ID.nl logo
10 tips voor oplossen Netwerkproblemen
© CIDimport
Huis

10 tips voor oplossen Netwerkproblemen

U had uw thuisnetwerk netjes voor elkaar, maar zonder duidelijk aanwijsbare reden hapert een apparaat. Waar gaat het mis en hoe is het te verhelpen?

©CIDimport

Als Windows er plots de brui aan geeft, dan weet u alvast dat u niet verder moet zoeken dan uw systeemkast. Maar wanneer een pc ineens niet meer het netwerk op wil, dan zijn er meerdere potentiële spelbrekers. Het zou best kunnen dat het probleem zich ergens in de software of hardware van uw pc bevindt. Maar omdat een netwerk nu eenmaal uit verschillende segmenten bestaat, kan het euvel net zo goed te wijten zijn aan een koppige kabel, een andere pc, een defecte switch, een nukkige router of modem ... of misschien ligt uw provider wel even op apegapen? Kortom, wilt u netwerkproblemen oplossen, dan luidt de gulden regel: eerst uitvogelen waar precies de schoen knelt; pas daarna doelgericht aan een oplossing werken.

 

©CIDimport

Tip1: Netwerkcentrum

Met wat hulp van het ingebouwde Netwerkcentrum kunnen zowel Windows Vista als 7 u helpen een netwerkprobleem te lokaliseren. Via Windowstoets+R voert u het commando ‘netwerkcentrum’ in, of klikt u het netwerkicoontje in de statusbalk aan en kiest u Netwerkcentrum Openen. Het hoofdvenster toont u nu een visueel overzicht van uw netwerkverbinding.

Klik hier op Volledig overzicht weergeven. Als uw pc via een router of gateway internet opgaat, ziet u hier twee segmenten: één verbinding tussen uw pc en de gateway en één tussen de gateway en de modem. Er verschijnt een geel uitroepteken of een rood kruis op de connectie waar Windows een probleem heeft gelokaliseerd.

In het voorbeeld (zie afbeelding) blijkt het om een probleem tussen router en internet te gaan. Controleer hoe het Netwerkcentrum reageert als u de kabel tussen pc en switch of router uittrekt. Juist: geen spoor meer van uw gateway, want immers niet meer bereikbaar.

 

©CIDimport

Tip2: Ingebouwde probleemoplossers

Wanneer u bij een door Windows geconstateerd probleem op een geel uitroepteken of kruis klikt, start automatisch de module Windows Netwerkcontrole op. Die kunt u in Vista op elk moment zelf opstarten door in het linkerpaneel van het Netwerkcentrum op Diagnose en Herstel te klikken. Als het even meezit, duidt Windows de fout aan en lost deze ook direct op (zie afbeelding). Verwacht niet meteen wereldschokkende ingrepen – wel blijkt de module van Windows 7 een stuk ‘intelligenter’ dan die in Vista.

Er zijn echter nog een paar alternatieven. Zo kunt u het in Vista altijd nog proberen door in het linkerpaneel van het Netwerkcentrum Netwerkverbindingen beheren aan te klikken, de haperende connectie te selecteren en op de knoppenbalk Problemen met deze verbinding vaststellen te kiezen. Of u start Help en ondersteuning op en klikt Problemen oplossen aan. Er verschijnt vervolgens een menu waar u onder meer Problemen met netwerkverbindingen oplossen en Problemen met het vinden van computers in een thuisnetwerk aantreft.

Ook Windows 7 laat u uiteraard niet in de kou staan: voer het commando ‘probleemoplossing’ uit in de zoekbalk van het startmenu, klik in het linkerpaneel op Alles weergeven en start in de lijst met probleemoplossers het item Netwerkadapter op, waarna een wizard u door het diagnoseproces zal gidsen.

 

©CIDimport

Tip3:Netwerkadapter

Een volautomatisch herstel voor uw netwerkproblemen? Dat is vaak te mooi om waar te zijn. Het kan bovendien zo zijn dat het probleem ergens tussen uw pc en de router ligt. Start het Netwerkcentrum op en kies Adapterinstellingen Wijzigen in het linkerpaneel. U krijgt nu een overzicht van u netwerkadapters en (minstens) één met de naam ‘lan-verbinding’ moet ingeschakeld zijn. Is dit niet het geval? Dan herstelt u dat als volgt: klik de uitgeschakelde adapter met de rechtermuisknop aan en kies Inschakelen (zie afbeelding). Helpt dit niet en beschikt uw pc over twee (of meer) van zulke adapters, probeer het dan door de netwerkkabel in die andere adapter in te pluggen. Krijgt u nu wel een verbinding, dan ligt het probleem bij die eerste adapter.

