ID.nl logo
Huis

De valkuilen van een nieuwe website

ADV: Je neemt de stap en gaat eindelijk een nieuwe site bouwen of een blog inrichten? Uitstekend maar lees wel eerst even de meest voorkomende valkuilen om de kans op succes te vergroten.

Dit artikel wordt je aangeboden door Mijndomein.nl. De redactie van PCM was niet betrokken bij de totstandkoming ervan.1. Niet nadenken over de domeinnaam

Maak niet de fout om eerst een site te bouwen en dan pas na te gaan denken over welke domeinnaam geschikt zou zijn. De juiste domeinnaam is niet alleen het merk van je site maar straalt ook uit naar jezelf, je bedrijf of de vereniging of stichting waarvoor je een site wilt bouwen. Hou er rekening mee dat veel .nl-domeinnamen inmiddels bezet. Tegelijkertijd zijn er tientallen nieuwe extensies zoals .shop en .amsterdam beschikbaar die nieuwe mogelijkheden bieden. Lees hier meer over het vinden van een goede domeinnaam.

2. Doel uit het oog verliezen

Of je nu een webdesigner in de arm neemt of zelf aan de slag gaat, het is best lastig om niet door allerlei mooie voorbeelden of mogelijkheden van koers te raken. Bepaal voor je begint duidelijk wat het doel is (bijvoorbeeld: visitekaartje, portfolio, promotie, ledenwerving, verkoop, etc.) van je site en wat daarvoor voor nodig is. Voor veel cms’en zijn voor een paar tientjes kant-en-klare themes beschikbaar waarmee een site in één keer smoel krijgt maar zorg er wel voor dat je er wel één kiest die aansluit op het doel. Zo voorkom je verwarring bij de bezoeker en maak je het ook eenvoudiger om de site verder uit te breiden.

3. Stuk lopen op de techniek

Zeker als je niet veel ervaring hebt met het bouwen van sites, is het verstandig om het simpel te houden en te kiezen voor relatief eenvoudig content managent systeem (cms) zoals WordPress, Drupal of Concrete5. Probeer wanneer je begint het aantal pagina’s tot maximaal 4 á 5 te beperken. Beter een compacte site die goed werkt, dan één met veel pagina’s die niet af is. Vanuit een basis die goed functioneert is het ook makkelijker om in de toekomst uit te breiden en verbeteringen aan te brengen. Dat is ook meteen een goede reden om je site te hosten bij een betrouwbare partij in Nederland, zoals bijvoorbeeld mijndomein.nl. Op die manier weet je zeker dat je niet stuk loopt op de techniek en kun je altijd terugvallen op Nederlandstalige helpdesk die snel reageert.

4. Geen rekening houden met mobiel

Het ziet er naar uit dat in 2015 het aantal bezoeken aan websites met een mobiele telefoon of smartphone dat van gewone pc’s zal overstijgen. Toch zien we nog regelmatig (nieuwe) sites langskomen die niet of slecht leesbaar zijn op een mobiel apparaat omdat hier tijdens het ontwerp geen rekening mee is gehouden. Google test inmiddels alle sites in de index op mobiele bruikbaarheid en deelt strafpunten uit als je site niet goed wordt getoond. Kortom: nieuwe website? Zorg er dan zeker voor dat deze ‘responsive’ is en dus op alle platformen en apparaten ook goed is te bekijken. Tip: hoewel bij veel kant-en-klare themes staat vaak vermeld of deze al of niet responsive zijn, is het verstandig om voor aanschaf te testen of dit inderdaad zo is.

5. Content vergeten

In het traject naar het ontwerpen en ontwikkelen van een websites wordt niet zelden het belangrijkste aspect over het hoofd gezien: de content. En dit heeft tot gevolg dat veel nieuwe sites er mooi uit zien maar een zeer matig of zelfs geheel ongeloofwaardig verhaal vertellen, boordevol spel- of stijlfouten. Of het nu om tekst, video, foto’s of illustraties gaat: de content is het allerbelangrijkste van je nieuwe site. Hiermee vertel je jouw verhaal en moet je bezoekers zien te overtuigen om voor jouw diensten, bedrijf, stichting of vereniging te kiezen. Goede content is daarnaast essentieel om je te onderscheiden en draagt bij aan de vindbaarheid. Zet het daarom bovenaan je prioriteitenlijst en denk ook na over hoe vaak en in welke vorm je nieuwe content aan je site wilt toevoegen.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen