ID.nl logo
SSD's getest: Welke SSD moet je kopen?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

SSD's getest: Welke SSD moet je kopen?

SSD's worden nog steeds goedkoper. Inmiddels bieden SSD's met een opslagcapaciteit rond de 256 gigabyte de beste verhouding tussen opslagcapaciteit en prijs. Een SSD in dit formaat is groot genoeg voor je besturingssysteem en je programma's. Maar welke moet je kopen?

We blijven onszelf herhalen: een SSD is de beste upgrade die je kunt uitvoeren. Je systeem start sneller op, programma's starten sneller en de computer voelt sneller aan. Het grote nadeel van een SSD is dat een dergelijke schijf per gigabyte vele malen duurder is dan een traditionele harde schijf.

Daar staat tegenover dat als je niet per se de snelste SSD wilt hebben, je al een SSD van 240 GB voor zo'n 125 euro koopt. Dat is meer dan genoeg voor je besturingssysteem en belangrijke programma's. SSD's met een opslagcapaciteit tussen de 240 en 256 gigabyte vormen momenteel dan ook de populairste modellen. We hebben voor dit artikel veertien modellen uitgekozen en getest.

We zullen niet iedere SSD los bespreken, maar lichten de meest interessante modellen toe.

Consolidatie

We verwachten dat we met het volwassener worden van de SSD-markt steeds meer consolidatie gaan zien en er uiteindelijk een paar fabrikanten overblijven. Een SSD-fabrikant die kan werken met een eigen controller, eigen flashgeheugen of allebei is daarbij in het voordeel ten opzichte van fabrikanten die alles moeten inkopen.

Een goed voorbeeld is Samsung die zijn SSD's geheel binnen het Samsung-concern produceert en hierdoor prima SSD's tegen een relatief scherpe prijs kan neerzetten. Een belangrijke consolidatieslag zagen we onlangs bij OCZ. Eerder nam OCZ controllerfabrikant Indilinx over en onlangs werd OCZ op zijn beurt weer overgenomen door Toshiba.

Uiteraard wordt in recente OCZ-SSD's de eigen controller gecombineerd met Toshiba-flashgeheugen. Crucial is een voorbeeld van een fabrikant die de controller moet inkopen, maar wel kan werken met 'eigen' flashgeheugen van moederbedrijf Micron en waarschijnlijk hierdoor een scherp geprijsd product op de markt kan zetten.

Controller

Voor de prestaties van een SSD is de controller het belangrijkste onderdeel. Opvallend is dat de best presterende SSD's een controller van de fabrikant zelf bevatten. Het gaat hierbij om OCZ en Samsung.

Toch kun je ook als fabrikant die zelf geen controller maakt een uitstekend presterende SSD maken door gebruik te maken van een Marvell- of LAMD-controller. Ook LSI SandForce is nog steeds een optie, maar de SF-2281 is al erg lang op de markt en inmiddels ingehaald door zowel Samsung, OCZ, LAMD en Marvell. LSI heeft de derde generatie SandForce-controller inmiddels wel aangekondigd. Tot slot vinden we in deze test nog één SSD met een controller van Phison.

Testprocedure

Voor het testen van SSD's maken we gebruik van een systeem met een Intel Core i3-3230 op een moederbord met de Intel Z77-chipset voorzien van Windows 7 64 bit. We gebruiken de benchmarks Iometer en AS SSD om de lees- en schrijfprestaties voor zowel kleine als grote datablokken te bepalen. Belangrijk voor thuisgebruik zijn de benchmarks PCMark 7 en 8. Deze bootsten het gebruik van echte Windows-software na en geven een indicatie van de SSD in de echte wereld.

Er wordt gebruik gemaakt van onder andere Word, Excel, Photoshop, InDesign en World of Warcraft. Naast deze benchmarks testen we met Iometer de SSD's ook in twee continutests die ieder dertig minuten duren. Hierbij wordt duidelijk hoe de prestaties van de SSD zich handhaven bij langdurig gebruik. Dit is voor thuisgebruik minder relevant, maar telt wel bij professioneel gebruik in een workstation of server. Op basis van de resultaten uit alle benchmarks is voor iedere SSD een gewogen gemiddelde berekend waarna we de best presterende SSD de score 100 hebben toegekend.

©PXimport

Een SSD bevat geen bewegende onderdelen, maar een printplaat met een controller, flashgeheugen en afhankelijk van de controller RAM-geheugen.

Topklasse

Kijken we naar het gewogen gemiddelde van de diverse benchmarks, dan blijkt OCZ's Vector 150 de best presterende SSD te zijn. Het enige verschil met zijn voorganger is dat er in de Vector 150 gebruik wordt gemaakt van Toshiba-flashgeheugen. OCZ heeft wel meer ruimte gereserveerd voor de controller, waardoor de SSD nu een 240GB-model is. Interessant is dat OCZ de Vector 150 heeft geoptimaliseerd voor een langdurige werklast. Dat wil zeggen dat ook als je de SSD langdurig belast de (schrijf)prestaties constant blijven.

Opvallend is dat dit ook geldt voor OCZ's goedkopere Vertex 460. Verwonderlijk is dat niet, want de Vertex 460 is technisch eigenlijk hetzelfde product als de Vector 150. Het verschil is dat de controller een iets lagere kloksnelheid heeft. In de lijst met de gemiddelde scores van alle benchmarks neemt de Vertex 460 een derde plaats in. De tweede plaats wordt ingenomen door Samsungs SSD 840 Pro, die al eerder goed scoorde in onze tests. Het voordeel van Samsungs SSD is dat hij absoluut wat goedkoper is dan OCZ's Vector 150 en daarbij meer netto-opslagcapaciteit biedt. Per gigabyte is hij dus een stuk goedkoper. Voor vrijwel alles is de 840 Series Pro net zo snel als OCZ's Vector 150, in de PCMark-benchmarks scoort hij zelfs iets beter.

Ook Plextor doet goede zaken met de M5 Pro, die gebaseerd is op de Marvell 88SS9187-controller. Deze controller wordt ook door andere fabrikanten gebruikt, maar vereist dat de fabrikant zelf een firmware schrijft. Plextor is daar kennelijk goed in en perst de meeste prestaties uit de Marvell-controller. De Seagate 600, Corsair Neutron GTX 240 GB V2 en SanDisk Extreme II complementeren de topklasse. De Seagate en Corsair maken gebruik van de LAMD LM87800-controller. Deze controller hebben we eerder gezien en presteert erg goed. SanDisk gebruikt dezelfde Marvell-controller als Plextor, maar SSD van SanDisk presteert wat minder.

©PXimport

De OCZ Vector 150 is de snelste SSD in onze test.

Iets langzamer ook uitstekend

Natuurlijk is een snelle SSD altijd beter, maar eerlijk gezegd maakt het voor de doorsnee computergebruiker weinig uit welke moderne SSD je kiest. Je kunt daarom gerust een wat langzamer en dus goedkoper exemplaar kiezen. De goedkoopste SSD in deze test is de Crucial M500, die gebruik maakt van een Marvell-controller. Crucial is onderdeel van Micron en dat zorgt er vermoedelijk voor dat Crucial de SSD die Micron-flashgeheugen bevat tegen een scherpe prijs op de markt kan zetten.

Met de prestaties is weinig mis (hij is sneller dan de op SandForce gebaseerde SSD's) en we geven de M500 daarom het Redactie Tip-keurmerk. Een andere sterke budget-SSD is Samsungs SSD 840 Evo. Net als voor het topmodel maakt Samsung alle onderdelen zelf. De 840 Evo maakt als enige SSD gebruik van TLC-geheugen dat 3 bit in plaats van 2 bit per cel kan opslaan. Hierdoor zijn er fysiek kleinere chips nodig en dat is uiteraard goedkoper.

Daar staat tegenover dat TLC-geheugen langzamer is dan het gebruikelijke MLC-geheugen. Samsung lost dit op door een gedeelte van de SSD in te zetten als SLC-geheugen (met 1 bit per cel). Dit cachegedeelte is extra snel, waardoor de 840 Evo eigenlijk prima presteert. Alleen als de SSD langdurig zwaar belast wordt, storten de prestaties helemaal in. Bij normaal consumentengebruik zal dat niet zo snel gebeuren en is de 840 Evo een prima SSD.

Je ziet dit ook terug in PCMark 7 en 8. Toshiba heeft met de Q-Series een SSD die een beetje tussen de topklasse en de rest in ligt. De SSD is snel, maar interessanter is dat het energieverbruik het laagste in de test is. Dat kan van pas komen als je net een kwartiertje langer op je notebook wilt werken. Kijken we naar de overige SSD's, dan zijn er eigenlijk geen interessantere exemplaren dan de genoemde Crucial en Samsung. De andere SSD's zijn duurder en presteren vrijwel gelijk of zelfs minder.

