ID.nl logo
SSD kopen: dit zijn de beste solid state drives
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

SSD kopen: dit zijn de beste solid state drives

De specificaties van solid state drives of ssd’s zijn even eenvoudig te volgen als die van routers, maar nog meer dan bij die kastjes die het internet magisch door de lucht weten te versturen liggen de werkelijke prestaties ver uiteen. Wij frissen de basiskennis over ssd’s op, en zoeken de beste voor je uit.

Het staat niet ter discussie dat de komst van de ssd de grootste impact heeft gehad op het snelheidsgevoel van onze bekende huis-, tuin- en keukencomputer of laptop. Zij die nog twijfelen aan het concept en nog met een mechanisch rondjes draaiende harde schijf werken zouden we adviseren dat het nu toch echt eens tijd is. Dat de doorbraak bij het grote publiek lang heeft geduurd is wel begrijpelijk; een computer met ‘500GB-schijf’ klonk voor veel mensen toch aantrekkelijker dan ‘250GB-schijf’, ongeacht hoe veel sneller de ssd-techniek was. En ook het prijsverschil speelde een rol natuurlijk. Het bewustzijn rondom ssd’s is inmiddels een stuk beter, al zien we tot onze spijt nog veel instapsystemen zonder ssd. Hoewel we in dit artikel ingaan op de onderlinge verschillen willen we duidelijk stellen dat elke recente ssd beter is dan geen ssd.

Verschillende soorten ssd’s

Los aangeschafte ssd’s dienen zowel als basis voor een nieuw systeem, of als upgrade voor een bestaand systeem of laptop. Maar voor we ons inhoudelijk verdiepen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de fysieke aansluiting van een ssd en het protocol waarmee vervolgens tussen je computer en de schijf wordt gecommuniceerd. Een ssd sluit je normaliter aan op een sata- of m.2-aansluiting op je moederbord, de gangbare aansluitingen. Recente systemen hebben meestal een m.2-slot, maar voor computers zonder zo’n aansluiting leveren sommige fabrikanten van m.2-ssd’s een insteekkaart waarmee de ssd fysiek kan worden aangesloten op pci-express-sloten (waar normaliter videokaarten en dergelijke ingaan).

Sata is een redelijk bejaarde aansluiting waarmee we al jaren onze mechanische harde schijven aan de computer koppelen, en ook de eerste ssd’s sloten we daar eenvoudig op aan. Praktisch, want bij een ssd-upgrade hoefde je je zelden zorgen te maken dat die mooie, gloednieuwe technologie niet zou passen. M.2 als fysieke aansluiting is echter veel aantrekkelijker: de aansluiting direct op het moederbord bespaart extra bekabeling en de bijpassende schijven zijn compacter. Dat is zeker voor dunnere laptops noodzakelijk, maar ook compactere desktopcomputers doen er hun voordeel mee.

Nieuw protocol nodig

Met de rappe ontwikkelingen op gebied van het flash-geheugen waar de ssd’s op zijn gebaseerd kwam de noodzaak voor een nieuwe aansluiting én protocol. Die snellere aansluiting was al op iedere computer aanwezig in de vorm van pci-express, een aansluiting die vele malen sneller is dan de sata-interface. Pci-express werkt met zogenoemde lanes die een snelheid bieden van 1 GB/s. In het geval van een m.2-slot worden vier van deze lanes gecombineerd voor een maximale theoretische snelheid van 4 GB/s, voorlopig snel genoeg voor de snelste ssd’s. Pci-express is echter maar het halve verhaal, want de nieuwste ssd’s gebruiken ook een ander aansturingsprotocol. Het oudere AHCI-protocol wat voor sata-drives wordt gebruikt, is ontwikkeld met mechanische schijven in het achterhoofd en vormde in meerdere opzichten een bottleneck voor nieuwere ssd’s. De eerste generatie pci-express-ssd’s maakte gebruik van ahci, maar moderne (m.2) pci-express-ssd’s gebruiken het nieuwere nvme-protocol. Dit is speciaal voor ssd’s bedacht en biedt de broodnodige verbeteringen: lagere latency, hogere maximale doorvoersnelheden, en vooral de mogelijkheid om veel meer gelijktijdige acties te verwerken. Kortom: nvme-ssd’s zijn veel en veel krachtiger. Hoewel de meeste recente m.2-aansluitingen ondersteuning bieden voor pci-express is dat niet altijd het geval. Een m.2-ssd kan prima een sata-variant zijn en daarmee feitelijk niet heel erg afwijken van een sata-ssd van 2,5-inch. Het is dus belangrijk om de fysieke aansluiting en de interface los van elkaar te zien.

©PXimport

Nvme all the things!

