ID.nl logo
10 vragen over slimme verlichting
© Andrey Popov
Zekerheid & gemak

10 vragen over slimme verlichting

Slimme verlichting is de eerste stap naar een slim huis. Waar begin je, wat heb je nodig en waar let je op? Om je op weg te helpen, beantwoorden we tien vragen over slimme verlichting.

In dit artikel vertellen we je:

  • Wat je met slimme verlichting kunt
  • Welke soorten slimme lampen er zijn
  • Of het veilig is om te gebruiken
  • Waar je op moet letten bij de aankoop van slimme lampen
  • Ook interessant: verlichting van Philips Hue wordt binnenkort duurder – hier lees je er alles over!

Vraag 1: Wat kun je met slimme verlichting?

Slimme verlichting bedien je vanaf de bank of elke andere plek in en buiten het huis. Je verbindt de slimme lamp met software met een app, spraakassistent of knop. Via een smartphone, slimme speaker of ander slim accessoire zet je de lampen eenvoudig aan en uit. Via een app stel je onder meer de helderheid en kleur(en) van de lampen in. De personalisatiemogelijkheden verschillen per merk en model.

Door het instellen van automatiseringen gaan je slimme lampen automatisch aan en uit op basis van de ingestelde voorwaarden. De tuinverlichting gaat bijvoorbeeld vanzelf uit na zonsopkomst of de lampen zijn ‘s nachts minder fel als je ze op dat moment inschakelt. Dat regel je allemaal via een app.

Vraag 2: Welke soorten slimme lampen zijn er?

Slimme verlichting is er in allerlei soorten en maten. Sommige lampen draai je in een bestaande fitting met een E27-, E14- of GU10-aansluiting, maar er zijn ook lichtslangen, ledstrips, lichtpanelen, lampjes voor in de kerstboom en armaturen. In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld om een plafonnière of inbouwspot waarin de slimme software al is ingebouwd.

Je huis slimmer verlichten?

Kijk hier welke oplossing het best bij jouw situatie past!

Vraag 3: Kan ik elke lamp slim maken?

Hoewel het aanschaffen van slimme verlichting de makkelijkste oplossing is, kun je in principe elke lamp slim maken. Met een slimme stekker bedien je een lamp die je in het stopcontact steekt via je smarthomeplatform. Sommige slimme stekkers hebben ook een fysieke knop.

Hoe zit het met wand- en plafondlampen die je normaal gesproken met een lichtschakelaar bedient? Met een slimme inbouwschakelaar, zoals die van Shelly, maak je ook deze lampen slim. Je bedient ze eenvoudig via je smarthomeplatform én met de lichtknop in huis. Heb je een dimbare lamp? Daar bestaan slimme inbouwdimmers voor. Blijf je huidige lichtknop gebruiken of ruil deze in voor een impulsschakelaar. De knop blijft dan altijd in de oorspronkelijke positie staan.

Vraag 4: Hoeveel energie gebruikt een slimme lamp?

De gemiddelde (slimme) ledlamp heeft een vermogen van 7 watt. Dat is heel wat zuiniger dan een gloeilamp van 40 of 60 watt. Bovendien kun je met automatiseringen de tijd dat je lampen aan staan minimaliseren. Zo bespaar je nóg meer. Wel gebruiken slimme lampen ook stroom als ze uitstaan. In de praktijk is dat echter verwaarloosbaar.

Vraag 5: Is slimme verlichting wel veilig?

Veel slimme apparaten staan in contact met servers over de hele wereld. Aan alle apparaten die verbonden zijn met internet zijn uiteraard veiligheidsrisico’s verbonden. Ze verzamelen informatie en wisselen die uit met servers. Het gaat niet alleen om de status van je lamp (aan of uit), maar soms ook om je locatie- en persoonsgegevens. Dat levert een privacyrisico op.

Je kan zelf maatregelen nemen om deze risico’s te verkleinen. Bijvoorbeeld door lokaal te werken en te kiezen voor merken die regelmatig veiligheidsupdates voorzien. De Nederlandse overheid geeft aan dat slimme lampen van fabrikanten buiten de Europese Unie potentieel minder veilig zijn, omdat ze niet aan de Europese veiligheidsvoorschriften hoeven te voldoen. Het gaat hierbij vaak om goedkopere lampen.

©Gorodenkoff Productions OU

Vraag 6: Welke merken slimme lampen zijn er?

Het bekendste merk van slimme verlichting is Philips Hue. In het assortiment zijn veel soorten lampen en accessoires te vinden die je bedient via de eigen app van het merk. Andere bekende merken zijn Innr, WiZ, Calex en Trust (KlikAanKlikUit). Ook IKEA, Kruidvat, Action, Lidl en HEMA bieden betaalbare opties aan.

Voor unieke slimme verlichting kun je terecht bij merken als Nanoleaf en Twinkly. Zij bieden onder meer slimme paneellampen en lichtsnoeren aan. Twinkly staat verder bekend om zijn slimme kerstverlichting.

Vraag 7: Kan ik verschillende merken combineren?

De slimme lampen van verschillende merken hebben elk een eigen app. Door de verschillende apps zie je soms door de bomen het bos niet meer. Dat kun je oplossen door je lampen te koppelen aan apps als Google Home (Android en iOS) en Apple HomeKit (iOS).

Je stelt de verlichting eenmalig goed in via de app van de lamp en zet de verlichting vervolgens aan en uit via een van de smarthomeplatforms. Ook hierin kun je lampen dimmen en van kleur veranderen.

De Philips Hue-app ondersteunt ook andere lampen die gebruikmaken van het ZigBee-protocol. Je bedient bijvoorbeeld de lampen van IKEA, Innr en Trust via deze app. Wel is een Hue Bridge vereist.

Vraag 8: Heb ik een bridge of hub nodig?

Veel slimme lampen verbind je via wifi of bluetooth, maar voor sommige toepassingen heb je een bridge of hub nodig. Bij lampen van Philips Hue kun je met een bridge je smarthome bedienen als je van huis bent. Bovendien kun je dan meer lampen aan de app koppelen, namelijk 50 in plaats van 10. Heb je een groot huis? Een bridge kan je helpen ook de slimme lampen achter in je tuin te bedienen.

Vraag 9: Hoe bedien ik een slimme lamp als het internet uitvalt?

Of je slimme verlichting werkt als het internet uitvalt, ligt er geheel aan hoe je smarthome is opgebouwd. Je kunt je slimme verlichting lokaal bedienen met een bridge of gebruikmaken van een Raspberry Pi in combinatie met HomeAssistant of Domoticz. Met de juiste slimme schakelaar bedien je het licht bovendien via een fysieke lichtknop. De stemassistenten Google Assistant, Siri en Alexa vereisen doorgaans wel een internetverbinding.

©Olha - stock.adobe.com

Vraag 10: Waar let je op bij het kopen van slimme lampen?

Voordat je slimme verlichting aanschaft, is het slim om een plan te maken. Welke stemassistent wil je gebruiken? Met welk protocol wil ik werken? Welke kleuren licht wil ik gebruiken?

Kijk op de verpakking of je favoriete stemassistent wordt ondersteund en onderzoek welk protocol een slimme lamp gebruikt (al is dat laatste dankzij Matter minder noodzakelijk). Wil je enkel wit licht in huis? Je bent goedkoper uit met een slimme lamp die geen andere kleuren kan weergeven. Let er verder op dat de kleurtinten van merken kunnen verschillen.

Watch on YouTube

Meer video's van ID.nl zien? Abonneer je dan op ons YouTube-kanaal!

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips