ID.nl logo
Review Boox Go Color 7 Gen II - Kleine stap vooruit of overbodige upgrade?
© ER | ID.nl
Huis

Review Boox Go Color 7 Gen II - Kleine stap vooruit of overbodige upgrade?

De Boox Go Color 7 Gen II moet de compacte kleur-e-reader naar een hoger niveau tillen. Met Android 13, stylus-ondersteuning en toegang tot talloze apps lijkt het een veelzijdige upgrade ten opzichte van de eerste generatie. Maar wie hoopt op een spectaculair verschil, ontdekt al snel dat de verbeteringen bescheiden zijn en dat oude minpunten nog steeds aanwezig zijn.

Oké
Conclusie

De Boox Go Color 7 Gen II is een veelzijdige, compacte kleur-e-reader die vooral interessant is voor wie Android-flexibiliteit en stylus-ondersteuning belangrijk vindt. De verbeteringen ten opzichte van de eerste generatie zijn klein, terwijl kleurweergave en ghosting nog steeds beperkingen vormen. Voor pure lezers zijn er gebruiksvriendelijker en goedkopere alternatieven.

Plus- en minpunten
  • Compact, licht en prettig in de hand
  • Scherp zwart-witbeeld (300 ppi)
  • Stylus-ondersteuning
  • Ruime opslag (64 GB) en microSD-uitbreiding
  • Wifi én bluetooth voor externe accessoires
  • Kleurweergave blijft zacht en wollig
  • Ghosting nog steeds merkbaar
  • Merkbare input-lag bij tekenen en schrijven
  • Veel instelwerk; minder gebruiksvriendelijk dan Kindle/Kobo
  • Stylus niet standaard meegeleverd
  • Niet waterdicht
Specificaties

Scherm: 7-inch E Ink Kaleido 3-kleurenscherm (4096 kleuren), resolutie 1680 × 1264 px, 300 ppi (zwart-wit) / 150 ppi (kleur) Processor & geheugen: Octa-core CPU (2,4 GHz), 4 GB RAM Opslag: 64 GB intern, uitbreidbaar via microSD Besturingssysteem: Android 13 Connectiviteit: Wifi, bluetooth 5.1 Stylus: Ondersteuning voor Boox InkSense-stylus (4096 drukniveaus, los verkrijgbaar) Verlichting: Front-light met instelbare kleurtemperatuur (warm/koud) Extra hardware: G-sensor voor automatische rotatie, ingebouwde speaker en microfoon, usb-c-aansluiting Batterij: 2.300 mAh Afmetingen & gewicht: 156 × 137 × 6,4 mm, 195 g Waterbestendigheid: Spatwaterdicht, niet volledig waterdicht Bestandsformaten: Ondersteunt o.a. pdf, epub, mobi, cbr/cbz, doc, txt, png, jpg, bmp, tiff, wav en mp3

Qua uiterlijk heeft Onyx weinig aangepast. De Gen II is net zo licht en handzaam als zijn voorganger, weegt nog steeds rond de 190 gram en ligt dankzij de matte achterkant prettig in de hand. De brede rand rondom het scherm blijft een slimme keuze, zodat je het apparaat stevig kunt vasthouden zonder per ongeluk het scherm aan te raken. De bladerknoppen lijken iets beter geplaatst en klikken overtuigender dan bij de Gen I, maar het blijft een nuanceverschil. Het formaat is precies in balans: groot genoeg om comfortabel te lezen, maar compact genoeg om gemakkelijk mee te nemen. Dat maakt het een van de grootste troeven van deze serie.

Kleuren overtuigen nog steeds niet

Het 7-inch scherm gebruikt de Kaleido 3-technologie, met 4096 kleuren op 150 ppi en 300 ppi voor zwart-wit. In de praktijk oogt het kleurbeeld nog steeds erg zacht, flets en wollig, met een lichte gelige zweem die vooral opvalt bij bepaalde achtergrondkleuren. Voor strips en grafieken is het prima, maar het haalt het niet bij zelfs de goedkoopste tablets. Het contrast blijft lager dan bij een zwart-wit-e-reader en het lichte screendoor-effect (waarbij je het fijne raster van de pixels op een scherm kunt zien, alsof je door een hor of gaas kijkt) is goed zichtbaar. Ghosting, waarbij oude beeldresten kort blijven hangen, is iets minder storend dan bij zijn voorganger, maar nog altijd aanwezig.

©ER | ID.nl

Kleuren ogen nogal flets en het screendoor-effect zorgt voor een onrustig beeld.

©ER | ID.nl

Gelukkig ogen zwart-witletters bij het lezen van een boek wel gewoon haarscherp.

Leuk voor stripverhalen, maar met beperkingen

Het kleurenscherm van de Boox Go Color 7 Gen II komt het best tot zijn recht bij het lezen van stripverhalen, manga of comics. Illustraties krijgen immers een subtiele kleurdiepte die prettiger is voor de ogen dan de felle gloed van een tablet, en het compacte 7-inch formaat voelt in de hand bijna als een klein stripboekje. Vooral bij traditionele manga werkt dat prima, zeker als je leest via een sideload-app als Tachiyomi of Perfect Viewer, die je zelf als .apk-bestand kunt installeren.

Bij webtoons of andere digitale strips met lange verticale pagina’s merk je echter dat het e-ink-scherm wat moeite heeft: het scrollen is niet altijd vloeiend en het beeld ververst uiteraard niet zo snel als op een lcd- of oled-scherm. Ook blijft de kleurweergave wat gedempt en mist het geheel de levendigheid van een tablet. Ghosting kan bij intensieve beeldwisselingen eveneens zichtbaar blijven, waardoor het apparaat beter presteert bij rustiger, pagina-gebaseerde content dan bij dynamische visuele media.

©ER | ID.nl

De e-reader leent zich prima voor het lezen van comics, al ogen de kleuren wel wat flets.

Flexibiliteit met een leercurve

De overstap naar Android 13 zorgt voor een stabielere en iets snellere ervaring dan bij de vorige generatie. Het grote voordeel is de vrijheid om via Google Play vrijwel elke lees-app te installeren, van Kindle tot Kobo en Storytel. Zo kun je vanuit één apparaat bij meerdere aanbieders terecht. Daarnaast kun je per app talloze leesinstellingen aanpassen, tot en met het installeren van specifieke lettertypes zoals een dyslexie­vriendelijk font.

Toch zit daar ook een keerzijde aan. Zowel de knoppen als het touchscreen reageren merkbaar trager dan bij conventionele e-readers, en bij complexe apps merk je dat de hardware het eigenlijk maar moeilijk kan bijbenen. Het apparaat voelt daardoor minder direct en soepel aan, zelfs bij simpele handelingen zoals het invoeren van een pincode.

©ER | ID.nl

Android is een kracht én een valkuil

Doordat het apparaat draait op Android 13 kun je zoals hierboven al genoemd via de Play Store vrijwel elke app installeren. Dat opent een deur naar een breed scala aan toepassingen: naast lees-apps zoals Kindle, Kobo en Storytel kun je er ook allerhande educatieve apps, productiviteitstools en zelfs games op zetten.

In theorie maakt dat van de Go Color 7 Gen II een soort mini-tablet met e-ink-scherm. In de praktijk loop je echter al snel tegen de grenzen van de technologie aan. Bewegende beelden, zoals video's, ogen traag en onscherp, en animaties in apps komen schokkerig over. Games werken technisch gezien, maar de reactiesnelheid van het scherm maakt ze eigenlijk onspeelbaar. Ook voelt de interface minder vloeiend aan dan op een echte tablet, waardoor het apparaat het meest tot zijn recht komt als veelzijdige e-reader, en niet als volwaardige vervanger van je iPad of Android-tablet. Houd dat dus in gedachten.

Kijk nou, een stylus!

De grootste vernieuwing is de ondersteuning voor een stylus. Met de Boox InkSense-pen kun je notities maken, documenten annoteren en zelfs illustraties maken (als je daar de juiste app voor installeert). Dat werkt, maar het schrijf-/tekengevoel is wisselend. Palm rejection is niet altijd betrouwbaar, waardoor er soms ongewenste strepen op het scherm verschijnen als je hand erop rust. Daarnaast verliest de pen soms kortstondig contact, waardoor lijnen of delen van letters ontbreken. Voor snelle krabbels of het markeren van tekst voldoet het, maar voor langdurig schrijf- of tekenwerk of precisie-aantekeningen is de Gen II minder geschikt.

