ID.nl logo
Huis

Beheer Windows met de Microsoft Management Console

Om Windows optimaal te beheren en te onderhouden moet je je vaak een weg banen door een doolhof van uiteenlopende configuratievensters. Microsoft heeft echter al lang een meer uniforme en gecentraliseerde beheertool die het elke computerbeheerder wat makkelijker moet maken. Een kennismaking met de Microsoft Management Console.

De kans is groot dat je het Windows Configuratievenster opent telkens als je een systeemfunctie of onderdeel wilt aanpassen of finetunen. Om een en ander te stroomlijnen heeft Microsoft echter een meer gecentraliseerde beheerapplicatie ontwikkeld van waaruit je het systeem overzichtelijker, want modulair, kunt benaderen: Microsoft Management Console (mmc). Die kun je het beste zien als een containerapplicatie die verschillende (ActiveX-) invoegmodules oftewel snap-ins kan bevatten.

Windows bevat standaard al een heel aantal van deze containerbestanden, telkens met de extensie .msc (mmc snap-in control). De meeste bevinden zich in de map %windir%\System32(\nl-NL). Om er maar enkele op te noemen: Apparaatbeheer (devmgmt.smc), Computerbeheer (compmgmt.msc), Schijfbeheer (diskmgmt.msc), Prestatiemeter (perfmon.msc), Services (services.msc) en Windows Firewall met geavanceerde beveiliging (wf.msc). Een aantal van deze modules komen hier aan bod, maar laten we eerst even kijken hoe je je eigen consoles samenstelt.

Modules toevoegen

Wanneer je zo’n mmc-console start, zul je bij de meeste de typische driedeling herkennen (bijvoorbeeld compmgmt.msc): links de al opgenomen modules, in het midden de beheeropties van de geselecteerde module en rechts de eventuele opdrachten die bij de module horen.

Je kunt echter ook je eigen favoriete beheerconsole samenstellen. Dat doe je door het commando mmc uit te voeren. Je merkt ook hier de driedeling op, maar die is nog helemaal leeg. De snelste manier op die op te vullen is via Bestand / Openen, waarna je naar een al bestaand msc-bestand verwijst. Wij opteren er echter voor vanaf ‘nul’ te beginnen. Dat doe je via Bestand / Module Toevoegen/verwijderen, waarna een 25-tal modules beschikbaar komen.

Er zijn natuurlijk nog andere beheermodules die vanuit een min of meer gecentraliseerde interface allerlei tools voor configuratie en finetuning toegankelijk maken. Eén ervan zit zelfs in Windows (Vista en hoger) ingebouwd: GodMode.

Eigenlijk gaat het om een speciale shell-map die als bron voor de zoekresultaten van het Windows Configuratiescherm wordt gebruikt. Je krijgt toegang tot deze map door op je bureaublad een nieuwe map te creëren met de volgende naam: GodMode.{ED7BA470-8E54-465E-825C-99712043E01C}. Van hieruit zijn zo’n 230 functies beschikbaar, opgedeeld in een 40-tal rubrieken.

Er zijn echter ook beheermodules van externe aanbieders, zoals het voortreffelijke en (ook) portable WSCC (Windows System Control Center; www.kls-soft.com/wscc). Deze console verenigt circa 285 tools uit de collecties van zowel NirSoft als Sysinternals. Je beslist zelf of bij voorkeur 32- dan wel 64bit-versies van de diverse tools op je schijf worden gezet.

©PXimport

Uitbreidingsmodules

In principe hoef je nu maar de gewenste module te kiezen en op Toevoegen te klikken. Wat er dan gebeurt hangt af van de geselecteerde module. In sommige gevallen wordt die zonder meer toegevoegd (zoals bij IP-beveiligingsmonitor), bij andere modules dien je specifieke gegevens op te geven (zoals bij Afdrukbeheer) en bij nog een aantal andere moet je opgeven of het om de lokale computer dan wel een andere computer uit je netwerk gaat.

Beginnen we met de Lokale computer. Je kunt bijvoorbeeld de module Computerbeheer toevoegen, waarna je meteen de knop Uitbreidingsmod. bewerken indrukt. Om specifieke uitbreidingsmodules te kunnen selecteren kies je vervolgens Alleen geselecteerde uitbreidingsmodules inschakelen en kies je de gewenste modules, zoals Lokale gebruikers en groepen en Uitbreidingsmodule voor Taakplanner, Gedeelde mappen en Services. Na je bevestiging met OK (2x) vind je de gevraagde modules in het linkerpaneel.

