ID.nl logo
Dit zijn de beste videokaarten voor 1080p (Full-HD)
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Dit zijn de beste videokaarten voor 1080p (Full-HD)

Eerder dit jaar zochten we de beste RTX 2070-, 2080- en 2080 Ti-videokaarten uit voor gamers met een flink budget. Maar voor welke videokaart ga je als je niet de hoofdprijs wilt betalen voor je game-pc? Dan kom je al snel uit bij Nvidia’s GTX 1660, GTX 1660 Ti of de RTX 2060. In deze review zoeken we uit wat de interessantste chip is en welke uitvoeringen van de verschillende fabrikanten de beste zijn om te gamen in Full-HD (1080p).

We overdrijven niet als we stellen dat Nvidia met zijn GeForce RTX-kaarten afgelopen najaar een van zijn lastigste lanceringen ooit beleefde. Dit had twee oorzaken. Zo waren er bij lancering van deze 20-serie nog helemaal geen games die ondersteuning boden voor de twee belangrijkste nieuwe features, realtime raytracing en deep learning super sampling (DLSS). Erger was dat de prijs ongeveer net zoveel steeg als de prestaties. Voor minder dan 500 euro kon je het wel vergeten. Zeker omdat Nvidia de generatie ervoor (GTX 10-serie, Pascal) bij gelijkblijvende prijzen een enorme stap vooruit had gemaakt, was er genoeg om over te klagen.

Eerder dit jaar vulde de fabrikant de onderkant van zijn productlijn aan met de RTX 2060 (vanaf circa 350 euro), GTX 1660 Ti (vanaf circa 300 euro) en GTX 1660 (vanaf circa 250 euro). Gelukkig maar, want voor de meeste gamers zijn dat al bedragen om serieus over na te denken. En zeker voor gamers die een scherm hebben met de nog altijd dominante full-hd-resolutie (1920 x 1080) is meer uitgeven ook helemaal niet nodig. Maar welke van de drie wil je eigenlijk hebben?

Raytracing?

Raytracing is een techniek waarbij een beeld wordt gegenereerd door individuele lichtstralen te volgen en te simuleren hoe ze reageren op elke aanraking; een benadering van hoe wij met onze ogen de wereld zien. Afhankelijk van hoe gameontwikkelaars deze technologie toepassen, kan die leiden tot betere reflecties en/of schaduwen. Onder de streep zorgt dat voor een meer accurate, indrukwekkendere atmosfeer in games.

RTX 2060, budget raytracing?

Laten we eerst de verwarrende naamgeving van die drie kaarten ontleden. Want na de 10-serie kwam de 20-serie, en daarna kwam de … 16-serie? Nvidia heeft het er niet makkelijker op gemaakt. Maar de GTX 16- en RTX 20-modellen gebruiken exact dezelfde architectuur en zijn dus absoluut deel van dezelfde generatie, in tegenstelling tot wat de nummers doen vermoeden. Alleen heeft de RTX 20-serie naast de typische inhoud ook de extra RT- en Tensor-rekenkernen van de topmodellen aan boord, respectievelijk bedoeld voor realtime raytracing en DLSS.

Maar enkele maanden na de lancering van de RTX-kaarten zien we nog steeds maar weinig games waar die features echt van pas komen. DLSS biedt stevige prestatieverbeteringen en zit in een ruim aantal games, maar vooralsnog gaat dat gepaard met zichtbare vermindering van de beeldkwaliteit, waardoor we deze instelling niet snel aanbevelen. En naast het feit dat raytracing in slechts een handjevol games daadwerkelijk te gebruiken is, hangt daar een stevige afname van de framerate aan vast.

Dit zet druk op de goedkoopste RTX-kaart, de 2060. Hoewel dit de sterkste van de drie kaarten in dit artikel is en hij kracht genoeg heeft om alle games op 1080p bij zeer hoge instellingen comfortabel weer te geven, is het krap als je ook raytracing aan wilt zetten. Bij zowel Metro Exodus als Battlefield V op 1080p verkiezen wij de soepelheid zónder raytracing boven de extra pracht en praal die je krijgt voorgeschoteld als je raytracing inschakelt op de RTX 2060. Voor de echte RTX-ervaring wil je dus eigenlijk een duurdere kaart (RTX 2070, vanaf circa 500 euro), maar wij vermoeden dat de meeste gamers die in dit segment shoppen gewoon een goede, soepele game-ervaring willen. Wij bekijken de RTX 2060 daarom vooral als directe upgrade van de GTX 1660 Ti, louter om de hogere framerates.

©PXimport

GTX 1660 Ti als sweet spot

Kijken we naar de gamebenchmarks, dan lijkt die upgrade ten opzichte van de GTX 1660 Ti eigenlijk lastig te verantwoorden. De GTX 1660 Ti zet namelijk al uitstekende framerates neer op 1080p, zelfs met zeer hoge grafische instellingen, met een beetje overcapaciteit om niet alleen de games van vandaag, maar ook van morgen goed voor de dag te brengen.

En omdat je een videokaart voor een aantal jaar koopt, vinden we hem ook interessanter dan de GTX 1660 zonder Ti-toevoeging. In de benchmarks doet de GTX 1660 an sich ook goede zaken, met slechts een incidentele game waar we van de hoogste instelling af moeten. Maar de extra capaciteit voor zware games van morgen is beperkter. Daarom vinden we die 10 à 15 procent extra prestaties die de GTX 1660 Ti in huis heeft eigenlijk interessanter en is die kaart in onze optiek de sweet spot. Helemaal als je de meerprijs op de kosten van een volledig nieuwe game-pc verrekent.

Voor ieder wat wils

Dat sluit de GTX 1660 niet uit, want budget is vaak leidend. En als een GTX 1660 Ti buiten bereik is, heb je aan de GTX 1660 een indrukwekkende kaart. Ook met deze kaart valt er op 1080p uitstekend te gamen, zeker als je je vooral bezighoudt met de populairste multiplayergames van dit moment: die zouden niet zo populair zijn als ze matig zouden draaien op minder luxe systemen. Het advies “koop wat er binnen je budget valt” klinkt eenvoudig, maar vergeet niet dat zowel Nvidia als AMD uitgekookte strategieën heeft om op elk prijspunt ook daadwerkelijk iets interessants te bieden. Ze maken de markt bewust zo dat er voor ieder wat wils is.

Het upgraden waard?

In de tabel tref je ook de voorganger van deze kaarten aan, de GTX 1060. De GTX 1660 is gemiddeld net sneller, de andere twee zijn een stuk sneller. Maar is het een upgrade waard? Als je één generatie achterloopt eigenlijk niet, want ook die GTX 1060 kan vandaag de dag nog uitstekend meekomen. Upgraden is vooral de moeite waard als je meer dan één generatie achterloopt. Gamers met een GTX 960 of GTX 760 zullen in recente games ongetwijfeld hebben gemerkt dat die kaarten het lastig hebben. Deze nieuwe generatie brengt je game-pc weer goed up-to-date.

Gaming op 144+ Hz

De extra overcapaciteit van de RTX 2060 lijkt overbodig voor 1080p, zeker voor gamers met een traditioneel 60Hz-scherm. De meerwaarde van veel meer dan 60 fps is in hun geval eigenlijk nihil. Tegelijk zien we dat die kaart op 1440p-resolutie, gemakshalve in de tabel meegenomen, ons hier en daar doet verlangen naar nog meer kracht: de RTX 2070.

Toch heeft deze RTX 2060 ook op 1080p een duidelijk doel, en dat is een goede tussenoplossing bieden voor gamers met een 144Hz- of sneller scherm en een voorliefde voor snelle shooters. Tegenwoordig zijn 144Hz-schermen te koop voor nog geen 200 euro. En hoewel de kleurweergave van de eerste generatie snelle schermen achterliep, is dat allang niet meer het geval. 144Hz of sneller wordt langzaam de nieuwe standaard voor gamers, en voor die snelle schermen is het bijna onmogelijk om té veel prestaties in huis te halen. Ook daar stellen we dan: koop de beste chip die binnen je budget valt, inclusief de RTX 2060 als dat past. De GTX 1660 Ti pakt de sweet spot voor 60 Hz en de huidige grootste doelgroep, maar als je een snel scherm hebt of overweegt, en wat geld overhebt, is een RTX 2060 absoluut interessant.

©PXimport

En AMD dan?

We leggen in dit artikel sterk de nadruk op Nvidia en testen zelfs alleen maar Nvidia-kaarten. Maar hoe zit het met grote concurrent AMD? Als we kritisch zijn op Nvidia en zijn recente videokaarten, dan hebben we ook met AMD nog een appeltje te schillen. In de prijsklassen die we in dit artikel behandelen, heeft AMD namelijk al jaren geen echt nieuwe producten uitgebracht. De Radeon RX 590 is relatief jong, maar is niet meer dan een iets rappere (overgeklokte) variant van de RX 580, die op zijn beurt weer een overgeklokte RX 480 is, en dat is een videochip van drie jaar terug. Recentelijk heeft AMD wel de Radeon VII uitgebracht, maar die kost 750 euro en doet daarom in dit artikel niet mee.

Het nadeel van een oudere architectuur is dat die aanzienlijk minder zuinig is. De GTX 1660 is slechts ietsjes sneller dan de iets goedkopere RX 580, en grofweg even snel of nipt sneller dan de RX 590, maar verbruikt significant minder energie. Dit leidt tot lagere stroomkosten, minder warmte in je pc om af te voeren en zo ook een stiller systeem. Dat zijn aantrekkelijke voordelen.

AMD moet het tegenwoordig dan ook vooral hebben van het lagere prijspunt. Want een RX 580 begint tegenwoordig rond de 200 euro, waar Nvidia’s GTX 1660 minimaal 50 euro meer kost. Ligt je budget lager dan 250, dan kom je dus bij AMD uit. En geen paniek: voordat je die 50 euro terugverdient aan lagere stroomkosten, moet je aardig wat uren gamen op een dag ... en dat elke dag. En hoewel je niet elke game op ultra kunt spelen, is een RX 580 ruimschoots voldoende voor een soepele 1080p-ervaring. Ook krijg je bij AMD vaak wat grotere games cadeau, wat AMD extra aantrekkelijk maakt als je op je geld wilt letten.

©PXimport

Streamers opgelet!

Voor Twitch- en YouTube-streamers is de keuze tussen de GTX 16- of RTX 20-serie videokaarten en AMD-alternatieven helemaal eenvoudig. Nvidia’s jongste kaarten bieden namelijk flink betere NVENC-video-encoding voor streams en opnames. Daardoor kun je nu in hoge kwaliteit streamen zonder je cpu te belasten, en dat was voorheen wel anders. Voor beginnende streamers is de keuze voor Nvidia een no-brainer.

