ID.nl logo
Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage
© Fedosenko Photography
Huis

Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage

Ben je van plan een inbouwkoelkast te kopen of een bestaande te vervangen? Let dan goed op de juiste nismaten, het type scharniersysteem en de benodigde ventilatieruimte. In dit artikel lees je hoe je de juiste maat kiest, welke standaardhoogtes er zijn en hoe je voorkomt dat je nieuwe koelkast straks nét niet past.

In dit artikel lees je:
  • Welke standaard nismaten er zijn voor inbouwkoelkasten
  • Hoe je breedte, diepte en ventilatieruimte correct opmeet
  • Wat het verschil is tussen een sleepdeur en een deur-op-deur-systeem
  • Wanneer maatwerk nodig is (en hoe je dat voorkomt)
  • Hoe je bij vervanging of een nieuwe keuken kiest voor de juiste inbouwmaat

Wie op zoek is naar een nieuwe inbouwkoelkast, ontdekt al snel dat afmetingen minstens zo belangrijk zijn als inhoud, energielabel of uitstraling. Zeker als het apparaat in een bestaande nis moet passen of deel uitmaakt van een strak ontworpen keukenfront. Een kleine afwijking in maatvoering kan leiden tot frustratie, extra kosten of zelfs een keukenaanpassing. Gelukkig zijn er standaarden die houvast bieden.

De standaardhoogtes voor inbouwkoelkasten

Inbouwkoelkasten zijn er in een aantal vaste hoogtes, afgestemd op gangbare keukenkastmaten. De meest voorkomende nishoogtes zijn 88, 102, 122, 140 en 178 centimeter. Een koelkast van 88 centimeter wordt vaak gekozen in compacte keukens of onder het aanrecht. De 102 en 122 centimeter zijn net iets ruimer en bieden meer koelruimte zonder een volledige hoge kast nodig te hebben. De 140 centimeter is populair bij mensen die wel wat extra capaciteit willen, maar niet kunnen of willen overstappen naar een vloerhoge koelkast. Wie echt voldoende ruimte zoekt voor een gezin of een royale levensstijl, komt al snel uit bij de nishoogte van 178 centimeter, die geldt als de standaard voor volwaardige inbouwkoelkasten (vaak met een vriezer er direct onder). Het is goed om te weten dat de koelkast zelf altijd iets kleiner is dan de nismaat, zodat er ruimte overblijft voor ventilatie en installatie.

©rois010

Breedte, diepte en ventilatie-eisen

Naast de hoogte zijn ook de breedte en diepte van de nis van belang. In vrijwel alle gevallen gaat het om een nisbreedte van 56 tot 60 centimeter en een diepte van ongeveer 55 tot 60 centimeter. Daarmee sluiten de meeste inbouwkoelkasten mooi aan op standaard keukenkasten. Toch is het belangrijk om altijd te controleren of er voldoende ruimte is aan de achterkant en zijkanten voor luchtcirculatie, want een gebrek aan ventilatie kan de levensduur van je apparaat verkorten en het energieverbruik verhogen. De exacte marges en ventilatie-eisen staan altijd vermeld in de inbouwtekening van de fabrikant.

Let op het juiste deursysteem

Een ander aspect waar je zeker rekening mee moet houden is het type deurscharnier en bevestigingssysteem. Er zijn twee veelgebruikte manieren om de keukendeur aan de koelkastdeur te koppelen. Bij een sleepdeur schuiven beide deuren over elkaar via een glijgeleider. Bij een deur-op-deur-systeem wordt de keukendeur rechtstreeks vastgemaakt aan de koelkastdeur. Deze laatste methode is robuuster, eenvoudiger in gebruik en vaak de voorkeur bij moderne keukens. Belangrijk is dat je bij vervanging van een koelkast goed controleert welk systeem je huidige keuken gebruikt, want een sleepdeursysteem en deur-op-deur-systeem zijn niet onderling uitwisselbaar zonder aanpassingen.

©yunava1

Wanneer maatwerk nodig is

Hoewel standaardmaten veel problemen voorkomen, is maatwerk soms toch onvermijdelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij oudere keukens met afwijkende kastafmetingen, bij zelfbouwkeukens of designoplossingen waarbij concessies zijn gedaan op standaardisatie. Ook in kleine woningen of appartementen met schuine wanden of andere beperkingen kan het nodig zijn om af te wijken van de standaard. Soms volstaat een simpele opvulling of aanpassing, maar in andere gevallen moet een kast volledig opnieuw worden ontworpen.

Problemen voorkomen bij aankoop of vervanging

Wie verrassingen wil voorkomen bij de aanschaf van een nieuwe koelkast of bij de montage in een nieuwe keuken, doet er goed aan om alles zorgvuldig op en in te meten. Dat betekent dat je niet alleen de hoogte, breedte en diepte van de nis opneemt, maar ook rekening houdt met de ruimte voor ventilatie en het juiste type deursysteem.

Daarnaast is het verstandig om altijd de technische tekening van het apparaat te raadplegen en je goed te laten adviseren door een keuken- of witgoedspecialist. Zeker bij vervanging is het belangrijk om niet alleen naar de buitenmaten te kijken, maar ook naar de technische en functionele eigenschappen die bepalen of een apparaat probleemloos past.

Wie zich aan deze richtlijnen houdt en bewust kiest voor een standaardmaat, voorkomt gedoe, vertragingen of kostbare aanpassingen achteraf. Een koelkast op maat hoeft dus helemaal geen maatwerk te zijn, als je maar weet waar je op moet letten.

▼ Volgende artikel
Bosch brengt nieuwe Spotless robotstofzuigers uit met dweilfunctie
Huis

Bosch brengt nieuwe Spotless robotstofzuigers uit met dweilfunctie

Bosch heeft een nieuwe lijn robotstofzuigers geïntroduceerd onder de naam Spotless. Deze intelligente stofzuig- en dweilrobots zijn ontwikkeld voor verschillende huishoudens en leggen volgens Bosch de nadruk op efficiëntie, gebruiksgemak en betaalbare kwaliteit.

De markt van robotstofzuigers wordt flink overspoeld met modellen van diverse fabrikanten. Ook Bosch gaat zich op deze markt begeven met de nieuwe Spotless-range. De nieuwe robotstofzuigers kunnen zowel stofzuigen als dweilen op alle vloertypes. Ze werken volledig zelfstandig, waardoor gebruikers altijd een schoon huis hebben, ook als er niemand thuis is. De apparaten zijn geschikt voor zowel kleine appartementen als grote woningen.

Met een zuigkracht van 11.000 Pascal verwijderen de Spotless-robots effectief stof en vuil van tegels, houten vloeren, tapijt en vloerkleden. Gebruikers kunnen kiezen uit drie reinigingsmodi: Silent, Eco en Power. De borstel, deels gemaakt van ultrafijne koolstofvezels, vangt stof efficiënt op en voorkomt dat haren verstrikt raken. Deze is eenvoudig te verwijderen voor reiniging zonder dat er gereedschap nodig is.`

Navigatie

De robots navigeren met een 360° LiDAR-systeem en meerdere sensoren, waardoor ze plinten, trappen, tapijten en obstakels kunnen herkennen. Ze maken kaarten van de omgeving en passen hun route automatisch aan. Dankzij de drempeldetectie en de benodigde hardware kunnen ze over drempels tot twintig millimeter bewegen. Sommige modellen hebben lichtbundeldetectie of zelfs een camera voor nog nauwkeurigere navigatie.

Met een volledig opgeladen batterij kan de Spotless-robotstofzuiger tot minimaal 160 minuten reinigen op harde vloeren in de lage prestatiemodus. Als de batterij leeg raakt, keren de robots automatisch terug naar het laadstation en hervatten daarna hun werk als ze weer voldoende zijn opgeladen.

Drie modellen

Bosch gaat drie varianten van de Spotless-robotstofzuigers uitbrengen: de Spotless Advanced+ (gericht op comfort en efficiëntie), de Spotless Max (met een multifunctioneel station dat volledig onderhoud automatiseert) en de Spotless Max Cam (met alle functies van de Max plus een camera voor betere navigatie). De Bosch Spotless robotstofzuigers zijn verkrijgbaar via bosch-home.nl. De adviesprijs voor de Spotless Advanced+ is 479 euro, die voor de Spotless Max 799 euro en voor de Spotless Max Cam komt de adviesprijs op 899 euro.