Remote Registry

Zoals gezegd kun je bij een aantal modules ook een andere computer uit je netwerk selecteren. Selecteer dan Een andere computer en vul de hostnaam in – of je drukt achtereenvolgens op Bladeren en op Geavanceerd, je laat Computer als objecttype geselecteerd, je selecteert de juiste werkgroep en je drukt op de knop Nu zoeken. Als het goed is hoef je de beoogde pc nu maar aan te klikken, waarna je je keuze bevestigt.

Wanneer je zo’n module opent die op een remote client is afgestemd zal het wellicht niet meteen lukken om daarmee te verbinden. Immers, remote en in wezen agentloos beheer via MMC kan wel eens nukkig doen en afhankelijk van de beoogde module dienen er soms specifieke machtigingen worden toegekend of services worden geactiveerd. In veel gevallen brengen de volgende ingrepen soelaas.

Zorg dat je je lokaal aanmeldt met dezelfde accountnaam en wachtwoord als op de remote-computer, let er op dat de RPC-service evenals de Remote Registry-service op de remote pc zijn geactiveerd en zet tcp-poort 135 open in de firewall (desnoods zet je tijdens de test de firewall even op non-actief). Sommige modules, zoals Schijfbeheer, vereisen nog meer ingrepen, maar we hebben niet de ruimte hier verder op in te gaan.

Structureren

Lokale of remote modules toevoegen of verwijderen doe je langs dezelfde weg. Op deze manier stem je een console helemaal af op je eigen behoeftes. Creëer je een console met een hele reeks modules, zoals bij compmgmt.msc, dan is enige structuur in de moduleboom wel aan te bevelen. Je kunt dan het beste een of meer mapknooppunten maken.

Zo’n knooppunt voeg je heel eenvoudig toe door in de lijst met beschikbare modules het item Map te kiezen, waarna je die in het middelste paneel selecteert en de knop Geavanceerd indrukt. Vervolgens plaats je een vinkje bij De module mag worden gewijzigd en kies je in het uitklapmenu bij Module het item Map, waarna je alle gewenste modules aan dit knooppunt toevoegt.

Wil je de naam ‘map’ wat zinvoller maken, klik die dan in het hoofdvenster met de rechtermuisknop aan en kies Naam wijzigen. Vergeet niet je console te bewaren. Let wel, via Bestand / Opties kun je bij Consolemodus eventueel nog restricties opleggen aan de consolegebruikers.

Tekst: Toon van Daele

▼ Volgende artikel
Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet
Huis

Facebook en Instagram gratis blijven gebruiken? Zo houd je grip op wat je ziet

Gebruikers die deze week Facebook of Instagram openen, krijgen ineens een keuze voorgeschoteld: wil je betalen om geen advertenties meer te zien, of blijf je het gratis gebruiken mét advertenties? Die keuze is vanaf nu verplicht. Sinds november 2023 bood Meta al de mogelijkheid om een betaald abonnement zonder advertenties te nemen, maar tot nu toe was dat geheel vrijblijvend. Wat betekent die verplichte keuze precies? En kun je, als je niet wilt betalen, nog steeds zelf bepalen wat je te zien krijgt?

Waarom moet je nu ineens kiezen?

Meta voert deze verplichte keuze door vanwege aangescherpte Europese privacyregels. De wetgever stelt strengere eisen aan hoe bedrijven data mogen gebruiken voor advertentiedoeleinden. Een gratis dienst met gepersonaliseerde advertenties mag alleen als de gebruiker daar bewust toestemming voor geeft. Meta zet de gebruiker daarom voor het blok: betalen voor een advertentievrije ervaring, of toestemming geven voor het gebruik van je gegevens.

De betaalde abonnementsvorm: wat houdt het in?

Wie zich abonneert op de advertentievrije versie van Facebook en Instagram betaalt 7,99 euro per maand via de app, of 5,99 euro via een browser. Dit bedrag geldt voor één account in het zogeheten Accountcentrum. Wil je meerdere accounts advertentievrij gebruiken, dan betaal je daar extra voor. Meta belooft dat je gegevens in dat geval niet verwerkt worden voor advertentiedoeleinden. Je gebruikt de platformen dan volledig zonder gepersonaliseerde advertenties.

©Meta

Kritiek op het 'pay or consent'-model

Hoewel Meta stelt dat deze keuze in lijn is met de Europese privacyregels, heeft het 'pay or consent' (betaal of geef toestemming) model veel kritiek gekregen. Tegenstanders noemen het een vorm van privacy blackmail: je betaalt om je privacy te behouden, of je geeft die op in ruil voor gratis gebruik en gepersonaliseerde advertenties. Het is de vraag of een 'keuze' wel echt een keuze is als de alternatieven zo ongelijkwaardig zijn.

