ID.nl logo
Energiezuinig vriezen met de nieuwste isolatietechnieken
Huis

Energiezuinig vriezen met de nieuwste isolatietechnieken

In veel huishoudens is de vriezer een van de grootste energievreters. Het apparaat verbruikt immers 24/7 energie om de voedselvoorraad goed bevroren te houden. Gelukkig zijn er diverse manieren om energie te besparen, onder meer door het gebruik aan te passen of een energiezuinige vriezer aan te schaffen.

Partnerbijdrage: in samenwerking met Liebherr

Energieverbruik en -kosten van een vriezer

Een vriezer staat 24 uur per dag aan, maar wat betekent dat qua energieverbruik? Dat is onder andere afhankelijk van de energieklasse van de vrieskast. Deze klasse vind je op het energielabel van je vriezer. De energieklasse kan variëren van A tot en met F, waarbij apparaten in klasse A het zuinigst zijn. Een energiezuinige vriezer heeft minimaal klasse C of beter, maar veel vriezers vallen in klasse E of F, en verbruiken dan ook veel energie. 

Op het energielabel vind je ook meer informatie over het verbruik van de vriezer in kWh per jaar. Afhankelijk van onder andere de grootte en de kwaliteit van de isolatie varieert het energieverbruik per jaar. Het merendeel van de diepvrieskasten heeft energieklasse E of F, en verbruikt daardoor ongeveer 250 kWh per jaar. Bij een gemiddelde stroomprijs van 0,40 euro per kWh komt dat neer op 100 euro aan energiekosten per jaar*.

Op dit verbruik en de bijbehorende kosten kan flink worden bespaard met een energiezuinige vriezer, zoals de Liebherr FNb 5056. Met energieklasse B heeft deze diepvrieskast een verbruik van slechts 120 kWh per jaar, wat neerkomt op 48 euro per jaar* aan energiekosten. Door te kiezen voor een diepvrieskast met energielabel B bespaar je dus niet alleen het milieu, maar ook je portemonnee.

*= Deze berekening is gedaan op basis van het in 2023 geldende prijsplafond met een kWh-prijs van 0,40 euro.

Benieuwd wat jij kunt besparen?

Doe de bespaarcheck

De impact van energiezuinige vriezers

De aanschaf van een energiezuinige vriezer heeft diverse voordelen. Een zuinige vrieskast zorgt voor een lager energieverbruik met daardoor lagere energiekosten, minder CO2-uitstoot én een langere levensduur van het apparaat. Maar wat maakt een diepvrieskast energiezuinig? Dat heeft vooral te maken met de innovatieve isolatiematerialen en -technieken die in een vriezer worden verwerkt.

Een aantal innovatieve isolatiematerialen en -technieken uitgelicht:

  •  Duurzame vacuümisolatie

    De isolatie van een vriezer is (uiteraard) van essentieel belang om de inhoud zo efficiënt mogelijk in te vriezen. Een innovatieve isolatietechniek is de vacuümperlietisolatie BluRoX van Liebherr. In plaats van conventioneel polyurethaanschuim gebruikt BluRoX een veel effectievere vorm van isolatie, namelijk vacuüm. En de combinatie van vacuüm en perliet creëert een ongeëvenaarde oplossing op het gebied van energie-efficiëntie en compactheid voor koude-isolatie.

    Dankzij de bijzonder doeltreffend isolerende werking van BluRoX kunnen wanden en deuren van de Liebherr FNb 5056 ongeveer een derde dunner zijn dan die van andere diepvrieskasten. Dat levert ongeveer 25 procent meer volume qua inhoud voor alle diepvriesproducten die je graag in huis hebt, terwijl de afmetingen van de buitenkant gelijk blijven.

  •  Automatisch ontdooisysteem

    Een automatisch ontdooisysteem, zoals NoFrost van Liebherr, beschermt een diepvrieskast tegen ongewenste ijsvorming. Nooit meer het vriesgedeelte moeizaam en tijdrovend ontdooien, maar wel besparen op tijd, energie en kosten. 10 millimeter ijsvorming leidt bij een vriezer namelijk al tot een stijging van 20 procent in het energieverbruik, dus dat is zeker belangrijk om te voorkomen.

  • Slimme deursluiting

    Een slimme deursluiting, zoals de Closing assistance van Liebherr, zorgt ervoor dat de deur van een vriezer altijd goed gesloten is. Closing assistance voorkomt dat de koelkastdeur iets open blijft staan als deze niet goed wordt gesloten. Zo is de inhoud van je vriezer altijd goed beschermd en wordt er geen energie verspild.

  • Deuralarm

    Het deuralarm van een vrieskast zorgt ervoor dat je de deur niet te lang open laat staan. Dat zorgt ervoor dat er niet onnodig veel energie wordt verbruikt en dat levensmiddelen niet bederven. Als de deur van een vrieskast te lang openstaat, waarschuwt deze je door middel van pulserend licht en een waarschuwingstoon. Daarbij bepaal je vaak zelf wat 'te lang' is door het deuralarm in te stellen op een, twee of drie minuten.

Benieuwd wat jij kunt besparen?

Doe de bespaarcheck!

Nog meer besparen op energieverbruik

Naast het gebruik van een energiezuinige vriezer zijn er ook in het gebruik van een vrieskast verschillende manieren om energie te besparen. Wil je dus nóg energiezuiniger vriezen en meer kosten besparen? Volg dan onderstaande tips op voor een energie-efficiënt gebruik van je vrieskast:

 1. Installeer de vrieskast op de juiste manier
Zorg dat een vriezer op een vlakke ondergrond staat en plaats de vrieskast niet naast een radiator of ergens waar de zon er vol op kan schijnen. Let ook op de minimale temperatuur van de ruimte waarin de vrieskast wordt geplaatst en stel de temperatuur van het apparaat goed in.

