ID.nl logo
Tropendagen op komst? Zo haal je het maximale uit je mobiele airco
© Oleksander Kharchenko alkharch@gmail.com
Energie

Tropendagen op komst? Zo haal je het maximale uit je mobiele airco

Nederland zucht onder de hitte: het asfalt plakt, je bureaustoel ook, en zelfs de kat lijkt gesmolten. Met temperaturen boven de 30 graden is dit hét moment om je mobiele airco uit de kast te trekken. Maar hoe zorg je dat hij ook echt doet wat-ie belooft? In dit artikel lees je stap voor stap hoe je een mobiele airco goed installeert, waar je op moet letten bij de plaatsing én hoe je voorkomt dat de warme lucht net zo hard weer naar binnen waait.

📝 Sneloverzicht: wat lees je in dit artikel?

– Hoe een mobiele airco werkt en waarom de afvoerslang een must is – Waar je de airco het beste kunt plaatsen voor optimale prestaties – Hoe je voorkomt dat warme lucht terug naar binnen komt – Wat je moet weten over condenswater en afwatering – Welke slimme functies je extra comfort en gemak bieden – Veelvoorkomende fouten bij het installeren (en hoe je ze vermijdt)

Een mobiele airco haalt warme lucht uit de kamer, koelt die af via een gesloten systeem waarin een koelmiddel circuleert en blaast de koele lucht vervolgens terug de ruimte in. Tegelijkertijd ontstaat er restwarmte die ergens heen moet, en daar komt de afvoerslang om de hoek kijken. Die dikke, vaak wat lompe slang voert de warme lucht af naar buiten, meestal via een raam. En precies dát punt zorgt vaak voor de meeste hoofdbrekens: hoe voorkom je dat de warme lucht die je net kwijt bent geraakt weer net zo hard naar binnen komt?

Kies een slimme plek in huis

Een mobiele airco oogt misschien flexibel, maar laat je niet misleiden: de locatie waar je hem neerzet, doet er echt toe. Je hebt een plek nodig met toegang tot een raam of deur waar de afvoerslang door naar buiten kan, en een vrij stopcontact dat het stroomverbruik van het apparaat aankan, doorgaans tussen de 1000 en 2500 watt. Let ook op de ruimte rondom het toestel. De airco moet kunnen 'ademen' om effectief te blijven werken. Zet je hem te dicht op een muur of naast een kast, dan loop je het risico dat de afgevoerde warme lucht zich ophoopt of zelfs weer wordt aangezogen. En dat drukt niet alleen de prestaties, maar kan ook de levensduur van het apparaat verkorten.

©Ton Hazewinkel

Er moet een slang naar buiten om de warme lucht weer af te voeren.

De afvoerslang: onderschat 'm niet

De werking van je mobiele airco staat of valt met een goede afvoer van warme lucht. Laat je de slang zomaar uit een open raam hangen, dan gaat een groot deel van het koelvermogen verloren omdat de warme lucht zomaar weer naar binnen waait. Het loont dus om te investeren in een raamafdichtingskit: een speciaal doek of scherm, soms met een ritssluiting, waarmee je de opening rondom de slang netjes afsluit. Er zijn kits voor verschillende typen ramen – van kantel- tot schuiframen – en voor wie graag zelf knutselt, zijn er ook alternatieven. Denk aan een plaat plexiglas of hout op maat gezaagd, met een uitsparing voor de slang. Wat je ook kiest, zorg vooral dat de kier goed dicht is, zodat de luchtcirculatie buiten blijft en je airco efficiënt zijn werk kan doen.

Voorkom natte voeten

Tijdens het koelen haalt een mobiele airco niet alleen warmte, maar ook vocht uit de lucht. Dat water moet ergens naartoe. Sommige modellen laten een groot deel van de condens verdampen via de luchtslang, terwijl andere apparaten het water opvangen in een intern reservoir dat je handmatig moet legen. Welke methode jouw airco gebruikt, is iets om van tevoren goed uit te zoeken. Zeker op hete of vochtige dagen kan het opvangbakje sneller vol zitten dan verwacht, en een overgelopen waterreservoir is niet alleen onhandig, maar kan ook schade veroorzaken. Regelmatig controleren is dus geen overbodige luxe: een klein klusje dat grote ongemakken voorkomt.