Niet betalen? Dit doet Meta dan met je gegevens

Kies je ervoor om Facebook en Instagram gratis te blijven gebruiken, dan geef je Meta toestemming om je gegevens te gebruiken voor advertenties. Het gaat dan om gepersonaliseerde advertenties, gebaseerd op je profiel, gedrag op het platform en je interacties met andere websites en apps. Je huidige ervaring blijft grotendeels hetzelfde, maar de verwerking van je gegevens valt voortaan onder strengere Europese regels.

Je kunt later ook kiezen voor advertenties met minder personalisatie. Deze optie gebruikt minder van je gegevens en is iets privacyvriendelijker, maar laat nog steeds advertenties zien. Meta gebruikt dan geen informatie meer over je gedrag op andere sites of eerdere interacties binnen hun platformen. In plaats daarvan worden alleen basisgegevens gebruikt, zoals je leeftijd, geslacht, locatie en activiteit op dat moment. Deze instelling kun je op elk moment inschakelen via het menu Advertentie-instellingen, onder het kopje dat gaat over personalisatie en gegevensgebruik.

Een bredere trend: betalen voor advertentievrije content

De beslissing van Meta om te kiezen voor een betaalde advertentievrije optie staat niet op zichzelf. Steeds meer bedrijven voegen advertenties toe aan diensten die voorheen gratis of advertentievrij waren, of bieden juist een betaalde versie zonder advertenties. Disney+ heeft bijvoorbeeld de optie Standaard met reclame, Videoland biedt meerdere abonnementen aan met reclames en Netflix heeft in een aantal landen ook een dergelijk abonnement (nog niet in Nederland overigens). Vanaf 26 augustus voegt ook Amazon advertenties toe aan Prime Video in Nederland. En het blijft niet bij videostreaming. Spotify biedt al jaren een gratis versie met advertenties naast zijn Premium-abonnement, net als YouTube. Ook op sociale media zie je dezelfde trend. X, voorheen Twitter, heeft een betaalde variant die minder advertenties belooft, al krijg je zelfs met X Premium nog wel wat advertenties te zijn.

©Videoland

Hoe houd je invloed op wat je te zien krijgt?

Ook als je kiest voor de gratis versie van Facebook of Instagram, kun je nog wel degelijk invloed uitoefenen op de advertenties die je te zien krijgt.

Advertentie-instellingen beheren

Ga naar de instellingen van je Facebook- of Instagram-account en zoek naar Advertentievoorkeuren of Advertentie-instellingen. Hier krijg je een overzicht van de interesses die Meta aan jouw profiel heeft gekoppeld. Je kunt deze interesses bewerken, verwijderen of toevoegen. Door dit te doen, geef je Meta een duidelijker beeld van wat je wel en niet relevant vindt. Je kunt ook instellen dat je geen advertenties meer wilt op basis van je activiteit op andere websites en apps.

Advertenties verbergen, rapporteren of de herkomst begrijpen

Bij elke advertentie verschijnt een menu met de optie Waarom zie ik deze advertentie?. Als je daarop klikt, zie je welke informatie Meta heeft gebruikt om jou die advertentie te tonen. Denk aan je interesses, je leeftijd, locatie of het feit dat je eerder een bepaalde pagina hebt bezocht. Vanuit dat scherm kun je direct instellingen aanpassen of interesses verwijderen die niet (meer) bij je passen. Als je een advertentie ziet die je niet interesseert of ongepast vindt, kun je deze ook verbergen of rapporteren. Klik op de drie puntjes bij de advertentie en kies voor Advertentie verbergen of Deze advertentie rapporteren.

Merken of onderwerpen blokkeren

Daarnaast kun je in je advertentie-instellingen specifieke merken of onderwerpen blokkeren die je liever niet voorbij ziet komen. Dit zorgt er niet voor dat advertenties verdwijnen, maar wel dat ze iets minder willekeurig aanvoelen en beter aansluiten op wat je zelf belangrijk of prettig vindt.

Alternatieven: gratis en advertentievrij?

Als de ontwikkelingen bij Facebook en Instagram je zorgen baren en je liever geen advertenties ziet én niet wilt betalen, zijn er maar weinig alternatieven. Volledig gratis, advertentievrije sociale media zijn zeldzaam. De meeste platformen draaien op advertentie-inkomsten of het gebruik van data. Er zijn wel opties die het anders aanpakken. Mastodon, onderdeel van het Fediverse, werkt bijvoorbeeld met open-sourceprincipes en wordt beheerd door community's. Hier zie je weinig tot geen advertenties, maar het bereik is kleiner en de ervaring anders. Ook kun je specifieke niche-platforms of forums opzoeken die zonder advertenties draaien dankzij donaties of vrijwilligers.

De keuze is aan jou

Betalen, de advertenties voor lief nemen of je account opzeggen: de keuze is aan jou. En dat is geen makkelijke keuze. Blijf je bij de gratis versies van Facebook en Instagram? Met de tips in dit artikel kun je in ieder geval nog een beetje grip op je eigen tijdlijn houden.

Lees ook: Je Facebook-account deactiveren of verwijderen


 

▼ Volgende artikel
Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op
© RossandHelen
Huis

Een inbouwoven of -magnetron plaatsen? Zo meet je de nismaten goed op

Als je een inbouwoven of magnetron wilt plaatsen, begint alles met het opmeten van de nis, oftewel de uitsparing in je keukenkast waar het apparaat in moet komen. Die afmetingen moeten tot op de millimeter kloppen, anders past je nieuwe oven of magnetron niet. Hoe je dat aanpakt en waar je op moet letten, lees je hier. Geen stress: het is makkelijker dan het lijkt!

In dit artikel lees je:

✔ Wat nismaten zijn en waarom ze belangrijk zijn ✔ Hoe je de hoogte, breedte en diepte van de nis nauwkeurig opmeet ✔ Wat de standaard afmetingen zijn van ovens, magnetrons en combimagnetrons ✔ Welk type inbouwapparaat het best past bij jouw keuken en kookstijl

Wat zijn nismaten eigenlijk?

De nismaten van je keuken zijn de binnenafmetingen van de ruimte waarin je de oven of magnetron wilt inbouwen. Je meet dus niet het apparaat zelf, maar de kast waar hij in moet komen. De nismaten bestaan uit drie onderdelen: hoogte, breedte en diepte. De meeste inbouwapparaten zijn afgestemd op standaardmaten, maar er zijn ook uitzonderingen – vooral als je keuken iets ouder is of als je kiest voor een compact model.

Een oven past meestal in een nis van 60 centimeter breed. De hoogte varieert, afhankelijk van het soort apparaat. Zo zijn inbouwovens meestal 60 centimeter hoog, maar compacte modellen van 45 centimeter komen ook vaak voor. Magnetrons hebben doorgaans een hoogte van 38 of 45 centimeter. Combimagnetrons – de handige alleskunners – vallen meestal in de categorie van 45 centimeter hoog.

Zo meet je de nismaten op

De hoogte van de nis meet je van de bovenkant tot de onderkant van de uitsparing. Gebruik een rolmaat en trek die strak – zo krijg je een nauwkeurige meting. Dit is vooral belangrijk bij het kiezen tussen een compacte oven of een standaardmodel.

De breedte van de nis meet je van de linker- naar de rechterkant. Ook hierbij geldt: strak meten voor een betrouwbaar resultaat. De meeste apparaten hebben een standaardbreedte van 60 centimeter, maar het is altijd slim om te controleren wat jouw keuken precies toelaat.

De diepte van de nis is de afstand van de voorkant van de kast tot de achterwand. Zet je rolmaat dus helemaal achterin de nis en trek hem naar voren toe. De meeste ovens en magnetrons passen met een diepte van zo’n 55 tot 60 centimeter, maar ook hier geldt: meten is weten.

Het opmeten gaat het makkelijkst als de nis leeg is – dus als er geen apparaat meer in zit. Zo weet je zeker dat je met de juiste afmetingen werkt.

©Surachetsh

Wat past het beste bij jou?

Heb je je nismaten eenmaal duidelijk in beeld, dan kun je gericht gaan zoeken. Kook en bak je graag en wil je graag taarten, ovenschotels of braadstukken maken? Dan is een volwaardige inbouwoven precies wat je nodig hebt. Gebruik je de oven vooral voor opwarmen, ontdooien of simpele gerechten, dan is een magnetron waarschijnlijk voldoende.

Wil je het beste van beide werelden in één apparaat? Dan is een combimagnetron een slimme keuze. Die heeft de functies van zowel een oven als een magnetron en bespaart je daarmee ruimte – handig, zeker in kleinere keukens.

Klaar om te kiezen?

Als je de afmetingen van je nis goed hebt gemeten én weet welk type apparaat het best bij jouw kookstijl past, kan het eigenlijk niet meer misgaan. Je bent klaar om een oven of magnetron uit te zoeken die niet alleen perfect in je keuken past, maar ook perfect bij jou.