ID.nl logo
🧊☕ Lekker verfrissend: zelf thuis ijskoffie maken
© xMarshall
Huis

🧊☕ Lekker verfrissend: zelf thuis ijskoffie maken

Zodra de zon schijnt en de temperatuur stijgt, is er niets verfrissender dan ijskoffie. Je hebt het vast wel eens gedronken op een terrasje of bij een strandtent. Maar wist je dat het heel makkelijk is om zelf thuis ijskoffie te maken? Je hoeft er echt geen barista voor te zijn, iedereen kan het!

In dit artikel lees je alles wat je moet weten over ijskoffie. We laten je stap-voor-stap zien hoe je ijskoffie maakt en geven je receptvariaties en ideeën voor lekkere toppings. Ook lees je welke bonen lekker zijn voor ijskoffie en wat het verschil is tussen ice coffee en frappuccino. Tot slot zetten we de 5 meest gestelde vragen over ijskoffie op een rij – mét de antwoorden natuurlijk!

Lees ook: Zo kies je de perfecte koffieboon voor jouw merk espressomachine


IJskoffie is een heerlijk verkoelend drankje dat je gemakkelijk zelf kunt maken. Het is een verfrissende mix van koffie, melk en ijs, perfect voor warme zomerdagen en -avonden. En het is echt supersimpel te maken!

Zelf ijskoffie maken: zo doe je dat

Stap 1: Maak de espresso
Begin met het zetten van twee shots espresso (één shot is een klein kopje van ongeveer 30 tot 40 ml) . Laat deze even afkoelen. Je kunt ook sterke koffie gebruiken als je geen espressomachine hebt. Het voordeel van een espressomachine is dat zo’n apparaat goed sterke koffie zet die vol van smaak is, waardoor je ijskoffie nog lekkerder wordt.

Stap 2: Voeg suiker toe
Breng de koffie op smaak met een beetje suiker. Dit hoeft trouwens niet, het is puur een kwestie van smaak – jouw smaak. Als je liever een minder zoete ijskoffie wilt, kun je de suiker helemaal weglaten.

Stap 3: Voeg ijs toe
Giet de afgekoelde koffie in een groot glas en voeg een handvol ijsblokjes toe.

Stap 4: Voeg melk toe
Voeg als laatste een grote scheut volle melk toe. Je kunt ook alternatieve melksoorten gebruiken, zoals havermelk, sojamelk of amandelmelk gebruiken.

Receptvariaties

Vanille ijskoffie: Voeg aan het basisrecept 1-2 theelepels vanille-extract toe. Je kunt ook een vanillestokje gebruiken voor een meer natuurlijke smaak.
Karamel ijskoffie: Maak het basisrecept en voeg 1-2 eetlepels karamelsaus toe. Je kunt de karamelsaus ook vervangen door karamelsiroop.
Mokka ijskoffie: Voeg aan het basisrecept 1-2 eetlepels chocoladesaus of cacaopoeder toe. Je kunt ook een schepje mokka-ijs toevoegen voor een extra romige textuur.

©vikakurylo81 - stock.adobe.com

Toppings

Je kunt je ijskoffie nog lekkerder maken met verschillende toppings. Hier zijn een paar suggesties:

Slagroom: Een klassieke keuze die altijd goed is.
Chocoladesaus: Perfect voor een mokka ijskoffie.
Karamelsaus: Heerlijk bij een karamel ijskoffie.
Kaneel of nootmuskaat: Deze specerijen geven een warme smaak aan je ijskoffie.
Geraspte chocolade: Voor een extra chocolade-kick.
Koffiebonen: Een paar hele koffiebonen bovenop doen niet echt iets voor de smaak, maar het ziet er wel heel uitnodigend uit. 

5 tips om de beste bonen voor ijskoffie te kiezen

Het is ook belangrijk om te experimenteren met verschillende soorten bonen om te zien welke je het lekkerst vindt in je ijskoffie. Wat de "beste" koffie is, varieert van persoon tot persoon, dus het is de moeite waard om verschillende opties te proberen en te zien wat je het lekkerst vindt. 