De prijzen zouden veranderd kunnen zijn tegen de tijd dat je dit artikel leest. Je kunt de huidige prijzen raadplegen in onze prijsvergelijker.

©PXimport

De goedkoopst SSD in deze test, de Crucial M500, zal in veel gevallen voldoen.

Conclusie

OCZ doet goede zaken met zowel de Vector 150 als de Vertex 460. De OCZ Vector 150 mag zich de snelste SSD van dit moment noemen. De OCZ Vertex 460 is niet veel langzamer en heeft een overtuigende derde plek. De tweede plek is voor Samsung met de nog altijd overtuigende SSD 840 Pro. Er kan er maar één de beste zijn en we geven de Vector 150 daarom het keurmerk Best Getest.

Doe je geen heel veeleisende zaken op je pc, dan maakt het eigenlijk niet veel uit welke SSD je kiest en speelt de prijs een grote rol. Wij raden je de Crucial M500 of de Samsung SSD 840 Evo aan waarmee je een prima SSD tegen een scherpe prijs in huis haalt. We geven zowel de Crucial M500 als de Samsung SSD 840 Evo een Redactie TIP. Uiteraard zou het zo kunnen zijn dat een van de andere SSD's veel goedkoper wordt of dat er ergens een scherpe aanbieding is. Is een dergelijke SSD goedkoper dan de Crucial M500 of Samsung SSD 840 Evo, dan kun je daar uiteraard voor kiezen.

▼ Volgende artikel
Review TCL Q65H – Betaalbare soundbar met krachtig tv-geluid
© Maikel Dijkhuizen
Huis

Review TCL Q65H – Betaalbare soundbar met krachtig tv-geluid

TCL staat vooral bekend om zijn betaalbare televisies, maar het Chinese merk brengt ook prijsvriendelijke soundbars op de markt. Zo heeft de recent verschenen Q65H interessante specificaties. Naast een forse soundbar met ondersteuning voor Dolby Atmos is er ook een draadloze subwoofer bijgesloten. Hoe bevalt dit nieuwe audiosysteem in de praktijk?

Fantastisch
Conclusie

In een kleine tot middelgrote woonkamer komt de TCL Q65H goed uit de verf. Dankzij meerdere zorgvuldig gepositioneerde audiodrivers, een krachtige subwoofer en een riant piekvermogen creëer je met dit audiosysteem en volwaardige thuisbioscoop dat luid kan spelen. Heb je geen ruimte of budget om een home-cinemaset met losse luidsprekers op te tuigen, dan is deze vriendelijk geprijsde soundbar/subwoofer-combinatie een uitstekend alternatief.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar
  • Stijlvol vormgegeven
  • Ophangsysteem inbegrepen
  • Veel aansluitopties
  • Audiokalibratie via app
  • Ruimtelijk geluid
  • Luide bas
  • Ondersteuning Dolby Atmos en DTS:X
  • Stemmen versterken
  • Geen écht surroundgeluid
  • Matig stereobeeld bij muziek

Anders dan zijn relatief bescheiden prijskaartje van amper 300 euro wellicht doet vermoeden, is de TCL Q65H stijlvol vormgegeven. De soundbar van 1,05 meter heeft een nette afwerking van matzwart kunststof en geborsteld aluminium. De voorkant en beide zijkanten zijn voorzien van speakerstof. Het geheel oogt erg chic.

Dankzij een geringe hoogte van 6,8 centimeter plaats je deze langwerpige speaker moeiteloos voor de meeste televisies. De behuizing zal het beeld niet zo gauw blokkeren. Liever ophangen? Gebruik in dat geval de twee bijgesloten muurbeugels. Het formaat van de subwoofer is met 22 × 36,9 × 27,5 centimeter behoorlijk fors. Reserveer hiervoor een plekje op de vloer.

©Maikel Dijkhuizen

TCL levert onder meer een afstandsbediening, HDMI-kabel en wandmontageset mee.

Soundbar aansluiten

Je verbindt de Q65H zowel via HDMI-eARC als via de optische ingang met een televisie. Daarnaast telt de achterzijde nog een tweede HDMI-poort, zodat je bijvoorbeeld een tv-decoder, blu-ray-speler of gameconsole kunt aansluiten. Verder koppel je via usb eventueel een externe schijf of usb-stick met audiobestanden. Voor soundbarbegrippen heeft dit model veel aansluitopties.

Nadat de soundbar en subwoofer zijn aangesloten, koppel je ze draadloos aan elkaar. Dat gaat met behulp van de pairknop erg vlot. Op een klein display achter het speakerdoek verschijnt de term 'Sub connected'. Eenmaal aangesloten kies je op de sobere afstandsbediening de gewenste bron.

