ID.nl logo
Welke smartphone heeft de beste camera?
© Reshift Digital
Huis

Welke smartphone heeft de beste camera?

Het fijne van een smartphone is dat je veel papierwerk en elektronica thuis kunt laten en altijd in je broekzak bij de hand hebt: onder meer als muziekspeler, agenda, reader, calculator... of als camera. Een goede smartphone is de compactcamera intussen al lang en breed voorbijgestreefd, maar welke telefoon fungeert als beste vervanger van je verouderde camera? Ik testte de beste smartphone-camera's van dit moment.

Met uitzondering van Apple brengen grote fabrikanten in het voorjaar hun nieuwste toptoestellen uit, waarbij de één nog harder marketingteksten kraait dan de ander. Er is echter maar één manier om erachter te komen welke telefoon de camerarol het beste op zich neemt. Daarom ging ik op pad met de smartphones die in individuele tests het meeste indruk op me hebben gemaakt, te weten de iPhone 7 Plus van Apple, de LG G6, de Samsung Galaxy S8 en de Huawei P10.

Afvallers

Er zitten aardig wat afvallers in het lijstje. Sony en HTC bijvoorbeeld, die met hun laatste toptoestellen helaas niet meer in het spoor kunnen blijven van de concurrentie - alhoewel HTC binnenkort een nieuwe smartphone presenteert, die we helaas niet meer mee konden nemen met deze test. OnePlus en Motorola, die juist voor een veel betere prijs een smartphone bieden met een meer dan prima camera. De Google Pixel en Chinaphones, die alleen uiterst moeizaam tegen meerprijs geïmporteerd moeten worden omdat ze hier niet verkrijgbaar zijn. Of de toptoestellen van vorig jaar, waarbij de Galaxy S7 zonder moeite de beste plaatjes schoot, op ruime afstand gevolgd door de G5 van LG en de Huawei P9. Ondanks dat de genoemde toestellen allemaal een keurige camera hebben zou het toch wat scheve verhoudingen opleveren, terwijl ik juist op zoek ben naar het antwoord op de vraag wat de beste smartphonecamera van het moment is.

©PXimport

Testmethode

Om de camera’s van de toestellen goed te testen ben ik op pad gegaan en heb ik ze het vuur aan de schenen gelegd, door met ieder toestel dezelfde foto’s te schieten in verschillende lichtsituaties. In de zon, tegen de zon in, bewolkt, in de avond, met bewegende objecten... landschaps-, macro- en portetfotografie. Maar natuurlijk ook binnenshuis, overdag en ’s avonds. En vergeet de flits niet!

Om de foto’s zo eerlijk mogelijk te houden heb ik alle opsmuk in de camera-apps uitgezet alleen de HDR-functie in sommige situaties op alle toestellen aangezet. Natuurlijk kun je als gevorderde fotograaf flink met schuifjes spelen om de belichting en andere zaken helemaal te verfijnen voor de foto. Dat heb ik niet gedaan, om de situatie zo werkelijkheidsgetrouw en vergelijkbaar mogelijk te houden heb ik op ieder toestel de opnamefunctie op automatisch gezet, zodat het toestel zelf bepaalt wat het beste resultaat oplevert. Ook heb ik geen fotografie- of bewerkingsapps geïnstalleerd.

Dat geeft in ieder geval de garantie op een hele hoop plaatjes. Die op een goede monitor met elkaar vergeleken kunnen worden, op kleurweergave, contrast, dynamisch bereik, detail, bewegingsonscherpte, ruis, focus, enzovoort.

Frontcamera

In deze test heb ik de nadruk gelegd op de primaire camera(‘s) op de achterkant van het toestel. De camera aan de voorzijde van het toestel is een stuk minder geavanceerd en een vaste focusafstand, op andere nabije objecten dan een gezicht hoeft deze camera doorgaans toch niet te mikken. Samsung valt op met wat suffe Snapchat-achtige filters. De Huawei P10 heeft een portretmodus standaard ingeschakeld, waarmee het toestel de achtergrond softwarematig vervaagt en de gezichtstonen wat oppoetst. De resultaten ogen wat plastic, helaas staat deze functie altijd aan wanneer je de frontcamera van de P10 activeert.

©PXimport

Zoom-illusie

Apple iPhone 7 Plus

Sensor 12 megapixel dual-cam
Pixelgrootte 1,3 μm
Diafragma f/1,8 en f/2,8
Review
9Score90

  • Pluspunten

  • Portretfotografie

  • Natuurgetrouw

  • All-round goed

  • Sterk bij weinig licht

  • Minpunten

  • Beperkte instelmogelijkheden

Toen ik een jaar geleden voor eenzelfde test op pad ging met de beste smartphones van het moment, scoorde de iPhone opvallend matig. Minder dan de andere drie andere objectieven die ik dit jaar test. Met de iPhone 7 Plus heeft Apple in ieder geval een flinke inhaalslag gemaakt. Het toestel beschikt over een dubbele camera, die behoorlijk innovatief ingezet wordt. Deze dubbele camera is echter niet aanwezig op de gewone iPhone 7, voor de beste iPhone-camera moet je dus bij het plussize model wezen.

Dubbele camera

Het probleem van camera’s in smartphones is dat toestellen te dun zijn om een zoomlens in de behuizing te laten passen. Alleen digitale zoom is mogelijk, wat in feite hetzelfde is als inzoomen in een foto. Apple heeft z’n dubbele camera vernuftig ingezet om een soort optische zoom te brengen: de dubbele camera bestaat namelijk uit een groothoeklens en een gewone lens. Standaard wordt de groothoek aangesproken, maar wanneer je op de zoomknop drukt, verspringt hij naar het gewone objectief. Overigens wordt bij het maken beeld van beide camera’s gebruikt voor het eindresultaat. Dit is bijvoorbeeld te zien bij de portretmodus, waarbij de diepte dankzij de twee lenzen voor het toestel waarneembaar is, wordt gebruikt om de achtergrond te vervagen. Mede dankzij de realistische kleurweergave en het vele detail is de iPhone 7 Plus de beste smartphone om mensen mee te fotograferen.

Mik en schiet

De camera-app van de iPhone is simpel, deze wil vooral voor jou bepalen wat de beste iso-waarden? Sluitertijd? Raw? Vergeet het maar. Je kunt de flits aan- of uitzetten, HDR inschakelen, een kleurfiltertje kiezen en een timer aanzetten, maar daar houdt het wel een beetje mee op. Zonde, want dat maakt de iPhone een point-and-click toestel, terwijl hij meer in z’n mars heeft. In het donker komen kleuren wat valer over. Desondanks is de iPhone 7 Plus altijd in staat een indrukwekkend goede foto af te leveren, waarbij weinig bewegingsonscherpte optreedt. Apple heeft een flinke inhaalslag gemaakt op cameragebied!

©PXimport

Nachtblind

Huawei P10

Sensor 20 en 12 megapixel dual-cam
Pixelgrootte 1,25 μm
Diafragma f/2,2
Review6Score60

  • Pluspunten

  • Dynamisch bereik

  • Vlot

  • Pro-modus

  • Minpunten

  • Zwak bij weinig licht

  • Handmatig moduskeuze

Ook de Huawei P10 maakt gebruik van een dubbele camera, maar de techniek er achter verschilt behoorlijk ten opzichte van de andere twee dubbelziende smartphones. Een gewone lens en een monochrome lens werken samen om zo een foto op te leveren. Door de monochrome lens zou het toestel beter in staat zijn diepte te analyseren en het contrast en detail ten goede komen. Daar hoef je je bij de P10 ook absoluut geen zorgen om te maken. Het toestel is in staat om ontzettend snel mooie plaatjes te schieten, waarbij contrast, scherpte en kleurovergang inderdaad wel snor zit. Ook is het zeker de moeite waard om alleen de monochrome camera eens uit te proberen.

Lichtarm

De P10 scoort echter opvallend zwak wanneer het licht schaars wordt. Buitenshuis, maar vooral binnenshuis. Donkere vlakken, weinig detail en veel bewegingsonscherpte omdat de camera een langere sluitertijd moet hanteren om meer licht af te vangen. Om het nog even uit te testen ben ik met de P10 naar een concert geweest, waar al m’n foto’s mislukten. Ook wanneer ik de nachtmodus activeerde, die ervoor zorgde dat er meer te zien was, maar ook meer sluitervertraging optrad, met nog meer bewegingsonscherpte tot gevolg. De resultaten waren zelfs teleurstellender dan de foto’s van mijn eigen Nexus 6P, nota bene een andere (oudere) Huawei-smartphone. Dat zou te maken kunnen hebben met het hogere diafragma van de lenzen (hoe lager het diafragma, hoe meer licht de lens afvangt) van de P10. Maar ik vermoed dat Huawei met een software update wel het een en ander recht kan zetten.

Net als de iPhone 7 Plus kan de dubbele camera gebruik maken van diepte, waardoor je in de potretmodus de achtergrond kunt vervagen. Dit werkt leuk, maar is nog zeker niet zo goed als die van Apple. Alle instelmogelijkheden krijg je te zien wanneer je het camerabeeld naar rechts wegveegt. Het is echter jammer dat de HDR- en nachtmodus niet automatisch geactiveerd worden, maar handmatig moet gebeuren. Hierdoor heb je toch snel het idee dat je niet altijd de juiste modus voor je foto gebruikt. Wanneer je het camerabeeld juist omhoog veegt heb je razendsnel geavanceerde instellingen beschikbaar, voor het instellen van bijvoorbeeld de witbalans, lichtgevoeligheid en sluitertijd.

©PXimport

Twee ogen zien meer

LG G6

Sensor 13 megapixel dual-cam
Pixelgrootte 1,12 μm
Diafragma f/1,8 en f/2,4
Review8Score80

  • Pluspunten

  • App

  • Groothoek

  • Focuscamera

  • Minpunten

  • Groothoeklens van mindere kwaliteit

Het toestel van LG is de dikste van de vier. Qua design scoor je daar minder punten mee, maar wanneer je het toestel kantelt om foto’s te maken heb je wel veel betere grip. Het enige wat dit af zou maken is een sluiterknopje.

Lensuitersten

De G6 beschikt net als zijn voorganger over een dubbele camera, een met een groothoeklens en een met een lens met een hele kleine kijkhoek. LG zet dit niet helemaal zoals Apple in om een optische zoom na te bootsen. Standaard wordt de groothoek ingezet en met een knopje bovenin de camera-app wissel je direct van lens. Overigens schakelt hij ook over bij het in- en uitzoomen.

LG maakt zijn goede reputatie met de G6 nog altijd waar (de G4 werd immers twee jaar terug als beste cameratelefoon uitgeroepen). Wanneer ik de camera testte kreeg ik toch een voorkeur voor de camera met de kleine kijkhoek, waarbij foto’s wat beter uit de verf kwamen. Bij groothoekfoto’s had ik vaak wat last van wat ruis en een wat minder dynamisch bereik. Maar vooral in situaties met weinig licht schiet de groothoek tekort. Bovendien treedt bij dit objectief ook (onvermijdelijk) wat bolling op: de foto lijkt een beetje rond te lopen. Het andere uiterste treed weer op met de gefocuste lens, waarbij je met je camera op dezelfde hoogte minder op de foto krijgt dan de andere toestellen. Ook kan deze kleine kijker in moeilijkere lichtomstandigheden betere foto’s maken met minder ruis.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Beste app

Net als voorgaande twee cameratests biedt de camera-app van LG de beste mogelijkheden voor gevorderde fotografen. HDR kan automatisch en veel geavanceerde instellingen zijn handmatig aan te passen. Sluitertijd, witbalans, focus: het allemaal instelbaar en individueel op automatisch te zetten. Bovendien heb je alles razendsnel ingesteld. Omdat je ook in raw kunt fotograferen, kun je dit zelfs naar wens nabewerken.

Nachtcycloop

Samsung Galaxy S8

Sensor 12 megapixel
Pixelgrootte 1,22 μm
Diafragma f/1,7
Review9Score90

  • Pluspunten

  • Prachtige kleuren

  • Instelopties

  • Detail

  • Sterk bij weinig licht

  • All-round goed

  • Minpunten

  • Bixby- en filterknoppen

  • Kleuren soms wat verzadigd

Vorig jaar was het erg saai om de camera’s van smartphones te testen. De Galaxy S7 won namelijk op alle fronten met afstand de beste, vooral door het lage diafragma was de camera ontzettend goed in staat in omstandigheden met weinig licht prachtige foto’s te schieten. Ten opzichte van zijn voorganger is er aan de camera van de S8 niet heel veel veranderd en hier en daar ietsje verbeterd. Terwijl de concurrentie intussen met z’n dubbele camerageweld een flinke inhaalslag maakt. Het is niet voldoende om Samsung van de troon te stoten, maar vooral ten opzichte van de iPhone 7 Plus is het niet meer zo makkelijk om een absolute testwinnaar aan te wijzen.

Uilen

Het verschil in donkere omgevingen met de iPhone is wel opvallend. De Galaxy S8-foto’s zijn een stuk warmer en gedetailleerder, terwijl de foto’s van de iPhone wat witter ogen en minder ruis hebben. Ondanks dat de foto’s behoorlijk verschillend ogen, kun je niet echt zeggen welke foto het beste uit de verf komt. Wil je echter all-round de beste plaatjes schieten, dan kom je toch weer uit bij de Samsung Galaxy. Kleuren zijn ietsje verzadigd, maar daardoor spatten ze werkelijk van je scherm. Daarbij helpt het prachtige (gebogen) amoledscherm van het toestel natuurlijk ook mee. Maar ook qua detail en scherpte kunnen de dubbelziende concurrenten nog niet meekomen, dat verschil wordt duidelijk bij macrofotografie.

Automatisch maakt de Galaxy S8 goede foto’s, waarbij het toestel zelf al in staat is HDR toe te passen wanneer hij dat nodig acht. Maar ook gevorderde fotografen hebben binnen een veegje op het scherm alle geavanceerde camera-instellingen bij de hand. Ook op dat punt is deze smartphone geschikter voor fotografen dan de iPhone, die de fotograaf geen instelopties biedt. Suf is wel dat Samsung het ook nodig vond twee extra knoppen in de camera-app in te bouwen voor de tekortschietende virtuele assistent Bixby en wat kinderachtige snapchat-achtige filters. Prima om ze aan te bieden, maar als je ze niet nodig hebt en niet uit kunt zetten zitten ze storend in de weg.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Conclusie

Wanneer je een smartphone zoekt met de beste camera, dan kom je vandaag de dag uit bij de Galaxy S8 of de iPhone 7 Plus. Hierbij gaat een lichte voorkeur uit naar eerstgenoemde, omdat de camera net even wat levendigere foto’s maakt en meer instelmogelijkheden biedt. Mooi meegenomen is ook dat eerstgenoemde qua hardware en prijs wat beter uit de verf komt dan de iPhone. De iPhone is juist erg natuurgetrouw qua weergave en heeft de potretfotografie als sterke troef, maar helaas wat te beperkt.

Aan de G6 van LG kun je je geen buil vallen, vooral de focuslens is erg sterk. De groothoek is leuk, maar schiet iets tekort. Toch, als je puur kijkt naar camera’s in de smartphone dan kun je beter die paar tientjes meer investeren in de testwinnaar. De enige camera die toch wat tegenvalt komt van Huawei. In goede lichtomstandigheden kan de dubbele camera zich meten met de concurrentie, maar wanneer het wat donkerder is, zijn de resultaten helaas beduidend minder.