 

©CIDimport

Tip4:Adresbedeling

Netwerkadapter actief, bekabeling in orde? Dan zit u misschien met een configuratieprobleem. De kans is weliswaar klein dat bij een goed werkende verbinding de instellingen zomaar de mist in gaan, maar het valt niet helemaal uit te sluiten. Hoe dan ook, gaat het om een (nieuwe) pc die u voor de eerste keer aan uw netwerk hangt, dan moet u sowieso de configuratie goed op orde hebben.

Open het venster van de opdrachtprompt in Windows (met het commando cmd). Tik hier ipconfig/  all in en bevestig met Enter (zie afbeelding). We veronderstellen dat er bij dhcp ingeschakeld ‘ja’ staat ingevuld: dat houdt in dat uw router automatisch een ‘compatibel’ ip-adres aan uw pc’s hoort toe te kennen. Bij een goed functionerende lan-verbinding zou u nu een ipv4-adres moeten zien dat begint met 192.168. of met 10. Leest u hier echter 0.0.0.0 af of begint het adres met 169.254., dan krijgt uw pc blijkbaar geen ip-adres van uw router door. Dat kan op een slechte kabelverbinding tussen router/switch en pc wijzen – even controleren dus en desnoods met een andere kabel proberen. Het kan ook gaan om een tijdelijke storing die u oplost door achtereenvolgens de commando’s ipconfig/  release en ipconfig/  renew uit te voeren.

Krijgen ook andere pc’s in uw netwerk geen geldig ip-adres (meer) door, dan ligt het euvel wellicht bij de router zelf. U kunt dan het best uw pc even herstarten: trek desnoods even de stroomkabel uit, wacht een halve minuut en koppel die opnieuw aan.

Controleer na de herstart of uw pc nu wel een geldig ip-adres krijgt. Nog altijd geen beterschap? De hoogste tijd dan om uw router een bezoekje te brengen. Start dus uw browser op en tik het adres van de router in de adresbalk in. U kent het adres niet? Geen probleem: dat leest u wel af bij Standaardgateway als u het commando ipconfig hebt uitgevoerd (zie afbeelding). U belandt nu op de aanmeldpagina van uw router: vul de gevraagde gegevens in (gebruikersnaam en wachtwoord – desnoods raadpleegt u de handleiding van de router). Ga in het configuratiescherm van de router op zoek naar de netwerkinstellingen en zorg dat de dhcp-server geactiveerd is (afbeelding 7). Desgevraagd herstart u de router hierna.

 

©CIDimport

©CIDimport

Tip5:Ip-configuratie

Het kan ook gebeuren dat u om een of andere reden uw router niet voor dhcp-server laat spelen. Op zich kan dat, maar dan staat u zelf in voor de ip-configuratie van uw (nieuwe) apparaten. Die configuratie controleert u in Windows als volgt. Start het Netwerkcentrum op en klik in het linkerpaneel op Netwerkverbindingen beheren (Vista) of Adapter Instellingen Wijzigen (Windows 7). Dubbelklik op de lan-verbinding en kies Eigenschappen. Selecteer Internet Protocol Versie 4 (tcp/ipV4) en klik nogmaals op Eigenschappen (zie afbeelding). Aangezien u blijkbaar niet met dhcp werkt, moet u nu zelf de gegevens in dit venster invullen (in het andere geval had u de opties ‘Automatisch een … adres laten toewijzen’ kunnen selecteren – wel zo makkelijk). Bij subnetmasker vult u (normaliter) 255.255.255.0 in en bij standaardgateway vult u het ip-adres van u router in. In het veld ip-adres vult u hetzelfde adres als dat van u router in, op het laatste getal na. Dit laatste moet – bij elk apparaat in uw netwerk – verschillend zijn! In de twee velden van de dns-server ten slotte voer u de ip-adressen in die u bij uw internetprovider kunt opvragen, óf u probeert het met twee alternatieve adressen: 8.8.8.8 en 8.8.4.4. Bevestig met OK en herstart de pc.