Verder loont het de moeite om direct na het aansluiten de TCL Home-app te installeren. Via de microfoon van de smartphone stemt de soundbar zijn geluid af op diverse akoestische eigenschappen van de luisterruimte. Het resultaat is een betere audioweergave. De kalibratie van deze zogeheten AI Sonic-functie duurt enkele minuten. Je gebruikt de app ook om nieuwe software-updates te installeren en equalizerinstellingen te wijzigen.

©Maikel Dijkhuizen

De achterzijde heeft diverse aansluitingen om een televisie en overige bronnen aan te sluiten.

©Maikel Dijkhuizen

Installeer voor extra opties de TCL Home-app op een smartphone.

Films, series en muziek

TCL vermeldt een totaal piekvermogen van maar liefst 580 watt, waarvan er 150 watt is gereserveerd voor de subwoofer. Deze belofte is niet uit de lucht gegrepen, want de soundbar en basspeaker produceren samen een nogal vol geluid. Bij recente Netflix-streams vliegen de geluidseffecten je om de oren. De fabrikant heeft de actieve audiodrivers in de behuizing naar voren én zijwaarts gericht. Zeker in de beschikbare film- en gamemodus wekt deze opstelling enigszins de illusie van surroundgeluid, al klinkt het gebruik van échte surroundspeakers nog altijd een stuk beter. Desalniettemin is het ruimtelijke geluid een knappe prestatie. Mooi meegenomen is dat de Q65H een Dolby Atmos- en DTS:X-audiospoor kan verwerken.

Tijdens bombastische actiescènes laat de subwoofer zich duidelijk horen. Je kiest met de afstandsbediening tussen drie basniveaus, maar bij de luidste stand kunnen de buren waarschijnlijk meegenieten. Sowieso kan dit audiosysteem erg luid spelen. In combinatie met een ruimtelijk en helder geluid beleef je films en series voortaan intenser. Kun je bepaalde personages moeilijk verstaan, dan druk je gewoon op de Voice-knop van de afstandsbediening. De soundbar versterkt vervolgens menselijke stemmen.

Je kunt de soundbar ook gebruiken om muziek te luisteren. Via de ingebakken bluetooth5.3-module koppel je rechtstreeks een smartphone of tablet. Stream vervolgens een afspeellijst van Spotify, Apple Music of een andere muziekdienst. Hoewel de liedjes best redelijk klinken, haalt de geluidskwaliteit het niet bij een versterker of receiver met losse speakers. Logisch, want de audiodrivers zitten in de langwerpige luidspreker te dicht op elkaar om een duidelijk stereobeeld te realiseren. Voor een achtergrondmuziekje voldoet het prima.

©Maikel Dijkhuizen

Voor liefhebbers van films, series en tv-programma's biedt deze soundbar/subwoofer-combinatie veel meerwaarde.

TCL Q65H kopen?

In een kleine tot middelgrote woonkamer komt de TCL Q65H goed uit de verf. Dankzij meerdere zorgvuldig gepositioneerde audiodrivers, een krachtige subwoofer en een riant piekvermogen creëer je met dit audiosysteem en volwaardige thuisbioscoop dat luid kan spelen. Heb je geen ruimte of budget om een home-cinemaset met losse luidsprekers op te tuigen, dan is deze vriendelijk geprijsde soundbar/subwoofer-combinatie een uitstekend alternatief.

▼ Volgende artikel
AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?
© khunkornStudio - stock.adobe.com
Huis

AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

Dit artikel in het kort

AI zit inmiddels in bijna elke digitale dienst, maar de gevolgen daarvan zijn minder zichtbaar. In dit artikel lees je welke risico's daarbij horen, van hallucinaties en bias tot privacy, milieubelasting en de groei van synthetische media. Ook komen juridische vragen, economische verschuivingen en de grens tussen mens en machine aan bod. Je krijgt een breed overzicht van de belangrijkste risicozones en wat deze ontwikkelingen betekenen voor de samenleving.

Disclaimer:Het AI-domein verandert snel. De gegevens en cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de situatie tot Q3 2025; latere ontwikkelingen kunnen afwijken.

Lees ook: Artifical general intelligence: AI wordt slimmer én menselijker

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

In dit artikel bekijken we verschillende AI-risicozones. Wat is bijvoorbeeld de milieu-impact van AI? Hoe betrouwbaar zijn de antwoorden van chatbots? Wat als synthetische media (alles wat met AI wordt gemaakt) niet meer van echt te onderscheiden zijn? En hoe beïnvloeden AI-systemen onze economie, privacy en ons denkvermogen? De grens tussen mens en machine vervaagt.

