ID.nl logo
Ethisch hacken voor beginners: Wat moet je kunnen?
© PXimport
Huis

Ethisch hacken voor beginners: Wat moet je kunnen?

Alleen al het woord hacken spreekt bij veel mensen tot de verbeelding. De gedachte dat geen computer veilig is voor jouw magische vingers klinkt erg stoer. Dat trekt dan ook een hoop kwaadwillenden aan. Maar gebruik je deze vaardigheden juist voor het goede? Dan is ethisch hacken jouw forte. Hoe begin je daar eigenlijk aan?

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het is een misvatting dat een hacker een crimineel is. De van origine Amerikaanse term staat in principe voor een computerexpert die in staat is om - meestal met technische middelen - een probleem op te lossen. Dat heeft dus met software en/of hardware te maken en ook beveiliging speelt vaak een rol. Het gaat in eerste instantie om het toegang krijgen tot verborgen data en soms ook om het verwijderen, aanpassen of stelen daarvan. Dat laatste is in de media en de volksmond de gangbare betekenis.

Een ethische hacker moet twee dingen zijn. Allereerst - jawel - ethisch en dus beseffend dat schade toebrengen, data stelen, data verminken of andere ongein uithalen onverantwoord gedrag is. Ethisch betekent je grenzen kennen, goed nadenken over wat je wel of niet doet en verantwoord handelen.

Hoe past dit bij hacken? Als hacker moet je obstakels zien als iets waar je slim mee om kan gaan, proberen technologie te begrijpen en daar creatief mee te spelen. De drie beste eigenschappen om dat mogelijk te maken, zijn dan ook leergierigheid (want je moet veel kennis van systemen verzamelen), optimisme (denken in oplossingen in plaats van problemen) en vasthoudendheid (je probeert veel en dat gaat ook vaak mis). Een beetje hacker deelt graag kennis dus wie eventjes zoekt op internet zal veel kennis online kunnen vinden. Beginnen is dus niet lastig, maar echt goede hacks zetten kost tijd.

6 regels van ethisch hacken

Al in 1984 verscheen het boek “Hackers: Heroes of the Computer Revolution” van Steven Levy, waarin hij mensen, computers en gebeurtenissen beschrijft die de hackercultuur bepalen. Door velen wordt het boek als een belangrijk werk gezien. Levy beschrijft er belangrijke kenmerken van ethisch hacken in:

1. Delen van kennis. Wie wat ontdekt deelt de kennis.

2. Transparantie. Informatie hoort vrij toegankelijk te zijn, hetgeen niet betekent dat iemand daar niet voor betaald mag krijgen, maar wel dat er geen belemmeringen worden opgeworpen.

3. Decentralisatie. Bij een hacker hoort een zeer kritische houding tegenover autoriteit. Centrale systemen geven een partij macht (of het nu een overheid of een bedrijf is). Door decentraal te werken wordt die heerschappij ingeperkt. Hackers behoren dat te promoten.

4. Vrije toegang tot computers. Technologie zou voor iedereen beschikbaar moeten zijn en het is ook belangrijk dat mensen hierin worden gesteund. Met een computer kan mooie software worden gemaakt, die kunst kan zijn.

5. Verbeteren van de wereld. Hackers geloven sterk in de mogelijkheid dat technologie de wereld beter kan maken. Daarbij is het uitgangspunt dat door het verspreiden van computers de hackerethiek meekomt, waardoor de wereld beter kan worden.

6. Beoordelen op basis van het hacken en niet op andere zaken, zoals ras, leeftijd of uiterlijk.

Is ethisch hacken strafbaar?

De strafrechtelijke term voor digitaal inbreken is computervredebreuk. Onder computer wordt dan een ‘geautomatiseerd werk’ verstaan: alles dat is ingericht om gegevens op te slaan, te verwerken en over te dragen. Dus bijvoorbeeld computers, laptops, servers, mobiele telefoons, routers en smartwatches worden allemaal als geautomatiseerde werken beschouwd. Die computervredebreuk moet wel opzettelijk en ‘wederrechtelijk’ (dus zonder toestemming) gebeuren om strafbaar te zijn.

Op alleen het inbreken staat al twee jaar cel, maar dat kan snel oplopen naar vier jaar als er bijvoorbeeld informatie wordt gestolen of afgetapt. Het platleggen van systemen met een DDoS (Distributed Denial of Service)-aanval kan zelfs tot vijf jaar cel opleveren als om vitale infrastructuur gaat. Het zijn dus zware misdrijven volgens de wetgever.

Toch hoeft computervredebreuk niet altijd problematisch te zijn. Wanneer je de digitale kraak zet om een misstand aan te tonen die anders niet te bewijzen is, dan is het soms niet strafbaar. Dat vloeit voort uit het Europese recht op vrije meningsuiting en nieuwsgaring. Vaak wordt dat gezien als ethisch hacken. Belangrijk is dat de aanvaller niet verder gaat dan strikt noodzakelijk om het punt te maken, waarbij er geen andere mogelijkheden zijn.

Belangrijk is dat de aanvaller niet verder gaat dan strikt noodzakelijk

-

Dat was het geval toen ik op een gekraakte OV-chipkaart heb gereisd om duidelijk te maken dat de zwakheden helemaal niet zo theoretisch waren. Het Openbaar Ministerie ging dan ook niet tot vervolging over. Toen politicus Henk Krol digitaal inbrak bij een diagnostisch bloedlab om aan te tonen dat de beveiliging slecht was, werd hij wel vervolgd.

Niet vanwege het feit dát hij inbrak, maar vanwege het feit dat hij het zeker tien keer had gedaan. Dat was namelijk niet noodzakelijk in de ogen van de rechter en Krol werd dan ook veroordeeld voor computervredebreuk. Goede bedoelingen of niet: het overtreden van de wet brengt behoorlijk wat risico’s met zich.

Responsible disclosure

In veel gevallen heeft een aanvaller geen kwade bedoelingen en is de hack vooral bedoeld om gaten in de beveiliging aan te tonen. Als bedrijven of overheden dan toch aangifte zouden doen, zouden ethische hackers niet snel de door hen gevonden lekken melden.

Die koudwatervrees kan worden weggenomen met een ‘responsible disclosure-beleid’, waarin de melder wordt beloofd niet met aangiftes of schadeclaims lastiggevallen te worden, als deze zich tenminste aan bepaalde spelregels heeft gehouden. Daarbij kun je denken aan het niet zomaar data ophalen, geen schade maken of zomaar informatie naar buiten brengen zonder dat het lek is gedicht. Zo’n melding staat vaak op de website van een organisatie.

Toch is zo’n ‘afspraak’ tussen organisatie en hacker maar een beperkte zekerheid. Het Openbaar Ministerie mag altijd zelf het initiatief nemen tot een strafzaak en heeft aangegeven dat ook te doen. Er bestaat dus geen vrijbrief om te gaan hacken. De scheidslijn tussen ethisch hacken en crimineel hacken is flinterdun en wordt – soms met terugwerkende kracht - bepaald door het OM, niet door de hacker.

Penetratietest

Er zijn verschillende vormen om te beginnen met ethisch hacken. Wanneer mensen zeggen dat “een hacker naar het systeem heeft gekeken” dan bedoelen ze vaak dat er een penetratietest is uitgevoerd. Er is dan gekeken of het mogelijk is om in te breken. Meestal is zo’n onderzoek prima uit te voeren met standaard software, waarbij de kwaliteit van het onderzoek afhankelijk is van de beheersing en het begrip van de software waarmee de aanval wordt uitgevoerd.

Sommige onderzoekers schrijven eigen aanvallen. Dat is meer werk, maar je bereikt ook meer. In die fase wordt er ook vaak gekeken naar de versies van gebruikte software en bekende zwakheden in de programmatuur. Een andere vorm van ethisch hacken betreft het dieper kijken naar de software. In zo’n geval kijkt de onderzoeker of aanvallen gebaseerd op kennis van de broncode mogelijk zijn.

Soms komen nog niet ontdekte zwakheden bij penetratietesten naar boven, maar soms zit het net iets ingewikkelder in elkaar. Ook hiervoor zijn hulpmiddelen beschikbaar, maar soms is het echt lezen en studeren op de broncode.

VPN

Als ethisch hacker wil je wel veilig op internet bivakkeren. Daarom is het nuttig om een vpn-service te nemen. Hierdoor beveilig je niet alleen onbeveiligde draadloze verbindingen, maar help je ook voorkomen dat een eventuele tap op je internetverbinding informatie weggeeft. Sommige vpn-providers bieden daarbij ook anonimiteit door bijvoorbeeld geen logbestanden bij te houden. Handig om juridisch gezeur voor te zijn.

VPN.ac, CyberGhost, Private VPN, IPredator, Private Internet Access, ExpressVPN, NordVPN, TorGuard, HideMe, SlickVPN, Mullvad, IPvanish en Cryptostorm zijn VPN-providers die zelf zeggen geen logbestanden bij te houden. In hoeverre ze de waarheid vertellen is natuurlijk lastig te zeggen.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.