ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Problemen in Bitcoin-land: Wat is er aan de hand?

Het gaat niet goed met de Bitcoin. Niet met de koers, maar ook het protocol erachter zit in de problemen. De digitale munt dreigt op te splitsen in twee 'forks', waardoor het decentrale karakter van de valuta dreigt te verdwijnen.

Het is al weken hommeles in Bitcoin-land. Dat zucht namelijk onder zijn eigen populariteit, want door het grote aantal gebruikers en transacties is het huidige werkmodel niet meer houdbaar.
 

Het probleem

Een essentieel onderdeel van de Bitcoin is de blockchain, een 'ketting' waarin alle transacties van de digitale munt worden opgenomen. De blockchain moet constant worden geüpdate, zodat iedere gebruiker altijd de meest actuele informatie heeft over welke Bitcoins waar zijn uitgegeven.

Je kunt je voorstellen dat die blockchain steeds groter wordt naarmate er meer transacties worden gedaan. Dat is nu een probleem aan het worden, want de blocks zijn inmiddels te groot. Een block kan maximaal 1 MB zijn. Dat was bij de oprichting van de Bitcoin nog niet zo'n probleem, maar dat was voordat de munt zo populair werd.

Er wordt nu ongeveer iedere 10 minuten een nieuwe block aan de blockchain toegevoegd. Dat betekent dat er steeds meer bandbreedte nodig is om Bitcoins te mijnen of zelfs te houden - niet erg realistisch.
 

Het dilemma

Er moet daarom iets gebeuren bij de Bitcoin, dat is zeker. Maar wát er moet gebeuren, daarover zijn de meningen verdeeld. In ieder geval moeten de blocks in de blockchain groter worden gemaakt, maar het is vooral de manier waarop dat gebeurt, en de frequentie, die zorgen baren. In september staat er een congres gepland van de Bitcoin Foundation (de oprichters van de munt), waarin de ontwikkelaars praten over de mogelijk stappen.
 

Er moet ingegrepen worden in de Bitcoin, dat is zeker

Om de grotere vraag aan te kunnen, is het volgens veel Bitcoin-adepten nodig om in te grijpen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van hogere transactiekosten bij het kopen van Bitcoins, of het opzetten van betaalhubs. Daarmee wordt Bitcoin echter steeds meer als een bank, waarbij één of een aantal autoriteiten de valuta aansturen. Dat gaat volgens een deel van de oprichters in tegen het decentrale karakter van de munt.

Dat is niet alleen een praktisch probleem, maar ook een probleem in hoe Bitcoin nu wordt gerund. Dat gebeurt namelijk door een grote groep (semi-)vrijwillige ontwikkelaars, die geen baas hebben, geen verdienmodel, geen winstoogmerk en geen enkele motivatie behalve een idealistische.

Die gemeenschap is in twee kampen verdeeld. Dat wordt goed beschreven door Mike Hearn, één van de oprichters van de nieuwe Bitcoin-fork. Hij legt in een blogpost uit wat de verschillen tussen de beide kampen zijn.

Een kleine groep ontwikkelaars trekt nu aan de bel, want zij vinden dat de munt niet verder kan steggelen zoals dat nu gaat. Gavin Andresen en Mike Hearn, twee van de belangrijkste originele ontwikkelaars van de munt, willen zich daarom afsplitsen van de Bitcoin-beweging.
 

De nieuwe Bitcoin-fork

De blocks van het nieuwe Bitcoin-protocol worden periodiek groter

Hearn en Andresen zijn daarom aan de slag gegaan met een tweede protocol, genaamd Bitcoin XT. Dat is gebaseerd op de open sourcecode van de originele Bitcoin, die voor iedereen in te zien is. Op het eerste gezicht is de nieuwe fork exact hetzelfde als de originele Bitcoin, maar er ontstaan daardoor wel twee verschillende blockchains.

Het grote verschil is dat de grootte van de blocks is veranderd. Die worden (bij Bitcoin XT) vanaf 11 januari 2016 8 MB groot, maar de grootte verdubbelt iedere 2 jaar tot de blocks een limiet van 8,912 MB hebben bereikt.

Volgens Hearn en Andresen is een dynamische verandering in de grootte (die dus iedere 2 jaar verandert) de enige manier om de Bitcoin succesvol te maken. Met de Wet van Moore in het achterhoofd is het namelijk een kwestie van tijd voor ook de nieuwe grootte van 8 MB bereikt is.

Bovendien, zeggen de oprichters van Bitcoin XT, kan de munt ineens sterk in populariteit stijgen zoals dat in 2013 en 2014 gebeurde. Door toenemende media-aandacht werd de munt ineens veel meer waard, en gingen meer mensen Bitcoins gebruiken. Ook tijdens de Griekse crisis was goed te zien hoe de munt even in waarde steeg.
 

De complicaties

Het nieuwe systeem heeft echter geen ondersteuning van het ecosysteem dat Bitcoin wel heeft. Door de jaren heen zijn er tientallen Bitcoin-handelsplaatsen ontstaan (waarmee het niet altijd even goed ging), en die werken allemaal onderling samen op één protocol.
 

Door de problemen ontstaan twee incompatibele versies van de Bitcoin

Bitcoin TX is echter zo anders, dat oude mijn-computers niet meer kunnen samenwerken met het protocol. In dat geval zal de gebruiker van zo'n mijn-computer moeten kiezen: Blijft hij 'gewone' Bitcoins mijnen, of toch de nieuwe?

Zo'n situatie betekent een probleem voor de populaire munt, want die staat juist bekend om zijn universele karakter. Hoewel het protocol open source is, blijft de Bitcoin de meest bekende digitale munt.

Er bestaan wel aftakkingen van de Bitcoin, zoals de Dogecoin of de Litecoin en de controversiële Nederlandse Coinye. Al die aftakkingen kwamen maar echter maar moeilijk van de grond, omdat de munten overschaduwd werden door de 'echte' Bitcoin.

Als daar een nieuw protocol bij komt, is het misschien wel gedaan met de populaire munt.
 

De toekomst

Het gaat er nu om wie de meeste gebruikers aan zich kan binden

De nieuwe Bitcoin-fork staat daarom voor een herculiaanse opdracht: Het moet zorgen dat een meerderheid van de Bitcoin-gebruikers overstapt. Dat gaat bij de gratie van de mijners - gebruikers die actief Bitcoins mijnen met hun computers of servers. Zij zullen straks moeten besluiten om bij het oude protocol te blijven, of toch de nieuwe munten te gaan mijnen.

In Bitcoin XT zit een stukje code, dat ieder uur controleert hoeveel Bitcoin-mijn-nodes aangesloten zijn op het nieuwe protocol. Zodra dat er 75% zijn, kan het protocol ook echt in werking gaan.

Op dit moment is slechts een kleine 13% van de gebruikers over op het nieuwe systeem. Maar wat niet is, kan nog komen.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.