ID.nl logo
Fake video's: de opkomst van deepfake
© PXimport
Huis

Fake video's: de opkomst van deepfake

Het wordt steeds eenvoudiger om met AI-systemen fake video’s te maken. Wat heeft dat voor gevolgen?

Nog niet zo lang geleden had je als regisseur een miljoenenbudget nodig als je special effects aan een film wilde toevoegen. Neem bijvoorbeeld de uitdaging waarvoor Martin Scorsese zich gesteld zag in 2015: zijn misdaadfilm The Irishman omspande vijf decennia. Dat betekende dat de hoofdrolspelers op zeer uiteenlopende leeftijden in beeld moesten verschijnen. Scorsese had kunnen kiezen voor het inzetten van jongere look-a-likes van hoofdrolspelers Robert de Niro, Al Pacino en Joe Pesci, die toen al dik in de zeventig waren.

Hij koos echter voor een technische oplossing: hij huurde een bedrijf in dat de acteurs achteraf met digitale animatie verjongde. Al tijdens het filmen moest daarmee rekening worden gehouden. De normale camera werd geflankeerd door twee infraroodcamera’s. Die brachten de exacte gezichtsbewegingen van de acteurs continu in drie dimensies in beeld. Zo kon hun mimiek achteraf op de computer als draadmodel worden gereconstrueerd, en kon de software daarover een jonger masker leggen.

©PXimport

Gratis software

De voor de Irishman gebruikte techniek was niet alleen kostbaar maar ook arbeidsintensief. De postproductie van de film duurde maar liefst twee jaar. Groot was dan ook de schok toen drie maanden na het uitbrengen van de film in 2019 op YouTube een video opdook met de titel ‘The Irishman De-Aging: Netflix Millions VS. Free Software!’. Een anonieme persoon – die zichzelf iFake noemde – had het digitale verjongingsproces verbeterd. Hij had daarvoor gratis software gebruikt. In slechts zeven dagen tijd had hij een resultaat bereikt dat beter was dan in de film.

©PXimport

Deep learning

De slimme software die iFake gebruikte, dankt zijn bestaan aan deep learning. Bij deze vorm van kunstmatige intelligentie leert een computer zelf, door ervaring. Dat gebeurt in een neuraal netwerk, dat losjes geïnspireerd is op de werking van het menselijk brein. Wanneer onze hersenen iets leren, leggen ze nieuwe verbindingen tussen hersencellen. Een kunstmatig neuraal netwerk leert op soortgelijke wijze en gebruikt daarvoor een soort digitale pendant van hersencellen.

Zo kan ook een computer leren; net als jonge kinderen dat doen: met vallen en opstaan, door eindeloos te proberen en te kijken wat wel en wat niet werkt. Een getraind kunstmatig intelligent neuraal netwerk volgt daardoor geen voorgeprogrammeerde regels, maar doet zelf stap voor stap ervaring op.

Wedijverende neurale netwerken

Van oorsprong waren kunstmatig intelligente neurale netwerken vooral goed in herkenning, bijvoorbeeld van beelden. In het zelf bedenken van dingen waren ze lange tijd minder sterk.

Daar kwam verandering in dankzij computerstudent Ian Goodfellow. Hij was in 2014 al een tijd tevergeefs aan het proberen om een neuraal netwerk zo gek te krijgen om nepportretten te produceren. Tot hij op het lumineuze idee kwam om een tweede neuraal netwerk te trainen in het ontmaskeren van het nepportret-productiesysteem. Beide systemen zouden dus met elkaar gaan wedijveren, en elkaar op die manier maximaal uitdagen. Die aanpak had vrijwel meteen effect: Goodfellows neurale netwerk produceerde betere fake portretten dan ooit tevoren.

Dit soort trainingsnetwerken worden tot op de dag van vandaag gebruikt om neurale netwerken het vuur aan de schenen te leggen. Ze worden generatieve antagonistennetwerken genoemd – in het Engels generative adversarial networks, afgekort tot GAN.

©PXimport

Deepfakes

Deep learning kent allerlei nuttige toepassingen. Zo hebben autonome auto’s dankzij deep learning geleerd om wegmarkeringen, verkeersborden en andere weggebruikers te signaleren en erop te reageren. Zo zijn spraakherkenningsprogramma’s in staat om het geluid van een menselijke stem om te zetten in letters op een scherm. En zo zullen binnen enkele jaren ook mensen zonder veel verstand van kunstmatige intelligentie met eenvoudige, gratis software nepfoto’s, -audio en -video’s kunnen produceren.

Deskundigen voorspellen dat het internet overspoeld zal raken met zogeheten deepfakes. Volgens sommige schattingen zal in 2030 zo’n negentig procent van al het online audiovisuele materiaal nep zijn. Hoe levensecht een deepfake eruit kan zien, zie je bijvoorbeeld op www.thispersondoesnotexist.com. Iedere keer dat je deze websitepagina ververst, bedenkt een achterliggend neuraal netwerk automatisch een nieuwe portretfoto van een niet bestaand persoon.

©PXimport

Deepfake-Dalí

Deep learning maakt het mogelijk om deepfakes te maken van bestaande personen. Een voorwaarde daarvoor is dat er voldoende camerabeelden van die persoon beschikbaar zijn om een deep-learningsysteem mee te trainen. In zo’n geval bestudeert een AI-systeem eerst uitgebreid iemands biometrische kenmerken – gezicht, lichaam, stem, mimiek en/of motoriek. Daarna maakt het stapje voor stapje een fake video van de bestudeerde persoon.

Dat overkwam bijvoorbeeld Salvador Dalí, twintig jaar na zijn dood in 1989. Het naar hem vernoemde museum in Florida maakte in 2019 een kunstinstallatie waarin een nep-Dalí vanaf een scherm uitleg geeft over de tentoongestelde werken. Bezoekers waren onder de indruk van deze deepfake, die was gemaakt door historische beelden van Dalí aan een deep-learningsysteem te voeren. Ze hadden het idee naar de echte Dalí te kijken. Dat effect werd nog eens versterkt doordat Dalí bij het verlaten van de tentoonstelling voorstelde om samen een selfie te maken.

©PXimport

Afpersing en misleiding

Het voorbeeld van Dalí is onschuldig en vermakelijk, maar deepfaketechnologie kent helaas ook kwalijke toepassingen. “Ik overdrijf niet als ik zeg dat wanneer je ooit – in welke vorm dan ook – bent gefilmd, gefotografeerd of je stem is opgenomen, je theoretisch slachtoffer kunt worden van deepfake fraude”, schrijft Nina Schick in haar standaardwerk over deepfakes. Zo werden al vroeg in de historie van deepfakes ontelbare actrices slachtoffer van een ‘face swap’, waarbij hun gezicht op het lichaam van een pornoster werd geplaatst.

Ook criminelen kunnen misbruik maken van deepfakes, bijvoorbeeld om mensen af te persen of te misleiden. Zo werd een hoge functionaris bij een Britse energiemaatschappij in 2018 gebeld door iemand die exact klonk als diens directeur. De stem vroeg hem onmiddellijk 250.000 Britse ponden over te maken naar een bankrekeningnummer dat zou toebehoren aan een leverancier. De medewerker gehoorzaamde, omdat hij ervan overtuigd was de directeur aan de lijn te hebben. Hij sloeg pas alarm toen hij nogmaals werd gebeld door zijn directeur met een soortgelijk verzoek, zo meldde de verzekeringsmaatschappij die de claim behandelde.

©PXimport

De infocalyps komt eraan

Ook regimes en politieke groeperingen kunnen deepfakes inzetten, om zo bewust desinformatie te verspreiden. Om te waarschuwen voor ‘de toekomst van fake news’, liet nieuws- en entertainment-website Buzzfeed in het voorjaar van 2018 een deepfake video van Barack Obama maken. In deze korte video beledigt Obama niet alleen Trump, maar spreekt hij ook waarschuwende woorden: we leven in een tijdperk waarin je zorgvuldig moet zijn in het kiezen van je informatiebronnen.

Toch voorspelt Schick dat ook traditionele media door de opkomst van deepfakes steeds vaker onder vuur zullen komen te liggen. “Als mensen zich realiseren dat kunstmatige intelligentie nepcontent kan synthetiseren, zullen ze ook bij authentieke audio en video hun vraagtekens zetten”, zei ze deze zomer tijdens een discussie in de Balie in Amsterdam. Schick vreest om die reden voor een ware ‘infocalyps’, waarin niemand elkaar nog gelooft en discussies onmogelijk worden.

