ID.nl logo
Zo maak je handige verzendlijsten in Word
© PXimport
Huis

Zo maak je handige verzendlijsten in Word

Er zullen ongetwijfeld dagen zijn dat je niet vierhonderd brieven de deur uitstuurt die allemaal moeten worden voorzien van een persoonlijke aanhef en andere persoonsgebonden informatie. Juist daarom is de kans groot dat je de functie verzendlijsten in Word niet kent en uren besteedt aan iets wat in een paar minuten mogelijk is (en ook nog eens minder foutgevoelig is). Wij helpen je die tijd besparen.

1 Wat zijn verzendlijsten?

Verzendlijsten is een functie binnen Word die je in staat stelt om gegevens te importeren uit bijvoorbeeld een Excel-document. Stel dat je een Excel-document hebt met de gegevens van 25 personen, dan zal Word met behulp van de functie Verzendlijsten aan de hand daarvan 25 documenten produceren waarin die gegevens zijn verwerkt. De rest van het document vul je aan met standaardinformatie die voor ieder document en iedere brief hetzelfde is. Zo kun je dus heel snel persoonlijke brieven genereren, terwijl je toch maar één keer het werk hoeft te doen. Lees ook: In 12 stappen een echte Word-expert.

©PXimport

2 Even nadenken

Het klinkt een beetje knullig, maar even pas op de plaats maken is één van de nuttigste stappen in deze workshop. Niets is vervelender dan alles in kannen en kruiken hebben, en daarna ontdekken dat je het Excel-document moet aanpassen omdat je nog iets bent vergeten. Denk na wat je in het Word-document wilt hebben. Ter illustratie sturen wij een uitnodiging voor een bruiloft. We hebben daarvoor ten eerste NAW-gegevens nodig voor de adressering en persoonlijke aanhef, maar willen ook graag tafelnummers toekennen voor het diner. Er komen tweehonderd gasten, dus je kunt je voorstellen dat dat handmatig een enorme klus zou zijn. Met een verzendlijst is dat zo gepiept.

©PXimport

3 Word-document maken

Nu je in de basis een idee hebt van wat je in je document (in ons geval een brief) wilt zetten, wordt het tijd om dat daadwerkelijk uit te werken. Start Word en maak een nieuw document, via Bestand / Nieuw / Leeg document. Je kunt er overigens ook gewoon voor kiezen om een sjabloon te gebruiken, dat heeft geen invloed op het eindresultaat. Maak vervolgens het document of schrijf de brief die je uiteindelijk wilt versturen. Maak deze brief helemaal compleet, inclusief aanhef, adres rechtsboven (indien van toepassing) en in ons geval: toewijzing van de tafelnummers. Maak de gegevens die je straks automatisch wilt laten invullen even vetgedrukt, dan vergeet je het straks niet. Door de brief volledig te maken, heb je voor jezelf een concreet overzicht of je niets bent vergeten. Controleer het document en laat het eventueel nog controleren door andere belanghebbenden (je partner, collega enzovoort) om te zien of je niets bent vergeten. Sla het document op.

©PXimport

4 Excel-document maken

Vervolgens maak je het Excel-document. Het scheelt natuurlijk helemaal tijd als je alle namen en adressen al in Excel hebt staan, zodat je alleen nog maar de ontbrekende elementen hoeft toe te voegen. Klik op Bestand / Nieuw / Lege werkmap om het nieuwe document te maken. Sjablonen zijn in dit geval niet gewenst, dat zorgt alleen maar voor verwarring, houd het zo kaal en eenvoudig mogelijk. Wat belangrijk is om te weten, is dat de kolommen in Excel dienen as onderwerpen (dus naam, adres, tafelnummer enzovoort) en dat de rijen dienen als opsomming van al die gegevens, oftewel, in ons geval is elke rij een andere persoon.

5 Excel-document invullen

Nu kun je het Excel-document gaan invullen. In ons geval plaatsen we de volgende kopjes in de eerste regel van het document: Voornaam, Achternaam, Adres, Postcode, Woonplaats en Tafelnummer. Zodra je dit hebt gedaan, blokkeer je de bovenste rij in het document door te klikken op het tabblad Beeld in het lint en vervolgens op Blokkeren / Bovenste rij blokkeren. Dat is handig; zo kun je bij lange documenten zien in welke kolom je ook alweer werkt wanneer je naar beneden scrolt. Vervolgens vul je het document verder in: dus op elke regel van iedereen de informatie die bij de kopjes hoort (in ons geval dus voornaam, achternaam enzovoort). Wil je de documenten per mail versturen, dan is een kopje E-mailadres ook nodig.

©PXimport

Let op de juiste celeigenschappen

Wanneer je alleen maar tekst gebruikt in het Excel-document waarmee je in Word documenten wilt genereren, dan hoef je je verder niet druk te maken om celeigenschappen. Maar wil je in het uiteindelijke document ook, bijvoorbeeld, bedragen noemen, dan zijn celeigenschappen wel van belang. Met celeigenschappen vertel je Excel wat de inhoud van een cel precies is. Want wij mogen het verschil tussen een bedrag, een datum of een huisnummer weliswaar eenvoudig kunnen zien, Excel kan dat niet. Om Excel te vertellen wat de inhoud van een cel precies voorstelt, klik je met de rechtermuisknop op de cel en kies je voor Celeigenschappen. In het venster dat verschijnt kun je aan de linkerkant kiezen wat voor soort inhoud de cel bevat, en aan de rechterkant kun je dit verder configureren (bijvoorbeeld door aan te geven hoeveel getallen er achter de komma moeten worden weergegeven).