▼ Volgende artikel
Review TCL Q65H – Betaalbare soundbar met krachtig tv-geluid
© Maikel Dijkhuizen
Huis

Review TCL Q65H – Betaalbare soundbar met krachtig tv-geluid

TCL staat vooral bekend om zijn betaalbare televisies, maar het Chinese merk brengt ook prijsvriendelijke soundbars op de markt. Zo heeft de recent verschenen Q65H interessante specificaties. Naast een forse soundbar met ondersteuning voor Dolby Atmos is er ook een draadloze subwoofer bijgesloten. Hoe bevalt dit nieuwe audiosysteem in de praktijk?

Fantastisch
Conclusie

In een kleine tot middelgrote woonkamer komt de TCL Q65H goed uit de verf. Dankzij meerdere zorgvuldig gepositioneerde audiodrivers, een krachtige subwoofer en een riant piekvermogen creëer je met dit audiosysteem en volwaardige thuisbioscoop dat luid kan spelen. Heb je geen ruimte of budget om een home-cinemaset met losse luidsprekers op te tuigen, dan is deze vriendelijk geprijsde soundbar/subwoofer-combinatie een uitstekend alternatief.

Plus- en minpunten
  • Betaalbaar
  • Stijlvol vormgegeven
  • Ophangsysteem inbegrepen
  • Veel aansluitopties
  • Audiokalibratie via app
  • Ruimtelijk geluid
  • Luide bas
  • Ondersteuning Dolby Atmos en DTS:X
  • Stemmen versterken
  • Geen écht surroundgeluid
  • Matig stereobeeld bij muziek

Anders dan zijn relatief bescheiden prijskaartje van amper 300 euro wellicht doet vermoeden, is de TCL Q65H stijlvol vormgegeven. De soundbar van 1,05 meter heeft een nette afwerking van matzwart kunststof en geborsteld aluminium. De voorkant en beide zijkanten zijn voorzien van speakerstof. Het geheel oogt erg chic.

Dankzij een geringe hoogte van 6,8 centimeter plaats je deze langwerpige speaker moeiteloos voor de meeste televisies. De behuizing zal het beeld niet zo gauw blokkeren. Liever ophangen? Gebruik in dat geval de twee bijgesloten muurbeugels. Het formaat van de subwoofer is met 22 × 36,9 × 27,5 centimeter behoorlijk fors. Reserveer hiervoor een plekje op de vloer.

©Maikel Dijkhuizen

TCL levert onder meer een afstandsbediening, HDMI-kabel en wandmontageset mee.

Soundbar aansluiten

Je verbindt de Q65H zowel via HDMI-eARC als via de optische ingang met een televisie. Daarnaast telt de achterzijde nog een tweede HDMI-poort, zodat je bijvoorbeeld een tv-decoder, blu-ray-speler of gameconsole kunt aansluiten. Verder koppel je via usb eventueel een externe schijf of usb-stick met audiobestanden. Voor soundbarbegrippen heeft dit model veel aansluitopties.

Nadat de soundbar en subwoofer zijn aangesloten, koppel je ze draadloos aan elkaar. Dat gaat met behulp van de pairknop erg vlot. Op een klein display achter het speakerdoek verschijnt de term 'Sub connected'. Eenmaal aangesloten kies je op de sobere afstandsbediening de gewenste bron.

Verder loont het de moeite om direct na het aansluiten de TCL Home-app te installeren. Via de microfoon van de smartphone stemt de soundbar zijn geluid af op diverse akoestische eigenschappen van de luisterruimte. Het resultaat is een betere audioweergave. De kalibratie van deze zogeheten AI Sonic-functie duurt enkele minuten. Je gebruikt de app ook om nieuwe software-updates te installeren en equalizerinstellingen te wijzigen.

©Maikel Dijkhuizen

De achterzijde heeft diverse aansluitingen om een televisie en overige bronnen aan te sluiten.

©Maikel Dijkhuizen

Installeer voor extra opties de TCL Home-app op een smartphone.

Films, series en muziek

TCL vermeldt een totaal piekvermogen van maar liefst 580 watt, waarvan er 150 watt is gereserveerd voor de subwoofer. Deze belofte is niet uit de lucht gegrepen, want de soundbar en basspeaker produceren samen een nogal vol geluid. Bij recente Netflix-streams vliegen de geluidseffecten je om de oren. De fabrikant heeft de actieve audiodrivers in de behuizing naar voren én zijwaarts gericht. Zeker in de beschikbare film- en gamemodus wekt deze opstelling enigszins de illusie van surroundgeluid, al klinkt het gebruik van échte surroundspeakers nog altijd een stuk beter. Desalniettemin is het ruimtelijke geluid een knappe prestatie. Mooi meegenomen is dat de Q65H een Dolby Atmos- en DTS:X-audiospoor kan verwerken.

Tijdens bombastische actiescènes laat de subwoofer zich duidelijk horen. Je kiest met de afstandsbediening tussen drie basniveaus, maar bij de luidste stand kunnen de buren waarschijnlijk meegenieten. Sowieso kan dit audiosysteem erg luid spelen. In combinatie met een ruimtelijk en helder geluid beleef je films en series voortaan intenser. Kun je bepaalde personages moeilijk verstaan, dan druk je gewoon op de Voice-knop van de afstandsbediening. De soundbar versterkt vervolgens menselijke stemmen.

