ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Vliegende auto’s: hoe realistisch is dat?

Google een keer ‘vliegende auto’s’ of ‘flying cars’ en de zoekresultaten tonen vooral artikelen over de vraag of deze Jetsons-achtige fantasie ooit realiteit kan worden. En of dat nu al is, of dat het slechts om toekomstmuziek gaat. Gloren er echt vliegende auto’s aan de horizon, of zijn ze slechts een fata morgana? Deze bedrijven werken er in ieder geval hard aan om dit waarheid te maken.

Nu het discours in de techwereld veelal draait om zelfrijdende auto’s, is het niet vreemd dat de vraag van vliegende auto’s weer opduikt. Het zou ook een heel belangrijk probleem oplossen, namelijk dat van files. De eerste vliegende auto zal waarschijnlijk de AeroMobil zijn. Dat is een een vliegende auto die zich vooral laat vergelijken met een vliegtuigje en iets minder met een auto. Toch is het zes meter lange voertuig echt een auto waar je met twee personen in kan en die je bestuurt met een stuurwiel zoals je gewend bent, maar ook met een knuppel voor als de wielen van de grond komen.

Als hij opstijgt, heeft hij geen kerosine nodig: benzine volstaat. Hij kan met benzine wel 700 kilometer vliegen (ongeveer 200 km per uur, ten opzichte van 160 km per uur op de weg). Dat klinkt makkelijk, maar dat is het niet per se. Je hebt namelijk een baan van minimaal 250 meter nodig om op te stijgen. Als je in de file staat en het zat bent, dan kun je niet direct opstijgen en wegwezen. Sowieso kun je je afvragen hoe snel je dit apparaat zal kunnen kopen: hij wordt over een paar jaar pas verwacht en zal waarschijnlijk een flink prijskaartje dragen van 1 miljoen dollar.

Uber en Lilium Jet

Uber heeft ook grootse plannen, want het wil in samenwerking met NASA Uber Elevate lanceren. Dit is een vloot kleine vliegtuigjes die net als een duif (of helikopter) in een keer verticaal kunnen opstijgen en waarmee je dus wel direct de file kunt ontsnappen. Volgens Uber duurt een vluchtje van San Francisco naar San Jose 18 minuten. Niet slecht voor 70 kilometer. De kosten vallen ook heel erg mee, want voor 18 euro moet die afstand te halen zijn.

Het Duitse Lilium is een taxi zonder wielen. Hij vliegt bovendien niet op benzine of kerosine, want hij heeft alleen elektriciteit nodig. Het voertuig stijgt op met 35 rotors, en laat zich dus het beste vergelijken met een drone. Hoewel hij, als hij eenmaal is opgestegen, gebruikmaakt van vleugels om vooruit te komen. Net als Uber denkt Lilium aan ongeveer eenzelfde prijs per “rit” als in een gewone rijdende taxi.

©PXimport

Pal-V

Pal-V is een interessante, want dit is een Nederlands bedrijf dat in de wereld van vliegende auto’s stapt. Pal-V is ook voor 2 personen en hij kost zes miljoen euro. Het is een soort driewieler met een propellor en rotors. In 2019 wordt deze op de markt verwacht.

Zee.Aero en Terrafugia

Een ietwat vreemd project is Zee.Aero. Er is amper wat over bekend, behalve dat het dik gesponsord wordt door Larry Page, die ooit hielp Google op te richten. Er zou al 100 miljoen dollar in zijn gestoken door de man die het bedrijf in 2010 startte. Er zijn een heleboel geruchten, maar een echt apparaat hebben we nog niet gezien van Zee.Aero.

Welk papiertje heb je nodig? Je kunt je in deze wereld van hybride voertuigen afvragen welk papiertje je uiteindelijk nodig hebt. Een rijbewijs of een vliegbrevet? Het antwoord daarop is beide, want je gaat zowel autorijden als vliegen. Het maakt daarin niet uit of je een helikopterbrevet of een vliegtuigbrevet hebt, want voor beiden heb je waarschijnlijk sowieso een PPL nodig, een vliegbrevet voor privépiloot. Je mag over de hele wereld vliegen zonder maximum aantal passagiers.

Waar de meeste vliegende auto’s voor slechts twee personen zijn, is de TF-X voor vier passagiers. Betekent dat dat er nog een vijfde piloot in past? Niet echt. TF-X wordt semi-autonoom, dus hij vliegt op de navigatie nadat jij het adres hebt ingetypt. Het Amerikaanse bedrijf Terrafugia maakt een voertuig dat op elektriciteit werkt en verticaal kan opstijgen. Ook deze heeft vervolgens vleugels die ervoor zorgen dat hij vooruitkomt. Er zit een best dikke motor in TF-X van 300 pk, waarmee je 322 kilometer per uur kunt vliegen. Na 800 kilometer heb je wel een “tank”-beurt nodig.

©PXimport

Toekomstmuziek?

Vliegende auto’s in Nederland zijn er dus al, zo heeft Pal-V bewezen. Het laat nog wel even op zich wachten voordat deze echter standaard zullen zijn. Het zijn dure apparaten, variërend van een paar ton tot bijna 10 miljoen euro.

Hoe bedrijven als Uber en Lilium het voor elkaar gaan krijgen taxiritten aan te bieden voor eenzelfde bedrag als de auto nu, dat zullen we ook waarschijnlijk pas over een aantal jaren weten. Dan zijn we namelijk wel weer iets dichterbij dat toekomstbeeld van het voorbij zien vliegen van een zelfrijdende auto. Tenminste, als de regering hard doorwerkt, want als de wet- en regelgeving van de drone een voorbode is, dan kan die van de vliegende auto nog heel wat voeten in aarde hebben.

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.