ID.nl logo
Huis

Webapps roeien native apps uit (opinie)

Een krant uitgeven via een webapp: lelijk, sloom, onhandig. Toch stelt Jan-Jaap Heij van De Pers dat webapps uiteindelijk nuttiger zijn dan native apps.

Ik heb niets tegen apps, tegen de App Store of de Android Market. Als iemand voor niets een app voor De Pers zou maken: ik zou hem met taart en bloemen ontvangen, en meteen de registratieformulieren de deur uit doen. Apple en Google zijn fantastische bedrijven, wereldtop, die prachtige producten leveren waar talloze consumenten dingen mee kunnen doen waarvan ze tien jaar geleden nog niet konden dromen. Elke keer dat ik afgelopen jaar dankzij de app van 9292ov een bus nét haalde, was ik dankbaar voor de app-revolutie.

Variant van vorige fase internet

Maar hoe handig en succesvol ook, uiteindelijk zijn native apps een nieuwe variant van een vorige fase van internet, die met Compuserve/AOL ten onder ging: het gesloten web. Apple, en in mindere mate ook Google, werken met een gesloten eco-systeem. Als we het even beperken tot Apple: binnen iOS en tussen applicaties die eronder werken, is het produceren, delen en consumeren van digitale informatie (uiteindelijk de essentie van een digitaal netwerk) simpel. Daarbuiten is het vaak ingewikkeld. FaceTime-gebruikers kunnen heel makkelijk videobellen met andere Apple-klanten. Skype-gebruikers kunnen, weliswaar net iets minder makkelijk, videobellen vanaf allerlei soorten devices onder allerlei verschillende systemen. Dat is ongeveer ook het verschil tussen een app en wat enigszins misleidend een webapp heet: een site die gebruik maakt van HTML5 om te doen wat gebruikers onder normale omstandigheden van een app verwachten.

Als gratis krant heeft De Pers er alle belang bij dat we onze content tegen zo laag mogelijke kosten op zo veel mogelijk platforms tegelijk verspreiden. Lage ontwikkelkosten enerzijds, lage beheerkosten anderzijds. Daarmee was de keuze voor een webapp voor ons meteen verleidelijk. Want hoewel niet alle browsers HTML5 nu al goed ondersteunen, zal dat niet zo heel lang meer duren. Een webapp kan, met betrekkelijk marginale aanpassingen, op tablets, smartphones en desktops draaien, systeem-onafhankelijk. Ze kunnen minder, ze zijn minder mooi en trager dan native apps, dat laatste vooral als developers net iets te fanatiek in de Javascript-snoepdoos graaien. Maar naarmate de HTML5-specs verder worden uitontwikkeld, en er betere tools op de markt komen voor slideshows, graphics en wat dies meer zij, zal het verschil kleiner worden.

Onafhankelijk van grillen Apple

Met een webapp is een uitgever, of wie dan ook die een product aan de man wil brengen, bovendien niet afhankelijk van de luimen van Apple, Google of RIM om dat product te kunnen distribueren. Weliswaar loop je de marketingpotentie van de app stores mis, maar het voordeel is weer dat je je verdiende geld gewoon zelf mag houden. En dat je, zo je daar behoefte aan zou hebben, gewoon blote meisjes en andere controversiële content op de voorpagina kunt zetten zonder dat Steve Jobs daar iets over te zeggen heeft.

Voor ons waren al die argumenten echter niet doorslaggevend bij de keuze voor een webapp. In sommige markten zou de keuze anders uit kunnen pakken, maar voor uitgevers geldt op langere termijn dat distributie van hun afzonderlijke media via native apps sowieso geen goed model is. Zie de wildgroei van media-apps die het afgelopen jaar in de Apple App Store te zien was. Elke krant, elk blad z’n eigen app. Het effect is vergelijkbaar met een filmmaatschappij die voor elke blockbuster een app maakt, of bands die hun nieuwe cd in een app store zetten. Consumenten raken daardoor de draad kwijt. Die willen, of het nu om film, muziek of media gaat, kunnen kiezen. De ene dag wil je de NRC, de volgende dag de Marie Claire. En daar willen ze niet steeds opnieuw een aparte app voor downloaden. Dat moet allemaal in één digitale kiosk staan, om consumenten hetzelfde gemak te bieden als iTunes doet voor muziek en Netflix voor online films.

