ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Raspberry Pi zonder monitor en toetsenbord configureren

Inloggen op de Raspberry Pi voor de configuratie van Raspbian doe je vaak met een toetsenbord en beeldscherm, maar daarvan heb je niet altijd een exemplaar beschikbaar. In die situatie is een zogenoemd headless systeem erg handig. Zo ga je te werk met een Raspberry Pi zonder monitor en toetsenbord.

Het begrip headless systeem komt uit de serverwereld: een server configureer je meestal zo dat die werkt zonder beeldscherm (het hoofd), toetsenbord en muis. Een server doet immers gewoon zijn werk zonder dat je daar zelf al te veel interactie mee hoeft te hebben. En de weinige keren dat er wel interactie nodig is, log je er via het netwerk of een seriële kabel op in.

Waarom een headless Raspberry Pi?

Waarom je van je Raspberry Pi een headless systeem zou maken? Dat we het in onze intro over een server hadden, is niet toevallig. Ook voor de Raspberry Pi is een headless systeem voornamelijk nuttig als je er een server van maakt (bijvoorbeeld met Raspbian of tenminste een systeem waar je zelf niet dagelijks interactie mee hoeft te hebben.

Een ander voorbeeld is als je Pi als domoticacontroller voor je huis functioneert (bijvoorbeeld met Domoticz) of in je meterkast hangt om je slimme meter uit te lezen. Dan ga je niet elke keer dat je iets moet configureren een beeldscherm, muis en toetsenbord aansluiten. Ook als je de Pi als weerstation buiten hebt staan of met een camera je kippenhok in het oog laat houden, is een headless opstelling érg handig.

Een voorbeeld waarbij een headless systeem niet zo nuttig is: als je Raspberry Pi in de woonkamer staat als mediacenter. Je televisiescherm is dan toch al continu met de Pi verbonden en je hebt ook een invoerapparaat zoals een airmouse, mini-toetsenbord of een app op je smartphone bij de hand. Uiteraard komt het weleens van pas dat je mediacenter headless kunt configureren, maar echt noodzakelijk is dat niet.

Headless optie 1: via het netwerk

Er zijn drie manieren om een headless Raspberry Pi te realiseren. Via het netwerk is de eenvoudigste manier. Steek je een ethernetkabel in je Pi, dan verbindt Raspbian automatisch met je thuisnetwerk. Je hoeft het image van Raspbian dan alleen nog maar te configureren zodat je via het netwerk op je Pi kunt inloggen. Dat verloopt via ssh (Secure SHell), een serverprogramma dat op je Pi draait.

Wil je via wifi op je Pi inloggen, dan dien je in Raspbian ook je wifi-netwerk nog te configureren. Op de Raspberry Pi Zero (die geen ethernetaansluiting of wifi heeft) en Raspberry Pi Zero W (die wel wifi, maar geen ethernetaansluiting heeft) is het zelfs mogelijk om een netwerkverbinding over een usb-kabel op te zetten. Vooral voor de Raspberry Pi Zero is dat interessant, omdat die geen enkele andere netwerkmogelijkheid heeft. Je hebt in Windows dan wel een driver nodig.

Headless optie 2: via een seriële kabel

Je netwerk is misschien niet altijd betrouwbaar. Als je ook nog op je Pi wilt kunnen inloggen bij netwerkproblemen, is het handig als je Pi geconfigureerd is om via een seriële kabel in te loggen. Dat is wat ingewikkelder om op te zetten, omdat je de juiste seriële kabel moet kiezen en daarvoor in Windows een driver moet installeren. Maar zodra het geconfigureerd is, werkt het even eenvoudig als inloggen via het netwerk.

Let op: op deze manier heb je wel een computer in de buurt van je Pi nodig! Dus als je je Pi in je kippenhok hebt staan en erop wilt inloggen via de seriële kabel, moet je met je laptop naar je tuin gaan om die via de kabel op je Pi aan te sluiten. Overigens is op de Raspberry Pi Zero (W) ook een seriële verbinding op te zetten via de usb-on-the-go-poort, maar dat bespreken we niet in deze workshops.

Headless optie 3: via bluetooth

Voor een seriële verbinding heb je niet altijd een kabel nodig: je kunt die verbinding ook via bluetooth opzetten. Dat is zeker handig bij een Raspberry Pi 3 of Raspberry Pi Zero W, die bluetooth ingebouwd hebben. Je logt dan eenvoudig via je smartphone of tablet op je Pi in, handig als het wifi-netwerk niet werkt.

Op alle drie de bovenstaande opties gaan we later extra in.

Raspberry Pi en PuTTY

Welke van de drie manieren hierboven je ook kiest, in alle gevallen log je onder Windows in op je Raspberry Pi met behulp van PuTTY. Download het programma en start het op. In het hoofdvenster kun je via ssh (de standaardkeuze) inloggen, maar ook via een seriële verbinding. Nadat je de verbindingsgegevens hebt ingevoerd, klik je op Open om de verbinding met je Pi te starten. Afhankelijk van de verbindingsmanier dien je daarna nog je gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.