Dit artikel is bedoeld voor wie voorbij de hype wil kijken en wil begrijpen wat er op het spel staat. Elk onderdeel behandelt een specifiek risico, met voorbeelden en toepassingen. Zo krijg je een goed beeld van de schaduwkanten van AI. Niet om de technologie af te wijzen, maar om er bewuster en verantwoordelijker mee om te gaan.

Als je de schaduwkanten ervan kent, kun je AI verantwoordelijker inzetten.

Ecologische voetafdruk

Hoewel AI vaak als iets immaterieels en 'in de cloud' wordt voorgesteld, is de milieu-impact allesbehalve onzichtbaar. De menselijke hersenen verbruiken continu ongeveer 20 watt, vergelijkbaar met een gloeilampje. Daarmee worden 86 miljard neuronen en duizenden synapsen per neuron gevoed.

Grote taalmodellen als GPT of Gemini vragen daarentegen enorm veel rekenkracht. De trainingsfase kan duizenden MWh vereisen en miljoenen liters water voor koeling, afhankelijk van het datacenter en de gebruikte hardware. Ook het gebruik (inferentie) is belastend: elke prompt/antwoord-interactie bij modellen uit deze klasse vraagt energie en koeling aan de serverzijde.

AI heeft dus een stevige ecologische voetafdruk. Tegelijk worden oplossingen ontwikkeld, zoals restwarmtehergebruik, luchtkoeling in plaats van waterkoeling, meer hernieuwbare energie en efficiëntere modellen. Denk aan compacte taalmodellen, zoals TinyML, quantisatietechnieken (kleinere getallen en minder geheugen) en lokaal draaiende AI's (edge AI).

©(c) Wikipedia, CC BY-SA

Microsoft heropent de nucleaire site Three Mile Island voor AI-datacenters.

(c) Wikipedia, CC BY-SA

Hallucinaties

AI-chatbots doen de gebruiker graag een plezier. Daarbij zijn ze opvallend overtuigend, ook wanneer ze onzin produceren, oftewel wanneer ze hallucineren.

Hallucinaties kunnen ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer juristen verwijzen naar niet-bestaande wetsartikelen of wanneer medische informatie klakkeloos wordt overgenomen. Controleer gevoelige informatie daarom altijd via meerdere bronnen. Doe dit zeker bij gevoelige of complexe thema's. Weet ook dat AI-modellen zich vaak verontschuldigen als je teruggeeft dat er een fout is gemaakt. Vervolgens herhalen ze zich doodleuk.

Hallucinaties zijn hardnekkiger bij fenomenen als data- en conceptdrift. Bij het eerste herkent het model je eigen input minder goed doordat de vorm afwijkt van de trainingsinput. Bij het tweede is de inputvorm hetzelfde gebleven, maar is de betekenis inmiddels veranderd. Meer weten over datadrift en conceptdrift.

Verder kan het model te veel details uit trainingsdata opnemen en zo irrelevante informatie meenemen (overfitting). Of omgekeerd: onvoldoende zinvolle data gebruiken (underfitting). Ook deze fenomenen kunnen het hallucineren versterken.

Hallucinatie door drifting: AI-modellen houden de werkelijkheid niet altijd even actief bij.

Wat is hallucineren?

Hallucineren is het moment waarop een AI-model met grote zekerheid iets vertelt dat niet klopt. Het systeem voorspelt woorden op basis van eerder waargenomen patronen en heeft geen inzicht in feiten of logica. Daardoor kan het wetsartikelen verzinnen, namen bedenken of cijfers opleveren die nergens op zijn gebaseerd. Dit gebeurt sneller bij complexe vragen of wanneer de context ontbreekt. Het is dus geen "zien" of "horen", maar simpelweg foutieve tekstproductie die overtuigend klinkt.

Bias en manipulatie

AI-modellen krijgen enorme datahoeveelheden van het internet als input. Deze zijn zelden neutraal, waardoor vooroordelen of een westers wereldbeeld in het leerproces sluipen. Dat zorgt voor vertekening of bias (vooringenomenheid). AI-modellen kunnen bijvoorbeeld vrouwen aan zorgberoepen linken en mannen aan leidinggevende functies, of etnische groepen benadelen bij risicobeoordelingen.

