 of Xbox, dan komt de 4K-resolutie vaak ook beter tot zijn recht dan 1440p.

Qua uitrusting is dit model erg compleet, met hoogteverstelling, een usb-hub, veel aansluitingen en softwarematige controle over alle instellingen. De XG27UQ heeft wel echt de uitstraling van een gamemonitor, waardoor hij in een wat serieuzer thuiskantoor misschien niet op zijn plaats is. Het grootste probleem van deze compromisloze aanpak is uiteraard de prijs, want met zo’n 900 euro is hij enkele honderden euro’s duurder dan bijvoorbeeld de Gigabyte FI27Q.

©PXimport

ASUS ROG Strix XG27UQ

Prijs
€ 899,-
Website
www.asus.com9Score90

  • Pluspunten

  • Beeldkwaliteit en werkruimte

  • Uitstekende gameprestaties

  • Goede featureset

  • Minpunten

  • Prijs

Conclusie

▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.