ID.nl logo
18 RTX-videokaarten getest
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

18 RTX-videokaarten getest

Met de GeForce RTX-series bracht Nvidia voor het eerst in jaren weer echte vernieuwing op het gebied van grafische kaarten. Vandaag gaan we twee vragen beantwoorden: wil je er één? En zo ja, welke videokaart kies je dan?

Hoewel we lang moesten wachten op deze nieuwe grafische kaarten, heeft de markt in de afgelopen twee jaar meer meegemaakt dan we voor mogelijk hadden gehouden. Vooral dankzij een enorme vraag naar deze producten van miners van cryptovaluta (Bitcoin, Ethereum etc.) werden videokaarten veel duurder. Een stevige game-pc was al niet goedkoop, maar met die prijsstijgingen werd dat voor velen onbetaalbaar. Tel de zakkende prijzen van Xboxen en Playstations daarbij op, en de liefhebbers van pc-gaming hadden genoeg te klagen.

Totdat afgelopen september Nvidia de RTX 2080 en RTX 2080 Ti uitbracht, waarbij vooral de laatste weer een echt grote stap in pure grafische rekenkracht met zich meebracht. Zelfs op 4K weet de GeForce RTX 2080 Ti in het gros van de games boven de magische 60 fps te blijven, serieus 4K-gamen is daarmee voor het eerst werkelijkheid geworden en dat is een prachtige prestatie van Nvidia. Laten we niet vergeten dat AMD niets heeft dat in de buurt komt van dit grafische geweld en dat de 4K-ervaring op consoles daar ook niet bij in de buurt komt.

Hoge prijzen

Reden voor pc gamers om de klaagzang dus even te parkeren? Niet helemaal, want met een prijskaartje van 1.200 euro is de RTX 2080 Ti niet meer dan een heel mooi stuk speelgoed voor de zeer welvarende pc-game-elite. Dan klinkt 800 euro voor een RTX 2080 bijna als een koopje, maar laten we niemand voor de gek houden en stellen dat die videokaart feitelijk in hetzelfde schuitje zit voor slechts marginaal minder selecte doelgroep. De Nvidia RTX 2070 is –als je goed zoekt – voor circa 500 euro te vinden en daarmee eerste videokaart van deze nieuwe generatie voor de grotere doelgroep. Qua prestaties staat de RTX 2080 Ti op eenzame hoogte, terwijl de RTX 2080 gemiddeld rondom het prestatiepunt van de GTX 1080 Ti ligt en de RTX 2070 qua prestaties grofweg tussen de oude GTX 1080 en GTX 1080 Ti in valt. Dat is geen gigantische stap vooruit in die middenklasse en gamers die nu al voorzien zijn van een dergelijk krachtige kaart uit de 10-serie, zullen hun hand op of in de buurt van de knip willen houden.

Ray Tracing

Om gamers toch te overtuigen over te stappen, heeft Nvidia een aantal troeven achter de hand, met ‘Ray Tracing’ vooraan de rij. Ray-tracing is de techniek waarin een beeld wordt gegenereerd door individuele lichtstralen te volgen en te simuleren hoe ze reageren op elke aanraking. Een benadering van hoe wij met onze ogen de wereld zien. Met deze nieuwe GeForce RTX-kaarten heeft Nvidia een aantal nieuwe gespecialiseerde ‘RT-cores’ toegevoegd, wiens enige taak is om die ray-tracing-berekeningen uit te voeren.

In theorie kan Nvidia daar iets mee doen wat we in jaren niet hebben gezien: een echte stap vooruit maken wat beeldkwaliteit betreft. Met deze techniek zouden we ongekend goede reflecties en sfeer dankzij accurate verlichting en schaduwen kunnen krijgen in games. Hoewel het onderdeel is van zowel de DirectX12- als Vulkan-api en daarmee in theorie iets wat we veel vaker gaan zien, vereist het wel dat game-ontwikkelaars iets met deze techniek doen. Toen bij lancering van de RTX-videokaarten bleek dat er nog geen enkele game daadwerkelijk iets met ray-tracing kon doen, was de kritiek niet meer dan begrijpelijk.