Bias is niet alleen maatschappelijk, maar ook technisch. Een model leert niet alleen wat er ín de data staat, maar ook hoe die data zijn verdeeld. Als een bepaalde bron oververtegenwoordigd is, of als een schrijfstijl vaker voorkomt, dan krijgt dat automatisch meer gewicht. De architectuur en trainingsmethode versterken die patronen. Daardoor kunnen antwoorden die objectief lijken toch subtiel een voorkeur bevatten.

Interessant is ook dat onderzoekers political compass-testvragen voorlegden aan grote AI-taalmodellen (LLM's). De conclusie: zowat alle LLM's situeren zich in het links-economische, sociaal-libertaire kwadrant. Besef dat ook deze testvragen een vooroordeel (kunnen) bevatten, wat aantoont hoe moeilijk het is bias correct te beoordelen.

Nog problematischer wordt het bij manipulatie, wanneer deze bias opzettelijk in het model zit. Denk aan AI-toepassingen in advertenties die inspelen op angsten of overtuigingen. Algoritmische sturing kan bovendien gemakkelijk tot gelijkgezinde groepen (echo chambers) en polarisering leiden.

Omdat AI-modellen zo complex zijn, is vaak onduidelijk hoe de output tot stand komt (de black box). Dit vergroot de transparantiebehoefte en verklaart waarom veel wetenschappers pleiten voor explainable AI, of LLM's en AI-algoritmen opensource willen maken.

De meeste LLM's bevinden zich in het links-libertaire kwadrant. Wij testen het hier zelf met GPT-4o en DeepSeek.

Synthetische media

De term synthetische media verwijst naar beelden, audio of tekst die volledig of deels AI-gegenereerd zijn. Denk aan deepfakes, nagebootste stemmen of automatisch gegenereerde nieuwsartikelen. Zulke toepassingen lijken creatief en handig, je maakt bijvoorbeeld een marketingvideo zonder camera of acteurs, maar de keerzijde is zorgwekkend.

Deepfakes kunnen personen dingen laten zeggen die zo zijn uitgesproken. Andersom kunnen echte beelden als deepfake worden afgedaan, ook wel 'the liar's dividend' genoemd. Deepnudes (gefingeerde naaktbeelden) kunnen dan weer gebruikt worden voor wraakporno.

Deze technologieën maken ook nepnieuws: desinformatie waarbij feiten doelbewust worden verdraaid. Dit tast het vertrouwen in communicatie en bewijsvoering aan en doet steeds meer mensen geloven in de maakbaarheid van de realiteit. Wat echt is, hangt vooral af van hoe je deze zelf vormgeeft. Feit en fictie raken verstrengeld, waardoor we belanden bij concepten als alternate truth en postrealiteit. Daarin wegen perceptie, gevoel en overtuiging zwaarder dan feiten. Synthetische media vragen daarom niet alleen om kritische blik, maar mogelijk ook om watermerken en regulering.

Donald J. Trump: van deepfake naar alternate truth.

Zelfbevlekking

AI-modellen gebruiken vrijwel alle beschikbare internetbronnen als trainingsmateriaal. Omdat generatieve AI zelf steeds meer online content produceert, gebruiken modellen ook hun eigen output opnieuw. Zo ontstaat een zichzelf versterkende kringloop waarbij AI zich voedt met AI-gegenereerde inhoud. Deze vorm van zelfbevlekking verhoogt het risico op kwaliteitsverlies in digitale content, ook wel slop of enshittification genoemd.

AI genereert output namelijk op basis van patronen, niet vanuit betekenis of intentie. Als deze patronen ook nog eens uit andere AI-bronnen komen, ontstaat een neerwaartse spiraal met nauwelijks nuancering en steeds herhaalde ideeën. Hierdoor verhoogt ook het risico op hallucinaties en bias en de mens raakt out-of-the-loop. Op termijn dreigt model collapse: AI-modellen worden minder intelligent naarmate ze vaker op eigen output trainen.

Sommigen spreken van een zombie-internet. Zo blijkt inmiddels al zeker vijf procent van de nieuwe Engelstalige Wikipedia-inhoud AI-gegenereerd te zijn. Bovendien nemen mensen typische AI-taal, met herkenbare woordkeuzes, steeds vaker over. Om deze dynamiek te doorbreken, moeten menselijke input en creativiteit centraal blijven staan in het AI-trainingsproces.

Dit boek werd volledig door AI gegenereerd en stond een tijdlang te koop bij Bol en Amazon (let op de auteursnaam).