Je kunt de soundbar ook gebruiken om muziek te luisteren. Via de ingebakken bluetooth5.3-module koppel je rechtstreeks een smartphone of tablet. Stream vervolgens een afspeellijst van Spotify, Apple Music of een andere muziekdienst. Hoewel de liedjes best redelijk klinken, haalt de geluidskwaliteit het niet bij een versterker of receiver met losse speakers. Logisch, want de audiodrivers zitten in de langwerpige luidspreker te dicht op elkaar om een duidelijk stereobeeld te realiseren. Voor een achtergrondmuziekje voldoet het prima.

©Maikel Dijkhuizen

Voor liefhebbers van films, series en tv-programma's biedt deze soundbar/subwoofer-combinatie veel meerwaarde.

TCL Q65H kopen?

In een kleine tot middelgrote woonkamer komt de TCL Q65H goed uit de verf. Dankzij meerdere zorgvuldig gepositioneerde audiodrivers, een krachtige subwoofer en een riant piekvermogen creëer je met dit audiosysteem en volwaardige thuisbioscoop dat luid kan spelen. Heb je geen ruimte of budget om een home-cinemaset met losse luidsprekers op te tuigen, dan is deze vriendelijk geprijsde soundbar/subwoofer-combinatie een uitstekend alternatief.

▼ Volgende artikel
AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?
© khunkornStudio - stock.adobe.com
Huis

AI: handig, maar hoe zit het met de schaduwkanten?

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

Dit artikel in het kort

AI zit inmiddels in bijna elke digitale dienst, maar de gevolgen daarvan zijn minder zichtbaar. In dit artikel lees je welke risico's daarbij horen, van hallucinaties en bias tot privacy, milieubelasting en de groei van synthetische media. Ook komen juridische vragen, economische verschuivingen en de grens tussen mens en machine aan bod. Je krijgt een breed overzicht van de belangrijkste risicozones en wat deze ontwikkelingen betekenen voor de samenleving.

Disclaimer:Het AI-domein verandert snel. De gegevens en cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de situatie tot Q3 2025; latere ontwikkelingen kunnen afwijken.

Lees ook: Artifical general intelligence: AI wordt slimmer én menselijker

AI is inmiddels doorgedrongen tot in bijna elk digitaal domein. Van vertaaltools en chatbots tot beeldmakers en medische toepassingen. Veel gebruikers vinden AI handig, efficiënt en zelfs creatief. Toch brengt deze evolutie ook minder zichtbare risico's met zich mee, op persoonlijk, maatschappelijk en ecologisch vlak.

In dit artikel bekijken we verschillende AI-risicozones. Wat is bijvoorbeeld de milieu-impact van AI? Hoe betrouwbaar zijn de antwoorden van chatbots? Wat als synthetische media (alles wat met AI wordt gemaakt) niet meer van echt te onderscheiden zijn? En hoe beïnvloeden AI-systemen onze economie, privacy en ons denkvermogen? De grens tussen mens en machine vervaagt.

Dit artikel is bedoeld voor wie voorbij de hype wil kijken en wil begrijpen wat er op het spel staat. Elk onderdeel behandelt een specifiek risico, met voorbeelden en toepassingen. Zo krijg je een goed beeld van de schaduwkanten van AI. Niet om de technologie af te wijzen, maar om er bewuster en verantwoordelijker mee om te gaan.

Als je de schaduwkanten ervan kent, kun je AI verantwoordelijker inzetten.

Ecologische voetafdruk

Hoewel AI vaak als iets immaterieels en 'in de cloud' wordt voorgesteld, is de milieu-impact allesbehalve onzichtbaar. De menselijke hersenen verbruiken continu ongeveer 20 watt, vergelijkbaar met een gloeilampje. Daarmee worden 86 miljard neuronen en duizenden synapsen per neuron gevoed.

Grote taalmodellen als GPT of Gemini vragen daarentegen enorm veel rekenkracht. De trainingsfase kan duizenden MWh vereisen en miljoenen liters water voor koeling, afhankelijk van het datacenter en de gebruikte hardware. Ook het gebruik (inferentie) is belastend: elke prompt/antwoord-interactie bij modellen uit deze klasse vraagt energie en koeling aan de serverzijde.

AI heeft dus een stevige ecologische voetafdruk. Tegelijk worden oplossingen ontwikkeld, zoals restwarmtehergebruik, luchtkoeling in plaats van waterkoeling, meer hernieuwbare energie en efficiëntere modellen. Denk aan compacte taalmodellen, zoals TinyML, quantisatietechnieken (kleinere getallen en minder geheugen) en lokaal draaiende AI's (edge AI).

©(c) Wikipedia, CC BY-SA

Microsoft heropent de nucleaire site Three Mile Island voor AI-datacenters.

(c) Wikipedia, CC BY-SA

Hallucinaties

AI-chatbots doen de gebruiker graag een plezier. Daarbij zijn ze opvallend overtuigend, ook wanneer ze onzin produceren, oftewel wanneer ze hallucineren.