Digitale kiosken

Het is niet voor niks dat zowel Apple als Google de afgelopen maanden voorzichtigjes aan hebben gelekt over hun plannen voor zulke digitale kiosken. Alle uitgevers, internationaal en nationaal, zullen daar na wat gemok (en wat lichte dwang vanuit Apple en Google) aan mee doen, omdat hun klanten daar om vragen. En dat er dan hier en daar een paar ton voor app-ontwikkeling afgeschreven moet worden: het zij zo. Wij hadden vorig jaar al niet veel zin om ons geld te steken in een distributiemodel dat tot mislukken gedoemd zal blijken. Als de kiosken af zijn, staan we overigens vooraan in de rij. In zulke apps geloven we wel.

Tenminste: wanneer we buiten die kiosken om ook zelf een webapp kunnen blijven uitbrengen. Want of het nu om losse apps gaat of om Apple iMedia dan wel Google Kiosk: het blijven onderdelen van de helemaal of half gesloten ecosystemen waar ik dit artikel mee begon. En dat is, afgezien van allerlei principiële bezwaren, gewoon niet altijd handig.

Om een voorbeeld te geven: wij zijn redelijk serieus aan het bekijken of we digitale versies van De Pers via QR-codes of NFC-chips kunnen verspreiden. Lezers scannen een QR-code of (in de wat verdere toekomst) houden hun telefoon tegen een chip et voila: de krant is beschikbaar. Dat kunnen we doen door die lezers eerst te vragen een app te downloaden, waarna ze via die app hun informatie beschikbaar krijgen. Met een webapp is de tussenstap niet nodig: even chippen dan wel scannen met je telefoon, en lezen maar. In een browser die sowieso al op je tablet of smartphone zit. Dat is handiger, zoals het ook een stuk eenvoudiger is om naar een webapp te linken dan naar een native app. Ze hebben in marketingtermen dus niet alleen nadelen, webapps: de kans dat De Pers er, via een link op een site of op een NFC-chip, nieuwe lezers mee bereikt is aanzienlijk groter dan via een native app.

Apps zijn eenzijdig

Apps, om kort te gaan, kunnen doorgaans één ding heel goed. Webapps kunnen dat nu nog (wat) minder. Maar je kunt er – omdat ze voor iedereen op elk platform toegankelijk zijn – uiteindelijk veel meer mee, en ze geven je veel meer flexibiliteit. Dat gaf voor ons de doorslag: een app is cool, die is makkelijk aan je geldschieters uit te leggen, maar aan een webapp heb je over twee jaar ook nog wat.

Jan-Jaap Heij is hoofdredacteur van Dagblad De Pers en initiator van de webapp iPers.

▼ Volgende artikel
Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten

Laat je niet misleiden door de naam van de Ring Buitencamera Plus, want dit model is ook gewoon binnen te gebruiken. Het is daarmee een van de meest veelzijdige beveiligingscamera's van dit moment, en dat voor een prijs van nét geen 100 euro.

Goed
Conclusie

Ring heeft met de Buitencamera Plus een typisch product neergezet. De beelden ogen scherp en kleurrijk (ook 's avonds), al is de HDR-stand net iets te veel van het goede. Je bent goed verstaanbaar door de speakers, terwijl de stemmen van andere mensen prettig opgepikt worden door de microfoon op het apparaat. De installatie is daarnaast ontzettend flexibel, voor zowel binnen als buiten, en de app-opties zijn zoals altijd een sterk punt. Echter, om volledig toegang te krijgen tot alles wat de Ring Buitencamera Plus biedt, dien je toch echt dat abonnement af te sluiten.

Plus- en minpunten
  • Hoge resolutie
  • Kleurrijke beelden
  • Gemakkelijke installatie
  • Overzichtelijke app
  • Groot kijkveld
  • Nachtzicht in kleur
  • Niet compleet zonder abonnement
  • Stand in HDR wat heftig

Wat de Ring Buitencamera Plus zo veelzijdig maakt, is het feit dat je hem zowel bedraad als op batterij kunt gebruiken. Je kunt hem daardoor vrijwel overal neerzetten of ophangen, ongeacht de locatie, ongeacht het stopcontact en ongeacht het oppervlak. Je plaatst hem moeiteloos op een plank, kast of vensterbank en kunt hem ook ophangen aan een muur of plafond. Het voetstuk van de camera kun je namelijk loskoppelen en aan de achterkant bevestigen. Plus: je kunt hem helemaal om z'n as draaien en in een gewenste hoek positioneren.