De term infocalyps werd overigens al in 2016 gebruikt door de Amerikaanse technologieonderzoeker Aviv Ovadya. Hij waarschuwde dat de algoritmen die sociale-mediaplatformen gebruiken om de aandacht van hun leden gevangen te houden, ertoe leiden dat mensen steeds extremer nieuws binnen hun eigen interessesfeer krijgen voorgeschoteld. Kwaadwillenden kunnen van dat mechanisme misbruik maken door propaganda te verspreiden en mensen tegen elkaar uit te spelen.

©PXimport

Couppoging

Een triest bijeffect van deepfakes is dat mensen ook steeds vaker zullen twijfelen aan de echtheid van authentiek audiovisueel materiaal. Lobbygroepen, autoritaire regimes en extremistische politieke groeperingen kunnen van dat effect misbruik maken.

Dat gebeurde bijvoorbeeld in het West-Afrikaanse land Gabon. Toen president Bongo in januari 2019 zijn traditionele nieuwjaarstoespraak hield, werd de echtheid van de tv-beelden door velen in twijfel getrokken. Bongo was in oktober van het jaar daarvoor getroffen door een beroerte. De regering had daarover pas laat openheid gegeven en had bovendien tegenstrijdige berichten naar buiten gebracht. Politieke tegenstanders hadden de gelegenheid aangegrepen om op social media het gerucht te verspreiden dat de president overleden was. Toen Bongo op 1 januari eindelijk op televisie verscheen, vermoedden velen daardoor dat het ging om een dubbelganger, een gemanipuleerde video of een deepfake. Dat vermoeden werd versterkt doordat Bongo’s gezicht bijna geen expressie vertoonde. Een Amerikaanse neuroloog vertelde later aan The Washington Post dat Bongo’s vlakke gezichtsuitdrukkingen het gevolg konden zijn van diens beroerte. Daarnaast verklaarden twee computerexperts dat de kans klein was dat het om een deepfake ging. Het kwaad was echter al geschied: de onrust hield aan en politieke tegenstanders deden op 7 januari 2019 een couppoging.

©PXimport

Deepfake Detection Challenge

Vanwege de grote schade die deepfakes op allerlei manieren kunnen aanrichten, komen er steeds meer onderzoeks-, bedrijfs en regeringsinitiatieven om ze te detecteren en te bestrijden.

Een daarvan is de Deepfake Detection Challenge. Deze wedstrijd werd georganiseerd door Facebook, Microsoft en een aantal onderzoeksinstituten. Speciaal voor dit doel creëerde het samenwerkingsverband, met de hulp van maar liefst 3500 acteurs, zo’n 115.000 video’s, waaronder zowel echte als nep. Zo kregen onderzoekers opeens toegang tot een gigantische databank om hun deepfake-detectiemodellen te trainen. De hoop was om zo de ontwikkeling van deze ontmaskeringsmodellen te stimuleren. De winnaar van deze challenge werd beloond met een geldbedrag van een half miljoen dollar.

©PXimport

Controle met metadata

Mensenrechtenorganisatie Witness koos een andere benadering om de infocalyps te bestrijden: het maakte een app waarmee je kunt bewijzen dat een foto of video daadwerkelijk op een bepaalde plaats en tijdstip is gemaakt. Dat is onder meer relevant voor de rapporteurs van deze organisatie, die wereldwijd misstanden aan de kaak proberen te stellen.

Met ‘ProofMode’ kan iedereen automatisch metadata opslaan van alle omstandigheden waaronder een opname is gemaakt. Daarbij gaat het niet alleen om de tijd, maar ook om de metingen die ingebouwde sensoren doen, zoals de gps, die de exacte locatie registreert. Ook naburige gsm-antennes geven daarover informatie, net zoals bewegingssensoren iets kunnen zeggen over de omstandigheden waaronder een opname werd gemaakt. Al deze informatie wordt in ProofMode als metadata versleuteld en samen met het audio- of videobestand opgeslagen. Zo kan later worden gecontroleerd of een foto of video authentiek en onbewerkt is.

