ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Politie: "Kans op ontsleuteling bij betalen van ransomware relatief groot"

Ransomware wordt de komende jaren steeds meer gericht verstuurd naar bedrijven, ziekenhuizen of belangrijke infrastructuur. Individuele gebruikers zijn echter nog steeds kwetsbaar, vooral omdat het maken en verspreiden van ransomware steeds goedkoper wordt.

Dat zegt Ton Maas, digitaal coördinator van het Team High Tech Crime, tegen PCM. Hij sprak op een congres van security-bedrijf Kaspersky over de samenwerking met de politie aan het project No More Ransom. Dat project probeert slachtoffers van ransomware te helpen met het ontsleutelen van bestanden, door in beslag genomen sleutels te publiceren.
 

Ransomware-as-a-service

Ransomware is een groeiend probleem, dat de komende jaren alleen maar groter gaat worden. Dat is conclusie van zowel Maas als van Kaspersky. Het bedrijf ziet een toename van het aantal gevallen van ransomware, maar merkt ook dat het steeds makkelijker wordt dat te verspreiden.

Dat heet 'ransomware as a service'. Dat gaat om vormen van gijzelsoftware die door criminelen worden verkocht, onder andere op ondergrondse websites op het Onion-netwerk. Meestal zijn dat variaties van bekende ransomware zoals Coinvault of Teslacrypt, die simpelweg een paar andere sleutels hebben.
 

Kant-en-klare pakketten

Bij ransomware-as-a-service worden pakketten kant-en-klaar verkocht aan criminelen

Dergelijke ransomware kan in kant-en-klare pakketten worden verkocht aan criminelen, die met handige tools alleen maar een berg emailadressen hoeven in te vullen en bijvoorbeeld een phishing-mail op te stellen. Opvallend is het verdienmodel achter de ransomware. Daarbij krijgt de originele programmeur van de malware 70% van de opbrengsten, en de verspreider de overige 30%.

Volgens Maas is de steeds goedkopere ransomware-as-a-service zowel een vloek als een zegen. "Zulke diensten worden afgenomen door criminelen die weinig weten van programmeren én van veiligheid. Je ziet daardoor dat ze eerder fouten maken, waardoor ze weer makkelijker op te sporen zijn."

Gerichtere aanvallen

Ransomware-as-a-service mag dan wel groter worden, maar dat betekent niet persé dat er veel meer slachtoffers bij komen. Het echte gevaar zit volgens Maas in gerichtere aanvallen op onder andere bedrijven en ziekenhuizen. "Als zij hun bestanden verliezen, hebben ze een veel groter probleem. Je ziet dan dat zulke instellingen eerder het losgeld betalen. Bovendien hebben ze meer geld, dus kunnen de criminelen méér geld vragen."

Grote instellingen hebben meer geld, meer te verliezen, én zijn makkelijker te infecteren

et is bovendien makkelijker om zo'n grote instelling te infecteren met ransomware. Zo zijn er meer medewerker die per ongeluk een foute link kunnen openen of een geïnfecteerde usb-stick in hun computer stoppen. Volgens Maas is daar maar één remedie voor: "Voorlichten, voorlichten, voorlichten. Bedrijven moeten hun medewerkers beter leren wat de gevaren van ransomware zijn en hoe ze die kunnen voorkomen."

Klein percentage

Datzelfde geldt overigens ook voor individuele gebruikers, al zien zowel Kaspersky als de politie dat er veel minder betaald wordt. Maas: "Bij de Coinvault-ransomware zagen we dat slechts 6% van de gebruikers uiteindelijk betaalde om zijn bestanden terug te krijgen." Hij geeft meteen toe dat Coinvault wel door twee jonge (Nederlandse) jongens werd gemaakt en daardoor niet erg betrouwbaar overkwam, maar het lage percentage is waarschijnlijk wel een indicatie voor hoe weinig mensen voor ransomware betalen.
 

Betalen? Dat kan soms

De kans dat je je bestanden terugkrijgt is relatief groot

Officieel zegt de politie dat je nooit moet betalen voor ransomware, want je ondersteunt daarmee criminaliteit. Soms loont het echt best de moeite om te betalen voor ransomware. De kans is namelijk redelijk groot dat je je bestanden gewoon terug krijgt. Maas: "Criminelen gooien hun eigen business-model in als ze bestanden niet ontsleutelen. De kans is relatief groot dat je je bestanden daarom toch terugkrijgt."

Toch is betalen niet helemaal zonder risico's, voegt Maas er aan toe. "Het kan zijn dat de malware bewust óf onbewust zorgt dat je op een later tijdstip wéér getroffen wordt. Dat kan als er een trojan in de code zit die in je systeem blijft zitten, maar op een later moment toeslaat."

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.