Met de gratis Bosch Home Connect-app bedien je de Spotless-robots eenvoudig op afstand via je smartphone. Voor handsfree bediening is spraakbesturing mogelijk via Amazon Alexa of Google Assistant. De robots hebben 10 jaar garantie op de motoren en gecertificeerde Bosch-accu's. Bosch geeft aan dat privacy centraal staat: volgens de AVG-wetgeving worden gebruikersgegevens alleen opgeslagen op beveiligde servers in Europa.

▼ Volgende artikel
Artifical general intelligence: AI wordt slimmer én menselijker
© khunkornStudio - stock.adobe.com
Huis

Artifical general intelligence: AI wordt slimmer én menselijker

We leven nu al een paar jaar zij aan zij met AI. Chatbots die ons moeten helpen bij talloze taken, zijn aan de orde van de dag. De bedrijven die deze AI-modellen maken, zeggen alleen steeds vaker dat de volgende doorbraak binnen handbereik is: artificial general intelligence (AGI). Maar wat die term precies betekent, hangt sterk af van aan wie je het vraagt.

Anno 2025 weten we niet beter dan dat we hele gesprekken kunnen voeren met AI-bots en binnen een paar seconden plaatjes kunnen maken van alles wat we maar kunnen bedenken. Wil je je e-mail wat formeler maken? Dan haal je die even langs ChatGPT. Geen zin om een lang rapport te lezen? Dan vat je het samen met Copilot. Gepersonaliseerde ideeën voor verjaardagcadeaus? Gemini heeft er zat.

Waar AI-chatbots bij de introductie van ChatGPT nog vooral als een geinig tijdverdrijf werden gezien, hebben steeds meer mensen manieren gevonden om kunstmatige intelligentie in hun dagelijkse leven te gebruiken. Maar inmiddels weten veel mensen ook waar ze deze bots beter níét voor kunnen gebruiken. AI-modellen verzinnen geregeld informatie, dus moet je oppassen bij feitelijke vragen en is het al helemaal niet verstandig om chatbots hele onderzoeksrapporten te laten schrijven.

AI-bedrijven brengen om de paar maanden nieuwe AI-modellen uit, die bijvoorbeeld beter zouden zijn in kritisch denken of in het oplossen van problemen, maar toch blijven zulke tekortkomingen hardnekkig. Het is bij veel menselijke taken dan ook niet vertrouwd om ze (volledig) te laten overnemen door AI. De bedrijven achter deze chatbots spreken steeds vaker over de komst van een echte doorbraak: waardoor AI-bots op veel gebieden niet meer onderdoen voor de mens en deze mogelijk zelfs overtreffen. We zouden daar nog maar een paar jaar op moeten wachten.

Een geschikt verjaardagscadeau laten bedenken: nog steeds een van de populairste toepassingen van AI-chatbots.

AGI is het toverwoord

Deze doorbraak wordt door de meeste AI-bedrijven AGI genoemd, oftewel artificial general intelligence. ChatGPT-maker OpenAI, Facebook- en Instagram-moederbedrijf Meta, Elon Musks xAI, Microsoft en het Chinese DeepSeek hebben in het afgelopen jaar allemaal aangegeven dat ze werken aan AGI-modellen. Ze lijken daarbij stuk voor stuk vastbesloten om de eerste te zijn.

Niet alleen AI-bedrijven streven naar AGI, maar bijvoorbeeld ook de Amerikaanse overheid. Verschillende leden van de regering willen een soort 'Manhattanproject' opzetten, om te verzekeren dat de VS als eerste land zo'n systeem ontwikkelt. Daarmee verwijzen ze naar het initiatief uit de jaren veertig waarmee de eerste atoombom werd ontwikkeld. AGI realiseren wordt door veel partijen daarom gezien als een 'big deal'.

Filosofische vraagstukken

Maar eigenlijk weten we helemaal nog niet goed weten wat AGI precies inhoudt. Al sinds de jaren vijftig wordt er onder onderzoekers uitvoerig gediscussieerd over de precieze definitie van de term, weet Siri Beerends. Zij is als AI-deskundige onderdeel van het technologie-kritische platform SETUP. "AGI is vooral een marketingconcept. Er is geen eenduidige definitie."

"Onder AGI verstaan de meeste mensen een kunstmatig intelligent systeem dat onze menselijke intelligentie benadert of kan nadoen", zegt Joris Krijger, techniekfilosoof en schrijver van het boek 'Onze kunstmatige toekomst'. Dat is een behoorlijk brede en vage definitie die leidt tot filosofische vraagstukken als 'wat is intelligentie?' en 'hoe intelligent is de mens?'

Beerends: "Ontwikkelaars doen nu alsof we daar een concreet antwoord op hebben, alsof we de mens en haar intelligentie helemaal begrijpen en kunnen nabouwen, maar dat is niet zo. Veel aspecten van intelligentie zijn niet eens meetbaar."

Toch worden er manieren verzonnen waarop AI-systemen kunnen worden getoetst op menselijke intelligentie. De Turingtest is waarschijnlijk de populairste graadmeter. Bij dat experiment chat iemand met zowel een mens als een bot, zonder te weten wie nu precies wie is. Als de proefpersoon niet kan achterhalen wie de computer is, dan is de bot geslaagd voor de test. Veel huidige AI-chatbots kunnen dit experiment doorstaan, maar betekent dat dat ChatGPT even intelligent is als een mens?

©Dragos Condrea

Bij de Turingtest ondervraagt iemand een mens en een bot, om te kunnen bepalen wie nu precies wie is.

Lees ook: Chat je met een mens of een AI-bot? 9 manieren om het te testen

'Groei van AI-modellen vlakt af'

Zelfs als het theoretisch mogelijk zou zijn om een AI-systeem te ontwerpen dat de menselijke intelligentie benadert, betwijfelt Joris Krijger of we dat punt binnen afzienbare tijd bereiken. Dat komt volgens hem doordat het verbeteren van AI-modellen gepaard gaat met nóg meer energie- en waterverbruik en CO₂-uitstoot. "Dat gaat een bottleneck vormen voor AGI, want ons energienetwerk is helemaal niet ingesteld op het opschalen van datacenters voor de doorontwikkeling van AI."

Volgens de techniekfilosoof kun je de huidige exponentiële groei van AI-systemen niet zomaar blijven doortrekken en vervolgens concluderen dat we binnen enkele jaren AGI zullen bereiken. "Die exponentiële curve vlakt op een gegeven moment af, omdat je binnen de huidige architectuur tegen een plafond zult aanlopen."

Met deze tweet wilde een ruimtevaartexpert aantonen dat de extrapolatie van AI-prestaties geen hout snijdt.

Syntax en semantiek

Er zijn maar weinig AI-onderzoekers die ChatGPT als 'menselijk intelligent' zullen bestempelen. De meeste deskundigen zijn het er tegenwoordig over eens dat AGI-modellen ons niet alleen maar voor de gek moeten kunnen houden. Maar wat ze dan wél precies moeten kunnen, blijft onderwerp van discussie.

Krijger vindt bijvoorbeeld dat er menselijke 'agency' voor nodig is: het vermogen om initiatieven te ontplooien, nieuwsgierig te zijn en voortdurend te blijven leren. "AI-modellen beantwoorden nu onze vragen, maar bedenken vervolgens niet: 'Dat wil ik eigenlijk ook nog weten'."

Maarten Lamers, AI-onderzoeker aan de Universiteit Leiden, sluit zich daarbij aan. "Momenteel weet een AI-model hoe een hond eruitziet, doordat het is getraind met duizenden plaatjes van honden", zegt hij. "Maar vaak kan zo'n model van daaruit niet verder redeneren. Als wij een hond zien, kunnen we ons ineens afvragen: waarom stuurden de Russen eigenlijk een hond de ruimte in en geen kat?"