Auteursrecht

AI roept fundamentele vragen op rond auteursrecht. Modellen worden getraind op grote hoeveelheden tekst, beeld en audio zonder dat makers altijd toestemming hebben gegeven. Dit leidt tot discussies over schending van auteursrecht.

Er lopen inmiddels meerdere rechtszaken tegen AI-bedrijven. Het gaat onder meer om claims rond ongeoorloofd gebruik van beschermde werken voor training en ongewenste herhaling van fragmenten in AI-output. Bedrijven worden daardoor steeds bewuster van licenties, databescherming en toestemmingseisen.

De VS en Europa hanteren verschillende juridische kaders. In de VS wordt soms gesproken van 'fair use' bij transformatief gebruik, terwijl Europa zich baseert op strengere richtlijnen en opt-out-mechanismen via het TDM-AI-protocol.

AI-output roept ook andere auteursrechtelijke vragen op. Wie is bijvoorbeeld de auteur van een AI-tekening? Is dat de modelontwikkelaar, de gebruiker of niemand? AI kan ook onbedoeld tekst- of beeldfragmenten uit het trainingsmateriaal overnemen, met mogelijk plagiaat. Er bestaat dus een juridische grijze zone en er is behoefte aan duidelijke regelgeving, aangepast aan de AI-evoluties.

Ook een specifieke stijl kopiëren, zoals die van de Japanse Ghibli-studio, is mogelijk een schending van het auteursrecht.

Privacy

AI kan verder een bedreiging voor onze privacy vormen. In China zie je dit scherp: gezichtsherkenning en camera's ondersteunen er een sociaal kredietsysteem. Burgers worden continu gevolgd. Wie een overtreding begaat, riskeert sancties.

Ook in het Westen ontstaan zorgwekkende trends. Het Amerikaanse bedrijf Clearview AI bijvoorbeeld bouwt een databank met miljarden gezichten, geplukt uit sociale media en websites, zonder toestemming van de betrokkenen. Beveiligingsbedrijven gebruiken deze beelden om burgers te identificeren, nagenoeg zonder controle.

Een bijkomend gevaar is dat je zelf te veel prijsgeeft. Steeds meer AI-tools gebruiken bijvoorbeeld Retrieval-Augmented Generation (RAG), waarbij je eigen of andere data kunt uploaden voor betere antwoorden. Maar wie garandeert dat deze informatie niet elders wordt opgeslagen of hergebruikt?

Daarnaast ondermijnt AI je informatievrijheid via filterbubbels. Algoritmen tonen vooral inhoud die aansluit bij eerdere voorkeuren, waardoor je blik vernauwt en confirmation bias toeneemt: je vertrouwt vooral informatie die je bestaande overtuiging bevestigt. Gecombineerd met micro-targeting, waarbij je gericht wordt beïnvloed met politieke of commerciële boodschappen, ontstaan risico's op manipulatie.

AI met RAG: hoe worden je geüploade data gebruikt, zoals bij de populaire Google NotebookLM.

Geestelijke ontwikkeling

Steeds meer AI-tools nemen cognitieve taken over: ideeën bedenken, teksten samenvatten of wiskundeproblemen oplossen. Dit is handig, maar geeft ook risico's. Als je brein weinig wordt uitgedaagd, komt je mentale ontwikkeling in het gedrang.

Vooral jongeren (digital natives) zijn kwetsbaar. Schoolopdrachten worden sneller aan AI-bots uitbesteed dan zelf uitgewerkt. Daardoor oefenen ze minder op formulering, redenering en foutcorrectie, wat juist belangrijk is voor de intellectuele groei.

Dit daagt ook het onderwijs uit, bijvoorbeeld wat betreft lesmethodes. Mogelijk biedt een aanpak als flip the classroom enig soelaas: leerlingen bereiden thuis (met hulp van AI) de leerstof voor en in de klas worden samen oefeningen gemaakt en besproken.

Bovendien zijn AI-antwoorden vaak vlot geschreven, maar missen ze nuance of tegenstrijdige ideeën. Wie zijn denkproces voortdurend daaraan spiegelt, loopt het risico op vervlakking van mening en expressie.

AI-bots creëren ook onrealistische sociale verwachtingen. Ze zijn vaak opvallend geduldig en meegaand, wat mensen minder sociaal vaardig kan maken. Sommigen raken meer sociaal geïsoleerd of ontwikkelen parasociale relaties met bots als Replika en CharacterAI.

AI-bots als Character.ai komen erg empathisch over en sommige mensen ontwikkelen zelfs parasociale relaties.