Hallucinaties kunnen ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer juristen verwijzen naar niet-bestaande wetsartikelen of wanneer medische informatie klakkeloos wordt overgenomen. Controleer gevoelige informatie daarom altijd via meerdere bronnen. Doe dit zeker bij gevoelige of complexe thema's. Weet ook dat AI-modellen zich vaak verontschuldigen als je teruggeeft dat er een fout is gemaakt. Vervolgens herhalen ze zich doodleuk.

Hallucinaties zijn hardnekkiger bij fenomenen als data- en conceptdrift. Bij het eerste herkent het model je eigen input minder goed doordat de vorm afwijkt van de trainingsinput. Bij het tweede is de inputvorm hetzelfde gebleven, maar is de betekenis inmiddels veranderd. Meer weten over datadrift en conceptdrift.

Verder kan het model te veel details uit trainingsdata opnemen en zo irrelevante informatie meenemen (overfitting). Of omgekeerd: onvoldoende zinvolle data gebruiken (underfitting). Ook deze fenomenen kunnen het hallucineren versterken.

Hallucinatie door drifting: AI-modellen houden de werkelijkheid niet altijd even actief bij.

Wat is hallucineren?

Hallucineren is het moment waarop een AI-model met grote zekerheid iets vertelt dat niet klopt. Het systeem voorspelt woorden op basis van eerder waargenomen patronen en heeft geen inzicht in feiten of logica. Daardoor kan het wetsartikelen verzinnen, namen bedenken of cijfers opleveren die nergens op zijn gebaseerd. Dit gebeurt sneller bij complexe vragen of wanneer de context ontbreekt. Het is dus geen "zien" of "horen", maar simpelweg foutieve tekstproductie die overtuigend klinkt.

Bias en manipulatie

AI-modellen krijgen enorme datahoeveelheden van het internet als input. Deze zijn zelden neutraal, waardoor vooroordelen of een westers wereldbeeld in het leerproces sluipen. Dat zorgt voor vertekening of bias (vooringenomenheid). AI-modellen kunnen bijvoorbeeld vrouwen aan zorgberoepen linken en mannen aan leidinggevende functies, of etnische groepen benadelen bij risicobeoordelingen.

Bias is niet alleen maatschappelijk, maar ook technisch. Een model leert niet alleen wat er ín de data staat, maar ook hoe die data zijn verdeeld. Als een bepaalde bron oververtegenwoordigd is, of als een schrijfstijl vaker voorkomt, dan krijgt dat automatisch meer gewicht. De architectuur en trainingsmethode versterken die patronen. Daardoor kunnen antwoorden die objectief lijken toch subtiel een voorkeur bevatten.

Interessant is ook dat onderzoekers political compass-testvragen voorlegden aan grote AI-taalmodellen (LLM's). De conclusie: zowat alle LLM's situeren zich in het links-economische, sociaal-libertaire kwadrant. Besef dat ook deze testvragen een vooroordeel (kunnen) bevatten, wat aantoont hoe moeilijk het is bias correct te beoordelen.

Nog problematischer wordt het bij manipulatie, wanneer deze bias opzettelijk in het model zit. Denk aan AI-toepassingen in advertenties die inspelen op angsten of overtuigingen. Algoritmische sturing kan bovendien gemakkelijk tot gelijkgezinde groepen (echo chambers) en polarisering leiden.

Omdat AI-modellen zo complex zijn, is vaak onduidelijk hoe de output tot stand komt (de black box). Dit vergroot de transparantiebehoefte en verklaart waarom veel wetenschappers pleiten voor explainable AI, of LLM's en AI-algoritmen opensource willen maken.

De meeste LLM's bevinden zich in het links-libertaire kwadrant. Wij testen het hier zelf met GPT-4o en DeepSeek.

Synthetische media

De term synthetische media verwijst naar beelden, audio of tekst die volledig of deels AI-gegenereerd zijn. Denk aan deepfakes, nagebootste stemmen of automatisch gegenereerde nieuwsartikelen. Zulke toepassingen lijken creatief en handig, je maakt bijvoorbeeld een marketingvideo zonder camera of acteurs, maar de keerzijde is zorgwekkend.

Deepfakes kunnen personen dingen laten zeggen die zo zijn uitgesproken. Andersom kunnen echte beelden als deepfake worden afgedaan, ook wel 'the liar's dividend' genoemd. Deepnudes (gefingeerde naaktbeelden) kunnen dan weer gebruikt worden voor wraakporno.

Deze technologieën maken ook nepnieuws: desinformatie waarbij feiten doelbewust worden verdraaid. Dit tast het vertrouwen in communicatie en bewijsvoering aan en doet steeds meer mensen geloven in de maakbaarheid van de realiteit. Wat echt is, hangt vooral af van hoe je deze zelf vormgeeft. Feit en fictie raken verstrengeld, waardoor we belanden bij concepten als alternate truth en postrealiteit. Daarin wegen perceptie, gevoel en overtuiging zwaarder dan feiten. Synthetische media vragen daarom niet alleen om kritische blik, maar mogelijk ook om watermerken en regulering.

Donald J. Trump: van deepfake naar alternate truth.