AMD: voor échte budgetgamers

AMD wordt nog interessanter als je budget nog lager ligt, want de AMD Radeon RX 570 is inmiddels onder de 150 euro gezakt. Op dat prijspunt concurreert hij met Nvidia’s oudere GTX 1050 Ti en nieuwere GTX 1650, die helaas net te laat binnen kwamen om in dit artikel volledig aan bod te komen. Maar de RX 570 is sneller dan beide, voor respectievelijk evenveel of minder geld; een eenvoudige keuze. Een RX 570 is niet gemaakt om 1080p-gamers de ultieme ervaring te geven, maar is wel in staat elke game op zijn minst redelijk voor de dag te brengen. Daarmee is hij de echte instapvideokaart van dit moment voor gamers met een krappe kas.

De vraag is uiteraard hoelang Nvidia die ruimte zal blijven gunnen aan AMD. Nvidia zou het gat bijvoorbeeld kunnen opvullen met een GTX 1650 Ti. Maar wie weet heeft AMD tegen die tijd ook iets nieuws: volgens geruchten staat er deze zomer iets te gebeuren. Tot die tijd blijft het instapsegment van AMD, maar zijn Nvidia’s GTX 1660 en hoger bijna vanzelfsprekende keuzes op hun respectievelijke prijspunten.

De beste GeForce RTX 2060

We hebben zes verschillende GeForce RTX 2060-kaarten getest, waarbij opvalt dat de prijsverschillen fors zijn. Nvidia’s referentiemodel, de Founders Edition (FE), zet de standaard en geeft aan wat Nvidia’s richtprijs is voor een RTX 2060: 375 euro. De goedkoopste (Gigabyte ITX OC) zit daar met 349 euro wat onder, de duurste (ASUS ROG Strix OC) is met 459 euro fors duurder. Maar als je denkt dat je daar een significant snellere kaart voor terugkrijgt, dan heb je het mis. Want hoewel deze Asus de hoogste kloksnelheden neerzet, hebben we het in games over een prestatieverschil van zo’n 3 procent; dat merk je niet als je aan het spelen bent.

Dankzij Nvidia’s uitstekende ingebouwde automatische overklokfunctionaliteit zien we de laatste jaren bij het gamen eigenlijk nauwelijks meer prestatieverschillen tussen verschillende uitvoeringen van dezelfde kaart, en dit gaat ook op voor de RTX 2060, GTX 1660 Ti en GTX 1660. Dat zet vooral luxere modellen onder druk, omdat de nadruk in een vergelijking hierdoor enkel op warmte- en geluidsproductie komt te liggen (door zuinige chips zijn ook deze verschillen klein), met misschien nog wat aandacht voor de uitstraling en prijs.

Dat neemt niet weg dat de ASUS ROG-variant objectief gezien met overmacht de beste is. Hij is fysiek enorm indrukwekkend met zijn forse design met drie fans en mooie backplate, en hij is met een enorme marge de stilste en de koelste. Dergelijke marges zijn zelfs in recente videokaartvergelijkingen zeldzaam en dat levert hem het label ‘best getest’ op.

Beste koop

Maar de beste koop? Met 459 euro betaal je enorm voor die luxe, en wij vragen ons af of gamers die een middenklasse-gpu zoeken daar meer dan 100 euro extra aan uit willen geven. De beste balans tussen koeling, geluid en prijs wordt geboden door Nvidia’s eigen Founders Edition. Dit is ook nog eens een prachtige kaart om te zien. Op het prijspunt van 375 euro valt er nergens op af te dingen en laat hij de warmere, flink luidere Gigabyte OC achter zich. Maar omdat de FE-kaart op geen moment in de afgelopen maanden daadwerkelijk voor consumenten te koop is geweest, valt hij af voor onze award.

Voor 419 euro zijn Gigabyte’s Gaming OC PRO-variant en MSI’s Gaming Z aantrekkelijke alternatieven die wel stil én koel blijven. MSI’s design met twee fans is in onze ogen iets aantrekkelijker, mede dankzij de ‘adressable rgb’-feature. Bovendien is hij is net iets stiller. Gigabyte’s Gaming OC PRO is juist nipt koeler en oogt met zijn drie fans wat indrukwekkender in grote behuizingen. Beide tonen zich uitstekende allrounders voor RTX 2060-shoppers met een beetje ruimte in het budget.

Maar de budgetbewuste redactietip gaat naar de Gigabyte ITX OC. Dit is een klein kaartje met een enkele ventilator, eigenlijk bedoeld voor compacte behuizingen, maar in de praktijk blijkt hij nauwelijks trager en weet hij de warmte- en geluidsproductie alsnog prima binnen de perken te houden. 70 euro besparen was zelden zo aantrekkelijk, mits je niet te veel om indrukwekkende looks geeft.

©PXimport

De beste GTX 1660 Ti

Kijken we naar de vijf GTX 1660 Ti-kaarten, dan zien we praktisch hetzelfde beeld. Enkel Nvidia zelf ontbreekt in de lijst, omdat er geen Founders Edition bestaat van deze chip. Weer is de ASUS ROG Strix OC-variant met overmacht de beste in de tabel; snel, zeer stil en een stuk koeler dan de rest. Zet je hem in ‘quiet mode’, dan is hij zelfs ruim de stilste, terwijl hij alsnog koeler blijft dan zijn concurrenten. Zoek je fysiek de meest indrukwekkende GTX 1660 Ti? Dan is dit jouw kaart, want op wat details na ziet hij er hetzelfde uit als het RTX 2080 Ti-topmodel.