Politiek en economie

AI dreigt ook de politiek-economische verhoudingen grondig te herschikken. Waar staten traditioneel economische groei sturen via beleidsinstrumenten (Keynesiaans model), nemen Big Tech-giganten het steeds meer over. Overheden worden afhankelijker van deze bedrijven, wat machtsasymmetrie versterkt. Er zijn al duidelijke tekenen van deregulatie: regels worden versoepeld om innovatie aan te trekken.

Ook op microniveau is de impact zichtbaar. Ontwikkelingen (zoals agentic AI) kunnen de economie en de productiviteit stimuleren en er ontstaan ook nieuwe functies, zoals prompt engineers, AI-ethici en data-curatoren. Maar helaas gaat het voornamelijk om laagbetaalde ghost workers die AI-modellen helpen trainen. Daarnaast veranderen veel jobs inhoudelijk, zoals in administratie, marketing, financiën en juridische diensten. Andere functies zullen ongetwijfeld verdwijnen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld vertalers, copywriters, klantenservicemedewerkers, boekhoudassistenten en junior programmeurs zich ernstig zorgen maken.

AI zal daarnaast ongetwijfeld ook de internationale machtsverhoudingen beïnvloeden. Geopolitieke spelers als de VS en China dreigen met hun AI-overmacht nog dominanter te worden, ten koste van andere (supra)nationale entiteiten. Is Europa hier een goed voorbeeld van?

Projectie van een wereldwijd banenverlies in miljoenen over de komende jaren.

Bron: World Economic Forum.

Veiligheid

Vooralsnog kwamen vooral risico's aan bod die niet per se bedoeld of gewild zijn, maar er zijn ook partijen die bewust de destructieve kracht van AI inzetten. Zo worden cyberaanvallen steeds geavanceerder. Aanvallers gebruiken zelflerende algoritmen om netwerken te exploiteren. Er bestaan AI-tools die phishingmails opstellen, perfect afgestemd op het slachtofferprofiel.

Ook maatschappelijke structuren staan onder druk. Een AI die (via sociale media) nepnieuws verspreidt over bijvoorbeeld verkiezingen, kan wijdverspreide onrust veroorzaken. Door hun schaal en snelheid kunnen AI-systemen hele informatienetwerken ontregelen, zonder aanwijsbare dader.

Daarnaast loert het gevaar van verkeerde afstemming (misalignment): een AI die geen kwaad wil, maar schade aanricht omdat het doel fout werd geformuleerd. Denk aan een AI die waterverbruik wil beperken en daarom irrigatiesystemen stillegt.

Militaire toepassingen zijn er uiteraard ook. Autonome drones en zelflerende wapensystemen worden volop ontwikkeld. Grote spelers zijn bijvoorbeeld het Amerikaanse Anduril (AI-drones)en Palantir (militaire AI-software). Tekenend is dat een oprichter een ultranationalistisch manifest publiceerde waarin hij stelt dat de VS absoluut de AI-oorlog moet winnen.

Anduril Fury: nieuwe AI-drone (AAV, Autonomous Air Vehicle).

Cyborgisering

Misschien wel het grootste gevaar van AI dringt langzaam en ongemerkt ons leven binnen: cyborgisering. Dit is het vervagen van de grens tussen mens en de machine. Denk aan avatars die levensecht reageren, digitale dubbelgangers van echte personen of AI-influencers met miljoenen volgers. Daardoor wordt het steeds moeilijker om te onderscheiden waar de mens stopt en de machine begint.

Nieuwe categorieën digitale wezens duiken op, zoals virtuele klantenadviseurs, AI-therapeuten en synthetische gezelschapsdieren. Een Spaanse vrouw trouwde zelfs met een AI-hologram.

Op termijn ontstaat er een samenleving waarin mensen voortdurend zijn verbonden met AI, via brillen, lenzen, implantaten of herseninterfaces (denk aan Neuralink van Elon Musk: AI-in-the-human). Technieken als de Turingtest of Winograd-challenge volstaan al lang niet meer om mens van machine te onderscheiden. Daardoor komen autonomie en authenticiteit steeds meer onder druk te staan.

Cyborgisering roept fundamentele vragen op. In hoeverre blijven we menselijk? Wellicht is niet iedereen een transhumanist zoals Ray Kurzweil, die reikhalzend uitkijkt naar de singulariteit: het moment waarop AI slimmer wordt dan de mens.

Taxonomie van de digitale mens: een sluipend gevaar?

Dingen leren zónder AI?

Zo deden we dat vroeger