ID.nl logo
18 RTX-videokaarten getest
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

18 RTX-videokaarten getest

Met de GeForce RTX-series bracht Nvidia voor het eerst in jaren weer echte vernieuwing op het gebied van grafische kaarten. Vandaag gaan we twee vragen beantwoorden: wil je er één? En zo ja, welke videokaart kies je dan?

Hoewel we lang moesten wachten op deze nieuwe grafische kaarten, heeft de markt in de afgelopen twee jaar meer meegemaakt dan we voor mogelijk hadden gehouden. Vooral dankzij een enorme vraag naar deze producten van miners van cryptovaluta (Bitcoin, Ethereum etc.) werden videokaarten veel duurder. Een stevige game-pc was al niet goedkoop, maar met die prijsstijgingen werd dat voor velen onbetaalbaar. Tel de zakkende prijzen van Xboxen en Playstations daarbij op, en de liefhebbers van pc-gaming hadden genoeg te klagen.

Totdat afgelopen september Nvidia de RTX 2080 en RTX 2080 Ti uitbracht, waarbij vooral de laatste weer een echt grote stap in pure grafische rekenkracht met zich meebracht. Zelfs op 4K weet de GeForce RTX 2080 Ti in het gros van de games boven de magische 60 fps te blijven, serieus 4K-gamen is daarmee voor het eerst werkelijkheid geworden en dat is een prachtige prestatie van Nvidia. Laten we niet vergeten dat AMD niets heeft dat in de buurt komt van dit grafische geweld en dat de 4K-ervaring op consoles daar ook niet bij in de buurt komt.

Hoge prijzen

Reden voor pc gamers om de klaagzang dus even te parkeren? Niet helemaal, want met een prijskaartje van 1.200 euro is de RTX 2080 Ti niet meer dan een heel mooi stuk speelgoed voor de zeer welvarende pc-game-elite. Dan klinkt 800 euro voor een RTX 2080 bijna als een koopje, maar laten we niemand voor de gek houden en stellen dat die videokaart feitelijk in hetzelfde schuitje zit voor slechts marginaal minder selecte doelgroep. De Nvidia RTX 2070 is –als je goed zoekt – voor circa 500 euro te vinden en daarmee eerste videokaart van deze nieuwe generatie voor de grotere doelgroep. Qua prestaties staat de RTX 2080 Ti op eenzame hoogte, terwijl de RTX 2080 gemiddeld rondom het prestatiepunt van de GTX 1080 Ti ligt en de RTX 2070 qua prestaties grofweg tussen de oude GTX 1080 en GTX 1080 Ti in valt. Dat is geen gigantische stap vooruit in die middenklasse en gamers die nu al voorzien zijn van een dergelijk krachtige kaart uit de 10-serie, zullen hun hand op of in de buurt van de knip willen houden.

Ray Tracing

Om gamers toch te overtuigen over te stappen, heeft Nvidia een aantal troeven achter de hand, met ‘Ray Tracing’ vooraan de rij. Ray-tracing is de techniek waarin een beeld wordt gegenereerd door individuele lichtstralen te volgen en te simuleren hoe ze reageren op elke aanraking. Een benadering van hoe wij met onze ogen de wereld zien. Met deze nieuwe GeForce RTX-kaarten heeft Nvidia een aantal nieuwe gespecialiseerde ‘RT-cores’ toegevoegd, wiens enige taak is om die ray-tracing-berekeningen uit te voeren.

In theorie kan Nvidia daar iets mee doen wat we in jaren niet hebben gezien: een echte stap vooruit maken wat beeldkwaliteit betreft. Met deze techniek zouden we ongekend goede reflecties en sfeer dankzij accurate verlichting en schaduwen kunnen krijgen in games. Hoewel het onderdeel is van zowel de DirectX12- als Vulkan-api en daarmee in theorie iets wat we veel vaker gaan zien, vereist het wel dat game-ontwikkelaars iets met deze techniek doen. Toen bij lancering van de RTX-videokaarten bleek dat er nog geen enkele game daadwerkelijk iets met ray-tracing kon doen, was de kritiek niet meer dan begrijpelijk.