Dat nvme-drives objectief sneller zijn staat buiten kijf. De maximale doorvoersnelheid van een sata-ssd ligt rond de 560 MB/s en de meeste ssd’s halen of benaderen dat inderdaad ook - bij het uitlezen althans. Maar zelfs de langzaamste nvme-schijf in deze vergelijking is ruim drie keer zo snel als dat. De snelste (en duurste) nvme-schijven in deze test, de Samsung 970 PRO ssd’s, komen maar liefst rond de 3500 MB/s uit. Drie-en-een-halve gigabyte per seconde is een hele dvd aan data over het lijntje in nog geen anderhalve seconde.

Het brengt ons wel bij de vraag in hoeverre de mogelijkheid om zo veel data in korte tijd over te zetten praktisch relevant is, een typische lichte gebruiker zal zelden meer dan een paar megabyte per seconde aan schijfacties vragen. Om in een eenvoudige metafoor te spreken: wanneer vijf mensen met een boodschappenkar vol bij de supermarktkassa komen maakt het niet uit of ze worden opgewacht door 10 of 50 kassières.

Nvme-schijven blinken echter niet alleen uit in doorvoer, maar vooral in de lage latency en de mogelijkheid om veel meer taken gelijktijdig af te handelen, alsof onze bovengenoemde kassières ons niet enkel reikhalzend zitten af te wachten maar ook nog eens de hele wagen gescand hebben voordat we onze bonuskaart hebben kunnen trekken. Nvme klinkt zo helemaal fantastisch.

Optane?

Ssd-insiders zullen hun zinnen mogelijk al op Optane-ssd’s hebben gezet, of eigenlijk 3D XPoint-ssd’s, aangezien Optane de merknaam is die Intel hanteert. Tot dusver hebben we het gehad over de aansluitingen en protocollen, maar het type geheugen dat in een ssd wordt gebruikt heeft uiteraard ook gevolgen voor de prestaties. 3D XPoint-modellen zijn inmiddels te koop en bewezen nog veel sneller, maar gezien de extreme meerprijs zijn ze vooralsnog enkel interessant voor de meest veeleisende professionals.

©PXimport

De praktijk is toch gecompliceerder

Nvme-ssd’s zijn dus objectief geweldig, maar wanneer we kijken naar een volledig computersysteem is de ssd slechts één van de vele radertjes in het grotere geheel. Blijven we nogmaals bij de kassametafoor dan kunnen we dat uitdrukken door te zeggen dat de kassa weliswaar veel sneller werkt, maar de totale tijd die we kwijt zijn aan de boodschap inclusief rijden en parkeren niet per se significant verandert.

Of het hele systeem sneller gaat met zo’n veel snellere ssd in vergelijking met een instap-ssd is afhankelijk van welke taken je het systeem laat uitvoeren. Enkel taken die zwaar op de schijf wegen gaan daadwerkelijk sneller, maar dat zijn er minder dan je misschien zou denken. Kijken we naar zaken die voor een typische thuisgebruiker relevant zijn, dan zien we feitelijk geen verschil. Denk aan het opstarten van de pc, het openen van een foto of het opstarten van een game. Taken die met een ssd significant sneller gaan dan met een mechanische harde schijf, maar je moet van goede huizen komen om het verschil op te merken tussen de traagste en snelste schijf in deze test. De theoretische voordelen brengen simpelweg niets te weeg in de praktijk.

Deze wetenschap zet zodoende veel druk op de luxere ssd’s in deze vergelijking, niet alleen nvme-modellen maar ook de duurdere sata-opties ten opzichte van het zo goedkoopst mogelijke model. Het maakt het eenvoudig om te begrijpen waarom er bij ssd’s vaak niet wordt gekeken naar welke indicatie van snelheid dan ook, maar enkel naar de prijs per GB. Als de prestaties voor veel basale taken toch niet uitmaken, dan koop je het liefst gewoon zo veel mogelijk opslag voor je geld. Ben je vooral op zoek naar een ssd om je systeem vlot te laten starten, of een gamer die zo veel mogelijk games op de ssd kwijt wil, dan snappen we de drang om de allergoedkoopste te pakken. Dan blijken de ‘ouderwetse’ sata-drives opeens zo gek niet. Elke euro die je uitspaart voelt als winst wanneer je enkel naar de opstarttijd van je systeem kijkt.

©PXimport

Groter = Sneller?

Een bekend fenomeen is dat grotere ssd’s sneller zijn dan kleinere varianten. Tot circa 1 TB zien we bij schijven binnen dezelfde serie meestal verbeteringen in prestaties. Soms zien we daardoor lager gepositioneerde schijven met een hogere capaciteit soms druk zetten op door de fabrikant hoger gepositioneerde opties met minder opslag. De Samsung 970 EVO 1TB versus de Samsung 970 PRO 512GB is daar een mooi voorbeeld van. Omdat grotere sneller zijn, meer data kunnen verwerken (TBW-rating) en een gunstigere prijs-per-GB hebben zijn in de regel modellen vanaf zo’n 500 GB inhoudelijk het meest interessant.