PuTTY heeft de mogelijkheid om je sessies op te slaan en terug in te laden. Zo hoef je niet elke keer de verbindingsgegevens weer in te voeren als je op je Pi inlogt. Vul de verbindingsgegevens in alsof je zou inloggen, geef je sessie onder de kop Saved Sessions een naam en klik dan op Save. Als je daarna wilt inloggen op je Pi, selecteer je de opgeslagen sessie uit de lijst, klik je op Load en dan op Open om de verbinding te starten.

Aan de slag

Je kunt je Pi gewoon op de klassieke manier installeren en configureren met een scherm en toetsenbord, daarna Raspbian zo configureren dat het ook headless functioneert, en pas daarna het scherm en toetsenbord eraf halen en de Pi zijn gang laten gaan. Maar dat is maar een halfslachtige oplossing. In de drie workshops hierna tonen we je hoe je een headless Raspberry Pi opzet zonder ook maar één keer tijdens dit proces een scherm en toetsenbord nodig te hebben. Download daarvoor Raspbian Stretch Lite en schrijf het image met Etcher naar een micro-sd-kaartje.

▼ Volgende artikel
Tropendagen op komst? Zo haal je het maximale uit je mobiele airco
© Alexander Kharchenko
Energie

Tropendagen op komst? Zo haal je het maximale uit je mobiele airco

Nederland zucht onder de hitte: het asfalt plakt, je bureaustoel ook, en zelfs de kat lijkt gesmolten. Met temperaturen boven de 30 graden is dit hét moment om je mobiele airco uit de kast te trekken. Maar hoe zorg je dat hij ook echt doet wat-ie belooft? In dit artikel lees je stap voor stap hoe je een mobiele airco goed installeert, waar je op moet letten bij de plaatsing én hoe je voorkomt dat de warme lucht net zo hard weer naar binnen waait.

📝 Sneloverzicht: wat lees je in dit artikel?

– Hoe een mobiele airco werkt en waarom de afvoerslang een must is – Waar je de airco het beste kunt plaatsen voor optimale prestaties – Hoe je voorkomt dat warme lucht terug naar binnen komt – Wat je moet weten over condenswater en afwatering – Welke slimme functies je extra comfort en gemak bieden – Veelvoorkomende fouten bij het installeren (en hoe je ze vermijdt)

Een mobiele airco haalt warme lucht uit de kamer, koelt die af via een gesloten systeem waarin een koelmiddel circuleert en blaast de koele lucht vervolgens terug de ruimte in. Tegelijkertijd ontstaat er restwarmte die ergens heen moet, en daar komt de afvoerslang om de hoek kijken. Die dikke, vaak wat lompe slang voert de warme lucht af naar buiten, meestal via een raam. En precies dát punt zorgt vaak voor de meeste hoofdbrekens: hoe voorkom je dat de warme lucht die je net kwijt bent geraakt weer net zo hard naar binnen komt?

Kies een slimme plek in huis

Een mobiele airco oogt misschien flexibel, maar laat je niet misleiden: de locatie waar je hem neerzet, doet er echt toe. Je hebt een plek nodig met toegang tot een raam of deur waar de afvoerslang door naar buiten kan, en een vrij stopcontact dat het stroomverbruik van het apparaat aankan, doorgaans tussen de 1000 en 2500 watt. Let ook op de ruimte rondom het toestel. De airco moet kunnen 'ademen' om effectief te blijven werken. Zet je hem te dicht op een muur of naast een kast, dan loop je het risico dat de afgevoerde warme lucht zich ophoopt of zelfs weer wordt aangezogen. En dat drukt niet alleen de prestaties, maar kan ook de levensduur van het apparaat verkorten.

©Ton Hazewinkel

Er moet een slang naar buiten om de warme lucht weer af te voeren.

De afvoerslang: onderschat 'm niet

De werking van je mobiele airco staat of valt met een goede afvoer van warme lucht. Laat je de slang zomaar uit een open raam hangen, dan gaat een groot deel van het koelvermogen verloren omdat de warme lucht zomaar weer naar binnen waait. Het loont dus om te investeren in een raamafdichtingskit: een speciaal doek of scherm, soms met een ritssluiting, waarmee je de opening rondom de slang netjes afsluit. Er zijn kits voor verschillende typen ramen – van kantel- tot schuiframen – en voor wie graag zelf knutselt, zijn er ook alternatieven. Denk aan een plaat plexiglas of hout op maat gezaagd, met een uitsparing voor de slang. Wat je ook kiest, zorg vooral dat de kier goed dicht is, zodat de luchtcirculatie buiten blijft en je airco efficiënt zijn werk kan doen.

Voorkom natte voeten

Tijdens het koelen haalt een mobiele airco niet alleen warmte, maar ook vocht uit de lucht. Dat water moet ergens naartoe. Sommige modellen laten een groot deel van de condens verdampen via de luchtslang, terwijl andere apparaten het water opvangen in een intern reservoir dat je handmatig moet legen. Welke methode jouw airco gebruikt, is iets om van tevoren goed uit te zoeken. Zeker op hete of vochtige dagen kan het opvangbakje sneller vol zitten dan verwacht, en een overgelopen waterreservoir is niet alleen onhandig, maar kan ook schade veroorzaken. Regelmatig controleren is dus geen overbodige luxe: een klein klusje dat grote ongemakken voorkomt.

Extra comfort met slimme functies

De meeste mobiele airco's zijn tegenwoordig uitgerust met handige snufjes die het gebruik een stuk comfortabeler maken. Zo kun je met een timer instellen wanneer het apparaat automatisch aan of uit moet gaan – ideaal als je overdag van huis bent en 's avonds in een koele ruimte wilt thuiskomen. Steeds vaker zie je ook modellen met wifi-functionaliteit, waarmee je via een app of spraakassistent de airco op afstand bedient. Heb je een eenvoudiger model? Dan kun je alsnog slim schakelen met behulp van een slimme stekker. Daarmee regel je precies wanneer de airco inschakelt, zonder dat je fysiek aanwezig hoeft te zijn. Het is een simpele toevoeging die zowel comfort als energie-efficiëntie verhoogt.

©Alexandra

Veelgemaakte fouten die je eenvoudig voorkomt

Bij het installeren van een mobiele airco gaan er vaak een paar dingen mis die met een beetje aandacht makkelijk te vermijden zijn. Het meest voorkomende probleem is een raam dat niet goed is afgesloten, waardoor de warme lucht zo weer naar binnen stroomt en het apparaat zich suf draait zonder effect.

Een tweede veelvoorkomende fout is het gebruik van een te klein model voor de ruimte: een airco met een koelvermogen van 7000 BTU is simpelweg niet opgewassen tegen een ruime, zonovergoten woonkamer. Ook wordt het toestel nogal eens weggestopt in een hoek of tussen meubels, wat de luchtcirculatie belemmert en de efficiëntie ondermijnt.

En tot slot loert er nog een ander risico: onveilige stroomvoorziening. Vermijd verlengsnoeren of stekkerblokken die het hoge vermogen niet aankunnen, want dat kan leiden tot overbelasting of zelfs brandgevaar. Een vaste wandcontactdoos is altijd de veiligste keuze.

Hoeveel BTU heb je nodig voor een mobiele airco?

De koelcapaciteit van een mobiele airco wordt uitgedrukt in BTU (British Thermal Unit). Hoe groter de ruimte, hoe hoger het aantal BTU dat nodig is om de temperatuur effectief te verlagen. Bij mobiele airco’s ligt de aanbevolen capaciteit vaak wat hoger dan bij vaste systemen. Dat komt doordat ze minder efficiënt zijn, vaak warmte verliezen via de luchtslang en meestal in een open raam geplaatst worden.

Fabrikanten geven het vermogen van mobiele airco’s vaak op in kubieke meters (m³), terwijl je als consument meestal rekent in vierkante meters (m²). De vertaalslag is simpel: vermenigvuldig het vloeroppervlak met de plafondhoogte. Voor een gemiddelde kamerhoogte van 2,5 meter geldt dus:

20 m² × 2,5 m = 50 m³

In onderstaande tabel combineren we beide eenheden, zodat je snel kunt inschatten welk BTU-bereik past bij jouw ruimte. De richtlijnen zijn afgestemd op normaal geïsoleerde woningen met een plafondhoogte van circa 2,5 meter.

Oppervlakte van de ruimteAanbevolen BTU-capaciteit
tot 20 m² (tot 50 m³)5000 – 7000 BTU
20 – 30 m² (50 – 80 m³)7000 – 9000 BTU
30 – 40 m² (80 – 100 m³)9000 – 12.000 BTU
40 – 50 m² (100 – 120 m³)12.000 – 14.000 BTU
50 – 60 m² (120 – 140 m³)14.000 – 16.000 BTU
60 – 70 m² (140 – 160 m³)16.000 – 18.000 BTU

Met een beetje aandacht kom je een stuk verder

Een mobiele airco installeren is geen hogere wiskunde, maar vergt wel iets meer voorbereiding dan alleen de stekker in het stopcontact steken. Als je zorgt voor een goede opstelling, een goed afgesloten afvoerkanaal en het condenswater op tijd afvoert, haal je veel meer uit je investering. Het resultaat is een airco die merkbaar beter koelt en bovendien zuiniger draait. En het fijne is: zodra alles eenmaal goed staat, heb je er nauwelijks nog omkijken naar. Behalve dan af en toe het waterreservoir legen, maar daarna? Gewoon achteroverleunen en genieten van de frisse lucht.

Mobiele airco kopen?

Bekijk hier de beste deals!
▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!