Koopwijzer geheugen
Intel werkt met dual- en quadchannelgeheugencontrollers. AMD houdt het bij dualchannel, maar kan wel standaard op een hogere snelheid werken. Is het zinvol om snel geheugen te kopen? Wat is de invloed van een quadchannelgeheugencontroller? Wij zoeken het uit.
DDR-3
De ddr3-geheugenstandaard heeft z’n voorloper ddr2 inmiddels geheel uit moderne pc’s verbannen. Vandaag de dag zit de geheugencontroller bij pc’s zonder uitzondering in de processor verstopt en alle courante Intel- en AMD-cpu’s maken gebruik van de ddr3-standaard.
De belangrijkste verschillen tussen ddr3 en diens voorloper zijn dat de nieuwe standaard tot hogere klokfrequenties in staat is en dat de modules met een lager stroomverbruik hun werk kunnen doen. Het gros van de ddr3-modules werkt met een spanning van 1,5 volt.
Net als ddr en ddr2 kunnen ddr3 elke klokslag tweemaal data transporteren: de afkorting staat niet voor niets voor double data rate. Bij een klokfrequentie van 800 MHz kunnen modules zodoende 1600 miljoen keer data overbrengen. Vandaar dat in zo’n geval over ddr3-1600-modules gesproken wordt. Op diezelfde manier werken ddr3-1333-modules dus eigenlijk op 667 MHz.
Supersnel geheugen is voornamelijk interessant voor overklokkers. Als normale computergebruiker kun je anno 2012 het beste kiezen voor ddr3-1600-modules. Koop ze van een gerenommeerd A-merk en je zit geramd. Tot slot onze tip: méér geheugen is beter dan sneller geheugen!
Scores zijn in GB/s
SiSoft Sandra 2012 MemDualTripleQuadDDR3-133318.282734.81DDR3-16002232.1941.53DDR3-186625.6237.747.81DDR3-21332942.1553.28DDR3-240032.54758.27 Cinebench 11.5DualTripleQuadDDR3-133311.3311.3411.35DDR3-160011.3711.4111.41DDR3-186611.4311.4411.44DDR3-213311.4511.4511.45DDR3-240011.4611.4611.46 3DMark Vantage CPUDualTripleQuadDDR3-1333390723908139449DDR3-1600392713938939521DDR3-1866393393953539799DDR3-2133395383957239849DDR3-2400396053978939860 3DMark 11 Physics DualTripleQuadDDR3-1333112201201812312DDR3-1600118791251912741DDR3-1866123681288613063DDR3-2133127691315913268DDR3-2400130141335413386 x264 bench - Pass 2DualTripleQuadDDR3-133356.8157.0657.09DDR3-160057.3157.5657.65DDR3-186657.9257.9257.92DDR3-213357.9857.9957.99DDR3-240057.9958.1058.28 3DMark 11DualTripleQuadDDR3-1333796680328045DDR3-1600803180798088DDR3-1866806580958108DDR3-2133807881138118DDR3-2400810481298130
Betekent dit dat sneller geheugen volstrekt onnuttig is? Zover zouden we niet durven gaan. Als je taken met de pc uitvoert die juist heel erg afhankelijk zijn van de geheugensnelheid, zul je zeker verschillen zien. Maar ons advies: gebruik gewoon de standaard, betaalbare ddr3-1600-modules. Vul daarbij alle kanalen van het systeem (twee, drie of vier) en doe verder geen gekke dingen. Wil je toch meer geld spenderen aan geheugen, koop dan vooral méér geheugen.
Hoewel het lastig aan te tonen is in benchmarks, betekent meer geheugen nog altijd dat je een snellere computerervaring hebt. Hoe meer geheugen, hoe meer data Windows en de daarop draaiende software paraat kunnen houden. Zeker voor wie geregeld veel programma’s tegelijkertijd open heeft staan of met hele grote bestanden werkt (zoals foto’s of video’s), is meer geheugen een zegen. Vrijwel iedereen die recent de overstap van 4 GB naar 8 GB heeft gemaakt, zal kunnen beamen dat zijn systeem er merkbaar sneller van geworden is. Er worden inmiddels ook al steeds meer computers met standaard 1 GB verkocht. Voor de prijs hoef je het bijna niet meer te laten.
In laptops ten slotte zit net als in desktop-pc’s ddr3-geheugen, al maakt men daar gebruik van de kleinere so-dimm-modules. Net als in de desktopwereld is dualchannelgeheugen gangbaar bij laptops. Wel zijn de klokfrequenties, voornamelijk om stroom te besparen, in de regel wat lager: ddr3-1333 is standaard, ddr3-1600 komt eigenlijk zelden voor.
Voordat je het geheugen van de laptop gaat uitbreiden, is het aan te raden om even goed te kijken hoeveel (vrije) so-dimm-sloten je apparaat überhaupt heeft. Bij sommige notebooks is er bijvoorbeeld maar één slot om een module in te plaatsen en is er de rest van het geheugen vast gesoldeerd op het moederbord.
Vrijwel alle moederborden herkennen tegenwoordig gelukkig automatisch wat voor soort modules je hebt geplaatst, waardoor je niet zelf ingewikkelde instellingen in het bios hoeft toe te passen. De truc is de zogenaamde spd- (serial presence detect) en xmp- (xtreme memory profiles) data op modules.
SPD
Spd is tegenwoordig op elke module terug te vinden en is in feite een tabelletje met mogelijke instellingen waarop de module gevalideerd is. In de spd-gegevens staan echter alleen gegevens volgens de officiële ddr3-standaard. Ook bij snellere module, staan in de spd zodoende profielen voor maximaal ddr3-1600. Xmp is een aanvulling hierop en bevat ook onofficiële, maar door de geheugenfabrikant geteste instellingen. Bij een ddr3-2133-module staat in de xmp-waardes dus met welke verdere instellingen (voltage en dergelijke) de geheugenmodule daadwerkelijk op 1066 MHz (x2 = 2133 MHz) werkt.
In het bios moet je het over het algemeen wel handmatig aangeven dat je gebruik wilt maken van de xmp-gegevens van de modules. De rest van de configuratie gaat dan vanzelf. Xmp is overigens niet standaard bij modules. Wanneer je snelle exemplaren koopt, is het zeker iets om op te letten, of dat nu nuttig is of niet.
Snelheid lonend?
Om het nut van snellere geheugenmodules en meer geheugenkanalen te analyseren, voeren wij een aantal benchmarks uit op alle combinaties van enerzijds dual-, triple- en quadchannelgeheugen en anderzijds ddr3-1333, -1600, -1866, -2133 en -2400. Voor deze test maken we gebruik van een set van 16GB G.Skill ddr3-2400-geheugen en een Intel Core i7 3930K-processor op een Asus P7X79 Pro-moederbord. In een echte, synthetische geheugenbenchmark zijn de resultaten duidelijk verschillend. Waar dualchannel ddr3-1333 in de praktijk resulteert in een geheugendoorvoersnelheid van 18,28 GByte/s op het gekozen platform, zorgt het andere uiterste, quadchannel ddr3-2400, voor 58,27 GByte/s. Ruim drie keer zo snel, dat is niet mis!
In praktijk is het echter anders. Benchmarks die primair op processor- of videokaartrekenkracht zijn gericht, tonen weinig tot geen verschillen. De 3DMark11-score krijgen we maximaal 200 punten omhoog. Dat is leuk voor overklokkers die koste wat kost de hoogst mogelijke scores willen behalen, maar verder weinig boeiend. De Cinebench 11.5-processorbenchmark schaalt een klein beetje met sneller geheugen, maar (vrijwel) niet met extra geheugenkanalen. En ook bij een videocompressietest meten we weinig verschil: of je nu codeert met 56,8 of 58,2 beelden per seconde, het zal je vermoedelijk weinig uitmaken.
Dat het verschil zo klein is, is voornamelijk een compliment voor de processorontwerpers van Intel en AMD. Slimme algoritmes zorgen ervoor dat data die de processor in de toekomst nodig gaat hebben al vooraf naar het in de processor aanwezige cachegeheugen worden gekopieerd. Data die naar het geheugen moeten worden weggeschreven, worden eerst in datzelfde cachegeheugen geplaatst en daarna op z’n gemak naar de modules getransporteerd, terwijl de cpu alweer met andere zaken verder gaat. Door hun processoren superefficiënt te maken, hebben Intel en AMD ervoor gezorgd dat sneller geheugen tegenwoordig veel minder impact heeft.
