ID.nl logo
Huis

De beste Tor-alternatieven: Freenet en I2P

Anoniem online gaan kan met de Tor-browser, maar dat is lang niet het enige initiatief op dit gebied. Gelukkig maar, want Tor ligt onder het vergrootglas van autoriteiten als de NSA en FBI. In dit artikel leggen we twee goeie Tor-alternatieven onder de loep, namelijk Freenet en I2P.

Mensen gebruiken Tor op grote schaal om onder de radar te blijven. Hiervoor zijn verschillende redenen denkbaar, bijvoorbeeld om ontraceerbaar voor adverteerders, overheden en werkgevers te zijn. Dan is dit anonimiteitsnetwerk een handig hulpmiddel, want in principe ziet niemand welke websites je bezoekt en wat voor bestanden je downloadt.

Dit is nog relatief onschuldig, maar Tor wordt ook gebruikt door mensen die grote risico’s lopen. Journalisten en spionnen die in landen werken waar een zwaar regime heerst, gebruiken het ook om websites en communicatiediensten te bezoeken die door de overheid zijn geblokkeerd. Helaas vindt er ook veel misbruik plaats van Tor, want terroristen en cybercriminelen hebben eveneens hun weg naar dit platform gevonden.

Vanwege de populariteit en het omstreden karakter van Tor ligt dit anonimiteitsnetwerk bij allerlei opsporingsinstanties en overheden onder een vergrootglas. De vraag is in hoeverre dat effect heeft op de veiligheid nu machtige instanties actief op gebruikers van dit platform jagen, zoals de NSA en FBI. Daarom kijken we in dit artikel even naar alternatieven.

Freenet

Freenet bestaat al sinds 2000 en verkeert nog steeds in een experimentele fase. Het is een op zichzelf staand netwerk. In tegenstelling tot Tor geeft dit platform je dus geen toegang tot internet, waardoor je het niet kunt gebruiken om anoniem Google, Facebook, YouTube en downloadsites te bezoeken.

Wat is het dan wel? Je kunt Freenet het beste zien als anoniem alternatief voor internet in de vorm van een p2p-netwerk. Er zijn specifieke websites en fora die je kunt bezoeken. Verder deel je bestanden, verstuur je chatberichten en ontvang je e-mails. Kortom, alles wat met het reguliere internet dus ook mogelijk is.

Een verschil is dat alle informatie wordt gehost op de computers van Freenet-deelnemers. Er vindt geen censuur plaats en de populairste data blijft voorgoed bestaan. Wanneer je de bijbehorende freeware installeert, fungeert jouw pc als schakel binnen het anonieme netwerk. Fijn is dat je optioneel de mogelijkheid hebt om uitsluitend met bevriende pc’s te communiceren in de Darknet-modus.

In feite gebruik je dat een afgesloten stukje van Freenet dat volledig gedecentraliseerd werkt. Wens je toegang tot alle informatie, dan activeer je de OpenNet-modus. Met deze optie maak je ook verbinding met enkele centrale servers, dus de verbinding is in dat geval eenvoudiger te blokkeren voor derde partijen.

De Darknet-modus is de veiligste methode. Alle communicatie tussen Freenet-schakels is versleuteld en verloopt via meerdere computers, zodat de uiteindelijke opdrachtgever voor de informatie lastig is te achterhalen.

©PXimport

Om verbinding met Freenet te maken, heb je een speciaal programma nodig. Besef wel dat je hiermee een stukje van je harde schijf en bandbreedte beschikbaar stelt aan andere gebruikers. Overige deelnemers van het netwerk kunnen hierop versleutelde data opslaan. De inhoud kan van alles zijn, want je hebt daar zelf geen invloed op.

Zodra je zelf een bestand naar Freenet uploadt, splitst het programma de data en selecteert voor de opslag diverse computers van andere deelnemers. Dit bestand is naar niemand herleidbaar, zodat je dus anoniem data kunt delen. Wil je een eigen freesite hosten (website op Freenet), dan is het niet nodig om je pc hiervoor dacht en nacht aan te laten staan. Dat werkt dus beter dan het beheren van een verborgen Tor-server, waarbij dat wel noodzakelijk is.

De Freenet-software verdeelt de gegevens over meerdere computers van andere deelnemers, zodat de informatie op ieder moment beschikbaar is voor je bezoekers.