Tijdens het schrijven van dit artikel voegde EA ray-tracing-ondersteuning toe aan Battlefield V, daarmee de eerste game die er daadwerkelijk gebruik van kon maken en onze eerste hands-on-ervaring. Met ray-tracing (DXR genoemd in de game) aan, zien we inderdaad prachtige en accurate reflecties. Zeker in combinatie met een hdr-monitor is de beeldkwaliteit fenomenaal. Stormen we door de prachtige Rotterdam-map in die game heen op een groot scherm, dan krijgen we een voorproefje van next-gen-gaming voor de massa. Het resultaat mag er echt zijn.

©PXimport

Niet zonder zorgen

Toch zijn er de nodige zorgen. Battlefield V op DirectX12, nodig voor ray-tracing, is namelijk nog niet zo feilloos als op DirectX11 en veroorzaakt af en toe zwarte schermen. Ook lijkt de ray-tracing-implementatie nog niet perfect, zo zien we soms opvallende, ongewenste lichteffecten. En hoewel het detailniveau van DXR instelbaar is, zien we beperkt visueel verschil tussen Low en Ultra. En we moeten daarbij dan nog opmerken dat de impact op de prestaties aanzienlijk is: 4K met hdr en ray-tracing is niet haalbaar. Zelfs voor 1080p- of 1440p-gaming wil je eigenlijk toch de duurdere RTX 2080 Ti hebben.

De realiteit is dat realtime-ray-tracing prachtig is, maar dat we pas aan de beginfase staan. Ons vermoeden is dat de feature in Battlefield V ontzettend is gepusht, om maar iets te kunnen laten zien en dat we vooral dienen te wachten op implementaties in meer games. Ray-tracing is zeker geen gimmick – films maken er al jaren gebruik van – maar we kunnen simpelweg nog niet concluderen dat jij daar nu een nieuwe videokaart voor wilt kopen.

©PXimport

Deep learning

De andere grote truc van Nvidia in de nieuwe videokaarten is de complete tegenpool van ray-tracing. Deep Learning Anti-Aliasing of DLSS brengt geen verbetering van de beeldkwaliteit, maar evenaart de beeldkwaliteit van bestaande anti-aliasing-technieken op een veel slimmere manier. Nvidia test en optimaliseert games die DLSS ondersteunen vooraf met behulp van z’n gigantische neurale netwerk (AI voor je games dus). GeForce RTX-kaarten geven die games vervolgens vlotter weer op hoge beeldkwaliteit. Het gevolg is beeldkwaliteit van een hoge resolutie, sterk anti-aliased beeld, maar dan met een 25-50 procent hogere framerate dan voorheen. Op het moment van schrijven en ruim twee maanden na de release van de GeForce RTX-kaarten is het echter nog wachten op een echte DLSS-ervaring. Enkele demo’s en benchmarks zijn veelbelovend, maar wij kunnen pas echt enthousiast worden als we het in echte games kunnen zien en ervaren.

Te vroeg uitgebracht?

Twee veelbelovende technieken dus, maar ook twee waar we eigenlijk op zitten te wachten om nu eens echt indruk te maken in de praktijk. Dat zal ongetwijfeld gebeuren, maar we moeten opmerken dat beide technieken simpelweg nog niet rijp zijn. We vragen ons af waarom deze producten niet iets later uit zijn gebracht, tegelijk met bredere ondersteuning in games. Dure videokaarten moeten het hebben van early adopters, maar het is de taak van Nvidia om die early adopters echt meerwaarde te bieden – niet enkel de belofte voor te houden dat het echt komen gaat. Nvidia vraagt dus extra geduld van deze fanatiekste doelgroep, maar vraagt tegelijk ook de hoofdprijs. Dat is niet het aantrekkelijkste voorstel.

Redenen genoeg om er wel één te kopen

Toch zijn er voldoende redenen om deze RTX-kaarten serieus te overwegen, anders hadden we er uiteraard geen 18 stuks uitvoerig aan de tand gevoeld. Gamers die nog op oudere hardware gamen, denk aan de 9-series (GTX 960 t/m 980 Ti), of op nog oudere hardware (GTX 770 bijvoorbeeld) kunnen we verzekeren van een gigantische prestatiewinst met de nieuwe RTX-kaarten. Elke game-pc van drie jaar of ouder komt niet in de buurt van de prestaties die een 2018-game-pc met moderne processor en GeForce RTX-kaart neer zal zetten. De meer betaalbare RTX 2070 biedt zich aan als aantrekkelijk, nog redelijk te betalen optie, die alles uit die tijd ruim achter zich laat.