Wie op zoek gaat naar geheugenmodules, vindt verschillende soorten. Ddr3-1066, -1333, -1600, -1866, -2133 en -2400 zijn de meest voorkomende. Om maar direct een misverstand uit de wereld te helpen, het is niet zo dat er in de wereld geheugenfabrieken zijn met afzonderlijke productielijnen voor bijvoorbeeld ddr3-1333- en ddr3-1866-chips. Alle fabrikanten van geheugenchips richten zich zonder uitzondering bij productie op de populairste snelheid, ddr3-1600. Dat betekent dus dat er tegenwoordig geen andere chips meer gemaakt worden.
Maar net als bij andere vormen van chipproductie geldt ook bij geheugenchips dat er kwalitatief betere en slechtere exemplaren van de band rollen. Chipfabrikanten testen de geproduceerde chips en voeren een trucje uit dat men in jargon binning noemt: chips die het gestelde ddr3-1600 niet helemaal halen maar niet kapot zijn, vinden bijvoorbeeld hun weg naar ddr3-1333-modules. Chips die juist zeer goed blijken te presteren en ook op hogere klokfrequenties stabiel functioneren, worden apart gehouden om er duurdere ddr3-1866, -2133 of zelfs -2400-modules van te maken.
Uitzoeken
Hoe sneller de module, hoe meer zoekwerk er voor de fabrikant is geweest. Misschien dat slechts één van de duizend geproduceerde chips stabiel werkt op de ddr3-2400-snelheid. Geen wonder dat fabrikanten voor dergelijke modules hogere prijzen vragen. Maar één ding mag je ook best weten: de marges op dergelijke high-end modules zijn ook een stuk gezonder – lees exorbitanter – dan op dertien-in-een-dozijn-modules.
Juist vanwege het minutieuze uitzoekwerk is het vrijwel uitgesloten dat je een ddr3-1866-geheugenkit koopt die ook op ddr3-2133 werkt. Maar omdat de productieprocedés inmiddels op topniveau zijn, is het inmiddels wel zo dat negen van de tien ddr3-1333-modules ook gewoon op -1600-stand werken. Voordat je denkt fabrikanten te slim af te kunnen zijn: het prijsverschil tussen modules van 1600 of lager is inmiddels ook nagenoeg verdwenen.
Controllers
Welk type modules je het best kunt kopen, is erg afhankelijk van het type processor in je systeem. Courante Intel-processoren bieden, afhankelijk van het type, officieel ondersteuning tot ddr3-1333 of -1600. De nadruk ligt op officieel, want wij moeten de eerste moderne Intel-processor nog tegenkomen die ook niet zonder enige moeite ddr3-1866-modules stabiel aanstuurt. Bij ddr3-2133 is succes wat minder verzekerd en als je ddr3-2400 aan de praat wilt krijgen, kun je aansluiten bij de schare overklokkers.
Moderne AMD-processoren bieden afhankelijk van het type officiële ondersteuning tot ddr3-1600 of ddr3-1866, maar ook hier geldt dat hogere snelheden configureren in de praktijk niet direct tot problemen leidt. De meeste moderne AMD-processoren gaan vrij probleemloos tot 2133 MHz. Overklokkers halen ook wel 2400 MHz.
Hoe hoger de klokfrequentie, hoe hoger de snelheid waarmee een processor naar een module data kan wegschrijven of vanaf een module data kan lezen. Een enkele geheugenmodule verwerkt 64 bits, ofwel 8 bytes per keer. Een ddr3-1600-module kan in z’n eentje dus in theorie tot 12,8 gigabyte/s aan data verwerken (8 x 1600).
De uiteindelijke geheugendoorvoersnelheid is echter niet alleen afhankelijk van de klokfrequentie, maar ook van de hoeveelheid geheugenmodules die gelijktijdig worden aangesproken. Bijna alle pc’s maken tegenwoordig gebruik van dualchannelgeheugen, waarbij telkens twee modules tegelijkertijd worden aangesproken. Dualchannel ddr3-1600 levert in theorie dan 25,6 Gigabyte/s. Dat impliceert wel dat geheugenmodules in bijna alle moderne pc’s per twee geplaatst moeten worden. In de praktijk betekent dat twee of vier modules.
Intels voormalige high-end platform – de Socket 1366 Core i7-processor – werkt met triplechannelgeheugen. Hierop moet je voor de beste prestaties dus drie of zes modules plaatsen. Intels nieuwe Socket 2011 high-end platform werkt zelfs met quadchannelgeheugen: hier zijn dus vier of acht modules nodig om de maximale bandbreedte te benutten. Maar dan heb je in potentie wel dubbel zo snel (en veel) geheugen als in een normale pc.