Niet onbelangrijk: voor bepaalde netwerkapparaten, zoals een printer of een nas, is het zelfs aangewezen die eigenhandig van een vast ip-adres te voorzien om te vermijden dat die een wisselend adres van de router krijgen toegewezen. Dat kunt u in de meeste gevallen vanuit uw browser regelen (zie afbeelding). Raadpleeg hiervoor de handleiding van het apparaat.

 

©CIDimport

Tip6: Wispelturig wifi

Wanneer uw netwerk de ene keer als een zonnetje werkt en de andere dag weer kwakkelt, is de kans groot dat er een stoorzander aanwezig is. Een wondermiddel is het niet, maar de gratis tool inSSIDer is wel een belangrijke bij het wifi-troubleshooten. U vindt het op www.metageek.net/products/inssider.

Zodra u het tooltje – bij voorkeur op een laptop of netbook – installeert en opstart, brengt het de gedetecteerde draadloze netwerken in kaart (zie afbeelding). Is dit niet het geval, selecteer dan bovenaan u draadloze adapter en druk op Start. Interessant is alvast dat u in real time ook de signaalsterkte afleest, waarbij een amplitude van -40 uitstekend is en vanaf -80 behoorlijk hopeloos. Blijkt de ontvangst van uw netwerk erg zwak, dan is de afstand tot uw draadloze router of toegangspunt wellicht te groot, zijn de muren te dik of blijkt magnetron, draadloze telefoon of babyfoon te agressief.

Wanneer het mogelijk is, plaatst u uw router dichter bij uw pc. Een drastischer alternatief is het vervangen van de standaardantenne door een krachtiger exemplaar. Of u plaatst een draadloze repeater tussen toegangspunt en pc die het signaal oppikt en versterkt weer doorstuurt. Is uw router/toegangspunt nog van het 802.11g-type, weet dan dat u met een (eventueel dualband) 802.11n-toestel doorgaans ook een sterker signaal krijgt. Voorwaarde is wel dat ook uw pc van een draadloze 802.11n-adapter is voorzien.

 

©CIDimport

Tip7: Conflicterende wlan’s

Vindt u verschillende netwerkjes in inSSIDer die elkaar ook nog eens overlappen, dan is er wellicht iets anders aan de hand. U moet namelijk weten dat elke draadloos netwerk op een bepaald kanaal (channel) uitzendt (van 1 tot 13, zeg maar). Wanneer het kanaal van uw netwerk ook door andere netwerken gebruikt wordt, kan dat tot slechte ontvangst leiden. Het komt er dus op neer een kanaal te kiezen dat (bij voorkeur drie nummers) hoger of lager ligt dan dat van de andere netwerken. Dat stel u in op u draadloze router of toegangspunt zie (afbeelding).

Tik het ip-adres van dat toestel in de adresbalk van u browser in – dat vindt u eventueel door ipconfig uit te voeren: u leest het adres af achter Standaardgateway bij Draadloze netwerkverbinding. In het configuratiescherm vindt u nu vast wel een optie om het kanaal te wijzigen. Overigens heeft de praktijk ons al geleerd dat de instelling ‘auto’ niet altijd de beste keuze blijkt: zelf uitproberen dus!

Hebt u al eerder een verbinding met een ander draadloos netwerk gemaakt – een zogeheten ‘voorkeursnetwerk’ – en zit dat netwerk in de buurt, dan kan het gebeuren dat Windows voortdurend tussen beide netwerken tracht te schakelen met als gevolg dat u geen stabiele verbinding krijgt. Dat los u als volgt op: open het Netwerkcentrum en kies Draadloze netwerken beheren. klik met de rechtermuisknop op u draadloze netwerk, selecteer Eigenschappen en verwijder het vinkje bij Verbinding met een beschikbaar voorkeursnetwerk maken. Bevestig met OK.

 

©CIDimport

Tip8: Geen wifi

U wilt met een tweede laptop het draadloze netwerk op, maar hebt uw wlan beveiligd met een encryptiesleutel die u stomweg vergeten bent! Vervelend, maar niet onoverkomelijk. Beschikt u over een apparaat dat nog verbinding kan maken, open dan het Netwerkcentrum, kies Draadloze netwerken beheren, open het eigenschappenvenster van uw draadloze netwerk, ga naar het tabblad Beveiliging en plaats een vinkje bij Tekens weergeven (zie afbeelding). Overigens bestaat hier ook wel een gratis tooltje voor: WirelessKeyView (www.nirsoft.net/utils/wireless_key.html). Virusscanners willen hiervoor nog wel eens aan de alarmbel trekken, maar de tool is goedaardig op eigen pc.