6 Wizard afdruk samenvoegen

Je Word-document staat in de steigers en alle adressen en overige informatie zijn ingevuld in het Excel-document. Word kan heel veel met de informatie uit Excel, maar dan moet het programma natuurlijk wel eerst even weten om welk document het gaat en wat het daar precies mee moet doen. Die koppeling maak je heel eenvoudig met behulp van de wizard in Word. Zorg dat je het document in Word waarin je de gegevens wilt invoegen, open hebt en klik op Verzendlijsten / Afdruk samenvoegen starten / Stapsgewijze Wizard afdruk samenvoegen.

©PXimport

7 Excel-document selecteren

Nu wordt het tijd om de belangrijke keuzes te maken. In de eerste stap hoef je niets te kiezen, we hebben immers al een document gemaakt. Klik op Volgende en laat de optie Het huidige document gebruiken geselecteerd staan. Klik wederom op Volgende. Laat de optie Een bestaande lijst gebruiken geselecteerd staan en klik op Bladeren. Navigeer nu naar het adressenbestand dat je hebt gemaakt en klik op Openen en op OK in het venster dat verschijnt. Je ziet nu de adressen uit het Excel-document verschijnen, waarbij de eerste rij (met de omschrijvingen naam, adres enzovoort) wordt gebruikt als kopregel. Klik op Volgende.

©PXimport

8 Adres invoegen

In stap 3 heb je in je brief de velden die je dynamisch wilt invullen (oftewel, met de informatie uit het Excel-document) vetgedrukt. Dat maakt het nu makkelijk om deze velden te vinden. Rechtsboven hebben wij in ons document een adresblok staan. Dat gaan we nu vervangen voor een dynamisch adresblok. Selecteer het adresblok, druk op de Delete-toets en klik vervolgens in het rechterdeelvenster op Adresblok. Er verschijnt een venster waarin een voorbeeld wordt getoond van het adres. Stel nu dat er nog iets ontbreekt, zoals in ons geval de woonplaats, klik dan op Velden vergelijken. Dit is waar je Word kunt vertellen welke velden uit Excel waarvoor staan. In dit venster kun je dus ‘Plaats’ koppelen aan het kopje ‘Woonplaats’ uit Excel. Klik op OK en nogmaals op OK om het dynamische adres in te voegen.

©PXimport

9 Extra informatie invoegen

Naast het adres hebben we natuurlijk ook nog een aanhef en een tafelnummer. Deze voeg je op een gelijksoortige manier in. Selecteer de naam achter de aanhef en druk op de Delete-toets. Klik nu op Meer items in het rechterdeelvenster, selecteer Voornaam en klik op Invoegen. Om, in ons geval, het tafelnummer in te voegen, selecteren we het tafelnummer, drukken we op Delete en klikken we op Meer items / Tafelnummer / Invoegen.

©PXimport

10 Koppeling testen

Je hebt nu je Word-document met succes gekoppeld aan de informatie in het Excel-document, en Word weet welke informatie waar ingevoegd moet worden. We snappen dat het best eng is om daarop te vertrouwen in het begin, maar gelukkig kun je het testen. Klik bovenin op Voorbeeld van het resultaat en je zult zien dat de ‘placeholders’ worden vervangen door de daadwerkelijke informatie. Naast de knop Voorbeeld van het resultaat zie je pijltjes naar links en rechts, waarmee je door de resultaten kunt scrollen om te kijken of alles klopt.

©PXimport

11 Documenten afdrukken

Alle informatie is ingevuld, maar hoe zorg je er nu voor dat dit bij de juiste mensen komt? Dat kan op twee manieren. De eerste manier is afdrukken. Wanneer je klikt op Voltooien en samenvoegen / Documenten afdrukken, dan verschijnt er een klein venster waarin je kunt aangeven of je alles wilt afdrukken of slechts een bepaald aantal (bijvoorbeeld 1 tot en met 50, als je om wat voor reden dan ook in etappes stuurt). De opdracht wordt naar je printer verstuurd en elke afdruk is voorzien van een andere naam en een ander adres. Naast efficiënt is dit overigens ook veel minder foutgevoelig.

©PXimport

12 E-mails versturen

Digitaal verzenden kan natuurlijk ook, mits je Outlook hebt geïnstalleerd en een account hebt ingesteld. Klik op Voltooien en samenvoegen en vervolgens op E-mailberichten verzenden. In het venster dat verschijnt, selecteer je E-mailadres bij Aan en geef je vervolgens een onderwerpregel in. Ook hier kun je aangeven of je alles wilt versturen of slechts een deel. Zodra je klikt op OK, worden alle documenten als mail verstuurd via het account dat je hebt ingesteld in Outlook.

©PXimport

13 Etiketten

Kies je voor verzending per post, dan heb je natuurlijk ook etiketten nodig. Dan is het goed om te weten dat je enveloppen en etiketten op dezelfde manier kunt afdrukken. Maak een nieuw document en volg stap 6, 7 en 8. Ditmaal kies je echter in de eerste stap van de wizard voor Enveloppen of Etiketten. In stap 2 van de wizard klik je op Labelopties of Etiketopties om de afmeting te selecteren van de labels/etiketten die je in je printer hebt liggen. In stap 4 van de wizard klik je, na het invoegen van het adresblok op Alle labels bijwerken. Je kunt nu in één klap alle labels uitprinten zonder daar handmatig iets aan te hoeven doen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!