Freenet installeren en gebruiken

De Freenet-software is beschikbaar voor Windows, OS X en Linux. Freenet maakt gebruik van een webinterface om de inhoud van dit netwerk toegankelijk te maken. Je gebruikt hiervoor een reguliere browser. Uit veiligheidsoverwegingen raden de makers aan om niet dezelfde browser te gebruiken voor het surfen op internet en Freenet. Verder is het raadzaam om privénavigatie te activeren.

Na de installatie maak je verbinding met de OpenNet- of Darknet-modus. In de volgende stap bepaal je hoeveel schijfruimte je beschikbaar wilt stellen aan dit anonimiteitsnetwerk. Hoe meer je bijdraagt, hoe sneller je zelf downloads kunt binnenhalen. Verder wil het programma graag de snelheid van je internetverbinding weten om de instellingen voor de bandbreedte te bepalen.

I2P

Een minpunt van Freenet is dat je geen reguliere websites op internet kunt bezoeken. Met I2P is deze mogelijkheid er wel, al is er ook een grootschalig eigen netwerk. I2P is namelijk een op zichzelf staand netwerk waarop je kunt surfen, e-mailen, bestanden uitwisselen en chatten.

Dit platform laat zich het beste omschrijven als een netwerk over een netwerk. Het overkoepelende p2p-netwerk dient hierbij als beveiligingslaag waarin iedere deelnemer anoniem blijft. Alle communicatie is gecodeerd. Bij het versturen van een bericht over het eigen netwerk hanteert I2P maar liefst vier versleutelde lagen.

De werking is in zekere zin vergelijkbaar met het Tor-netwerk. Opgevraagde data wordt versleuteld en via meerdere schakels (nodes) verstuurd naar de opdrachtgever. Elke node heeft een publieke sleutel om gegevens te coderen en een privésleutel om de data weer te ontsleutelen.

Een belangrijke eigenschap is dat de zender een datapakketje tweemaal versleutelt en het vervolgens via een willekeurige node naar de ontvanger verstuurt. De tussenliggende node ontsleutelt de data eenmaal en de uiteindelijke ontvanger doet dat voor de tweede keer en kan vervolgens de inhoud inzien. De zender van het datapakketje blijft dankzij de tussenliggende node volledig anoniem.

Een verschil met Tor is dat bij I2P iedere deelnemer als node opereert en dus ook data van onbekende opdrachtgevers doorsluist. Personen die graag een anonieme website willen optuigen, kunnen die op het I2P-netwerk publiceren. Zo’n anonieme website draagt de naam eepsite. Vergeleken met Freenet is er geen sprake van gedistribueerde opslag, dus je hoeft geen schijfruimte beschikbaar te stellen.

©PXimport

Je gebruikt I2P op diverse platformen, namelijk Windows, OS X, Linux en Android. Na de installatie in Windows heb je toegang tot het programma I2P Router Console. De bediening hiervan werkt vanuit een browser. Je controleert in het beheerpaneel de status van dit anonimiteitsnetwerk en je wijzigt desgewenst de instellingen. Je geeft hierbij zelf aan hoeveel procent je van de bandbreedte wilt delen om data naar andere nodes door te sturen. Je kunt ook nul procent instellen, maar dan draag je niet bij aan het voorbestaan van dit anonimiteitsnetwerk.

Eepsites bezoeken

Het gebruik van I2P-toepassingen is niet zo eenvoudig. Je moet namelijk verschillende tooltjes installeren die met dit anonimiteitsnetwerk overweg kunnen. Voorbeelden hiervan zijn het blogprogramma Syndie en de bestanden-uitwisselaar iMule. Verder is het ook mogelijk om chatclients die het IRC-protocol ondersteunen met I2P te verbinden, zoals mIRC of Pidgin.

Leuk om te weten is dat het downloadprogramma Vuze ook een plugin voor I2P bevat. Wanneer je zogeheten eepsites binnen het I2P-netwerk wilt bezoeken, hoef je geen aanvullende software te downloaden. Dat kan namelijk met je bestaande browser, mits je de proxy-instellingen hiervan aanpast. Het webverkeer van je browser wordt op die manier via het I2P-netwerk omgeleid.

Overigens zijn websites op het reguliere web ook gewoon beschikbaar. De verbinding is vanwege de omweg wel wat langzamer. Wanneer je naar een website als watismijnip.nl surft, zie je dat de verbinding daadwerkelijk via het I2P-netwerk wordt omgeleid. Veel mensen gebruiken eepsites om auteursrechtelijk beschermde mediabestanden te verspreiden. Hét kenmerk van deze adressen is dat ze altijd de extensie .i2p bevatten. Via http://eepsites.i2p gebruik je een anonieme zoekmachine.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.