En voor gamers die op dit moment het allerbeste willen hebben? Of je nu om 4K-gaming geeft, of wilt gamen op WQHD (1440p) op hoge framerates: los van wat ray-tracing en DLSS nog beloven te gaan bieden de komende maanden, is er simpelweg niets krachtiger dan de high-end-modellen in de GeForce RTX-range. Wil je het beste, en kun je het betalen, dan wil je toch echt een GeForce RTX 2080 of RTX 2080 Ti.

Drie giganten strijden om één been

Wil je een Nvidia GeForce-kaart kopen in Nederland, dan is de kans groot dat je uitkomt bij ASUS, Gigabyte of MSI. Tezamen hebben zij het gros van de markt in handen en zijn ze verantwoordelijk voor alle achttien kaarten in deze test. Nvidia verkoopt zelf ook de zogeheten Founder’s Edition direct vanaf z’n eigen website, maar sinds jaar en dag is bekend dat je die vooral uit een voorliefde voor het unieke aluminium design moet overwegen. De door ons geteste modellen van de boardpartners van Nvidia blijven koeler en stiller, en zijn vaak nog goedkoper ook.

Gewoontedieren

Alle drie de fabrikanten volgen de klassieke goed-beter-best-opbouw. Bij ASUS zijn de Turbo-modellen de instappers, de Dual-modellen de middenmoters en de ROG Strix-modellen de indrukwekkende doch prijzige toppers. Gigabyte heeft als instapper de Windforce, als middenmoter de Gaming OC en het topmodel Aorus Xtreme. MSI compliceert het verhaal iets met verschillende benamingen en designs afhankelijk van de exacte chip. Zo is de RTX 2070 Armor een instapper, maar bestaat er geen RTX 2080 Ti Armor. Mocht je het overzicht verliezen: de prijskaartjes in de tabel laten er geen misverstanden over bestaan. Wat smaak betreft valt er ook niet te twisten, maar we merken wel op dat de kaarten veel op elkaar lijken. Monochroom lijkt de dominante ‘kleurstelling’ van 2018, met rgb als focus-feature op bijna elke kaart. Voor de liefhebbers van een witte pc behuizing vallen de MSI Armor- en ASUS Dual-kaarten op met veel witte details, en de volledige witte Gigabyte Gaming OC White doet daar nog een schepje bovenop.

Even traditiegetrouw zijn deze fabrikanten niet heel happig om hun instapmodellen te laten testen. Gezien de testresultaten vinden wij dat erg jammer. Meer uitgeven voor iets wat jij mooi vindt snappen wij, maar objectief gezien kunnen we alvast stellen dat de goedkopere opties in deze test eigenlijk al uitstekend zijn.

#RGBAllTheThings!

Hoe zie je het verschil tussen een echt luxe kaart en een instap-videokaart? Door de hoeveelheid rgb-verlichting natuurlijk! Flauw, maar wel de realiteit. Bij ASUS treffen we rgb nagenoeg alleen in de duurste ROG-kaarten aan. En hoewel MSI en Gigabyte iets van kleurverlichting in het instap- en middensegment hebben, zijn het wederom de topmodellen waar echt veel op zit. De ASUS ROG-kaart houdt rgb redelijk strak en bescheiden, MSI zet met z’n Gaming X Trio juist in op de gedachte dat meer rgb beter is. Zij die niet vies zijn van echt knettergekke rgb, dienen de Gigabyte Aorus Xtreme kaarten te bekijken, want met rgb-effecten in de ventilatoren is dat de meest extravagante verschijning.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2080 Ti