Tijdens het schrijven van dit artikel voegde EA ray-tracing-ondersteuning toe aan Battlefield V, daarmee de eerste game die er daadwerkelijk gebruik van kon maken en onze eerste hands-on-ervaring. Met ray-tracing (DXR genoemd in de game) aan, zien we inderdaad prachtige en accurate reflecties. Zeker in combinatie met een hdr-monitor is de beeldkwaliteit fenomenaal. Stormen we door de prachtige Rotterdam-map in die game heen op een groot scherm, dan krijgen we een voorproefje van next-gen-gaming voor de massa. Het resultaat mag er echt zijn.

©PXimport

Niet zonder zorgen

Toch zijn er de nodige zorgen. Battlefield V op DirectX12, nodig voor ray-tracing, is namelijk nog niet zo feilloos als op DirectX11 en veroorzaakt af en toe zwarte schermen. Ook lijkt de ray-tracing-implementatie nog niet perfect, zo zien we soms opvallende, ongewenste lichteffecten. En hoewel het detailniveau van DXR instelbaar is, zien we beperkt visueel verschil tussen Low en Ultra. En we moeten daarbij dan nog opmerken dat de impact op de prestaties aanzienlijk is: 4K met hdr en ray-tracing is niet haalbaar. Zelfs voor 1080p- of 1440p-gaming wil je eigenlijk toch de duurdere RTX 2080 Ti hebben.

De realiteit is dat realtime-ray-tracing prachtig is, maar dat we pas aan de beginfase staan. Ons vermoeden is dat de feature in Battlefield V ontzettend is gepusht, om maar iets te kunnen laten zien en dat we vooral dienen te wachten op implementaties in meer games. Ray-tracing is zeker geen gimmick – films maken er al jaren gebruik van – maar we kunnen simpelweg nog niet concluderen dat jij daar nu een nieuwe videokaart voor wilt kopen.

©PXimport

Deep learning

De andere grote truc van Nvidia in de nieuwe videokaarten is de complete tegenpool van ray-tracing. Deep Learning Anti-Aliasing of DLSS brengt geen verbetering van de beeldkwaliteit, maar evenaart de beeldkwaliteit van bestaande anti-aliasing-technieken op een veel slimmere manier. Nvidia test en optimaliseert games die DLSS ondersteunen vooraf met behulp van z’n gigantische neurale netwerk (AI voor je games dus). GeForce RTX-kaarten geven die games vervolgens vlotter weer op hoge beeldkwaliteit. Het gevolg is beeldkwaliteit van een hoge resolutie, sterk anti-aliased beeld, maar dan met een 25-50 procent hogere framerate dan voorheen. Op het moment van schrijven en ruim twee maanden na de release van de GeForce RTX-kaarten is het echter nog wachten op een echte DLSS-ervaring. Enkele demo’s en benchmarks zijn veelbelovend, maar wij kunnen pas echt enthousiast worden als we het in echte games kunnen zien en ervaren.

Te vroeg uitgebracht?

Twee veelbelovende technieken dus, maar ook twee waar we eigenlijk op zitten te wachten om nu eens echt indruk te maken in de praktijk. Dat zal ongetwijfeld gebeuren, maar we moeten opmerken dat beide technieken simpelweg nog niet rijp zijn. We vragen ons af waarom deze producten niet iets later uit zijn gebracht, tegelijk met bredere ondersteuning in games. Dure videokaarten moeten het hebben van early adopters, maar het is de taak van Nvidia om die early adopters echt meerwaarde te bieden – niet enkel de belofte voor te houden dat het echt komen gaat. Nvidia vraagt dus extra geduld van deze fanatiekste doelgroep, maar vraagt tegelijk ook de hoofdprijs. Dat is niet het aantrekkelijkste voorstel.