©PXimport

Kat- en muisspel

Toch zullen deze slimme technieken er niet voor zorgen dat deepfakes in de toekomst beter kunnen worden ontdekt en bestreden, zo voorspelt het Rathenau-instituut in het rapport Digitale dreigingen voor de democratie. “Tegenmaatregelen kunnen op hun beurt juist leiden tot nog geavanceerde deepfakes, die moeilijker zijn te detecteren. Ook kunnen ze ertoe leiden dat de activiteiten van producenten en verspreiders van desinformatie zich verplaatsen naar besloten groepen en kanalen, en zich daarmee onttrekken aan het oog van moderators.”

Ook om een andere reden kan de bestrijding van desinformatie achterop raken, voorspelt het Rathenau-Instituut. “De mogelijkheden die nieuwe technologieën bieden om desinformatie te bestrijden, lijken beperkter dan de technologische mogelijkheden om desinformatie te produceren en te verspreiden. Zo kunnen productie- en verspreidingstechnologieën sterk profiteren van automatisering, terwijl voor de bestrijding ervan vaak mensen nodig blijven om te beoordelen of er werkelijk sprake is van misleidende informatie.”

▼ Volgende artikel
Zomerklaar zonder sportschool: zoveel calorieën verbrand je met huishoudelijke klussen
© ID.nl
Huis

Zomerklaar zonder sportschool: zoveel calorieën verbrand je met huishoudelijke klussen

Wil je voor de zomer nog snel een paar kilo kwijt? Daarvoor hoef je echt niet meteen naar de sportschool. Wie thuis flink de handen uit de mouwen steekt, verbrandt namelijk meer calorieën dan je misschien denkt. Schoonmaken, tuinieren, tillen, traplopen en zelfs strijken: elke klus is een mini-workout op zich!

In dit artikel lees je hoe verschillende huishoudelijke klussen bijdragen aan je dagelijkse verbranding, hoe zwaar ze werkelijk zijn en hoe je ongemerkt toch behoorlijk actief bezig bent. Inclusief handige tabel waarin je snel ziet hoeveel calorieën je met dagelijkse klussen verbrandt!

Lees ook: 7 fruitsoorten die je het beste kunt eten als je wilt afvallen

Stofzuigen, dweilen en ramen lappen

Schoonmaken verhoogt je hartslag. Neem bijvoorbeeld stofzuigen. Wat op het eerste gezicht een simpele klus lijkt, vraagt toch flink wat beweging. Je loopt heen en weer, draait je romp, buigt, strekt je armen en soms moet je zelfs de meubels verplaatsen. Al met al ben je dus constant in beweging. Als je dit een half uur volhoudt in een flink tempo, verbruik je al gauw 85 tot 100 calorieën, afhankelijk van je gewicht. Dweilen, waarbij je kracht zet vanuit je schouders en bovenlichaam, kost nog wat meer energie.

Ook ramen lappen is intensiever dan het lijkt. Vooral als je boven je hoofd werkt of telkens naar boven en beneden moet reiken. Wie de binnen- en buitenkant van de ramen op één dag aanpakt, heeft aan het einde van de middag vaak spierpijn in zijn of haar armen. En dat is precies het punt: hoe meer spiergroepen je gebruikt, hoe hoger je verbranding.

Strijken, bedden verschonen en wassen

Er zijn ook klussen die niet direct als 'sportief' voelen, maar wel degelijk bijdragen aan je verbranding. Strijken bijvoorbeeld. Je staat vaak lang op één plek, beweegt constant met je armen, en als je het in een stevig tempo doet, verbrand je tot zo'n 75 calorieën per uur. Dat is weliswaar minder dan bij dweilen of traplopen, maar het telt op. Zeker als je er een gewoonte van maakt om tijdens het strijken lichtjes door je knieën te buigen of steeds kleine stapjes naar links en rechts te zetten.

Ook bedden verschonen is een onderschatte klus. Matrassen optillen, hoeken van hoeslakens strak trekken, dekbedden schudden – het is een kleine workout op zich. Hier werk je met je hele lichaam, en dat merk je ook aan je ademhaling. Haal je drie bedden af en maak je ze opnieuw op? Dan ben je zo twintig tot dertig minuten bezig, goed voor 100 tot 150 calorieën, afhankelijk van hoe vlot je doorwerkt.