Een kordater alternatief is de versleuteling in (het configuratiescherm van) uw draadloze router/toegangspunt tijdelijk uitschakelen. Lukt de draadloze verbinding nu wel, dan kunt u de encryptie vervolgens opnieuw configureren. En ook: het wachtwoord niet meer vergeten. We gaan er overigens wel vanuit dat u in uw draadloze router geen mac-filtering hebt ingesteld. Zo’n filter laat namelijk alleen pc’s met een bepaald mac-adres toe op het draadloze netwerk. Is dat toch het geval, dan moet u uiteraard ook het mac-adres van uw nieuwe pc aan die filter toevoegen. u vindt het adres door op die pc het commando ipconfig /all (boven) uit te voeren en te noteren wat er achter Fysiek adres staat bij u draadloze netwerkadapter.

 

©CIDimport

Tip9: Webadressen

Gelukkig gebeurt het niet vaak, maar soms zijn enkele sites ineens niet meer bereikbaar. Om te controleren of dat probleem bij uw pc ligt is er een aloud ping-tooltje. Open een opdrachtprompt en voer het commando ping uit, gevolgd door het betreffende web- of ip-adres. Om te controleren of onze router nog werkt, tikken we: ping 192.168.0.254 (het lan ip-adres van de router). We krijgen vier antwoorden terug (zie afbeelding). Mochten daar time-outs tussen staan, dan is er uiteraard iets loos.

Maar terug naar deonbereikbare sites. Een snelle test met ping www.google.com leverde ons alleen de reactie ‘Ping-aanvraag kan host www.google.com niet vinden’. Maar wanneer we ping gebruikten in combinatie met Google’s ip-adres (ping 74.125.77.147) lukte het wél. In dit geval is het de dns-service die webadressen omzet in de bijbehorende ip-adressen die niet naar behoren werkt. In zo’n geval controleert u de ip-adressen van uw dns-servers; ipconfig  /all deelt u die wel mee. Wijzigt u die in het eigenschappenvenster van de netwerkadapter of in uw routerconfiguratie in bijvoorbeeld die van Google (8.8.8.8 en 8.8.4.4.) en werkt het dan wél, dan weet u dat u gebruikelijke dns-servers – die van u provider? – het blijkbaar (even) voor gezien houden.

 

©CIDimport

©CIDimport

Tip10: Gedeelde mappen

Een netwerk zet u natuurlijk ook op om gegevens te kunnen delen en dan belandt u al snel bij het concept van ‘gedeelde mappen’. In de praktijk blijken daar heel wat gebruikers mee te worstelen, omdat daar toch wel de nodige spelregels bij komen kijken. Lukt het u niet om gegevens op een andere netwerk-pc te bereiken, probeer het dan eerst met de hulpmiddelen die Windows u aanreikt.

In Vista start u daarvoor Help en ondersteuning op en kies u Problemen oplossen. Vervolgens klik u op Problemen met bestands- en printerdeling en beantwoord u de gestelde vragen. Ongeveer hetzelfde scenario bij Windows 7: start hier het commando probleemoplossing op in het Windows startmenu en kies Alles weergeven. Klik op Gedeelde mappen en laat u naar de oplossing gidsen (zie afbeelding).

Lukt het niet op die manier, dan rest er u weinig anders dan zelf de handen uit de mouwen te steken. Vertrouwd vertrekpunt is wederom het Netwerkcentrum. In Windows 7 klikt u vervolgens op Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen, vouwt u het huidige netwerkprofiel uit en schakel u zowel Netwerkdetectie als Bestands- en printerdeling in. In Vista vindt u deze opties in het hoofdvenster van het Netwerkcentrum. Zolang u aan het uittesten bent, vinkt u bij voorkeur ook de optie Met wachtwoord beveiligd delen uitschakelen aan. Achteraf kunt u die dan weer inschakelen, zodat niet zomaar iedereen via u netwerk bij de gedeelde bestanden kan.