AI-modellen moeten volgens Lamers verder autonomer worden. "Een systeem dat afwacht tot we zeggen 'boek deze vakantie', 'schrijf dit' of 'zing een liedje' zou ik geen AGI noemen, ook al kan hij het nog zo goed." Hoe een autonoom AI-systeem eruit moet gaan zien, weet hij niet. "Maar ik zie ook geen fundamenteel bezwaar waarom het niet zou kunnen."

Daar is niet iedereen het mee eens. Beerends denkt dat dit met de huidige taalmodellen, die worden getraind met vrachtladingen aan tekst, inherent onmogelijk is. "De output van AI-bots is puur gebaseerd op kansberekening en woordvoorspelling. Ze snappen niets." "Dat noem je het verschil tussen syntax, het volgen van regels, en semantiek, het daadwerkelijk begrijpen van waar we mee bezig zijn", vult Krijger aan. "Dat laatste kunnen taalmodellen niet bereiken, daar moet een heel nieuwe vorm van AI voor worden uitgevonden."

©@TeenyBiscuit.

AI wordt getraind met duizenden afbeeldingen, net zo lang tot ze het verschil tussen bijvoorbeeld een muffin en een chihuahua herkennen. Bron: @TeenyBiscuit.

Economisch waardevol werk

Hoewel AGI volgens de veel geopperde definitie dus moeilijk (zo niet onmogelijk) te bereiken is, hanteren sommige AI-bedrijven een geheel eigen definitie van AGI. Dat geldt onder meer voor het bedrijf achter de populairste AI-chatbot: OpenAI. Rond de introductie van ChatGPT omschreef dat bedrijf AGI nog als een 'AI-systeem dat over het algemeen slimmer is dan mensen', maar inmiddels zegt OpenAI dat AGI al is bereikt zodra een systeem beter presteert dan mensen 'bij economisch waardevol werk'. "Dat kun je met de bestaande modellen wél bereiken", zegt Krijger. "Je kunt een taxichauffeur bijvoorbeeld vervangen door zelfrijdende auto's, of een bankkantoor vullen met AI-agents die efficiënter werken dan mensen."

We zijn volgens OpenAI hard op weg naar dat punt; volgens het bedrijf zit zijn nieuwste GPT-model al op het niveau van een slimme middelbare scholier. "Daarvoor baseert OpenAI zich onder meer op hoe goed het scripties kan schrijven", weet Beerends. "Maar ChatGPT kan dat alleen omdat de bot eindeloos veel voorbeelden van scripties heeft gezien en kan voorspellen wat er ongeveer in een scriptie moet staan. Dat zegt helemaal niets over intelligentie."

©MichaelVi - stock.adobe.com

Dit soort robottaxi's maken deels gebruik van AI-technologie voor navigatie.

'We hebben AGI al bereikt'

Hoewel veel mensen verwachten dat een AGI-systeem op veel gebieden net zo slim is als de mens (of in ieder geval kan doen alsof), zou je dat niet per se uit de term zelf halen. De G staat immers voor 'general' en niet voor 'human'. "De term kunstmatige algemene intelligentie zegt eigenlijk alleen wat over de kwantiteit, terwijl wij ons zo'n systeem inbeelden als een soort filmrobot, zoals Ava van Ex Machina", zegt Maarten Lamers.

Als je AGI enkel ziet als een breed AI-systeem dat veel taken kan uitvoeren, dan zou je volgens hem kunnen beargumenteren dat huidige chatbots al een vorm van AGI zijn. “Ze kunnen onder andere dichten, een essay schrijven, programmeren en feedback geven op mijn rapport. Dat vind ik al best breed.”

©Universal Pictures International

Bij de term AGI beelden wij ons een systeem in als filmrobot Ava in Ex Machina.

Van AGI naar ASI

OpenAI maakt het met zijn nieuwe, economische definitie dus een stuk makkelijker voor zichzelf om als eerste te kunnen zeggen dat 'AGI' bereikt is. Onlangs kwamen een aantal Amerikaanse wetenschappers, die werkzaam waren bij verschillende AI-bedrijven en onderzoeksinstanties, met een uitgebreid hypothetisch scenario waarin ze schetsen hoe AGI (volgens de economische definitie) al tegen 2027 werkelijkheid kan worden.