Dat is echter niet de belangrijkste boodschap van Ring. De grootste aanpassing heeft namelijk te maken met de resolutie. Die is verhoogd van 1920 bij 1080 pixels bij het vorige model (ooit de Stick Up Cam 3rd Gen, maar nu Buitencamera) naar 2560 bij 1440 pixels. De marketingafdeling van menig camerabedrijf maakt je wijs dat dit een 2K-resolutie is, maar niets is minder waar. De officiële term is Quad-HD, maar dat bekt minder lekker. Plus: 2K doet denken aan de helft van 4K. Dat is een positieve connotatie waar veel bedrijven gretig gebruik van willen maken.

©Wesley Akkerman

Ziet meer dan de voorganger

Het vervelende is echter dat je onterecht kunt denken dat 2K een verdubbeling is van 1080p. Maar ook dat klopt niet: voor 1080p kijken we naar het cijfer achter de x, terwijl we voor de marketingterm 2K naar het cijfer vóór x kijken. Dat is dus appels met peren vergelijken. Maar dat betekent niet dat er geen beeldwinst is. Horizontaal gezien zijn er 360 en verticaal 640 pixels bij gekomen. Dat verschil valt vooral op wanneer je bijvoorbeeld inzoomt op een persoon. Gezichten komen een stuk scherper in beeld, al moet je natuurlijk niet té ver inzoomen.

De kijkhoek is er daarnaast ook op vooruitgegaan. De Ring Buitencamera Plus ziet net iets meer dan zijn voorganger, met hoeken van 140 graden horizontaal, 80 graden verticaal en 160 graden diagonaal. De voorganger heeft respectievelijk 115, 59 en 143 graden. Daarnaast is er zowel nachtvisie in zowel kleur als in grijs-wit – net wat je prettiger vindt. In alle gevallen hebben we gemerkt dat we de omgeving hier goed hebben kunnen volgen. De beelden ogen duidelijk en scherp. In de HDR-modus ogen kleuren wel iets té verzadigd, maar die kun je uitschakelen.

©Wesley Akkerman

Ring Vision

De Ring Buitencamera Plus beschikt over Ring Vision, een nieuw onderdeel dat het merk begin 2025 aankondigde. Vision combineert verschillende hardwarecomponenten (zoals antireflecterend glas) met software-optimalisatie (zoals dynamische beeldverwerking) en de expertise van het team om de beste beelden te presenteren. Natuurlijk klinken dit soort dingen vaak mooier dan ze zijn, maar de beelden liegen er niet om. Zowel in het donker als overdag ogen de beelden rustig, kleurrijk en scherp. Precies zoals je zou willen.

Omdat dit geen high-end of dure camera is van Ring, mis je misschien wel een aantal zaken. Denk dan aan het vogelperspectief en de 3D-bewegingsdetectie. Eerlijk is eerlijk: die hebben we tijdens het testen niet echt gemist. Dat is wellicht ook afhankelijk van hoe je het systeem inzet en welke mate van beveiliging je zoekt. Daar staat dan wel weer een flexibele installatie tegenover. Zoals gezegd kun je de camera op allerlei manieren installeren; je kunt er ook voor kiezen om een zonnepaneel op aan te sluiten, zodat je er helemaal geen omkijken meer naar hebt.

©Wesley Akkerman

Met of zonder zonnepaneel

Als je de Ring Buitencamera Plus niet direct op het stroomnet aansluit, mis je een belangrijke functie: pre-roll in 1080p. Dat is een korte video waarin je ziet wat er gebeurde vlak vóór een bewegingsmelding of het aanbellen. Deze functie werkt alleen als de camera via een stekker op netstroom is aangesloten.

Goed om te weten: de Buitencamera Plus met zonnepaneel kost 159 euro. Een losse batterij kost meestal tussen de 20 en 30 euro. Je kunt de camera zowel met als zonder batterij aanschaffen, maar in beide gevallen betaal je 99,99 euro voor de basisversie.