Zelfbevlekking

AI-modellen gebruiken vrijwel alle beschikbare internetbronnen als trainingsmateriaal. Omdat generatieve AI zelf steeds meer online content produceert, gebruiken modellen ook hun eigen output opnieuw. Zo ontstaat een zichzelf versterkende kringloop waarbij AI zich voedt met AI-gegenereerde inhoud. Deze vorm van zelfbevlekking verhoogt het risico op kwaliteitsverlies in digitale content, ook wel slop of enshittification genoemd.

AI genereert output namelijk op basis van patronen, niet vanuit betekenis of intentie. Als deze patronen ook nog eens uit andere AI-bronnen komen, ontstaat een neerwaartse spiraal met nauwelijks nuancering en steeds herhaalde ideeën. Hierdoor verhoogt ook het risico op hallucinaties en bias en de mens raakt out-of-the-loop. Op termijn dreigt model collapse: AI-modellen worden minder intelligent naarmate ze vaker op eigen output trainen.

Sommigen spreken van een zombie-internet. Zo blijkt inmiddels al zeker vijf procent van de nieuwe Engelstalige Wikipedia-inhoud AI-gegenereerd te zijn. Bovendien nemen mensen typische AI-taal, met herkenbare woordkeuzes, steeds vaker over. Om deze dynamiek te doorbreken, moeten menselijke input en creativiteit centraal blijven staan in het AI-trainingsproces.

Dit boek werd volledig door AI gegenereerd en stond een tijdlang te koop bij Bol en Amazon (let op de auteursnaam).

Auteursrecht

AI roept fundamentele vragen op rond auteursrecht. Modellen worden getraind op grote hoeveelheden tekst, beeld en audio zonder dat makers altijd toestemming hebben gegeven. Dit leidt tot discussies over schending van auteursrecht.

Er lopen inmiddels meerdere rechtszaken tegen AI-bedrijven. Het gaat onder meer om claims rond ongeoorloofd gebruik van beschermde werken voor training en ongewenste herhaling van fragmenten in AI-output. Bedrijven worden daardoor steeds bewuster van licenties, databescherming en toestemmingseisen.

De VS en Europa hanteren verschillende juridische kaders. In de VS wordt soms gesproken van 'fair use' bij transformatief gebruik, terwijl Europa zich baseert op strengere richtlijnen en opt-out-mechanismen via het TDM-AI-protocol.

AI-output roept ook andere auteursrechtelijke vragen op. Wie is bijvoorbeeld de auteur van een AI-tekening? Is dat de modelontwikkelaar, de gebruiker of niemand? AI kan ook onbedoeld tekst- of beeldfragmenten uit het trainingsmateriaal overnemen, met mogelijk plagiaat. Er bestaat dus een juridische grijze zone en er is behoefte aan duidelijke regelgeving, aangepast aan de AI-evoluties.

Ook een specifieke stijl kopiëren, zoals die van de Japanse Ghibli-studio, is mogelijk een schending van het auteursrecht.

Privacy

AI kan verder een bedreiging voor onze privacy vormen. In China zie je dit scherp: gezichtsherkenning en camera's ondersteunen er een sociaal kredietsysteem. Burgers worden continu gevolgd. Wie een overtreding begaat, riskeert sancties.

Ook in het Westen ontstaan zorgwekkende trends. Het Amerikaanse bedrijf Clearview AI bijvoorbeeld bouwt een databank met miljarden gezichten, geplukt uit sociale media en websites, zonder toestemming van de betrokkenen. Beveiligingsbedrijven gebruiken deze beelden om burgers te identificeren, nagenoeg zonder controle.

Een bijkomend gevaar is dat je zelf te veel prijsgeeft. Steeds meer AI-tools gebruiken bijvoorbeeld Retrieval-Augmented Generation (RAG), waarbij je eigen of andere data kunt uploaden voor betere antwoorden. Maar wie garandeert dat deze informatie niet elders wordt opgeslagen of hergebruikt?

Daarnaast ondermijnt AI je informatievrijheid via filterbubbels. Algoritmen tonen vooral inhoud die aansluit bij eerdere voorkeuren, waardoor je blik vernauwt en confirmation bias toeneemt: je vertrouwt vooral informatie die je bestaande overtuiging bevestigt. Gecombineerd met micro-targeting, waarbij je gericht wordt beïnvloed met politieke of commerciële boodschappen, ontstaan risico's op manipulatie.

AI met RAG: hoe worden je geüploade data gebruikt, zoals bij de populaire Google NotebookLM.

Geestelijke ontwikkeling

Steeds meer AI-tools nemen cognitieve taken over: ideeën bedenken, teksten samenvatten of wiskundeproblemen oplossen. Dit is handig, maar geeft ook risico's. Als je brein weinig wordt uitgedaagd, komt je mentale ontwikkeling in het gedrang.

Vooral jongeren (digital natives) zijn kwetsbaar. Schoolopdrachten worden sneller aan AI-bots uitbesteed dan zelf uitgewerkt. Daardoor oefenen ze minder op formulering, redenering en foutcorrectie, wat juist belangrijk is voor de intellectuele groei.

Dit daagt ook het onderwijs uit, bijvoorbeeld wat betreft lesmethodes. Mogelijk biedt een aanpak als flip the classroom enig soelaas: leerlingen bereiden thuis (met hulp van AI) de leerstof voor en in de klas worden samen oefeningen gemaakt en besproken.