1.    Medium tot donkere branding: Deze bonen hebben een sterkere, robuustere smaak die goed standhoudt, zelfs als de koffie wordt verdund door ijs.
2.    Arabica bonen: Vanwege hun delicate smaak.
3.    Vers gebrande bonen: Probeer bonen te krijgen die zo vers mogelijk zijn. Koffiebonen beginnen hun smaak te verliezen zodra ze zijn gebrand, dus hoe verser de bonen, hoe beter de smaak van je ijskoffie zal zijn.
4.    Vers gemalen bonen: Net als bij vers gebrande bonen, zorgt het malen van je bonen vlak voordat je ze gaat gebruiken ervoor dat je de meest smaakvolle koffie krijgt.
5.    Koffiebonen met smaakprofielen die je lekker vindt: Als je van fruitige koffie houdt, kies dan voor bonen met die smaakprofielen. Als je van chocolade- of karameltonen houdt, kies dan voor bonen die die smaken hebben.

 

IJskoffie versus frappuccino: wat is het verschil?

Hoewel ijskoffie en frappuccino allebei ijskoude koffiedranken zijn, zijn het twee verschillende drankjes. Een frappuccino wordt in een blender helemaal gemalen tot een soort milkshake. Er zit veel meer (slag)room, melk en zoete smaakmakers in dan in ijskoffie. Een ander verschil is dat er veel minder koffie in een frappuccino gaat dan in een ijskoffie. In sommige gevallen zelfs bijna niks meer.

©limco72 - stock.adobe.com

DIY: koffie-ijsblokjes

Een leuke manier om je ijskoffie nog meer smaak te geven, is door koffie-ijsblokjes te gebruiken in plaats van normale ijsblokjes. Je maakt ze zo:

1.    Zet een pot sterke koffie en laat deze afkoelen.
2.    Giet de afgekoelde koffie in een ijsblokjesvorm.
3.    Zet de vorm in de vriezer en wacht tot de blokjes volledig bevroren zijn.

Nu heb je koffie-ijsblokjes die je kunt gebruiken in je ijskoffie. Ze zullen je drankje koel houden zonder het te verdunnen zoals normale ijsblokjes dat zouden doen. Tip: je kunt ze ook gebruiken voor een supersnelle ijskoffie: paar van deze blokjes in een glas en dan koude melk erbij gieten.

©africa-studio.com (Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy)

De 5 meest gestelde vragen over ijskoffie

Vraag 1: Kan ik ijskoffie maken met gewone koffie in plaats van espresso?
Ja, je kunt zeker ijskoffie maken met gewone koffie. Het belangrijkste is dat de koffie sterk genoeg is, omdat het ijs de koffie enigszins zal verdunnen.

Vraag 2: Hoelang kan ik mijn zelfgemaakte ijskoffie bewaren?
Zelfgemaakte ijskoffie kun je tot ongeveer een week in de koelkast bewaren. Zorg ervoor dat je de koffie afdekt of bijvoorbeeld in een afsluitbare thermoskan doet om de versheid te behouden.

Vraag 3: Kan ik ijskoffie zoeten met iets anders dan suiker?
Ja, je kunt je ijskoffie zoeten met wat je maar wilt. Honing, agavesiroop, stevia, of zelfs gearomatiseerde siropen (koffiesiropen) zoals vanille of karamel: mogelijkheden te over. Doe vooral wat jij lekker vindt!

Vraag 4: Kan ik ijskoffie maken met een alternatieve melk zoals amandelmelk of sojamelk?
Ja, je kunt elke soort melk gebruiken die je wilt in je ijskoffie. Houd er rekening mee dat verschillende soorten melk de smaak van je ijskoffie enigszins kunnen veranderen.

Vraag 5: Is het mogelijk om een ijskoffie zonder cafeïne te maken?
Ja, je kunt een cafeïnevrije ijskoffie maken door cafeïnevrije koffie te gebruiken in plaats van gewone koffie. De werkwijze om de ijskoffie te maken blijft hetzelfde.

 

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!