Tekenen kan, maar verwacht geen wonderen

Omdat het apparaat op Android draait en toegang heeft tot de Play Store, kun je er ook creatieve tekenapps zoals Sketchbook of Tayasui Sketches op zetten. In theorie klinkt dat ideaal, maar in de praktijk valt het toch een beetje tegen. Er zit merkbare vertraging tussen je penbewegingen en wat er op het scherm verschijnt, en de drukgevoeligheid werkt niet altijd gelijkmatig. Voor snelle schetsen of nauwkeurig tekenwerk is dat hinderlijk, waardoor deze e-reader duidelijk geen volwaardig alternatief is voor een tablet of digitaal schetsboek.

Accessoires niet inbegrepen

Wie de Boox Go Color 7 Gen II optimaal wil gebruiken, moet rekening houden met extra kosten. De InkSense-stylus, die nodig is om notities te maken of te tekenen, wordt niet standaard meegeleverd en kost 54,95 euro. Ook de magnetische beschermhoes, geprijsd op 29,95 euro, moet je apart aanschaffen. Die hoes is handig voor bescherming en om de e-reader rechtop te zetten, maar de magneten zijn niet bijzonder krachtig, waardoor het apparaat er vrij gemakkelijk uit kan glijden. Voor wie het complete pakket wil, tikt de totaalprijs dus merkbaar hoger uit dan alleen de aanschaf van het apparaat zelf.

Conclusie: niche-ding voor specifieke gebruikers

De Boox Go Color 7 Gen II is een degelijk apparaat voor wie (een beetje) kleur nodig heeft in een compact formaat, meerdere leesplatforms wil combineren en bereid is tijd te investeren in het instellen van apps en instellingen. De stap vooruit ten opzichte van de Gen I is echter klein. De kleurweergave blijft erg zacht, ghosting is nog steeds aanwezig en de stylus-ervaring wordt beperkt door onnauwkeurigheid en vertraging. Als e-reader voor wie vooral in zwart-wit leest of lekker snel wil kunnen bladeren, zijn er gebruiksvriendelijker en goedkopere alternatieven. En wie denkt hiermee ook meteen een tabletvervanger in huis te halen, zal snel merken dat bewegend beeld en interactieve content (bijvoorbeeld bij het browsen) simpelweg niet prettig werken op e-ink.

▼ Volgende artikel
Dit kun je allemaal nog doen in de tuin in november
© melnikviva - stock.adobe.com
Huis

Dit kun je allemaal nog doen in de tuin in november

In november lijkt de tuin tot stilstand te komen, maar schijn bedriegt. Juist nu leg je de basis voor een prachtige tuin in het voorjaar. Van het beschermen van planten tegen de kou tot het planten van bollen en fruitbomen: wie in november de handen uit de mouwen steekt, wordt in de lente beloond met een gezonde, bloeiende tuin.

November in de tuin: in het kort

November is de maand waarin je opruimt, beschermt en voorbereidt. Zet vorstgevoelige planten in pot alvast binnen of maak er ruimte voor in de schuur. Hark het gevallen blad van het gazon, en gebruik het blad op andere plekken in je tuin als natuurlijke bodembedekking. Nu is ook het moment om fruitbomen en bloembollen te planten en wintergroene planten zoals heide of Skimmia in potten te zetten. Snoei fruitstruiken en knot de treurwilg, zodat ze straks sterker terugkomen in het voorjaar.

Lees ook: Zo maak je je tuinmeubilair winterklaar

Maak je tuin winterklaar

Een goed voorbereide tuin kan tegen een stootje. Zodra de temperatuur daalt, bescherm je gevoelige planten met vliesdoek of noppenfolie. Leg dat materiaal nu alvast klaar, zodat je snel kunt handelen bij vorst. Maak in de schuur of het tuinhuisje plek voor planten in pot die niet tegen kou kunnen. Binnen blijven ze het best bij een temperatuur tussen de 2 en 10 graden. Vergeet niet af en toe te luchten en de aarde vochtig te houden, zodat de wortels niet uitdrogen. Controleer tot slot de fruitbomen en verwijder ingedroogde of verschrompelde vruchten. Die kunnen schimmels bevatten en zo de boom verzwakken.

Nog even wat extra liefde voor je gazon

In november geef je het gazon nog een laatste onderhoudsbeurt voordat het in winterrust gaat. Steek de randen strak af en verwijder het blad dat op het gras ligt. Blijven bladeren liggen, dan krijgt het gazon te weinig licht en kunnen er schimmels ontstaan. Gebruik het blad liever op andere plekken in de tuin, bijvoorbeeld onder struiken of tussen vaste planten, omdat het blad verteert en voedingsstoffen aan de grond afgeeft.

©Konstantin Zibert - stock.adobe.com

Planten: fruitbomen...

November is een goede maand om fruitbomen te planten. De grond is nog relatief warm, waardoor de wortels kunnen aanslaan voordat de winter begint. Graaf een ruim plantgat en maak in het midden een kleine heuvel waar de stam op rust. Spreid de wortels voorzichtig uit, vul het gat met een mengsel van aarde en compost en druk de grond stevig aan. Geef ruim water en plaats een boompaal als de boom op een open of winderige plek staat.

Waarom een boompaal belangrijk is

Een pas geplante boom heeft nog geen sterke wortels en kan bij harde wind gaan wiebelen. Daardoor scheuren jonge wortels af en groeit de boom minder goed aan. Een boompaal geeft steun totdat de wortels zich stevig hebben vastgezet. Plaats de paal aan de windzijde van de boom en bevestig hem met een boomband. Na een jaar of twee mag de paal weer weg.

...en bollen

Ook bloembollen kunnen nu de grond in: tulpen, narcissen, hyacinten en irissen bloeien in het voorjaar als je ze nu plant. Wie meteen wat kleur in de tuin wil, kan wintervaste planten als heide, winterviolen, Skimmia of kleine coniferen in potten zetten.

©iMarzi - stock.adobe.com

Snoeien en onkruid wieden (ja, ook nu nog!)

Zolang het niet vriest, kun je nog prima snoeien. Vooral kale fruitstruiken zijn nu aan de beurt: door oude takken weg te halen, verjong je de struik en bevorder je de groei van nieuwe scheuten. Ook jonge boompjes met een doorgaande stam kun je licht terugsnoeien, zodat ze een mooie, evenwichtige vorm ontwikkelen. De treurwilg mag in deze periode worden geknot, zodat hij in het voorjaar weer mooi uitloopt.

Blijf daarnaast onkruid verwijderen, ook al groeit het minder hard. Door het bij te houden, voorkom je dat het in het voorjaar de overhand krijgt. Zo blijft de tuin netjes en houd je het werk beperkt wanneer alles straks weer begint te groeien.

Vooruitkijken naar het voorjaar

Wie in november nog even de handen uit de mouwen steekt, maakt het zichzelf straks een stuk makkelijker. De tuin krijgt rust, maar de basis voor een nieuw seizoen ligt er al. Zodra de eerste zon zich in het voorjaar laat zien, zie je de beloning van het werk dat je nu hebt gedaan: gezonde planten, een sterk gazon en fruitbomen die vol leven zitten.

▼ Volgende artikel
Europese chatbots gaan de concurrentie aan met ChatGPT
© Ranazain - stock.adobe.com
Huis

Europese chatbots gaan de concurrentie aan met ChatGPT

‘Weg met Amerikaanse tech!’ Onze afhankelijkheid van Amerikaanse technologische producten en -diensten stuit een groeiend aantal Europeanen steeds meer tegen de borst. Overstappen op Europese alternatieven lijkt daarom een logische keuze, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Europese chatbots zijn lastig te vinden, terwijl kunstmatige intelligentie een steeds grotere rol in de maatschappij lijkt te gaan spelen.