Bovendien zijn AI-antwoorden vaak vlot geschreven, maar missen ze nuance of tegenstrijdige ideeën. Wie zijn denkproces voortdurend daaraan spiegelt, loopt het risico op vervlakking van mening en expressie.

AI-bots creëren ook onrealistische sociale verwachtingen. Ze zijn vaak opvallend geduldig en meegaand, wat mensen minder sociaal vaardig kan maken. Sommigen raken meer sociaal geïsoleerd of ontwikkelen parasociale relaties met bots als Replika en CharacterAI.

AI-bots als Character.ai komen erg empathisch over en sommige mensen ontwikkelen zelfs parasociale relaties.

Politiek en economie

AI dreigt ook de politiek-economische verhoudingen grondig te herschikken. Waar staten traditioneel economische groei sturen via beleidsinstrumenten (Keynesiaans model), nemen Big Tech-giganten het steeds meer over. Overheden worden afhankelijker van deze bedrijven, wat machtsasymmetrie versterkt. Er zijn al duidelijke tekenen van deregulatie: regels worden versoepeld om innovatie aan te trekken.

Ook op microniveau is de impact zichtbaar. Ontwikkelingen (zoals agentic AI) kunnen de economie en de productiviteit stimuleren en er ontstaan ook nieuwe functies, zoals prompt engineers, AI-ethici en data-curatoren. Maar helaas gaat het voornamelijk om laagbetaalde ghost workers die AI-modellen helpen trainen. Daarnaast veranderen veel jobs inhoudelijk, zoals in administratie, marketing, financiën en juridische diensten. Andere functies zullen ongetwijfeld verdwijnen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld vertalers, copywriters, klantenservicemedewerkers, boekhoudassistenten en junior programmeurs zich ernstig zorgen maken.

AI zal daarnaast ongetwijfeld ook de internationale machtsverhoudingen beïnvloeden. Geopolitieke spelers als de VS en China dreigen met hun AI-overmacht nog dominanter te worden, ten koste van andere (supra)nationale entiteiten. Is Europa hier een goed voorbeeld van?

Projectie van een wereldwijd banenverlies in miljoenen over de komende jaren.

Bron: World Economic Forum.

Veiligheid

Vooralsnog kwamen vooral risico's aan bod die niet per se bedoeld of gewild zijn, maar er zijn ook partijen die bewust de destructieve kracht van AI inzetten. Zo worden cyberaanvallen steeds geavanceerder. Aanvallers gebruiken zelflerende algoritmen om netwerken te exploiteren. Er bestaan AI-tools die phishingmails opstellen, perfect afgestemd op het slachtofferprofiel.

Ook maatschappelijke structuren staan onder druk. Een AI die (via sociale media) nepnieuws verspreidt over bijvoorbeeld verkiezingen, kan wijdverspreide onrust veroorzaken. Door hun schaal en snelheid kunnen AI-systemen hele informatienetwerken ontregelen, zonder aanwijsbare dader.

Daarnaast loert het gevaar van verkeerde afstemming (misalignment): een AI die geen kwaad wil, maar schade aanricht omdat het doel fout werd geformuleerd. Denk aan een AI die waterverbruik wil beperken en daarom irrigatiesystemen stillegt.

Militaire toepassingen zijn er uiteraard ook. Autonome drones en zelflerende wapensystemen worden volop ontwikkeld. Grote spelers zijn bijvoorbeeld het Amerikaanse Anduril (AI-drones)en Palantir (militaire AI-software). Tekenend is dat een oprichter een ultranationalistisch manifest publiceerde waarin hij stelt dat de VS absoluut de AI-oorlog moet winnen.

Anduril Fury: nieuwe AI-drone (AAV, Autonomous Air Vehicle).

Cyborgisering

Misschien wel het grootste gevaar van AI dringt langzaam en ongemerkt ons leven binnen: cyborgisering. Dit is het vervagen van de grens tussen mens en de machine. Denk aan avatars die levensecht reageren, digitale dubbelgangers van echte personen of AI-influencers met miljoenen volgers. Daardoor wordt het steeds moeilijker om te onderscheiden waar de mens stopt en de machine begint.

Nieuwe categorieën digitale wezens duiken op, zoals virtuele klantenadviseurs, AI-therapeuten en synthetische gezelschapsdieren. Een Spaanse vrouw trouwde zelfs met een AI-hologram.

Op termijn ontstaat er een samenleving waarin mensen voortdurend zijn verbonden met AI, via brillen, lenzen, implantaten of herseninterfaces (denk aan Neuralink van Elon Musk: AI-in-the-human). Technieken als de Turingtest of Winograd-challenge volstaan al lang niet meer om mens van machine te onderscheiden. Daardoor komen autonomie en authenticiteit steeds meer onder druk te staan.

Cyborgisering roept fundamentele vragen op. In hoeverre blijven we menselijk? Wellicht is niet iedereen een transhumanist zoals Ray Kurzweil, die reikhalzend uitkijkt naar de singulariteit: het moment waarop AI slimmer wordt dan de mens.

Taxonomie van de digitale mens: een sluipend gevaar?

Dingen leren zónder AI?

Zo deden we dat vroeger