Verder werkt deze camera zoals je van Ring gewend bent. Via de app kun je van alles instellen: van bewegingszones en het zwartmaken van delen van het beeld (zodat de camera daar geen beweging detecteert) tot het aanpassen van de gevoeligheid. Je kunt de bewegingssensor ook helemaal uitschakelen of alleen de meldingen dempen. Met een handig tijdschema bepaal je bovendien precies wanneer de camera actief moet zijn. Op dat vlak doet de Ring Buitencamera Plus zeker niet onder voor andere Ring-modellen.

Met of zonder abonnement?

De Ring Buitencamera Plus ondersteunt ook slimme meldingen. Daarmee bepaal je zelf waarvoor je een notificatie ontvangt – bijvoorbeeld bij detectie van een voertuig, persoon of pakket. De opgenomen beelden worden standaard in de cloud opgeslagen, maar die kun je alleen terugkijken als je een abonnement afsluit. Dat is typisch voor Ring: zonder abonnement fungeert de camera vooral als live meekijk-apparaat met microfoon en speaker, maar kun je geen opnames terugzien.

Heb je meerdere Ring-camera's en maak je er intensief gebruik van, dan kan een abonnement wel de moeite waard zijn. Met het duurdere pakket krijg je bijvoorbeeld toegang tot de beeld-in-beeldmodus en kun je meerdere camera's tegelijk volgen. Kies je voor het meest uitgebreide abonnement, dan worden ook 24/7-opnames mogelijk – al betaal je daar wel 19,99 euro per maand voor. De goedkoopste variant kost 3,99 euro per maand en geeft toegang tot basisfuncties in de cloud, die veel andere aanbieders tegenwoordig kosteloos leveren. Daardoor vallen de totale kosten van een Ring-camera uiteindelijk toch wat hoger uit.

©Ring

Ring Buitencamera Plus kopen?

Over de installatie hebben we in deze review bewust weinig gezegd – die is namelijk simpel en snel. Met de Buitencamera Plus levert Ring opnieuw een typisch Ring-product af: de videobeelden zijn scherp en kleurrijk, ook 's avonds. Wel is de HDR-modus wat aan de overdreven kant. De ingebouwde speaker zorgt ervoor dat je goed verstaanbaar bent, terwijl de microfoon stemmen van anderen helder oppikt. De installatie is bovendien flexibel en geschikt voor zowel binnen- als buitentoepassing, en de app biedt zoals altijd uitgebreide instelmogelijkheden.

Toch blijft het bekende pijnpunt: om alles uit de Ring Buitencamera Plus te halen, heb je een abonnement nodig. Dat is al vaker een zwakke plek geweest bij Ring, en voorlopig lijkt daar geen verandering in te komen. Als eenvoudige deurcamera is dit model aan de prijzige kant – er zijn goedkopere alternatieven beschikbaar. Maar heb je al een Ring-abonnement of ben je bereid daarin te investeren, dan is deze camera zeker het overwegen waard. Nu is het alleen nog wachten tot Ring ook echt werk maakt van lokale opslag.

▼ Volgende artikel
Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs
© Rens Blom
Huis

Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs

De Google Pixel 9a is een prettige en complete smartphone die zeven jaar softwareupdates krijgt. Heel wat mensen zijn met dit toestel daarom jaren onder de pannen, denken we. In deze review lees je onze bevindingen met de Google Pixel 9a na twee weken intensief testen.

Uitstekend
Conclusie

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.

Plus- en minpunten
  • Zeven jaar updates
  • Heel compleet
  • Lange accuduur
  • Houdt minder lekker vast
  • Basismodel slechts 128 GB opslagcapaciteit

De Pixel 9a is het nieuwste model in de Pixel 9-serie, die in augustus is uitgebracht in de vorm van de 9, 9 Pro, 9 Pro XL en 9 Pro Fold. Toestellen van bijna duizend euro tot bijna tweeduizend euro voor de vouwbare 9 Pro Fold. Toptoestellen, zo bleek uit onze reviews. Maar er zijn ook genoegen redenen om géén hele dure telefoon te nemen. Als jij maximaal 550 euro wilt uitgeven aan je volgende nieuwe smartphone, is de Pixel 9a het overwegen waard.