©CIDimport

En betrouwbaarheid?

Idealiter zouden we de betrouwbaarheid het zwaarst laten wegen, maar dit is nagenoeg onmogelijk om te testen. Dit zou meerdere jaren duren en op het eind zouden de geteste modellen al lang en breed van de markt zijn. Theoretisch interessant, maar praktisch zonder veel waarde dus. De betrouwbaarheid wordt deels bepaald door de hoeveelheid data in elke geheugencel. Een ssd die 3 bits aan data in een cel opslaat (3-bit TLC geheugen) slijt in theorie een stuk harder dan een model met 2 bits aan data per cell (2-bit MLC-geheugen), waarbij we 1-bit SLC geheugen achterwege kunnen laten gezien de prijs van die cellen praktisch onverkoopbare ssd’s oplevert.

Gelukkig is de levensduur van het in al deze ssd’s gebruikte geheugen zo goed dat de betrouwbaarheid geen overweging meer is voor de meeste doeleinden. Enkel de allerzwaarste professionele gebruikers zullen echt bij het soort geheugen stil willen staan. Derhalve nemen we de geheugenconfiguratie wel in de tabel op, maar voor de consument wegen we het beperkt. Het is vooral cruciaal om te onthouden dat alles in theorie kapot kan gaan, dus je dient altijd te zorgen voor een goede back-up.

©PXimport

Zwaar, zwaarder, zwaarst

De definitie van professional is geen eenvoudige, want een professionele Excel-werker zal ook niet snel profiteren van een snellere ssd. Het zijn vooral creatieve professionals kunnen van een luxere ssd profiteren, al zal de mate van belasting op je systeem bepalend zijn of een echt topmodel winst biedt of dat je met iets meer dan een instapper al voldoende hebt. Voor video- en foto-editing is een goed presterend model echter een goede toevoeging. Zeker een ssd met een vlotte cache erin is nuttig op de momenten dat er veel naar de schijf wordt geschreven. Het is dan ook fijn dat de betere sata-drives of middenklasse nvme-drives niet veel duurder zijn dan de instappers.

Ssd’s met krachtige specificaties zijn ook nuttig als je meerdere virtuele machines draait vanaf dezelfde ssd, of als je database- of webserver-achtige taken uitvoert. De typische consument zal het worst zijn, maar serieuze IT’ers zullen genoeg zien in ssd’s waarvan we met benchmarks kunnen aantonen dat de onderliggende kwaliteiten significant beter zijn.

En sata express? U.2?

Sata en m.2 zijn zeker niet de enige methodes om een ssd aan te sluiten, zo zien we op sommige recente moederborden ook nog sata-express en u.2 aansluitingen. Hoewel deze in bepaalde enterprise-oplossingen wel nut kunnen hebben, hebben we er als consumenten in de praktijk niets aan. Geen van de fabrikanten van ssd’s besteedt er aandacht aan bij hun producten voor consumenten of MKB, en ook bij de moederbordfabrikanten begint de realiteit door te dringen dat die aansluitingen weinig succesvol zijn.

Adviezen

Enerzijds tonen we grote verschillen aan in onze benchmarks, anderzijds geven we aan dat voor veel taken het verschil in de praktijk te verwaarlozen is. Dat maakt de keuze niet eenvoudiger. Ons advies is dan ook eerst primair naar je gebruiksdoeleinden te kijken. Blijft het bij basistaken zoals opstarten, eenvoudige applicaties starten en vakantiefoto’s bekijken dan kan je dus iedere ssd kiezen, waarbij je de nadruk legt op praktische zaken zoals opslagcapaciteit. De echte budget-drives zie je niet terug in de tabel, wij weten dat ze te veel inleveren ten opzichte van de nauwelijks duurdere middenklasse. Het verbaasde ons niet dat geen van de fabrikanten happig was om ons van deze schijven te voorzien om te testen. De eerste interessante instappers zijn schijven zoals de WD Blue en de SanDisk Ultra 3D die precies doen wat een ssd moet doen: snel genoeg zijn voor de meeste gangbare taken. SanDisk is overigens onderdeel van Western Digital en intern is het nagenoeg exact hetzelfde product.