Maar ook hier steekt de prijs. Met zijn 369 euro is hij duurder dan de goedkoopste RTX 2060, terwijl die gemiddeld zo’n 15 procent sneller is. Meer geld en lagere framerates zijn een hoge tol voor een aantrekkelijkere uitstraling en een lagere geluidsproductie.

MSI overkomt hetzelfde lot, want ook de Gaming X doet inhoudelijk alles goed: prestaties, koeling, geluidsproductie, uitstraling … Behalve de prijs helaas, want met 345 euro zit hij te dicht op een RTX 2060 om een aanbeveling te verdienen, al is het zeker een kaart om te overwegen als de prijs zakt. Maar op het moment van schrijven is het de Gigabyte Gaming OC (319 euro) die onze redactietip meepakt; aantrekkelijk, prima koel, slechts iets luider dan de MSI en ASUS. De Windforce OC (309 euro) doet het goed als je per se iets kleiners wilt, maar laat de 299 euro kostende ‘Gigabyte OC’ links liggen; iets trager, luider, en de besparing van 10 euro simpelweg niet waard.

©PXimport

De beste GTX 1660

Onze claim dat de GTX 1660 Ti voor de meeste gamers de sweet spot is, wordt bevestigd door de aandacht die fabrikanten voor het goedkopere broertje hebben: enkel MSI en Gigabyte stuurden GTX 1660-kaarten in ter test. ASUS zag waarschijnlijk al in dat een luxe ROG-variant van een goedkope chip het lastig zou krijgen.

Vermoedelijk terecht. Want als we kijken naar de onderlinge prestatieverschillen tussen de drie GTX 1660-varianten, zijn die eigenlijk te klein om op te noemen. Daarbij zijn wij van mening dat de beste uitvoering van een product uit de budgetklasse ook daadwerkelijk de prijs in acht neemt. MSI’s Gaming X is nipt het efficiëntste model, maar de verschillen ga je in de praktijk niet merken, terwijl de prijs een stuk hoger ligt. We vinden het dan ook jammer dat zowel ASUS als MSI niet in staat was ons tijdig van goedkopere alternatieven te voorzien, terwijl ze die wel degelijk maken.

Geef je graag iets meer uit omdat je het design van de MSI Gaming X of Armor OC aantrekkelijker vindt, dan heb je daar goede kaarten aan. Maar met zijn allround goede prestaties en de gunstigste prijsstelling van de drie, vinden we de Gigabyte GTX 1660 Gaming OC de beste keuze op dit moment voor gamers die op zoek zijn naar een nieuwe videokaart van rond de 250 euro.

©PXimport

Testmethode

Veel videokaarten boosten hun snelheid aan het begin van hun werklast. Hierdoor lijken ze in traditionele benchmarks (die maar een paar minuten duren) sneller, terwijl je daar in het dagelijks gebruik niet van profiteert. Wij bekijken dan ook de gemiddelde prestaties tussen de 30e en 40e minuut: hoe de kloksnelheid is op dat moment, hoe warm ze worden en hoeveel geluid ze maken op 50 centimeter afstand. Daarbij kijken we naar het verbruik van de pc wanneer enkel de videokaart wordt belast en wanneer het hele systeem intensief wordt gebruikt. We testen met een Intel Core i7-8700K, ASUS ROG Strix Z370-F Gaming, 16 GB Corsair DDR4, een Samsung 960 PRO-ssd en een Seasonic Prime Titanium 850W-voeding, en meten het verbruik ‘aan de muur’.

Conclusie

Wil je gamen met zeer beperkte middelen? De AMD Radeon RX 570 mag dan wel wat ouder zijn, het is toch echt de beste keuze als je budget niet in de buurt van de prijs van een GTX 1660 komt. Met een budget vanaf circa 250 euro wordt de keuze voor Nvidia bijna vanzelfsprekend en is het simpelweg de vraag wat haalbaar is. Een GTX 1660 Ti is de sweet spot met topprestaties vandaag en wat extra kracht voor morgen, maar met een GTX 1660 koop je ook een prima videokaart voor moderne games.

Het juiste antwoord op de vraag “welke variant?” kan van dag tot dag verschillen. Moderne videokaarten, en vooral instappers, zijn zo enorm efficiënt dat zelfs wat minder luxe koelers een prima balans tussen geluidsproductie en warmteafvoer weten te bereiken. De juiste koop lijkt dan vooral die variant te zijn die ten tijde van aanschaf scherp geprijsd is. Op dit moment lijkt vooral Gigabyte goede zaken te doen door mooie kaarten voor een scherpe prijs te verkopen, waar MSI en ASUS voor maar nipt betere varianten eigenlijk net iets te veel vragen. Maar een kleine prijswijziging of aanbieding kan de verhoudingen zo weer omgooien. Scherp blijven op de dagprijs is dus het beste advies dat we mee kunnen geven.

©PXimport

Er is een nog uitgebreidere tabel met benchmarkresultaten van de chipsets.

▼ Volgende artikel
MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?
© ID.nl
Huis

MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?