Redenen genoeg om er wel één te kopen

Toch zijn er voldoende redenen om deze RTX-kaarten serieus te overwegen, anders hadden we er uiteraard geen 18 stuks uitvoerig aan de tand gevoeld. Gamers die nog op oudere hardware gamen, denk aan de 9-series (GTX 960 t/m 980 Ti), of op nog oudere hardware (GTX 770 bijvoorbeeld) kunnen we verzekeren van een gigantische prestatiewinst met de nieuwe RTX-kaarten. Elke game-pc van drie jaar of ouder komt niet in de buurt van de prestaties die een 2018-game-pc met moderne processor en GeForce RTX-kaart neer zal zetten. De meer betaalbare RTX 2070 biedt zich aan als aantrekkelijk, nog redelijk te betalen optie, die alles uit die tijd ruim achter zich laat.

En voor gamers die op dit moment het allerbeste willen hebben? Of je nu om 4K-gaming geeft, of wilt gamen op WQHD (1440p) op hoge framerates: los van wat ray-tracing en DLSS nog beloven te gaan bieden de komende maanden, is er simpelweg niets krachtiger dan de high-end-modellen in de GeForce RTX-range. Wil je het beste, en kun je het betalen, dan wil je toch echt een GeForce RTX 2080 of RTX 2080 Ti.

Drie giganten strijden om één been

Wil je een Nvidia GeForce-kaart kopen in Nederland, dan is de kans groot dat je uitkomt bij ASUS, Gigabyte of MSI. Tezamen hebben zij het gros van de markt in handen en zijn ze verantwoordelijk voor alle achttien kaarten in deze test. Nvidia verkoopt zelf ook de zogeheten Founder’s Edition direct vanaf z’n eigen website, maar sinds jaar en dag is bekend dat je die vooral uit een voorliefde voor het unieke aluminium design moet overwegen. De door ons geteste modellen van de boardpartners van Nvidia blijven koeler en stiller, en zijn vaak nog goedkoper ook.

Gewoontedieren

Alle drie de fabrikanten volgen de klassieke goed-beter-best-opbouw. Bij ASUS zijn de Turbo-modellen de instappers, de Dual-modellen de middenmoters en de ROG Strix-modellen de indrukwekkende doch prijzige toppers. Gigabyte heeft als instapper de Windforce, als middenmoter de Gaming OC en het topmodel Aorus Xtreme. MSI compliceert het verhaal iets met verschillende benamingen en designs afhankelijk van de exacte chip. Zo is de RTX 2070 Armor een instapper, maar bestaat er geen RTX 2080 Ti Armor. Mocht je het overzicht verliezen: de prijskaartjes in de tabel laten er geen misverstanden over bestaan. Wat smaak betreft valt er ook niet te twisten, maar we merken wel op dat de kaarten veel op elkaar lijken. Monochroom lijkt de dominante ‘kleurstelling’ van 2018, met rgb als focus-feature op bijna elke kaart. Voor de liefhebbers van een witte pc behuizing vallen de MSI Armor- en ASUS Dual-kaarten op met veel witte details, en de volledige witte Gigabyte Gaming OC White doet daar nog een schepje bovenop.

Even traditiegetrouw zijn deze fabrikanten niet heel happig om hun instapmodellen te laten testen. Gezien de testresultaten vinden wij dat erg jammer. Meer uitgeven voor iets wat jij mooi vindt snappen wij, maar objectief gezien kunnen we alvast stellen dat de goedkopere opties in deze test eigenlijk al uitstekend zijn.

#RGBAllTheThings!

Hoe zie je het verschil tussen een echt luxe kaart en een instap-videokaart? Door de hoeveelheid rgb-verlichting natuurlijk! Flauw, maar wel de realiteit. Bij ASUS treffen we rgb nagenoeg alleen in de duurste ROG-kaarten aan. En hoewel MSI en Gigabyte iets van kleurverlichting in het instap- en middensegment hebben, zijn het wederom de topmodellen waar echt veel op zit. De ASUS ROG-kaart houdt rgb redelijk strak en bescheiden, MSI zet met z’n Gaming X Trio juist in op de gedachte dat meer rgb beter is. Zij die niet vies zijn van echt knettergekke rgb, dienen de Gigabyte Aorus Xtreme kaarten te bekijken, want met rgb-effecten in de ventilatoren is dat de meest extravagante verschijning.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2080 Ti