Belangrijk is verder nog dat al uw netwerkcomputers dezelfde werkgroepnaam krijgen. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op Computer en kies Eigenschappen. Selecteer Geavanceerde systeeminstellingen en ga naar het tabblad Computernaam. Druk op de knop Wijzigen om (onder meer) de werkgroepnaam te kunnen aanpassen (zie afbeelding). Ten slotte opent u in de Verkenner ook nog even het eigenschappenvenster van de gedeelde map en zorgt dat alle gewenste gebruikers de nodige machtigingen krijgen via de tabbladen Delen en Beveiliging. 

Tekst: Clickx

Deze workshop komt uit Computer Idee nummer 16, jaargang 2012.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 randloze smartphones voor minder dan 350 euro
© Paulus N. Rusyanto
Huis

Waar voor je geld: 5 randloze smartphones voor minder dan 350 euro

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom speuren we een paar keer per week binnen een bepaald thema naar zulke deals. Een smartphone met een dunne schermrand was jaren geleden nogal prijzig, tegenwoordig vind je ze voor een schappelijke prijs. Wij hebben vijf randloze telefoons voor minder dan 350 euro voor je weten te vinden.

Ramdloze smartphones, ook wel toestellen met een zogeheten full-screen- of edge-to-edge- display genoemd, winnen de laatste jaren steeds meer aan populariteit – en dat is niet zonder reden. Door het minimaliseren van de schermranden hebben deze telefoons een strak en modern design, waarbij het scherm nagenoeg de volledige voorkant van het toestel beslaat. Dit zorgt voor een luxe uitstraling. Bovendien maken fabrikanten optimaal gebruik van de beschikbare ruimte, waardoor zelfs compacte toestellen een groter schermoppervlak kunnen bieden. Voor gebruikers betekent dit een betere balans tussen draagbaarheid en functionaliteit. Daarnaast zijn veel randloze smartphones uitgerust met moderne technologieën zoals in-display vingerafdrukscanners en geavanceerde gezichtsscanners.

Samsung Galaxy A35 5G

De Galaxy A35 5G is een middenklasse smartphone met een helder 6,6-inch Super AMOLED-scherm, een 50 MP hoofdcamera en een krachtige Exynos 1380-processor. Het toestel biedt 5G-connectiviteit en een batterijduur die gemakkelijk een dag meegaat. Met Samsung's One UI 6.1 en een strakke ontwerp is dit een uitstekende keuze voor gebruikers die op zoek zijn naar een betrouwbare en stijlvolle smartphone.

Motorola Edge 40

De Motorola Edge 40 beschikt over een 6,55-inch pOLED-scherm met een verversingssnelheid van 144 Hz, wat zorgt voor vloeiende beelden. Het toestel is uitgerust met een MediaTek Dimensity 8020-processor en een 50 MP hoofdcamera met optische beeldstabilisatie. Dankzij de 68W TurboPower-snellader is de 4400 mAh-batterij snel opgeladen. Het slanke, randloze ontwerp met afgeronde hoeken maakt dit een toestel met een premium uiterlijk.

Nothing Phone (2a)

De Nothing Phone (2a) valt op door zijn unieke, transparante ontwerp en LED-notificatieverlichting en de mogelijkheid om afzonderlijke onderdelen makkelijk te vervangen. Het toestel heeft een 6,7-inch AMOLED-scherm, een MediaTek Dimensity 7200 Pro-processor en een dubbele 50 MP camera-opstelling. Met een batterijcapaciteit van 5000 mAh en ondersteuning voor 45W snelladen biedt deze smartphone goede preraties.

Xiaomi Redmi Note 13 Pro+ 5G

De Redmi Note 13 Pro+ 5G van Xiaomi is uitgerust met een 6,67-inch AMOLED-scherm met een verversingssnelheid van 120 Hz en een resolutie van 1,5K. Het toestel beschikt over een 200 MP hoofdcamera, een MediaTek Dimensity 7200-Ultra-processor en een 5000 mAh-batterij die 120W snelladen ondersteunt. Door het randloze ontwerp en de krachtige specificaties is deze telefoon een uitstekende keuze voor fotografie-enthousiastelingen.