Nu de ondersteuning voor Windows 10 echt gestopt is, zul je binnenkort toch echt moeten overstappen. Maar wat nu als je hardware ontoereikend is voor Windows 11 of als je helemaal geen zin hebt in dat systeem? Met Linux kun je alle kanten uit, dus bespreken we de interessantste varianten.

Dit gaan we doen

We bekijken welke Linux-versies geschikt zijn nu Windows 10 niet langer wordt ondersteund. Je leest welke distributies soepel draaien op oudere computers, hoe je ze installeert en uitprobeert, en welke verschillen er zijn in uiterlijk, functies en systeemeisen. Ook laten we zien hoe je via Flathub extra software toevoegt en je Linux-omgeving naar wens inricht.

Lees ook: Het einde van Windows 10: wat zijn je opties?

Een groot voordeel van Linux zijn de acceptabele systeemeisen, waardoor je in de praktijk ook nog volop plezier kunt halen uit oudere computers. Met het recente afscheid van Windows 10 bedenk je nu mogelijk wat je met de computer of laptop kunt doen en hoe je niet afhankelijk bent van een eventuele overstap naar Windows 11.

MX Linux

We beginnen met MX Linux. Dit is een goed voorbeeld van een Linux-distributie die niet al te hoge eisen aan de hardware stelt: minimaal een dualcore-processor van minstens 2 GHz en zo'n 15 GB vrije schijfruimte. Een intern geheugen van 1 GB is al voldoende om MX Linux te draaien. Behalve een 64bit-versie is er ook een 32bit-uitvoering beschikbaar, prettig voor oudere computers. Dat wordt gewaardeerd: MX Linux is een van de populairste Linux-distributies op dit moment.

MX Linux stelt niet al te hoge eisen aan de computer.

Omgevingen

Verwacht niet te veel toeters en bellen op het gebied van gebruikersinterface. Dat heb je ook niet nodig voor alledaagse taken. Voor MX Linux zijn verschillende omgevingen beschikbaar. Ga je voor ultieme prestaties en functioneel gebruik, dan is Xfce een goede kandidaat. De omgeving heeft een eenvoudige opzet, maar stelt ook geen hoge eisen aan het systeem.

In de sectie MX Tools vind je een verzameling van handige programma's om de computer te onderhouden. Je kunt hier nieuwe gebruikers aanmaken en de opstartvolgorde van het systeem aanpassen, als je gebruikmaakt van meerdere besturingssystemen. Ook zijn er programma's waarmee je de computer kunt herstellen in geval van problemen. Via de sectie Setup installeer je aanvullende drivers en bijvoorbeeld codecs voor audio en video. 

Rijkere omgeving

Geef je de voorkeur aan een rijkere omgeving, dan kun je de KDE-omgeving gebruiken. Deze vertoont grote gelijkenis met een gemiddeld Windows-bureaubladomgeving en is relatief gebruiksvriendelijk. Ook is er veel ruimte voor het aanpassen van de omgeving aan je eigen smaak, bijvoorbeeld met aangepaste achtergronden en een pictogramset. Je kunt die zelf samenstellen of gebruikmaken van kant-en-klare thema's, wederom vergelijkbaar met Windows.

De derde omgeving – Fluxbox – combineert het beste van beide werelden: de snelheid van het eerder genoemde Xfce en de gebruiksvriendelijkheid van de KDE-omgeving. Dit maakt de omgeving geschikt voor iets oudere hardware, maar ook prima bruikbaar voor meer moderne hardware.

Stel de omgeving naar je eigen smaak in.

Standaardapps

MX Linux is standaard voorzien van een aantal apps waarmee je direct aan de slag kunt. Zo vinden we Firefox als browser en heeft MX Linux de Thunderbird-client voor e-mail. Ook is er een recente editie van het kantoorpakket LibreOffice vooraf geïnstalleerd. Voor het afspelen van audio en video hebben de makers het bekende VLC meegeleverd. Ook vind je Strawberry, een relatief uitgebreide muziekspeler, terug in de omgeving. Je kunt zelf aanvullende apps installeren via de MX Package Installer. De apps zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, zoals Email, Games en Browser. Via het zoekvak bovenin kun je specifieke apps vinden.

Elementary OS

Visueel aantrekkelijk

Waar sommige Linux-distributies niet uitblinken in gebruiksvriendelijkheid of uiterlijk, onderscheidt Elementary OS zich van de rest. In onze ogen is dit een van de meest visueel aantrekkelijke Linux-versies op dit moment. Een deel van de omgeving doet sterk denken aan het uiterlijk van Apple-omgevingen. Zelf noemen de makers het de Pantheon-omgeving. Voor Elementary OS heb je een Intel Core i3 of vergelijkbare processor nodig, 4 GB intern geheugen en 32 GB vrije schijfruimte. Je kunt Elementary OS ook proberen zonder het eerst te installeren (zie ook het kader 'Probleemloos proberen' verderop in dit artikel).

Een Linux-installatie proberen zonder te installeren.

Extra veilige óf klassieke modus

Veel aandacht is besteed aan veiligheid en privacy. Dat merk je bijvoorbeeld met de Secure Session. Deze modus kun je activeren tijdens het aanmelden. Bij de Secure Session heeft elke app expliciet toestemming nodig om een taak uit te voeren, bijvoorbeeld toegang krijgen tot de fotomap of de camera. Dit is vergelijkbaar met de machtigingen die je op een mobiele telefoon per app kunt toekennen. Heb je hieraan geen behoefte en wil je de apps direct toegang geven tot 'alle' acties, dan kun je in Elementary OS ook nog kiezen voor de klassieke modus.