Hoewel het verschil van honderd euro tussen de goedkoopste en de duurste RTX 2080 Ti een aardig bedrag is, zal dat geen breekpunt zijn voor iemand die al op het punt staat minimaal 1.300 euro uit te geven aan een nieuwe videokaart. Dat maakt de keuze voor de duurdere alternatieven niet direct vanzelfsprekend, want de twee goedkoopste (1.299 euro) Gigabyte Gaming OC en MSI Duke, doen nauwelijks onder voor de topmodellen van 1.399 euro. De grofweg 2 procent verschil in benchmarkprestaties tussen de traagste en de snelste ga je nooit voelen in games en daarbij zijn deze kaarten ook koel en stil. De MSI Duke oogt iets indrukwekkender en is nipt efficiënter dan de Gigabyte, maar het zijn minuscuul kleine verschillen. Bij gelijke prijs geven we toch de Gigabyte GeForce RTX 2080 Ti Gaming OC onze Redactietip voor beste prijs-kwaliteitverhouding bij de 2080 Ti, vanwege het extra jaar garantie; het meest tastbare verschil tussen die twee.

Maar de beste? Bovenin strijden de ASUS ROG Strix, de MSI Gaming X Trio en de Gigabyte Aorus Xtreme. Die drie zijn nu eenmaal wat sneller en maken visueel meer indruk. Wat design betreft springt Gigabyte er het meest uit: verlichting in de fans zelf, aparte kappen op de kaart, alles om maar echt op te vallen. Liefhebbers van extreme looks worden rijkelijk voorzien en het extra jaar garantie telt hier ook, maar we moeten kritisch opmerken dat er duidelijk gekozen is voor ‘vorm boven functie’, en dat de aparte ventilatoren de Aorus Xtreme zowel wat luider als wat warmer maakt.

Tussen de MSI Gaming X Trio en de ROG Strix dan? De ROG is iets koeler, de MSI is iets stiller. De MSI is iets goedkoper en maakt visueel gezien veel indruk, maar de onnodige keuze voor 3 PCIe-power-aansluitingen maakt hem lastiger met voedingen te combineren. Daarbij merken we op dat de ASUS een handige ‘quiet mode’ kent (iets stiller, iets warmer) en de enige is die z’n rgb-synchronisatie goed voor elkaar heeft. En voor dit soort bedragen verwachten we dat elk element van de ervaring klopt. De ROG Strix gaat er dan ook vandoor met de titel Best getest.

©PXimport

Kleine zaken maken het verschil

Als we constateren dat de verschillen op gebied van snelheid, warmte en geluid niet extreem groot zijn, dan verleggen we onze aandacht naar prijs, uitstraling en details. MSI probeert z’n topmodel betaalbaarder te houden, terwijl ASUS zich liever profileert met z’n (objectief) betere rgb-synchronisatie tussen verschillende producten. Dat zie je niet in een tabel terug en lijkt minder tastbaar dan een lagere prijs, maar biedt wel echte meerwaarde. De meerwaarde van een stalen pootje om te voorkomen dat videokaarten doorzakken, zoals bij de Gigabyte Aorus Xtreme is een ander praktisch pluspunt – al is het ’t extra jaar garantie op die modellen waar wij echt over te spreken zijn.

De beste GeForce RTX 2080

Omdat de RTX 2080 een stuk zuiniger is dan de RTX 2080 Ti, zien we veel kleinere verschillen in de warmte- en geluidsproductie. Dan kunnen we wederom opmerken dat de Aorus Xtreme kaart niet de efficiëntste is, maar hier is het verschil in de praktijk dermate klein dat je je best kunt laten leiden door de uitstraling van het model. ASUS maakt het echter wel erg bont, want de meerprijs van 150 euro boven een instapmodel RTX 2080 voor hun prachtige ROG Strix-variant is wel heel gortig.