Extra comfort met slimme functies

De meeste mobiele airco's zijn tegenwoordig uitgerust met handige snufjes die het gebruik een stuk comfortabeler maken. Zo kun je met een timer instellen wanneer het apparaat automatisch aan of uit moet gaan – ideaal als je overdag van huis bent en 's avonds in een koele ruimte wilt thuiskomen. Steeds vaker zie je ook modellen met wifi-functionaliteit, waarmee je via een app of spraakassistent de airco op afstand bedient. Heb je een eenvoudiger model? Dan kun je alsnog slim schakelen met behulp van een slimme stekker. Daarmee regel je precies wanneer de airco inschakelt, zonder dat je fysiek aanwezig hoeft te zijn. Het is een simpele toevoeging die zowel comfort als energie-efficiëntie verhoogt.

©Alexandra

Veelgemaakte fouten die je eenvoudig voorkomt

Bij het installeren van een mobiele airco gaan er vaak een paar dingen mis die met een beetje aandacht makkelijk te vermijden zijn. Het meest voorkomende probleem is een raam dat niet goed is afgesloten, waardoor de warme lucht zo weer naar binnen stroomt en het apparaat zich suf draait zonder effect.

Een tweede veelvoorkomende fout is het gebruik van een te klein model voor de ruimte: een airco met een koelvermogen van 7000 BTU is simpelweg niet opgewassen tegen een ruime, zonovergoten woonkamer. Ook wordt het toestel nogal eens weggestopt in een hoek of tussen meubels, wat de luchtcirculatie belemmert en de efficiëntie ondermijnt.

En tot slot loert er nog een ander risico: onveilige stroomvoorziening. Vermijd verlengsnoeren of stekkerblokken die het hoge vermogen niet aankunnen, want dat kan leiden tot overbelasting of zelfs brandgevaar. Een vaste wandcontactdoos is altijd de veiligste keuze.

Hoeveel BTU heb je nodig voor een mobiele airco?

De koelcapaciteit van een mobiele airco wordt uitgedrukt in BTU (British Thermal Unit). Hoe groter de ruimte, hoe hoger het aantal BTU dat nodig is om de temperatuur effectief te verlagen. Bij mobiele airco’s ligt de aanbevolen capaciteit vaak wat hoger dan bij vaste systemen. Dat komt doordat ze minder efficiënt zijn, vaak warmte verliezen via de luchtslang en meestal in een open raam geplaatst worden.

Fabrikanten geven het vermogen van mobiele airco’s vaak op in kubieke meters (m³), terwijl je als consument meestal rekent in vierkante meters (m²). De vertaalslag is simpel: vermenigvuldig het vloeroppervlak met de plafondhoogte. Voor een gemiddelde kamerhoogte van 2,5 meter geldt dus:

20 m² × 2,5 m = 50 m³

In onderstaande tabel combineren we beide eenheden, zodat je snel kunt inschatten welk BTU-bereik past bij jouw ruimte. De richtlijnen zijn afgestemd op normaal geïsoleerde woningen met een plafondhoogte van circa 2,5 meter.

Oppervlakte van de ruimteAanbevolen BTU-capaciteit
tot 20 m² (tot 50 m³)5000 – 7000 BTU
20 – 30 m² (50 – 80 m³)7000 – 9000 BTU
30 – 40 m² (80 – 100 m³)9000 – 12.000 BTU
40 – 50 m² (100 – 120 m³)12.000 – 14.000 BTU
50 – 60 m² (120 – 140 m³)14.000 – 16.000 BTU
60 – 70 m² (140 – 160 m³)16.000 – 18.000 BTU

Met een beetje aandacht kom je een stuk verder

Een mobiele airco installeren is geen hogere wiskunde, maar vergt wel iets meer voorbereiding dan alleen de stekker in het stopcontact steken. Als je zorgt voor een goede opstelling, een goed afgesloten afvoerkanaal en het condenswater op tijd afvoert, haal je veel meer uit je investering. Het resultaat is een airco die merkbaar beter koelt en bovendien zuiniger draait. En het fijne is: zodra alles eenmaal goed staat, heb je er nauwelijks nog omkijken naar. Behalve dan af en toe het waterreservoir legen, maar daarna? Gewoon achteroverleunen en genieten van de frisse lucht.

Mobiele airco kopen?

Bekijk hier de beste deals!
▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.