Dat betekent niet dat OpenAI AGI ziet als het eindpunt van de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Na AGI werken ze nog toe naar een overtreffende trap: artificial superintelligence (ASI). Daarbij zou een AI-model beter presteren dan mensen in iedere taak waar geen lichaam voor nodig is. OpenAI-CEO Sam Altman heeft het steeds vaker over deze superintelligentie. Hij ziet AGI tegenwoordig meer als een tussenstap, eentje die er naar eigen zeggen 'niet echt toe zal doen', terwijl ASI de échte doorbraak moet zijn.

Wederom wordt er een krappe deadline genoemd: nog dit decennium moeten we kunstmatige superintelligentie bereiken. OpenAI is opnieuw niet de enige die dat denkt: ook Meta en xAI geloven in de spoedige komst van AI-systemen die slimmer zijn dan de allerslimste mens. De eerdergenoemde wetenschappers onderschrijven die verwachting, al delen ze in hun scenario wel een apocalyptische toekomstvisie: ASI ontwikkelt uiteindelijk een biowapen waarmee de mensheid wordt uitgeroeid.

Onderzoekers hebben een hypothetisch scenario uitgedacht voor hoe AI de komende jaren stap voor stap kan ontwikkelen tot een superintelligentie.

Grote gevolgen

Of kunstmatige intelligentie ooit in staat zal zijn tot zo'n massa-extinctie, blijft natuurlijk koffiedik kijken. AI-experts discussiëren al meer dan zeventig jaar over het potentieel van kunstmatige intelligentie. Dat zal voorlopig niet veranderen. Een ding is volgens Krijger in ieder geval wél duidelijk: AI-modellen worden op veel gebieden in rap tempo beter. Dat blijkt uit talloze benchmarks die meten hoe goed kunstmatige intelligentie presteert in uiteenlopende taken, zoals spraakherkenning of begrijpend lezen, vergeleken met het menselijke gemiddelde. "Je ziet dat al die lijntjes recht omhoog gaan, omdat AI zulke dingen steeds beter kan, soms zelfs beter dan mensen.".

Hoewel de huidige vorm van kunstmatige intelligentie (narrow AI) de mens nog lang niet in alle cognitieve taken kan overtreffen, denkt de techfilosoof dat ze op een hoop gebieden al als 'goed genoeg' wordt beschouwd. Volgens Krijger zullen veel mensen daarvan de gevolgen merken. "De grote onderzoeksbureaus schatten dat de huidige AI-modellen ongeveer 60 procent van de banen gaan raken en 30 procent ook kunnen overnemen. Daar heb je dus niet eens AGI voor nodig."

AI-modellen worden ieder jaar beter in een breed scala aan taken.

AI-vervanger

Beerends merkt dat veel mensen bereid zijn om mensenwerk te vervangen door AI-bots. Daar maakt de AI-criticus zich grote zorgen over. "Mensen denken dat kunstmatige intelligentie meer kan dan in werkelijkheid het geval is. Dat is gevaarlijk. Therapeuten en psychologen worden nu bijvoorbeeld vervangen door AI, maar chatbots praten alleen maar met je mee. Dat kan ertoe leiden dat suïcidale gevoelens juist worden versterkt."

"Ik denk dat het heel belangrijk is om je te beseffen dat je met alles wat je doet, zoals het schrijven van mails of verslagen, in feite je eigen AI-vervanger traint", vertelt Krijger. "Er kan een moment komen dat iemand zegt: we laten een AI-systeem jouw werk doen. En jij hebt daar dan zelf alle input voor geleverd." Volgens hem moeten werknemers nu de toekomst van hun baan zien vast te stellen, bijvoorbeeld door zich aan te sluiten bij een vakbond of AI-waarborgen te laten opnemen in hun arbeidsvoorwaarden. De AI-trend pakt anders voor velen van ons niet gunstig uit, vreest hij. "De komende vijf tot tien jaar worden op AI-gebied heel spannend. Niet zozeer door de zogenaamde komst van AGI, maar eerder door wat de 'saaie' AI van nu teweeg gaat brengen."

De afgelopen jaren zijn chatbots een aantal keer in opspraak geraakt omdat ze suïcide zouden aanmoedigen.