Dat maakt de goedkopere RTX 2080-opties objectief gezien het meest interessant. De MSI Gaming X Trio, MSI Duke, Gigabyte Gaming OC en ASUS Dual zijn praktisch gelijkwaardig. De extra garantie geeft in wederom de Gigabyte Gaming OC onze Redactietip. De winst gaat naar de MSI Gaming X Trio, die voor hetzelfde bedrag in tegenstelling tot de wat ingetogen Gigabyte Gaming OC visueel wel echt indruk maakt op dat prijspunt. Niet vaak zien we een fysiek beest van een kaart met zo veel rgb maar iets meer kosten dan de instappers. De ASUS Dual is weliswaar iets efficiënter, maar duurder en in deze klasse wegen we uitstraling toch mee.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2070

Bij de RTX 2070 moeten we kritisch zijn over de forse prijsverschillen. 170 euro tussen de goedkoopste en de duurste is niet iets wat een paar procent prestatieverschil en wat featureverschillen kunnen verdedigen. Met 699 euro zitten de RTX 2070 Aorus Xtreme en ROG Strix dermate dicht tegen de RTX 2080-kaarten, dat wij niet zien waarom je dan niet voor de echt veel snellere chip gaat. De MSI RTX 2070 Gaming Z houdt de prijs beter binnen de perken, maakt fysiek wederom veel indruk en is een ongekend stille kaart die zelfs de gevoeligste oortjes niet zal belasten. In onze optiek de beste premium RTX 2070.

Toch is het de goedkoopste van het stel die eigenlijk het aantrekkelijkst lijkt als het op de prijs-prestatieverhouding aankomt. Waar de Gigabyte Gaming OC erg goed scoorde bij de RTX 2080 en RTX 2080 Ti, is de meerprijs voor extra garantie met 70 euro (of 100 euro voor de witte kleur) boven de MSI RTX 2070 Armor erg fors, en daarbij is de Armor wat stiller en koeler. Deze MSI is dan wel nipt minder snel, maar dat verschil staat totaal niet in verhouding tot de andere verschillen, iets wat de Gigabyte Windforce wel parten speelt. Daarbij is het een prachtige kaart om te zien, zolang de zwart-wit-combinatie in jouw systeem past, en zijn zowel de temperaturen als de geluidsproductie uitstekend in orde. Als je een nieuwe videokaart zoekt zonder de hoofdprijs te betalen, is de MSI Armor dus onze Redactietip.

©PXimport

Conclusie

De lancering van de GeForce RTX-kaarten zullen we niet snel vergeten. Het zijn prachtige chips, maar de hoge prijzen en het feit dat Nvidia’s twee grote focus-features bij lancering niet werken, zal nog even doordreunen. Maar zolang de kracht niet wordt beantwoord door de enige concurrent, kunnen liefhebbers van high-end-game-pc’s niet om de GeForce RTX-kaarten heen.

Welke kaart dan wijsheid is? Onder de streep zijn de verschillen in de tabel beperkt. Moderne grafische chips zijn efficiënt en de fabrikanten zijn inmiddels zeer ervaren in het maken van efficiënte koeloplossingen. Daarbij moeten we een flinke portie nuance toevoegen en stellen dat er altijd kleine verschillen tussen chips zitten, ook als je meerdere keren exact dezelfde uitvoering koopt. Enkele tientallen megahertz verschil is geen uitzondering. We kijken dan ook primair naar hoe efficiënt de koeloplossing is, al zijn ook die verschillen niet wereldschokkend.

Liggen de prijzen op moment van jouw aanschaf anders, of heb je een specifieke voorkeur voor een andere uitstraling? Wees dan niet bang om van onze aanraders af te wijken, want met de juiste prijs is geen van deze achttien kaarten een slechte koop.