In dit artikel lees je:
  • Waarom Europa zo afhankelijk is van Amerikaanse AI-chatbots

  • Welke risico’s dat met zich meebrengt voor privacy en digitale soevereiniteit

  • Hoe Europese alternatieven als Le Chat (Mistral AI) en Lumo (Proton) proberen tegenwicht te bieden

  • Wat de EU doet om een eigen AI-industrie van de grond te krijgen

ChatGPT van OpenAI, Gemini van Google, Copilot van Microsoft, Grok van xAI of Claude van Anthropic. Als je aan een AI-chatbot denkt, is de kans groot dat een van deze diensten als eerste bij je te binnen schiet. Dat is niet zo vreemd, want het zijn op dit moment de populairste chatbots. Een andere interessante overeenkomst is dat ze allemaal afkomstig zijn uit de Verenigde Staten.
Onlangs kwam er een scheurtje in die Amerikaanse AI-dominantie: de chatbot van het Chinese DeepSeek haalde ineens de voorpagina’s. Voor het eerst leek een niet-Amerikaanse chatbot het te kunnen opnemen tegen de gevestigde orde uit de VS. Dat was goed nieuws voor inwoners van China, aangezien Amerikaanse chatbots daar worden geblokkeerd. Met de komst van DeepSeek kregen Chinezen dus eindelijk toegang tot een geavanceerde AI-bot.
Wij Europeanen hebben wel gewoon toegang tot Amerikaanse AI-modellen. Dat is maar goed ook. Voor de meeste Amerikaanse onlinediensten, zoals WhatsApp, OneDrive of Gmail, zijn er prima Europese alternatieven te vinden. Alleen voor AI-chatbots is dat een stuk lastiger.

Afhankelijk van Amerika

Het verlangen naar de ‘Europeanisering’ van ons internetgebruik is de afgelopen maanden sterk gegroeid. Dat komt vooral door een daling in het vertrouwen in onze samenwerking met Amerika. De huidige Amerikaanse president ziet de EU meer als concurrent dan als partner. Het kan dus riskant zijn om een onvoorspelbaar land zo veel macht over ons (bedrijfs)leven te geven.
Niet alleen privé gebruiken we Amerikaanse diensten, ook op het werk zijn veel producten afkomstig uit de VS, zoals Microsoft Office, Gmail en Slack. In de meeste organisaties kun je AI-chatbots aan dat rijtje toevoegen. Volgens onderzoekers groeit onze AI-afhankelijkheid de komende jaren ook nog eens gestaag verder.

In een hoop werkvelden, waaronder de militaire sector, is kunstmatige intelligentie mogelijk binnen de kortste keren onmisbaar. Het baart experts dan ook zorgen dat wij als Europa momenteel geen enkele controle hebben over deze belangrijke technologie. Ze vrezen dat de VS op een dag besluit om Amerikaanse AI-diensten voor ons te blokkeren. Dan hebben tal van bedrijven ineens een groot probleem.

Volgens het Future of Jobs Report groeit onze AI-afhankelijkheid de komende jaren gestaag door.

Zorgen om privacy

In het verleden is al meerdere keren gebleken dat buitenlandse AI-bedrijven het niet zo nauw nemen met de privacy van hun gebruikers. Zo zou OpenAI zonder toestemming de data van EU-gebruikers hebben gebruikt voor het trainen van ChatGPT. Ook is duidelijk dat AI-chatbots gevoelige gegevens van gebruikers lekken, doordat ze ingevoerde tekst als trainingsdata opslaan en later met andere gebruikers delen.

Daarnaast wordt er gevreesd dat overheden de gegevens die gebruikers met AI-modellen delen, kunnen opeisen. In het privacybeleid van DeepSeek staat bijvoorbeeld dat het persoonsgegevens (denk aan chat- en zoekgeschiedenis en zelfs de toetsaanslag) in China opslaat. Volgens de wetten van het land heeft de Chinese overheid het recht om gegevens op te eisen van binnenlandse bedrijven wanneer zij daarom vraagt. Veel regeringen hebben hun werknemers dan ook verboden om DeepSeek op hun werktelefoons te installeren.

DeepSeek vermeldt nadrukkelijk dat je gegevens naar China worden verstuurd.