©PXimport

De Crucial MX500 staat daar op papier een stap boven, met praktisch structureel betere prestaties die niet veel onder doen voor de snelste sata-schijven in deze test, de Samsung 860 modellen. Samen vormen zijn de sata-top. Tot voor kort leek de Crucial de sterkste aankoop, het forse prijsvoordeel van Crucial leek een overtuigende motivatie. Samsung is normaliter duurder, maar lijkt zich echter bewust van het feit dat een meerprijs voor snellere nvme-schijven wel geaccepteerd wordt, maar voor snellere sata-schijven niet. De in februari 169 euro kostende 860 EVO 500 GB was in april al gezakt tot 129 euro, waar hij tot op een paar euro concurreert met de WD Blue, Crucial MX500 en SanDisk 3D Ultra. En op dat moment kunnen we kort zijn: de Samsung heeft technisch gezien de duidelijke voorsprong wat bij nagenoeg gelijke prijs de doorslag geeft. De PRO serie van Samsung is nog wat beter, maar de meerprijs voor het duurzamere type geheugen is enkel voor echte pro-doeleinden te verantwoorden. Gezien de ssd-prijzen sterk schommelen is het verstandig bij aanschaf even goed op de prijzen te letten. Samsung pakt de technische winst, Crucial doet er nauwelijks voor onder en WD en SanDisk vormen de middenmoot die vooral interessant zijn als ze op moment van aanschaf de goedkoopste zijn. Maar uiteindelijk kan Samsung of Crucial zich niet permitteren om te veel geld voor hun sata-schijven te vragen.

©PXimport

Adviezen nvme

Het technisch mooie nvme-concept blijft vooralsnog behouden aan de echte creatieve professional, zware storage-werker en de consument die op technologisch vlak voorop wil lopen. Ontwikkelingen leunen zwaar op early adopters en wij zijn ook gecharmeerd door deze technisch knappere ssd’s, zelfs al is de praktische impact soms beperkt of niet aanwezig.

Ook hier staat de technische voorsprong van Samsung niet ter discussie, iets wat we ook zien aan het feit dat menig concurrent er niet eens iets tegenin wil brengen. De 970-serie is niet goedkoop, maar de prestaties spreken voor zich en zijn uitmuntend. Wel raden we aan om eerst naar grotere capaciteiten te kijken, voordat je de stap van de EVO-lijn naar de PRO-lijn overweegt, want de meerwaarde van die stap is alleen interessant voor de meest veeleisende gebruikers. Kingston biedt met de KC1000 een iets goedkoper 2-bit MLC-alternatief voor de Samsung 970 PRO, maar met een fors verschil in prestaties. Een knappe ssd, maar niet één die we direct zullen aanbevelen.

De Kingston A1000 960 GB lijkt nog wel een goedkoper alternatief voor de 970 EVO 1 TB, maar gezien we reeds hebben vastgesteld dat de meerwaarde van nvme-drives in het zwaardere werk schuilt vinden we juist het prestatiegat in die zwaardere benchmarks wel heel groot. De schijvengigant WD die in het mainstream ssd-segment nog leuke zaken doet, laat het in het nvme-segment volledig afweten, want de WD Black komt niet in de buurt van de prestaties van de nvme-zwaargewichten. Het is weliswaar de goedkoopste nvme-drive uit deze vergelijking, maar de prestaties komen maar net boven die van een degelijke (en normaliter goedkopere) sata-drive. Zaak voor WD om deze black drives extreem concurrerend geprijsd neer te zetten om ze een interessant alternatief te maken.

©PXimport

Conclusie

We zetten de modellen in twee klassen in een overzicht: schijven van 500 GB en schijven van 1 tot 2 TB. Samsung gaat er in beide klassen met de ‘Best getest’-waardering vandoor vanwege de prestatievoorsprong en het feit dat naarmate de last op de schijf toeneemt de prestaties structureel beter standhouden. Het zijn objectief de meest begeerlijke ssd’s.

De ademruimte die zij hebben is echter beperkt, vooral bij de grote doelgroep voor wie sata-schijven nog veruit het interessantste zijn. Nogmaals, voor de meeste basale taken is het verschil tussen de snelste ssd en een degelijke middenklasser simpelweg niet te ervaren en dan kan een paar euro al de doorslag geven. Hoewel we stellen dat elk van de ssd’s bij de juiste prijs overwogen mogen worden gaat onze redactietip uit naar de Crucial MX500, want die doet prestatie technisch weinig onder aan de 860 EVO en heeft zich in het eerste kwartaal van 2018 het meest regelmatig de koning van de prijs-per-GB mogen noemen. Grote kans dus dat het vooral tussen die twee modellen kiezen wordt.

Dat legt de uitdaging bij WD, SanDisk en Kingston om te zorgen dat de huidige alternatieven sterk op prijs concurreren met de MX500 en 860 EVO, en in het NVMe-segment sterk op prijs concurreren met de inhoudelijk ijzersterke 970 EVO-serie.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.