Testmethode

Veel videokaarten boosten hun snelheid aan het begin van hun werklast erg hoog. Hierdoor lijken ze in traditionele benchmarks – die maar een paar minuten duren – sneller, terwijl je daar in het dagelijks gebruik niet van profiteert. Wij bekijken dan ook de gemiddelde prestaties tussen de 30e en 40e minuut: hoe de kloksnelheid is op dat moment, hoe warm ze worden en hoeveel geluid ze maken op 50 centimeter afstand. Daarbij kijken we naar het verbruik van de pc wanneer enkel de videokaart wordt belast en wanneer het hele systeem intensief wordt gebruikt. We testen met een Intel Core i7-8700K, ASUS ROG Strix Z370-F Gaming, 16 GB Corsair DDR4, een Samsung 960 PRO SSD en een Seasonic Prime Titanium 850W-voeding en meten het verbruik ‘aan de muur’.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Tefal Snack Collection - klein formaat, veel mogelijkheden
© Tefal
Huis

Review Tefal Snack Collection - klein formaat, veel mogelijkheden

Tefal lanceert een compact model tosti-ijzer dat met allerlei extra platensets te gebruiken is voor allerlei gerechten: van panini's en wafels in allerlei vormen en maten tot aan donuts en madeleines. Is de Snack Collection echt zo veelzijdig? ID.nl ging ermee aan de slag.

Uitstekend
Conclusie

De Tefal Snack Collection is een compact tosti-apparaat met verwisselbare platen, bedoeld voor wie met één toestel meerdere snacks wil bereiden. In de test leverde het apparaat goede resultaten met tosti’s en panini’s; de platen klikken stevig vast, zijn uitneembaar en vaatwasserbestendig. Met zijn kleine formaat, snoeropbergsysteem, 700 watt vermogen, maximale temperatuur van 230 graden en voorverwarm-indicator is het toestel praktisch, al is het grillvlak aan de krappe kant en is de temperatuur niet instelbaar. Per saldo is dit een ruimtebesparende keuze voor tostiliefhebbers die graag variëren.

Plus- en minpunten
  • Compact formaat en makkelijk opbergen
  • Goede grill-prestaties
  • Veel uitbreidingsmogelijkheden
  • Opwarmen duurt zo'n 4 minuten
  • Temperatuur niet instelbaar

Tafelgrills en tosti-apparaten zijn in bijna elk huishouden te vinden. Vaak gaat het om apparaten met een geribbelde grillplaat boven en onder, waar je je tosti tussen legt om die een paar minuten erna bruin en krokant uit te halen, met een lekker warme vulling. Het zijn eenvoudige apparaten die goed zijn in waarvoor ze ontwikkeld zijn. Meer dan je tosti erin maken kan vaak niet. Tefal komt nu met de compacte Snack Collection, een apparaat dat je koopt met twee bijgeleverde typen grillplaten en nog eens kunt uitbreiden door losse sets erbij te kopen.

©Saskia van Weert

Testexemplaar en meegeleverde platen

Ter review ontving de redactie een blauw testmodel, voorzien van twee grill/panini-platen (één boven, één onder in het apparaat) en twee platen om Brusselse wafels mee te maken. De Snack Collection is met zijn 28,5 centimeter breedte, 20,6 centimeter lengte en 34,5 centimeter hoogte een betrekkelijk klein apparaat dat makkelijk op te bergen is. Het snoer is aan de onderkant op te bergen, er zit een aan-uitknop aan de voorzijde, net als een vergrendeling om het ijzer op slot te zetten. Ook zit er een lampje aan de voorzijde dat groen oplicht als het apparaat is voorverwarmd. Hij heeft een vermogen van 700 watt en een maximale temperatuur van 230 graden. De temperatuur is niet handmatig in te stellen.

©Saskia van Weert

Inhoud van de doos en wisselen van platen

In de machine zit al een set grillplaten. Verder vind je in de doos twee verpakkingen die nog het meest doen denken aan videobandhoezen van vroeger. Ze zijn van harde kunststof en gaan wat lastig open. De ene doos is uiteraard leeg, want daar zaten de panini-platen in, maar we vinden er wel een receptenboekje in. In de andere doos zit de uitbreiding; in ons testexemplaar zijn dat de wafelplaten. De platen zijn los te halen uit de machine via een knopje boven en onder, en de platen kunnen er op maar één manier in vastklikken. Je kunt ze dus niet verkeerd bevestigen. Ze mogen in de vaatwasser; de machine zelf uiteraard niet.