Moeilijke markt

Er zijn dus genoeg redenen om over te willen stappen op Europese alternatieven voor AI-diensten, maar dan moeten die er dus wel zijn. De Amerikaanse techindustrie is een stuk groter dan de Europese. EU-bedrijven beginnen daardoor met een grote achterstand en moeten met veel minder middelen een gelijkwaardig product zien te ontwikkelen. We zijn natuurlijk gewend aan de kwaliteit van de Amerikaanse tegenhangers. Slechts weinig mensen en bedrijven zijn bereid om over te stappen op een inferieur alternatief.

Hoe ingewikkelder (en dus duurder) het is om een dienst op te zetten, hoe moeilijker het is om Europese varianten te vinden. En laat het nou net zo zijn dat specifiek het opzetten en trainen van AI-modellen ontzettend prijzig is. Je hebt gigantische datacenters nodig om de vele peperdure, specialistische hardware-installaties 24/7 te kunnen laten draaien. Het trainen van AI-modellen verbruikt bovendien enorme hoeveelheden elektriciteit en de hitte die daarbij vrijkomt, moet dagelijks met miljoenen liters water worden gekoeld.

Er zijn in Europa maar weinig bedrijven voorhanden die bereid zijn om zulke investeringen te doen. Dat komt deels doordat de grote investeerders in Amerika zitten, waardoor start-ups moeilijk aan startkapitaal kunnen komen. Verder zijn de lonen in de VS hoger en is de loonbelasting lager, waardoor ook veel van het toptalent op AI-gebied dáár te vinden is. Daar komt ook nog de strenge regelgeving van de EU bij, die bedrijven kan afschrikken om te innoveren.

Toch is er sinds kort voorzichtig beweging zichtbaar op de Europese AI-markt. Steeds meer bedrijven werken aan eigen taalmodellen en chatbots die binnen de Europese wetgeving opereren en beter aansluiten op onze privacywaarden. Het gaat vaak nog om kleinschalige initiatieven met beperkte rekenkracht, maar ze laten wel zien dat Europa niet stilzit. Zo verschenen er de afgelopen maanden eindelijk enkele concrete voorbeelden van Europese chatbots die de concurrentie durven aan te gaan met Amerika: het Franse Le Chat van Mistral AI en het Zwitserse Lumo van Proton. Hun aanpak verschilt, maar beide projecten tonen dat ook binnen Europa ruimte ontstaat voor kunstmatige intelligentie op eigen voorwaarden.

Nederlandse chatbot

In Europa lijken dus vooral Frankrijk en Zwitserland druk bezig met kunstmatige intelligentie, maar wist je dat ook Nederland aan de weg timmert met een eigen chatbot? In opdracht van de overheid wordt al een paar jaar gewerkt aan GPT-NL, een bot die zich specifiek moet richten ‘op de waarden van Europa en Nederland’. De makers willen er bijvoorbeeld voor zorgen dat alle trainingsdata auteursrechtenvrij is en dat het model duurzaam wordt getraind.

GPT-NL is niet bedoeld als serieuze concurrent van de bekende chatbots, maar dient als ‘veilig alternatief’ voor gebruikers die met gevoelige informatie werken, zoals overheidsinstanties of scholen. Het budget (13,5 miljoen euro) en de rekenkracht komen in de verste verte niet in de buurt van de miljarden die een ChatGPT uitgeeft aan het trainen van zijn krachtigste modellen. In de benchmarks komt Neerlands trots er daardoor waarschijnlijk bekaaid vanaf. Maar dat weten we pas zeker als de bot begin 2026 beschikbaar komt.

Le Chat: Concurrent uit Frankrijk

Het Franse Mistral AI bracht eerder dit jaar onder de toepasselijk genaamde chatbot Le Chat een directe concurrent voor de gevestigde orde uit. Deze bot, beschikbaar voor Android, iOS en webbrowsers, maakt gebruik van volledig zelfgetrainde AI-modellen en staat dus voor een groot deel los van de VS. De hardware wordt nog wel geleverd door Amerikaanse fabrikanten. De gegevens worden echter opgeslagen op Europese servers en moeten daarmee voldoen aan strenge Europese privacywetten. Zo mag Mistral volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) je gegevens niet buiten de EU beschikbaar maken. Er moet een juridisch zwaarwegende reden zijn om de gegevens met de overheid te mogen delen.