Google's Pixel 9a verschijnt in vier kleuren, waaronder knalroze, het fraaie geteste lila en meer zakelijke zwart en wit. Wij zijn enthousiast over de lila kleur van de smartphone en vinden het toestel premium genoeg overkomen. De matte kunststof achterkant toont nauwelijks vingerafdrukken, waardoor de telefoon er netjes blijft uitzien. Al kunnen we ons ook goed voorstellen dat je een hoesje om de Pixel 9a stopt voor de nodige bescherming. Een hoesje kan ook helpen om de ergonomie van de telefoon te verbeteren. De Pixel 9a is namelijk nogal vlak en ligt daarom wat minder prettig in de hand dan telefoons die een meer gebold ontwerp hebben. Google weet in ieder geval hoe dat moet, want de Pixel 8a van een jaar geleden had zo'n boller ontwerp en lag daarom ook zonder hoesje lekker in de hand.

©Rens Blom

Als we het nog even over bescherming hebben: de Pixel 9a heeft een iP68-certificering en kan daarom tegen (zoet) water en stof.

Je kunt de Pixel 9a redelijk goed met één hand bedienen, doordat het scherm met 6,3 inch relatief compact is. De 186 gram wegende smartphone is even breed als de Samsung Galaxy S25 en Apple iPhone 16, en een fractie hoger. Het Full-HD-oledscherm ziet er erg mooi uit en heeft een hoge verversingssnelheid van 120 Hz. Op zonnige lentedagen is het beeldscherm prima af te lezen.

©Rens Blom

Complete specificaties

Van een smartphone die 550 euro kost, verwachten we tegenwoordig een complete en soepele gebruikservaring. Zo'n toestel moet in principe jaren meekunnen. De Pixel 9a lijkt aan die verwachtingen te voldoen. Hij draait op dezelfde snelle Tensor G4-processor als zijn duurdere Pixel 9-broers, heeft 8 GB werkgeheugen en een 5100 mAh-accu die zonder zorgen een lange dag meegaat. Opladen kan vlot genoeg via usb-c (je dient zelf een adapter te regelen) of langzamer bij draadloos opladen.

Minder blij zijn we met Google's keuze om het instapmodel van de Pixel 9a uit te rusten met 128 GB opslagcapaciteit. Daar kun je in de praktijk namelijk geen 128 GB van gebruiken en als je jaren met het toestel wilt doen, is 128 GB voor veel mensen op de langere termijn onvoldoende. De opslag uitbreiden via een microSD-kaartje is niet mogelijk. Het loont daarom waarschijnlijk om eenmalig meer te betalen voor de 256 GB-variant van de Pixel 9a. Die kun je langer met een gerust hart gebruiken. Veel concurrerende smartphones hebben overigens standaard 256 GB.

©Rens Blom

Camera's

Achterop de Pixel 9a zitten twee camera's. Die zijn goed, maar in de meeste situaties niet beter dan de camera's van de Pixel 8a. Dat geeft weinig en in het donker doet de Pixel 9a het wél beter dan zijn voorganger. Snel bewegende huisdieren blijven lastig om scherp vast te leggen. Dat zie je ook op onderstaande foto: de kat is nét niet lekker scherp.

©Rens Blom

Met de groothoekcamera leg je een wijder deel van de omgeving vast. De Pixel 9a kan ook inzoomen, via de hoofdcamera. Op onderstaande serie zie je de verschillen in de praktijk.

©Rens Blom

De hoofdcamera, groothoekcamera en 2x zoom.

7 jaar updates

Google's bezuiniging om de Pixel 9a van slechts 128 GB opslagcapaciteit te voorzien, maakt dat er op andere vlakken meer ruimte is voor een premium ervaring. Een goed voorbeeld is de softwareondersteuning. Google geeft de smartphone liefst zeven jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates. Dat is even lang als de veel duurdere Pixel 9-toestellen en ook even lang als Samsungs Galaxy-topsmartphones en Apple iPhones. Veel concurrenten van de Pixel 9a krijgen vier tot zes jaar updates. De Pixel 9a kan dus langer mee. Of je daadwerkelijk zeven jaar met een smartphone doet, is een tweede.

Ook fijn is dat Google de software lekker schoon levert en allerlei eigen AI-functies toevoegt. Die worden steeds handiger en zijn gratis beschikbaar.

©Rens Blom

Conclusie: Google Pixel 9a kopen?

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.