©Saskia van Weert

Gebruik en bediening

Zoals wel vaker bij dit type apparaten is de werking enorm simpel. Je bevestigt de gewenste platen in de machine, doet de stekker in het stopcontact en zet hem aan. Dan wacht je tot het groene lampje aangaat, open je de machine, doe je je gerecht erin, sluit je alles weer netjes en wacht je tot je eten klaar is. Eet smakelijk!

©Saskia van Weert

Test: tosti's

De bijgeleverde grill/panini-plaat is net wat te klein voor een reguliere tosti van boterhammen uit de supermarkt; het korstje steekt net wat boven de plaat uit. Maar dat bleek voor het resultaat niet uit te maken: alle geteste tosti’s kwamen prima uit de Tefal. Opwarmen duurde wel wat lang, ongeveer 4 minuten.

Lees ook: Gezonde tosti’s om de hele middag op door te gaan

Brand je handen niet!

Gebruik een tang om je tosti's te serveren

Test: panini

De test met een panini had wat voeten in de aarde. De supermarkten in onze woonplaats verkochten geen panini-broodjes, maar een XL-shop in een andere plaats wel. Panini-broodjes zijn hoger dan normale afbakbroodjes en standaard voorzien van grillstrepen. Het deksel van de Snack Collection moest wel wat worden aangedrukt om de machine te kunnen sluiten met de vergrendeling, maar ook dat verliep verder prima.

Schoonmaken en opbergen 

De platen komen weer brandschoon uit de vaatwasser en klikken makkelijk vast in het apparaat. Door de betrekkelijk kleine afmetingen van dit keukenapparaat is het makkelijk op te bergen.

©Tefal

Uitbreidingssets (assortiment)

Dan de uitbreidingssets. Deze hebben we niet kunnen testen, maar zijn uiteraard te bekijken via de site van Tefal. Er is een aantal platen voor tosti’s in bijzondere vormen, zoals een schelpvorm of juist meteen als driehoek. Verder zijn er onder meer vormen voor bagels te verkrijgen. Tefal mikt duidelijk op een internationaal publiek, want er is ook een vorm voor madeleines (Franse zoete cakejes) verkrijgbaar.

Conclusie

De Tefal Snack Collection is een compact tosti-apparaat met verwisselbare platen, bedoeld voor wie met één toestel meerdere snacks wil maken. In de test leverde het apparaat nette resultaten op: tosti's kwamen goed uit de grill en panini's lukten eveneens prima na het sluiten met de vergrendeling. De platen klikken stevig vast, zijn uitneembaar en kunnen in de vaatwasser. Dankzij het kleine formaat en het opbergsysteem voor het snoer is het toestel eenvoudig weg te zetten. Het apparaat heeft een vermogen van 700 watt, een maximale temperatuur van 230 graden en een indicatielampje dat aangeeft wanneer voorverwarmen is voltooid.

Aandachtspunten: het grillvlak is aan de krappe kant voor standaardboterhammen, de opwarmtijd ligt rond de 4 minuten en de temperatuur is niet handmatig regelbaar. De uitbreidingsmogelijkheden zijn groot (onder meer wafels, donuts, madeleines en bagels), maar deze extra platen zijn in deze test niet inhoudelijk beoordeeld.

Per saldo is de Snack Collection een praktisch en ruimtebesparend apparaat voor de liefhebbers van tosti's die ook graag eens experimenteren met andere bereidingen.

▼ Volgende artikel
Slimmer overstappen zorgverzekering 2026: pak dubbel voordeel met CashbackXL
© ID.nl
Zekerheid & gemak

Slimmer overstappen zorgverzekering 2026: pak dubbel voordeel met CashbackXL

Naar verwachting stappen dit jaar weer ruim 1,2 miljoen mensen over van zorgverzekering. Verstandig, maar het kan nóg slimmer. Wie overstapt via CashbackXL profiteert namelijk dubbel: je bespaart op de premie én ontvangt cashback-punten die je kunt inwisselen voor keiharde euro's.