Wassen en de was ophangen zijn ook actieve bezigheden. Zeker als je de was buiten aan de lijn hangt. Je tilt, reikt, draait, bukt – beweging zat. De extra inspanning zit 'm vaak in de herhaling: een paar wasjes op één dag betekent veel heen en weer lopen, tillen en ophangen.

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Traplopen, sjouwen en tillen

Huishoudelijke taken waarbij je trappen loopt of moet sjouwen, zoals de wasmand naar zolder brengen of boodschappen uitladen, leveren relatief veel verbranding op in korte tijd. Traplopen is zelfs een van de meest intensieve activiteiten binnenshuis. Je tilt bij elke stap je eigen lichaamsgewicht omhoog. Als je meerdere keren per dag de trap op en af gaat, tikken de calorieën ongemerkt aan. Of beter gezegd, af.

Ook het verplaatsen van meubels, dozen of zelfs een volle stofzuiger draagt bij aan je dagelijkse verbranding. Vooral als je zware dingen van beneden naar boven brengt, of vanuit een onhandige hoek moet tillen, activeer je meerdere spiergroepen tegelijk.

In de tuin werken

Zodra het weer het toelaat, lonkt het buitenleven. En ook daar liggen genoeg kansen om te bewegen zonder dat het als sport voelt. Onkruid wieden, snoeien, de heg knippen, bladeren harken of gras maaien met een handmaaier – allemaal activiteiten waarbij je langdurig in beweging bent en je spieren aan het werk zet.

Tuinieren is vooral goed voor je core (je rompstabiliteit), rug en benen. Wie af en toe een kruiwagen vol tuinafval moet verplaatsen of met potgrond aan de slag gaat, zet bovendien kracht. Het voordeel is dat je in de tuin vaak langer doorwerkt dan je van tevoren had gepland. En dan heb je zo ongemerkt al 300 tot 400 calorieën verbrand.

Tempo, houding en afwisseling maken het verschil

Hoeveel energie je verbruikt bij huishoudelijke klussen, hangt sterk af van de manier waarop je ze aanpakt. Werk je rustig of stop je steeds tussendoor, dan ligt het verbruik lager. Maar zet je een muziekje op, verhoog je het tempo en werk je gefocust, dan kan het best pittig zijn.

Ook je houding speelt een rol. Wie uit de rug tilt of verkeerd draait, loopt eerder tegen blessures aan. Buig dus vanuit je knieën, houd je rug recht en span je buikspieren aan tijdens het werk. Dat is niet alleen veiliger, maar zorgt er ook voor dat je meer spiergroepen activeert.

Afwisseling is ook belangrijk. Wissel staan en zitten af, combineer zware taken met lichtere en neem korte pauzes als je langer dan een uur bezig bent. Dat maakt het huishouden fysiek beter vol te houden én leuker.

Weinig extra moeite, wél effect

Het mooie van calorieën verbranden met het huishouden is dat het weinig extra moeite kost. Je moet het toch doen – en met een iets actievere aanpak profiteert je lichaam er ook van. Zeker als je de hele dag achter een bureau zit, zijn deze klusjes een welkome onderbreking. Je komt even in beweging, gebruikt je spieren, en maakt ondertussen ook nog je huis of tuin een stukje netter.

Wie het effect groter wil maken, kan het combineren met lichte extra beweging zoals een dagelijkse wandeling, wat rek- en strekoefeningen of fietsen naar de supermarkt in plaats van met de auto. Alles bij elkaar ben je dan actiever dan je denkt, zonder dat het als sporten voelt.

©Dmytro Vasylenko

Tot slot

Natuurlijk vervangt stofzuigen geen rondje hardlopen en is ramen zemen niet hetzelfde als krachttraining. Maar als je het slim aanpakt, kun je op een dag toch een paar honderd calorieën extra kwijtraken, gewoon door bezig te zijn. De truc zit 'm in bewuster bewegen, klussen afwisselen en jezelf af en toe net wat meer uitdagen.

Dus als je je afvraagt hoe je zonder sportkleding en sportschoolabonnement fitter de zomer ingaat: kijk eens rond in huis. Grote kans dat je schoonmaakdoek, wasmand of kruiwagen je daarbij meer helpen dan je dacht.