Mistral AI doet grootse beloften op zijn website.

Hoe goed is Le Chat?

Voor de privacy is Le Chat dus een interessante keuze, maar hoe presteert Mistral in vergelijking met de concurrentie? Uit onze eigen tests blijkt dat Le Chat op de eerste plaats nog niet zo heel vaardig is in het Nederlands. Bij het schrijven van een Sinterklaasgedicht komt de chatbot met veel kromme zinnen, terwijl ChatGPT (naast wat rare rijmpjes) wel consequent kloppende zinnen aan elkaar rijgt. Datzelfde geldt voor zaken die de Nederlandse cultuur aangaan. Als we vragen om suggesties voor klassieke verjaardagshapjes, zegt Le Chat dat we miniquiches en sushi moeten serveren. ChatGPT begrijpt de opdracht beter en raadt ons oer-Hollandse blokjes kaas met mosterd, leverworst en haring op roggebrood aan.

Ook uit onafhankelijke benchmarks blijkt dat Le Chat het vaak moet afleggen tegen Amerikaanse en Chinese modellen. Benchmarks meten hoe chatbots presteren in een breed scala aan taken, bijvoorbeeld op het gebied van wereldkennis, wetenschappelijk redeneren, wiskunde en programmeren.

Mistral Large 2, het model dat momenteel voor Le Chat wordt gebruikt, krijgt van de grootste AI-vergelijkingssite, Artificial Analysis, een gemiddelde intelligentiescore van 38. Vrijwel alle andere AI-chatbots behalen hogere scores. Het huidige standaardmodel van ChatGPT, GPT-4o, verschilt met zijn score van 41 niet veel van Le Chat. Alleen OpenAI biedt ook een Pro-abonnement aan voor 24 dollar waarmee gebruikers toegang krijgen tot geavanceerdere modellen, zoals o3, die juist een topscore van 69 behaalt.

Mistral biedt ook een betaald abonnement (15 dollar), maar daarbij krijgen gebruikers alleen een hogere daglimiet bij het genereren van teksten en afbeeldingen. Ook kun je dan aangepaste chatbots te maken, bijvoorbeeld een bot die altijd antwoordt als een rapper. Betalende gebruikers krijgen dus geen geavanceerder AI-model.

In het Nederlands dichten moet je niet aan Le Chat overlaten.

Het intelligentieniveau van Le Chat ligt lager dan vrijwel alle andere populaire chatbots.

Lumo: Protons privacygerichte alternatief

Sinds juli 2025 is Proton – bekend van Proton Mail en Proton VPN – met zijn eigen AI-chatbot Lumo op de markt gekomen. Daarmee voegt het bedrijf zich bij de kleine maar groeiende groep Europese spelers die een antwoord proberen te bieden op de Amerikaanse dominantie. Lumo profileert zich nadrukkelijk als een privacyvriendelijk alternatief dat de waarden van de Europese digitale soevereiniteit belichaamt.

De chatbot is gebouwd op open-sourcemodellen, waaronder Nemo, OpenHands, OLMO en Mistral Small, en draait volledig op Europese servers. Dat betekent dat alle gegevens binnen de grenzen van de EU blijven en dus onder de strenge AVG-regels vallen. Proton garandeert dat gesprekken niet worden gelogd en uitsluitend lokaal versleuteld worden opgeslagen, zodat zelfs het bedrijf zelf er geen toegang toe heeft. De dienst gebruikt geen enkele gebruikersinput om zijn modellen verder te trainen, iets wat bij Amerikaanse chatbots nog altijd de norm is.

©Proton

Wie wil, kan de webzoekfunctie inschakelen om actuele informatie op te vragen, maar standaard staat die uit. Daardoor werkt Lumo iets minder up-to-date dan ChatGPT of Gemini, maar het voorkomt dat de dienst ongezien data doorsluist naar externe bronnen. Ook kun je bestanden uploaden voor analyse, die vervolgens via Proton Drive worden verwerkt en net als e-mails en documenten volledig end-to-end-versleuteld blijven.