 2. Vul de vriezer volledig
Een goed gevulde vrieskast verbruikt minder energie dan een lege vriezer. Bevroren producten houden namelijk koude lucht vast en daardoor hoeft de vriezer minder vaak aan te slaan. Let wel op dat je de diepvrieskast ook weer niet te vol doet, want dan kan de lucht niet voldoende circuleren.

 3. Open de deur van een vriezer zo kort mogelijk
Wanneer de deur van een vrieskast wordt geopend, verliest het apparaat koude lucht en komt er warme lucht binnen. Dat zorgt ervoor dat de vriezer weer extra moet aanslaan om terug op de juiste temperatuur te komen. Bedenk daarom eerst wat je uit de vriezer nodig hebt, zodat de deur niet te lang open hoeft. En zorg dat je de deur daarna weer goed sluit.

 4. Reinig en ontdooi een vrieskast regelmatig
Een schone diepvries gaat niet alleen langer mee, maar is ook hygiënischer én bespaart energie. Door bijvoorbeeld de deurrubbers regelmatig schoon te maken, zorg je ervoor dat de deur goed sluit. Ontstaat er ijs in de vriezer? Ontdooi en reinig het apparaat dan tijdig, want zoals eerder gezegd stijgt het energieverbruik bij slechts tien millimeter ijs al aanzienlijk.

5. Laat restjes afkoelen voordat ze de vriezer in gaan
Door eten eerst goed te laten afkoelen, voorkom je dat de vriezer opwarmt wanneer je de producten erin zet. Warme producten zorgen voor een temperatuurstijging in de vriezer, waardoor het apparaat weer vaker aanslaat.

De eerste vriezer met efficiëntieklasse

Ben je naar aanleiding van dit artikel op zoek naar een energiezuinige diepvrieskast? Dan is de Liebherr FNb 5056 zeer geschikt. De FNb 5056 van Liebherr is de eerste vriezer in zijn soort met efficiëntieklasse B volgens het nieuwe EU-energielabel. Dit heeft de vriezer grotendeels te danken aan de eerdergenoemde innovatieve BluRoX-vacuümisolatie met perliet in de deur, voor een bijzonder energie-efficiënte koude-isolatie.

Benieuwd wat jij kunt besparen?

Doe de bespaarcheck

Lees meer: Geniet van versheid met koelktechnieken die de houdbaarheid van je voedsel verlengen.

▼ Volgende artikel
Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11
© sathit_koyram
Huis

Verhoog je productiviteit met de Focusmodus in Windows 11

Tijdens het werk word je waarschijnlijk regelmatig gestoord door binnenkomende e-mails, meldingen, berichtjes, systeemupdates en pop-ups. Het zijn meestal nuttige en leuke elementen, maar ze halen je wel uit je concentratie. In Windows 11 zit een nieuwe functie om deze afleidingen tijdelijk te dempen.

Snel afgeleid? Zo stel je in dat je computer je niet mag storen met allerlei meldingen:

  • Focus instellen vanuit de Windows Instellingen
  • Focus instellen via de tijd in het het systeemvak
  • Maximaliseer het Focus-venster voor nog meer opties

Hoe minder tijd achter de computer, hoe beter: Van schermverslaafd naar schermbewust: handige tips voor minder schermtijd

Focus instellen

Deze Focusmodus is een productiviteitstool die te vinden is in de Klok-app. Je kunt hem activeren vanuit de Windows Instellingen. Druk op Windows-toets+I en ga naar Systeem, waar je Focus vindt. Hier kun je de duur van een ongestoorde werksessie invoeren. Standaard is dit op 30 minuten ingesteld. Daaronder staan vier opties. Geef de timer weer in de Klok-app om zichtbaar te maken hoelang de sessie bezig is. Vink ook de optie aan om badges te verbergen in de taakbalk-apps. Daardoor kom je niet verleiding om aan die apps aandacht te schenken. Ook het knipperen in de taakbalk-apps verberg je om dezelfde reden. Schakel Niet storen in, dan worden al deze meldingen tijdens de sessie gedempt.

De meeste gebruikers vinken de vier opties aan.

Nog beter focussen?

Een koptelefoon met noisecancelling doet wonderen

In de klok

Het is ook mogelijk om Focus te activeren vanuit het systeemmeldingscentrum. Klik in de taakbalk op de datum- of tijdaanduiding. Hiermee open je de agenda en het meldingsgebied. Onderaan waar de knop Focus staat, kun je de duur aanpassen. Zodra je op de knop klikt, verschijnt de focustimer op het scherm. Terwijl een sessie actief is, zie je de klok en de resterende tijd en nog enkele andere relevante gegevens, zoals wanneer de volgende pauze is gepland. Zie je niet graag de tijdsduur die langzaam aftelt, dan verberg je die door op de drie puntje te klikken. Daarna kun je de optie Resterende tijd weergeven uitschakelen. Als je in de instellingen de optie Niet storen hebt ingeschakeld, blokkeert deze functie alle meldingen.

Nog acht minuten geconcentreerd werken en dan volgt een pauze van vijf minuten.

Ontspannen werken

Wanneer je Focus maximaliseert, zie je rechts de voortgangsgrafiek die toont hoelang je gisteren en vandaag de tool hebt gebruikt. Je kunt ook een Spotify-afspeellijst selecteren om je sessies te begeleiden met ontspannende muziek. Onderaan krijg je de taken te zien die in de app Microsoft To Do op je wachten.

Wanneer je Focus maximaliseert, krijg je nog meer informatie te zien.

▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.