Hoewel het verschil van honderd euro tussen de goedkoopste en de duurste RTX 2080 Ti een aardig bedrag is, zal dat geen breekpunt zijn voor iemand die al op het punt staat minimaal 1.300 euro uit te geven aan een nieuwe videokaart. Dat maakt de keuze voor de duurdere alternatieven niet direct vanzelfsprekend, want de twee goedkoopste (1.299 euro) Gigabyte Gaming OC en MSI Duke, doen nauwelijks onder voor de topmodellen van 1.399 euro. De grofweg 2 procent verschil in benchmarkprestaties tussen de traagste en de snelste ga je nooit voelen in games en daarbij zijn deze kaarten ook koel en stil. De MSI Duke oogt iets indrukwekkender en is nipt efficiënter dan de Gigabyte, maar het zijn minuscuul kleine verschillen. Bij gelijke prijs geven we toch de Gigabyte GeForce RTX 2080 Ti Gaming OC onze Redactietip voor beste prijs-kwaliteitverhouding bij de 2080 Ti, vanwege het extra jaar garantie; het meest tastbare verschil tussen die twee.

Maar de beste? Bovenin strijden de ASUS ROG Strix, de MSI Gaming X Trio en de Gigabyte Aorus Xtreme. Die drie zijn nu eenmaal wat sneller en maken visueel meer indruk. Wat design betreft springt Gigabyte er het meest uit: verlichting in de fans zelf, aparte kappen op de kaart, alles om maar echt op te vallen. Liefhebbers van extreme looks worden rijkelijk voorzien en het extra jaar garantie telt hier ook, maar we moeten kritisch opmerken dat er duidelijk gekozen is voor ‘vorm boven functie’, en dat de aparte ventilatoren de Aorus Xtreme zowel wat luider als wat warmer maakt.

Tussen de MSI Gaming X Trio en de ROG Strix dan? De ROG is iets koeler, de MSI is iets stiller. De MSI is iets goedkoper en maakt visueel gezien veel indruk, maar de onnodige keuze voor 3 PCIe-power-aansluitingen maakt hem lastiger met voedingen te combineren. Daarbij merken we op dat de ASUS een handige ‘quiet mode’ kent (iets stiller, iets warmer) en de enige is die z’n rgb-synchronisatie goed voor elkaar heeft. En voor dit soort bedragen verwachten we dat elk element van de ervaring klopt. De ROG Strix gaat er dan ook vandoor met de titel Best getest.

©PXimport

Kleine zaken maken het verschil

Als we constateren dat de verschillen op gebied van snelheid, warmte en geluid niet extreem groot zijn, dan verleggen we onze aandacht naar prijs, uitstraling en details. MSI probeert z’n topmodel betaalbaarder te houden, terwijl ASUS zich liever profileert met z’n (objectief) betere rgb-synchronisatie tussen verschillende producten. Dat zie je niet in een tabel terug en lijkt minder tastbaar dan een lagere prijs, maar biedt wel echte meerwaarde. De meerwaarde van een stalen pootje om te voorkomen dat videokaarten doorzakken, zoals bij de Gigabyte Aorus Xtreme is een ander praktisch pluspunt – al is het ’t extra jaar garantie op die modellen waar wij echt over te spreken zijn.

De beste GeForce RTX 2080

Omdat de RTX 2080 een stuk zuiniger is dan de RTX 2080 Ti, zien we veel kleinere verschillen in de warmte- en geluidsproductie. Dan kunnen we wederom opmerken dat de Aorus Xtreme kaart niet de efficiëntste is, maar hier is het verschil in de praktijk dermate klein dat je je best kunt laten leiden door de uitstraling van het model. ASUS maakt het echter wel erg bont, want de meerprijs van 150 euro boven een instapmodel RTX 2080 voor hun prachtige ROG Strix-variant is wel heel gortig.

Dat maakt de goedkopere RTX 2080-opties objectief gezien het meest interessant. De MSI Gaming X Trio, MSI Duke, Gigabyte Gaming OC en ASUS Dual zijn praktisch gelijkwaardig. De extra garantie geeft in wederom de Gigabyte Gaming OC onze Redactietip. De winst gaat naar de MSI Gaming X Trio, die voor hetzelfde bedrag in tegenstelling tot de wat ingetogen Gigabyte Gaming OC visueel wel echt indruk maakt op dat prijspunt. Niet vaak zien we een fysiek beest van een kaart met zo veel rgb maar iets meer kosten dan de instappers. De ASUS Dual is weliswaar iets efficiënter, maar duurder en in deze klasse wegen we uitstraling toch mee.