Elementary OS is gebruiksvriendelijk én ziet er overzichtelijk uit.

AppCenter

Standaard is in Elementary OS een volwassen set apps ingebouwd. Zo vind je onder meer apps voor het afspelen van audio en video, maar ook voor het werken met Office-documenten. Aanvullende apps installeer je via het onderdeel AppCenter. Handig is dat dit onderdeel ook toegang biedt tot de apps die je via Flathub kunt krijgen (over Flathub lees je elders in dit artikel).

Je kunt kiezen welke repository (bron) je wilt gebruiken: die van Elementary OS of Flathub. Ook in het AppCenter is de focus op veiligheid goed merkbaar: je leest welke rechten de app wil gebruiken (bijvoorbeeld het aanpassen van systeeminstellingen). Ook lees je op voorhand over eventuele compatibiliteitsproblemen of onderdelen die niet werken. Verder valt Elementary OS in positieve zin op qua toegankelijkheidsfuncties. Zo hebben de makers veel aandacht besteed aan navigatie met het toetsenbord (in plaats van afhankelijkheid van de muis) en screenreader-functionaliteit, waarbij de elementen op het scherm worden voorgelezen door een stem en je niet afhankelijk bent van het beeldscherm.

Meerdere omgevingen

Mogelijk gebruikte je in Windows verschillende bureaubladen, bijvoorbeeld om privé en werk gescheiden te houden. Die functionaliteit vinden we ook terug in de standaardomgeving van Elementary OS: voor elk type taak kun je een afgescheiden werkruimte met eigen bureaublad en pictogrammen maken. Ook biedt het een Niet storen-modus, die ervoor zorgt dat afleidende berichten tijdelijk worden gedempt. De omgeving beschikt ook over een beeld-in-beeldmodus, waarbij je bijvoorbeeld een video kunt afspelen terwijl je in Office een document aanpast.

Voor het gebruik van Elementary OS betaal je volgens de makers 'wat je ervoor kunt missen'. Op de website kun je een standaardbedrag (zoals 20 of 30 euro) of een aangepast bedrag opgeven.

Installeren maar!

Wil je aan de slag met een Linux-distributie, dan kun je deze relatief eenvoudig installeren. Je hebt hiervoor een usb-stick nodig. Gebruik een stick van minstens 4 GB. Download het installatiebestand van de website van de makers. Vaak gaat het hier om een iso-bestand. Vervolgens maak je van de usb-stick een opstartbaar medium. Een goed programma dat je hiervoor kunt gebruiken is Etcher. Klik eerst op Select Image en wijs het installatiebestand aan. Klik hierna op Select Drive en wijs de usb-stick aan. Klik op Flash om de stick te maken.

Usb-stick nodig

Voor je Linux-installatie?

Linux Mint

Interessante keuze

In de lijst met aantrekkelijke Linux-kandidaten mag Linux Mint niet ontbreken. Niet voor niets kun je bij ons regelmatig lezen over deze Linux-distributie. Zoek je bijvoorbeeld een opvolger voor Windows 10 en kun je door hardwarebeperkingen niet overstappen naar Windows 11, dan is Linux Mint een interessante keuze.

Het besturingssysteem stelt geen onredelijke eisen aan de computer: je hebt minimaal 2 GB werkgeheugen nodig (al is 4 GB aanbevolen) en kunt al aan de slag met 20 GB vrije schijfruimte (100 GB is aanbevolen). Prettig van Linux Mint is de lange ondersteuningsperiode. De meest recente versie van Linux Mint ('Xia') wordt tot 2029 ondersteund.

Net als bij het elders besproken MX Linux, kun je bij Linux Mint kiezen tussen verschillende omgevingen. Voor de beste ervaring kies je voor Cinnamon. Deze omgeving is het meest modern en kent een grote gelijkenis met Windows 10: handig voor de Windows-overstappers. Daarnaast kun je kiezen voor de Mate- en Xfce-omgeving. De omgeving Mate is beperkter en kent minder functies dan Cinnamon, vergt minder van de computer en is hierdoor geschikt voor oudere computers. Tot slot legt Xfce verreweg het minst beslag op de computer, maar biedt minder functies dan Mate en Cinnamon.

Linux Mint is een veelgebruikte vervanger voor Windows.

Naast Windows

Tijdens de installatie kun je ervoor kiezen om Linux Mint naast Windows te installeren (via de optie Installeer Linux Mint naast Windows Boot Manager) of juist een volledige overstap te maken (Wis schijf en installeer Linux Mint). Eenmaal geïnstalleerd, valt de gebruikersomgeving direct op: overzichtelijk en in veel opzichten vergelijkbaar met Windows. Ook valt het relatief grote aantal standaardapps op. Deze zijn toegankelijk via het Menu en ondergebracht in verschillende categorieën, bijvoorbeeld Kantoor voor Office-programma's en Geluid & Video voor audio- en videospelers.

Een belangrijk pluspunt van Linux Mint is de mogelijkheid om de gebruikersomgeving tot in detail naar je hand te zetten. Dat doe je via Menu, Voorkeuren. Bepaal hier onder meer het bureaublad, de pictogrammen en kies een thema, waarmee je het uiterlijk van Linux Mint in één keer aanpast, vergelijkbaar met Windows.