We zitten midden in het overstapseizoen. Tot en met 31 december heb je de tijd om je huidige zorgverzekering op te zeggen en een nieuwe te kiezen. De ontevredenheid over de hoge premies is voor velen de belangrijkste reden om te wisselen. Daarnaast kiezen steeds meer mensen voor een minder uitgebreide aanvullende verzekering om de kosten te drukken. Er valt vaak honderden euro's per jaar te besparen door simpelweg te vergelijken. Maar waarom zou je genoegen nemen met alléén een lagere premie?

Punten scoren (en cashen!)

Als je via CashbackXL overstapt, ontvang je voor elke nieuw afgesloten zorgverzekering bij de grote vergelijkers Poliswijzer.nl, Zorgkiezer en Overstappen.nl 2.750 punten. Deze punten zijn geld waard: 1 punt staat gelijk aan € 0,01. Dit betekent dat je per overstap € 27,50 extra voordeel pakt.
Of je nu kiest voor a.s.r., VGZ Bewuzt, OHRA, Zilveren Kruis Ziezo of een van de vele andere verzekeraars uit de lijst: als je via de juiste vergelijker overstapt, pak je die bonus mee. In onderstaand overzicht zie je bij welke vergelijker je moet zijn voor een specifieke verzekeraar.

💡Slimme tip: zo krijg je meerdere cashbacks op één adres

Stappen jij en je partner allebei over? Let dan even goed op. Normaal gesproken geldt de regel: één cashback per vergelijker, per adres/gezin. Maar daar is een slimme oplossing voor. Wil je voor meerdere gezinsleden een cashback ontvangen? Sluit de verzekeringen dan af bij verschillende vergelijkers.

Voorbeeld: Jij sluit je nieuwe verzekering af via Poliswijzer.nl (2.750 punten) en je partner sluit af via Overstappen.nl (ook 2.750 punten). Zo ontvang je op hetzelfde adres twee keer de cashback!

Belangrijk om te weten: geduld wordt beloond

Overstappen doe je vóór 1 januari, maar de controle duurt even. Zorgverzekeraars keuren de aanvragen namelijk pas definitief in april 2026. Het duurt dus even voordat de punten in je account op 'goedgekeurd' staan, maar dat is het wachten waard.

Voorwaarden puntenactie zorgverzekering 2026

Wil je in aanmerking komen voor deze actie, lees dan onderstaande voorwaarden even aandachtig door:

• Je moet 18 jaar of ouder zijn.
• Het moet gaan om een nieuwe verzekering (als je verlengt bij je huidige verzekeraar (ook al sluit je een andersoortige verzekering af) dan geldt dat hier niet als overstappen.
• Alle genoemde cashbacks gelden altijd voor elk eigen risico.

Zo werkt de zorgverzekerings-cashback

Wil jij 2026 financieel goed beginnen? Volg dan deze stappen voor de perfecte tracking:

1. Maak een account aan op CashbackXL.
2. Klik bovenaan in de blauwe balk op Zorgverzekering 2026.
3. Bekijk in het overzicht welke verzekeraar via welke vergelijker (Poliswijzer, Zorgkiezer of Overstappen) beschikbaar is.
4. Klik op de link en start de vergelijking. Let op: accepteer alle cookies op de site van de vergelijker en zet je adblocker uit. Dit is noodzakelijk om de punten te kunnen registreren.
5. Sluit de verzekering af.
6. Je aankoop wordt geregistreerd en na goedkeuring in april 2026 kun je jouw punten verzilveren in euro's.

Waarom je CashbackXL kunt vertrouwen

CashbackXL is de grootste cashback-site van Nederland. De site registreert 97 procent van alle aankopen succesvol en scoort op Kiyoh een klantwaardering van een 9,0. Je ontvangt je uitbetaling maandelijks (of wanneer jij wilt, zonder minimumbedrag), krijgt de hoogste cashback-percentages en kunt terecht bij een toegankelijke klantenservice.