Google Pixel 7a

De Google Pixel 7a biedt een prettige Android-ervaring met regelmatige updates en een uitstekende camera. Het toestel heeft een 6,1-inch OLED-scherm, een Google Tensor G2-processor en een 64 MP hoofdcamera. Met functies zoals Real Tone en Night Sight levert de Pixel 7a indrukwekkende foto's, zelfs bij weinig licht. De telefoon heeft vooral aan de bovenzijde een smalle rand en de cameralens zit daarbij mooi in het display verwerkt. De compacte vormfactor maakt dit toestel ideaal voor gebruikers die een handzame smartphone zoeken.

▼ Volgende artikel
Nooit meer te veel wasmiddel: zo werkt automatisch doseren in je wasmachine
© AK | ID.nl
Huis

Nooit meer te veel wasmiddel: zo werkt automatisch doseren in je wasmachine

Automatisch wasmiddel doseren is een functie die steeds vaker voorkomt op moderne wasmachines. Handig, want je hoeft niet meer zelf af te meten hoeveel wasmiddel je nodig hebt. Maar hoe werkt het precies, wat zijn de voordelen en waar moet je op letten?

In dit artikel lees je:

  • Wat automatisch wasmiddel doseren is
  • Hoe goed automatisch doseren werkt
  • Wat de voordelen van automatisch doseren zijn
  • Wat de nadelen van automatisch doseren zijn
  • Hoe vaak je de reservoirs moet bijvullen
  • Welk wasmiddel je het best kunt gebruiken
  • Hoe je het doseersysteem schoon en fris houdt
  • Hoe deze functie bij verschillende merken heet

Lees ook: Dit wil je weten over de wasprogramma's van je wasmachine

Wat is automatisch wasmiddel doseren?

Automatisch doseren betekent dat de wasmachine zelf bepaalt hoeveel wasmiddel en wasverzachter nodig is voor elke wasbeurt. Dit gebeurt met behulp van sensoren die onder meer kijken naar het gewicht van de was, de textielsoort en soms ook hoe vuil het wasgoed is. Je vult de reservoirs één keer met vloeibaar wasmiddel en eventueel wasverzachter. De machine gebruikt bij elke wasbeurt precies de hoeveelheid die nodig is. Je hoeft dus niet meer voor elke wasbeurt te meten of te gokken of met wasmiddel te knoeien.

Hoe goed werkt automatisch doseren?

In de praktijk werkt automatische dosering over het algemeen goed. Vooral bij normaal bevuilde was levert het een schone was op zonder overdosering. De sensoren stemmen de hoeveelheid nauwkeurig af op de lading. Wel zijn er verschillen tussen systemen. Bij sommige merken kun je bijvoorbeeld zelf de dosering nog bijstellen als je merkt dat de was niet fris genoeg wordt of dat er juist zeepresten achterblijven. Bij sterk bevuilde was of speciale stoffen (zoals sportkleding of babykleding) kan het zijn dat je alsnog handmatig wilt doseren of een ander type wasmiddel nodig hebt.

©AEG

AutoDose van AEG.

Voordelen van automatische dosering

Het grootste voordeel is gemak: je vult één keer het reservoir en daarna hoef je er wekenlang niet naar om te kijken. Daarnaast helpt automatische dosering bij het besparen van wasmiddel. Veel mensen gebruiken onbewust te veel, wat niet alleen slecht is voor het milieu, maar ook zorgt voor zeepresten in kleding en de machine. Verder voorkom je slijtage aan je kleding. Te veel wasmiddel kan stoffen aantasten en zorgt ervoor dat kleding minder lang mooi blijft.

Nadelen van automatische dosering

Niet alles is positief. Automatisch doseren werkt alleen met vloeibaar wasmiddel. Waspoeder of capsules kun je niet gebruiken. Daarnaast moet je erop letten dat je de juiste soort wasmiddel kiest. Sommige systemen werken niet goed met dikkere of schuimende middelen.

Een ander aandachtspunt is geur: omdat je het reservoir lang gebruikt, kan dat na verloop van tijd een muffe geur afgeven. Regelmatig schoonmaken en niet te lang wachten met bijvullen helpt dat voorkomen.

Bij sommige systemen kun je niet zelf bepalen welk vak je voor welk type wasmiddel gebruikt, of kun je geen speciaal wasmiddel apart instellen (bijvoorbeeld voor witte was of wol). Dat maakt je wat beperkter in je mogelijkheden.

©AEG

Hoe vaak moet je bijvullen?