Je vindt veel aanpassingsmogelijkheden in Linux Mint.

Linux-software

Stap je van Windows over op Linux en ben je benieuwd welke Linux-programma's een goed alternatief zijn voor eerdere Windows-programma's? Hier vind je een overzicht van Linux-programma's die je Windows-software vervangen.

Zorin OS

Gebruiksvriendelijke optie

Zorin OS is ook een interessant alternatief voor Windows. De Linux-distributie biedt je een gebruiksvriendelijke omgeving en heeft wat betreft opzet veel weg van Windows 11. Er bestaan meerdere uitvoeringen van Zorin OS. Zorin OS Core mag je gratis gebruiken. Dit is een prima startpunt om te controleren of deze Linux-distributie je bevalt. Ben je tevreden, dan kom je echter al gauw uit bij het betaalde Zorin Pro. Je betaalt hiervoor een kleine 50 euro, maar krijgt met Pro toegang tot de eerdergenoemde Windows 11-achtige omgeving.

Als je op de website even doorklikt, kom je uit bij Zorin OS Lite. Zoals de naam al doet vermoeden, gaat het hier om een lichtgewicht uitvoering van het besturingssysteem, dat je kunt gebruiken op oudere hardware. Houd er wel rekening mee dat de Lite-versie verder niet meer wordt ontwikkeld. Voor de nieuwste versie van Zorin OS Core heb je een processor op 1 GHz, 1,5 GB intern geheugen en 15 GB schijfruimte nodig. Voldoet de computer aan deze minimale eisen, dan kies je voor het toekomstbestendige Core of de betaalde Pro-versie.

Zorin OS is beschikbaar in verschillende uitvoeringen.

Android-integratie

In Zorin OS vind je Zorin Connect. Met deze optie kun je je Android-telefoon nauw integreren met de computer. Er wordt hierbij een beveiligde verbinding opgezet tussen de computer en de telefoon. Vervolgens kun je bestanden uitwisselen en worden meldingen van de telefoon ook in Zorin OS getoond. Bovendien kun je de computer deels bedienen met de telefoon. Bijvoorbeeld bij het afspelen van muziek en video's.

Probleemloos proberen

Prettig aan een besturingssysteem zoals Linux Mint is de mogelijkheid om het in een live sessie te gebruiken. Je start hiermee het besturingssysteem op en kunt ermee werken, maar hoeft het niet permanent te installeren. Zo'n live sessie geeft je de mogelijkheid om de functies te verkennen en te bepalen of Linux in de smaak valt. Op het bureaublad van Linux Mint vind je de snelkoppeling Install Linux Mint. Gebruik deze om het besturingssysteem daadwerkelijk te installeren.

Appstore Flathub: meer software

Uiteraard wil je je computer voorzien van de nodige software. Een goed startpunt hiervoor is Flathub, een appstore voor Linux. Hoe je ermee aan de slag gaat, verschilt per distributie. In sommige distributies is de ondersteuning standaard ingebouwd, zoals in Linux Mint. In andere distributies moet je Flathub zelf instellen.

Ga naar https://flathub.org/setup en kies hier je Linux-versie. In het vak bovenin geef je de naam van de distributie op en klik je op het zoekresultaat voor verdere instructies. Ga hierna op zoek naar apps die je wilt installeren.

Prettig aan Flathub is dat je ziet wanneer een app door het platform is geverifieerd en je zeker weet uit welke bron de code afkomstig is. Elke pagina bevat aanvullende links zoals verwijzingen naar taalbestanden en veelgestelde vragen. Op de tab Statistics lees je hoe vaak de software is gedownload via Flathub.

Flathub is een rijke bron voor Linux-software.

P.S. Ook op een nieuwe laptop kun je natuurlijk Linux installeren. Op zoek naar een goedkope laptop? Op Kieskeurig.nl zie je de sterkste prijsdalers van het moment.

▼ Volgende artikel
Review TP-Link Tapo C545D – Vaste en beweegbare camera ineen
© Maikel Dijkhuizen
Zekerheid & gemak

Review TP-Link Tapo C545D – Vaste en beweegbare camera ineen

Veel beweegbare bewakingscamera's hebben een slimme volgfunctie. Handig, maar helaas verliezen ze hierbij wel het totaalbeeld uit het oog. TP-Link pakt dat anders aan met een dual-lensmodel: een pan- en tilt-camera met daarboven een vaste groothoeklens. Beide kijken tegelijk mee. De schappelijke adviesprijs van nog geen honderd euro maakt dit buitenmodel extra interessant.

Fantastisch
Conclusie

De TP-Link Tapo C545D is een betaalbare beveiligingscamera die op eigen houtje objecten volgt én tegelijkertijd een totaalbeeld van de omgeving vastlegt. Dankzij deze dual lens-techniek registreert dit apparaat dus alle gebeurtenissen in het beoogde gebied. Daarmee is dit product een betaalbare oplossing voor wie een tuin of kamer grondig wil bewaken.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar
  • Eenvoudige montage
  • Twee lenzen voorkomen dode hoeken
  • Ruim gezichtsveld van 165 graden (groothoekcamera)
  • Draai- en kantelfunctie
  • Wifi en ethernet
  • IP66-gecertificeerd
  • Veel opslagopties
  • Doeltreffende automatische volgfunctie
  • Meldingen van personen, huisdieren en voertuigen
  • Goede beeldkwaliteit
  • Nachtzicht in kleur
  • Kwetsbare behuizing
  • Engelstalige montagehandleiding
  • Vrij korte voedingskabel
  • Sirene klinkt zacht

Deze pan- en tilt-camera heeft een IP66-gecertificeerde behuizing van kunststof. Je kunt hem dus zowel binnen als buiten ophangen. Kies wel een veilige plek buiten het bereik van spelende kinderen: de Tapo C545D heeft namelijk een relatief kwetsbare behuizing met diverse roterende onderdelen.

©Maikel Dijkhuizen

De inhoud van de productdoos.

Beveiligingscamera ophangen

In de productdoos zit een Engelstalige handleiding met montage-instructies. Je kunt de bewakingscamera op drie manieren ophangen, namelijk aan de muur, dakrand (plafond) of paal. Gebruik het bijgesloten voorbeeldvel om geschikte gaten voor de montagebeugel te boren. Zodra dit onderdeel op de juiste plek hangt, klik je de camera hierop vast. Dat werkt via een soepel schuifmechanisme. Voor aansluiting van de netwerk- en voedingskabel levert TP-Link waterdichte afdichtingsringen mee. Op die manier komt er geen vocht bij de connectors. Zorg trouwens wel voor een nabijgelegen stopcontact, want de stroomkabel van drie meter is niet al te lang. Verder hoef je de ethernetaansluiting niet per se te gebruiken, want deze camera ondersteunt ook wifi.

©Maikel Dijkhuizen

De stroom- en ethernetaansluiting zijn in de bekabeling verwerkt.

Beelden opslaan

Uiteraard wil je bewakingsbeelden opslaan. De gemakkelijkste methode is om de video's lokaal te bewaren. Prik hiervoor een eigen microSD-kaart van maximaal 512 GB in de behuizing. Je kunt optioneel ook beeldmateriaal in de cloud opslaan, maar dat vereist een betaald Tapo Care-abonnement. In de toekomst voegt de fabrikant via een softwareupdate ook nog ondersteuning voor zijn Tapo H500 Smart HomeBase toe. Op dit los verkrijgbare basisstation kunnen gebruikers opnames van maximaal zestien beveiligingscamera's opslaan. Ten slotte bewaar je de video's net zo makkelijk op een geschikte NAS. Kortom, opslagmogelijkheden genoeg!

Lees hier onze Tapo Smart HomeBase H500 review

©Maikel Dijkhuizen

Achter het rubberen klepje vind je een microSD-kaartslot en resetknop.

Dubbele opnames

De configuratie in de TP-Link Tapo-app verloopt vlot. Maak eerst een account aan en schakel hierbij vrijblijvend tweestapsverificatie in. Je koppelt de camera daarna zo nodig aan jouw wifi-netwerk en geeft het apparaat een naam. Vervolgens beland je al gauw in het hoofdvenster met alle beschikbare opties. Beide lenzen ondersteunen een respectabele resolutie van 2304 × 1296 pixels. Dat is voor bewakingsdoeleinden prima. De beelden hebben heldere realistische kleuren. Mooi meegenomen is dat deze bewakingscamera ook in het donker opnames in kleur maakt. Aan weerszijden van beide lenzen zitten namelijk twee felle ledlampen.

De dual lens-optie is een groot pluspunt. Het beweegbare hoofd met de pan- en tilt-camera volgt automatisch objecten totdat de bewuste persoon of het huisdier buiten zicht is. Dat werkt in de praktijk erg goed! Tegelijkertijd zorgt de vaste groothoekcamera met een ruim diagonaal gezichtsveld van 165 graden voor het complete plaatje. In feite maakt de Tapo C545D dus steeds dubbele opnames. Om die reden toont de TP-Link Tapo-app twee liveweergaven onder elkaar. Wil je op een ander object focussen? Tik dan enige tijd om dit doel te volgen. Bij detectie van personen, huisdieren en voertuigen ontvang je desgewenst een pushbericht.

©Maikel Dijkhuizen

Zie in de TP-Link Tapo-app precies wat er in jouw omgeving gebeurt.

Veel functies

De app bevat nog veel meer nuttige functies. Zo kun je met behulp van de pijltjestoetsen de pan- en tilt-camera handmatig draaien en kantelen. Daarnaast activeer je eventueel een alarm. Hierbij gaan de lampen na bewegingsdetectie snel knipperen. Bovendien speelt de Tapo C545D ook een sirene af, al is die niet zo luid. Tot slot communiceer je eenvoudig met iemand op afstand. Zodra je in de microfoon van de smartphone praat, laat de geïntegreerde speaker op de camera jouw stem horen.

TP-Link Tapo C545D kopen?

De TP-Link Tapo C545D is een betaalbare beveiligingscamera die op eigen houtje objecten volgt én tegelijkertijd een totaalbeeld van de omgeving vastlegt. Dankzij deze dual lens-techniek registreert dit apparaat dus alle gebeurtenissen in het beoogde gebied. Daarmee is dit product een betaalbare oplossing voor wie een tuin of kamer grondig wil bewaken.

Op zoek naar een goedkopere beveiligingscamera van TP-Link? Lees hier onze TP-Link Tapo C425 review