ID.nl logo
Zuinige bijverwarming? Dit zijn de opties
© Getty Images/iStockphoto
Energie

Zuinige bijverwarming? Dit zijn de opties

Met de hoge gasprijzen zoeken veel mensen een alternatieve manier om hun huis bij te verwarmen. Wie een variabel tarief heeft, betaalt nu bij veel energieleveranciers al meer dan drie euro per kubieke meter gas. Het kabinet heeft weliswaar een prijsplafond aangekondigd voor de energieprijzen, vanaf 1 januari. Maar dan moet je nog steeds de komende maanden zien te overbruggen. Je kunt proberen op je gasverbruik te besparen, door er zuiniger mee om te gaan. Maar in sommige gevallen kan een elektrische bijverwarming óók een gunstig alternatief zijn. We leggen uit wat er mogelijk is en met welke kosten je rekening moet houden.

Wat is bijverwarming?

Bijverwarming is een extra verwarming die je helemaal apart van je centrale verwarming gebruikt. Je zet deze verwarming bijvoorbeeld in je huis, garage of op kantoor neer. Ze worden ook gebruikt in ruimtes waar geen radiator aanwezig is, bijvoorbeeld een zolderkamer. Of in ruimtes die de bestaande radiator in de wintermaanden maar met moeite warm krijgt, zoals een badkamer. Op de koudste dagen kan bijverwarming ook helpen om een bepaalde ruimte vorstvrij te houden, zoals een garage of je kas in de moestuin. En er zijn ook kleinere elektrische kachels. Die zijn uiteraard populair op de camping, om camper of caravan warm te houden als de nachttemperatuur daar aanleiding toe geeft.

Aanpassingen na isolatie?

Heb je je woning geïsoleerd en profiteer je daar vooral in de woonkamer van? Dan is het soms lastig om de andere ruimtes op temperatuur te krijgen. De thermostaat hangt immers in die woonkamer, en daar wordt bepaald of de verwarming aanslaat. Elektrische bijverwarming in de andere ruimtes is dan een mogelijkheid. Maar niet de enige. Je kunt ook denken aan een slimme thermostaat waarmee je andere kamers apart kunt verwarmen.

Lukt het niet om een ruimte warm te stoken, dan zul je op zoek moeten naar alternatieven. Zoals een elektrisch warmtedeken

Stralingswarmte

Het verwarmen van een hele ruimte kan het doel zijn van bijverwarming, maar dat hoeft niet. Er zijn ook oplossingen die vooral stralingswarmte bieden. Dat brengt vaak al voldoende comfort. Een bekend voorbeeld is infraroodverwarming. Je voelt de warmte daarvan in de directe omgeving. Ook objecten in de kamer worden er door verwarmd. Je plaatst ze doorgaans vlak bij waar je zit, want na drie meter wordt het effect al minder. Denk bijvoorbeeld aan een werktafel, zithoek of in de serre. Je kunt ze ook aan een plafond of muur monteren en zelfs onder een bureau. Er bestaan ook infraroodpanelen met spiegel voor in de badkamer. Met infraroodverwarming verander je niet op korte termijn de temperatuur van de ruimte.

Vergelijk op Kieskeurig alle mogelijkheden voor bijverwarming.

©Evgen_Prozhyrko

Infrarood geeft een prettige stralingswarmte en werkt over enkele meters.

ELEKTRISCHE DEKEN Ook een eenvoudige elektrische deken kan een alternatief zijn voor het verwarmen van een hele ruimte. Leg je zo’n deken in je bed dan geeft het veel plaatselijke warmte. Dit biedt extra comfort als het erg koud wordt in de slaapkamer, en je hoeft niet de hele slaapkamer bij te stoken. Ook een winterdekbed is natuurlijk een goede investering. Een kleine elektrische deken kun je ook op je stoel of bank leggen als bijverwarming, zodat de centrale verwarming wat lager kan.

Houtkachel

Als bijverwarming denk je misschien aan de houtkachel, die flink in de belangstelling staat. Maar hoe romantisch ook: het stoken van houtkachels kan behoorlijk vervuilend zijn. De concentratie fijnstof in huis kan flink toenemen bij het opstoken van de houtkachel. Dit hangt echter sterk af van onder meer de ouderdom van de kachel, het gebruik van ventilatie en filters, de manier van stoken en het gebruikte hout. Kies je voor een houtkachel, wees hier dan bedacht op.

Wat de kosten betreft, loont een houtkachel meestal alleen de moeite als je een moderne en efficiënte houtkachel hebt, anders vliegt het grootste deel van de warmte door je schoorsteen naar buiten. Het ligt gunstiger als je voor weinig geld wat hout kunt sprokkelen.

©George Clerk

Een houtkachel is vooral een gunstige optie als je voordelig hout kunt sprokkelen.

Verbruikskosten op een rijtje

We hebben de verschillende mogelijkheden om je huis elektrisch te verwarmen op een rijtje gezet, met oplopende verbruikskosten.

Warmtepomp

Van alle opties is een warmtepomp de meest zuinige en duurzame optie om je huis te verwarmen. Er is alleen niet echt sprake meer van bijverwarming. Meestal laat je een warmtepomp immers installeren met als doel om je hele huis te verwarmen. Denk aan woningen die geen gasaansluiting meer hebben. Een extra voordeel van een warmtepomp is dat die vaak óók kan koelen.

Een warmtepomp is een zuinige en duurzame optie, maar installeer je niet zomaar.

Airco

Een airco werkt ook volgens het principe van de warmtepomp, en is daarom óók een zuinige en duurzame optie. Het hoofddoel is uiteraard het koelen van je kamer, maar de meeste modellen kunnen ook de werking omkeren en de ruimte verwarmen. Een airco in de slaapkamer kan dus in de winter prima als bijverwarming dienen. Het (laten) installeren van een airco is mede daarom zelfs in de winter populair. De installatie van aan airco is kleinschaliger en goedkoper dan van een warmtepompinstallatie, maar nog steeds niet makkelijk zelf te doen. Let bij je keuze goed op het energielabel voor koelen en verwarmen. Daar zijn aparte labels voor, en daar kan verschil in zitten.

We hebben het hier over zogenoemde split-unit airco’s, met zowel een binnen- als buiten-unit, en dus niet de mobiele verrijdbare exemplaren. Om te koelen voert zo'n airco de warme lucht in je kamer af naar buiten, terwijl koelvloeistof zorgt dat koude lucht je kamer in kan stromen. Op koele dagen onttrekt de warmtepomp daarentegen juist warmte aan de buitenlucht. Die warme lucht wordt door de binnen-units de kamer in geblazen.

©Kwangmoozaa

Een airco werkt volgens het principe van een warmtepomp.

Infraroodverwarming

Infraroodverwarming verbruikt ongeveer twee keer meer energie dan een warmtepompinstallatie. Het wordt wel als een duurzame optie gezien. Een voordeel van infraroodverwarming is dat je het alleen aan hoeft te zetten als je daadwerkelijk in de ruimte bent. Een thermostaat met bewegingssensor is daarvoor erg praktisch. De panelen warmen ook heel snel op, meestal binnen vijf minuten. In een zeer goed geïsoleerd huis is ook volledige verwarming met infraroodpanelen mogelijk.

Elektrische radiator

Een elektrische radiator is geen duurzame keuze en ook niet voordelig in het verbruik. Je bent voor dezelfde hoeveelheid warmte twee keer zoveel geld kwijt als voor warmte uit een gasgestookte hoog rendement cv-ketel. Ook de CO2-uitstoot is ruim twee keer zo hoog. Als je een stroomoverschot hebt door zonnepanelen op je dak is je elektriciteit uiteraard goedkoper en verandert deze rekensom. Maar dat geldt ook voor de eerder genoemde 'elektrische' opties.

BEREKEN HET VERBRUIK Wil je uitrekenen wat bijvoorbeeld een elektrische radiator verbruikt, dan kijk je vooral naar het wattage. Als voorbeeld nemen we een paneel met aluminium verwarmingselement en een vermogen van 900 watt. Dit paneel is toereikend om ruimtes tot 15 m2 te verwarmen. Het verbruik per uur ligt op 900 Wh of 0,9 kWh. Bij een stroomprijs van €0,50 per kWh betaal je zodoende €0,45 per uur. Het hangt van veel factoren of wat het daadwerkelijke verbruik zal zijn. Wil je dit zoveel mogelijk beperken, kies dan een model met termperatuur-gestuurde thermostaat. Dan zal de verwarming automatisch afslaan als de gewenste temperatuur is bereikt.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.