©PXimport

De beste GeForce RTX 2070

Bij de RTX 2070 moeten we kritisch zijn over de forse prijsverschillen. 170 euro tussen de goedkoopste en de duurste is niet iets wat een paar procent prestatieverschil en wat featureverschillen kunnen verdedigen. Met 699 euro zitten de RTX 2070 Aorus Xtreme en ROG Strix dermate dicht tegen de RTX 2080-kaarten, dat wij niet zien waarom je dan niet voor de echt veel snellere chip gaat. De MSI RTX 2070 Gaming Z houdt de prijs beter binnen de perken, maakt fysiek wederom veel indruk en is een ongekend stille kaart die zelfs de gevoeligste oortjes niet zal belasten. In onze optiek de beste premium RTX 2070.

Toch is het de goedkoopste van het stel die eigenlijk het aantrekkelijkst lijkt als het op de prijs-prestatieverhouding aankomt. Waar de Gigabyte Gaming OC erg goed scoorde bij de RTX 2080 en RTX 2080 Ti, is de meerprijs voor extra garantie met 70 euro (of 100 euro voor de witte kleur) boven de MSI RTX 2070 Armor erg fors, en daarbij is de Armor wat stiller en koeler. Deze MSI is dan wel nipt minder snel, maar dat verschil staat totaal niet in verhouding tot de andere verschillen, iets wat de Gigabyte Windforce wel parten speelt. Daarbij is het een prachtige kaart om te zien, zolang de zwart-wit-combinatie in jouw systeem past, en zijn zowel de temperaturen als de geluidsproductie uitstekend in orde. Als je een nieuwe videokaart zoekt zonder de hoofdprijs te betalen, is de MSI Armor dus onze Redactietip.

©PXimport

Conclusie

De lancering van de GeForce RTX-kaarten zullen we niet snel vergeten. Het zijn prachtige chips, maar de hoge prijzen en het feit dat Nvidia’s twee grote focus-features bij lancering niet werken, zal nog even doordreunen. Maar zolang de kracht niet wordt beantwoord door de enige concurrent, kunnen liefhebbers van high-end-game-pc’s niet om de GeForce RTX-kaarten heen.

Welke kaart dan wijsheid is? Onder de streep zijn de verschillen in de tabel beperkt. Moderne grafische chips zijn efficiënt en de fabrikanten zijn inmiddels zeer ervaren in het maken van efficiënte koeloplossingen. Daarbij moeten we een flinke portie nuance toevoegen en stellen dat er altijd kleine verschillen tussen chips zitten, ook als je meerdere keren exact dezelfde uitvoering koopt. Enkele tientallen megahertz verschil is geen uitzondering. We kijken dan ook primair naar hoe efficiënt de koeloplossing is, al zijn ook die verschillen niet wereldschokkend.

Liggen de prijzen op moment van jouw aanschaf anders, of heb je een specifieke voorkeur voor een andere uitstraling? Wees dan niet bang om van onze aanraders af te wijken, want met de juiste prijs is geen van deze achttien kaarten een slechte koop.

Testmethode

Veel videokaarten boosten hun snelheid aan het begin van hun werklast erg hoog. Hierdoor lijken ze in traditionele benchmarks – die maar een paar minuten duren – sneller, terwijl je daar in het dagelijks gebruik niet van profiteert. Wij bekijken dan ook de gemiddelde prestaties tussen de 30e en 40e minuut: hoe de kloksnelheid is op dat moment, hoe warm ze worden en hoeveel geluid ze maken op 50 centimeter afstand. Daarbij kijken we naar het verbruik van de pc wanneer enkel de videokaart wordt belast en wanneer het hele systeem intensief wordt gebruikt. We testen met een Intel Core i7-8700K, ASUS ROG Strix Z370-F Gaming, 16 GB Corsair DDR4, een Samsung 960 PRO SSD en een Seasonic Prime Titanium 850W-voeding en meten het verbruik ‘aan de muur’.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.