Dat hangt af van de capaciteit van het reservoir en hoe vaak je wast. Gemiddeld gaat een volle tank tussen de 20 en 40 wasbeurten mee. Sommige machines geven een seintje als het wasmiddel bijna op is, bij andere moet je het zelf in de gaten houden.

Welk wasmiddel werkt het best?

Gebruik altijd vloeibaar wasmiddel. Veel fabrikanten raden hun eigen merk aan (zoals bijvoorbeeld Miele UltraPhase). In de praktijk werken veel gangbare A-merken ook goed, zolang ze niet te dik of sterk schuimend zijn. Vermijd ecologische of geconcentreerde wasmiddelen die speciaal zijn ontwikkeld voor handmatige dosering, tenzij het systeem ze aankan. Bij sommige merken slimme wasmachines (zoals Bosch en Siemens) kun je met de app de barcode op je eigen wasmiddelen scannen. De app stuurt dan informatie over de concentratie van je wasmiddel en de waterhardheid automatisch door naar de wasmachine, zodat echt altijd de juiste dosering wordt gebruikt.

Test een wasmiddel een tijdje en kijk hoe de machine reageert: blijft er schuim achter, wordt de was goed schoon, ruikt het fris? Zo ontdek je wat het beste werkt voor jouw situatie.

©Miele

Miele UltraPhase-flacons.

Het automatische doseersysteem schoonmaken Vloeibaar wasmiddel en wasverzachter bevatten stoffen die na verloop van tijd een laagje kunnen achterlaten in het reservoir en de leidingen. Het is dus belangrijk om het automatische doseersysteem regelmatig schoon te maken. De meeste machines hebben reservoirs die je makkelijk kunt uitnemen. Spoel deze ongeveer eens per maand om met warm water. Gebruik eventueel een klein beetje schoonmaakazijn om opgehoopte zeepresten los te weken. Let erop dat je alles goed naspoelt en laat drogen voordat je de reservoirs terugplaatst. Heeft jouw machine vaste tanks die je niet kunt loshalen? Gebruik dan het schoonmaakprogramma (indien aanwezig) of spoel het systeem door; dit doe je door het reservoir te vullen met warm water zonder wasmiddel. Draai vervolgens een wasprogramma zonder was. Controleer ook regelmatig de dopjes, klepjes en slangetjes rondom het doseersysteem. Een tandenborstel kan helpen om lastige randjes schoon te maken.

Van i-DOS tot SmartDosing

In onderstaande tabel zie je wat de benaming voor het automatisch-doseersysteem is bij de grootste wasmachine-merken.

MerkBenamingUitleg
Boschi-DOS 1Twee reservoirs, een voor wasmiddel en een voor wasverzachter, instelbare dosering, houdt rekening met waterhardheid
Boschi-DOS 2Twee reservoirs, een voor wasmiddel en een voor wasverzachter of een ander soort wasmiddel, instelbare dosering, houdt rekening met waterhardheid
AEGAutoDoseVier reservoirs (automatisch en handmatig), appwaarschuwingen, flexibel
SiemensintelligentDosingVergelijkbaar met i-DOS, instelbaar via display/app, kalkherkenning
MieleTwinDosWerkt met UltraPhase-cartridges of hervulbare reservoirs, zeer precies
SamsungAutoDoseTwee reservoirs, instelbaar via display en app, werkt met veel merken
HisenseAutoDoseEenvoudig systeem met één reservoir, basisinstellingen
LGezDispenseTwee grote reservoirs, appkoppeling, slimme sensoren
BekoAutoDoseEenvoudig systeem, vaak één reservoir, geen appkoppeling
Whirlpool6th Sense AutoDoseTwee reservoirs, gekoppeld aan 6th Sense-sensoren, stabiele werking
HaierSmartDosingAutomatische aanpassing aan belading, vaak één groot reservoir, appinstellingen

Conclusie

Automatische dosering maakt wassen makkelijker en voorkomt verspilling van wasmiddel. Vooral bij regelmatig gebruik is het een handige functie die tijd bespaart en je kleding beschermt. De werking hangt af van het merk en type wasmiddel dat je gebruikt. Kies daarom een machine die bij jouw wasgedrag past (tip: bij (web)winkels die wasmachines verkopen kun je modellen makkelijk met elkaar vergelijken) en experimenteer met verschillende vloeibare wasmiddelen om de beste combinatie te vinden.