Lumo kent nog beperkingen. Zo kan de chatbot minder context onthouden dan de grote Amerikaanse modellen en ontbreken geavanceerde multimodale functies, zoals spraakinteractie of beeldherkenning. Toch is de komst van Lumo van grote symbolische waarde: eindelijk heeft Europa een concreet alternatief dat niet draait om schaal of winst, maar om vertrouwen, transparantie en privacy. Het laat zien dat innovatie ook kan ontstaan vanuit principes in plaats van marketingbudgetten – al zal de tijd moeten uitwijzen of dat genoeg is om het tegen de reuzen uit Silicon Valley op te nemen.

Andere Europese AI-modellen

Mistral is niet het enige Europese bedrijf dat AI-modellen heeft uitgebracht. Zo heeft de Duitse OpenGPT-X zijn taalmodel Teuken 7B opensource uitgebracht. Dat is specifiek getraind om de 24 officiële talen van de Europese Unie optimaal te kunnen beheersen. Je hebt ook het Italiaanse iGenius. Hiermee worden ‘veilige’ AI-producten ontwikkeld met eigen taalmodellen voor industrieën waarbij de naleving van de Europese AI Act van groot belang is.
Ook OpenEuroLLM, een samenwerkingsverband tussen universiteiten, bedrijven en verenigingen als SURF, heeft al verschillende taalmodellen gepubliceerd. OpenEuroLLM wil in de toekomst kunnen concurreren met Amerika en China. Geen van deze bedrijven heeft alleen al chatbots gebouwd met hun zelfgetrainde modellen. Daarin is Mistral AI vooralsnog de enige, als we de verzamelwebsite European Alternatives mogen geloven.

OpenGPT-X heeft zijn AI-modellen op het deelplatform Hugging Face geplaatst.

Kleine tekortkomingen

Een veelgehoorde klacht van AI-fanaten is dat Le Chat minder flexibel is dan de niet-EU-bots. Zo kan de chatbot minder context verwerken, waardoor de dienst niet geschikt is om een verslag van honderden pagina’s samen te vatten. Ook ontbreekt de mogelijkheid voor spraakgesprekken en kan de bot geen tekst lezen op afbeeldingen die je opstuurt. Je kunt Le Chat wel vragen om plaatjes te maken, maar daarvoor gebruikt de dienst het Flux Pro-model van een Duitse start-up. Dat model levert behoorlijke resultaten, al zijn de nieuwste beeldgeneratoren van ChatGPT en Google Gemini nog beter in het uitvoeren van complexe opdrachten en het leesbaar schrijven van tekst.

Ook Lumo is op dit vlak nog beperkt: de chatbot kan geen beelden genereren of analyseren en mist functies als spraakinteractie of uitgebreide contextherkenning. Proton richt zich voorlopig bewust op een veilige basisfunctionaliteit in plaats van op toeters en bellen. In vergelijking met Le Chat is Lumo dus minder veelzijdig, maar wel consistenter in zijn focus op privacy en databeveiliging.

AI-actieplan

Al met al kunnen Le Chat en Lumo op sommige punten aardig meekomen met hun Amerikaanse tegenhangers, maar op veel fronten blijven ze nog achter. De gemiddelde gebruiker kan er prima mee uit de voeten, al zullen bedrijven pas overstappen als Europese bots krachtiger worden en meer taken aankunnen. Om dat te bereiken zijn forse investeringen nodig. De Europese Unie beseft dat inmiddels ook. In april werd een actieplan gepresenteerd dat Europa moet helpen uit te groeien tot wereldleider op het gebied van kunstmatige intelligentie. Daarin belooft Brussel de bouw van vijf gigafabrieken voor de ontwikkeling van geavanceerde AI-modellen, investeringen in cloudcapaciteit en datacenters, en steun voor Europese start-ups. Na jaren van afwachten lijkt Europa zich dus eindelijk op te maken voor een inhaalslag. Met de komst van spelers als Mistral AI (Le Chat) en Proton (Lumo) krijgt het continent stap voor stap meer grip op zijn digitale toekomst. Misschien is dat bescheiden begin precies wat nodig is om ooit echt onafhankelijk te worden van Silicon Valley.