In onderstaande tabel zie je hoeveel calorieën je verbrandt met huishoudklussen. *
KlusCalorieën/uur (72 kg)Calorieën/uur (85 kg)
Stofzuigen175205
Dweilen195230
Ramen lappen185215
Strijken8095
Bed verschonen140165
Wassen en ophangen120140
Traplopen540640
Boodschappen sjouwen/inruimen210250
Onkruid wieden170200
Gras maaien (duwmaaier)260305
Harken180210
Snoeien of zagen235275

*Hoeveel je weegt, heeft daar ook invloed op. 72 kilo is het gemiddelde gewicht van vrouwen in Nederland; 85 kilo van mannen. Voor beide gewichtsklassen hebben we het verbruik uitgerekend.

▼ Volgende artikel
Dit is de ideale temperatuur voor jouw koelkast en vriezer
© yaroslav1986
Huis

Dit is de ideale temperatuur voor jouw koelkast en vriezer

De temperatuur van je koelkast is belangrijker dan je misschien denkt. Als je 'm goed instelt, blijft je eten niet alleen langer vers, maar voorkom je ook verspilling én nare luchtjes.

Na het lezen van dit artikel weet je:

  • Welke temperatuur het beste is voor de koelkast en vriezer
  • Hoe je de temperatuur nauwekeurig meten in je koelkast of vriezer
  • Hoe je de koelkast of vriezer het beste kunt indelen
  • Hoe je warmteverlies voorkomt
  • Hoe je energie kunst besparen met je koelkast of vriezer

Ook interessant: Is het tijd voor een nieuwe koelkast?

Wat is de beste temperatuur voor je koelkast?

De gouden standaard? 4 graden Celsius. Daarmee zit je voor de meeste etenswaren helemaal goed. Mocht jouw koelkast hoger of lager staan, dan weet je dus wat je te doen staat. Maar let op: die 4 graden geldt niet overal in je koelkast. Onderin is het meestal wat koeler, omdat koude lucht naar beneden zakt. In de deurvakken – waar je telkens warme lucht binnenlaat als je de deur opentrekt – is het juist wat warmer. Zeker als je koelkast goed vol zit, kunnen de verschillen flink oplopen.

Wil je het zeker weten? Plaats dan op verschillende plekken een simpele koelkastthermometer en check of alles binnen de perken blijft. Zit er meer dan 3 graden verschil tussen boven en onder, of tussen het midden en de deur? Dan is het tijd om de boel wat slimmer in te richten.

Wist je dat sommige voedingsmiddelen gevoeliger voor temperatuurschommelingen zijn? Vlees, vis, zuivel en eieren moeten strikt op 4 °C worden bewaard. Groenten en fruit kunnen daarentegen ook bij lagere temperaturen goed gedijen in de groentelade.

Tips voor de juiste koelkasttemperatuur:
Gebruik een koelkastthermometer om de temperatuur goed in de gaten te houden.
Zet gevoelig voedsel, zoals vlees, op de middelste planken.
Bewaar producten die tegen een lagere temperatuur kunnen, zoals groenten, onderin.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Wat is de juiste vriezertemperatuur?

Voor je vriezer geldt één ijskoude regel: -18 graden Celsius is de sweet spot. Op die temperatuur liggen bacteriën en schimmels stil als een standbeeld, en blijft je eten dus veilig bewaard – soms wel maandenlang. Veel vriezers kunnen nóg kouder, maar dat heeft weinig zin. Het kost alleen extra stroom en levert geen voordelen op.

Check ook eens het sterrensysteem op je vriezer: hoe meer sterren, hoe beter hij in staat is om je eten langdurig in topconditie te houden. En twijfel je of jouw diepvries koud genoeg is? Met een vriezerthermometer weet je het zo. Want hoe warmer het wordt, hoe sneller je eten achteruitgaat, en dat is zonde van je boodschappen én je energie.

Tips voor de optimale vriezertemperatuur:
Gebruik een vriezerthermometer om de temperatuur in de gaten te houden.
Stel je vriezer niet kouder in dan nodig. Elke graad lager kost 5% meer energie.
Plaats nieuwe producten zoveel mogelijk rondom al ingevroren voedsel.
Laat warme gerechten eerst afkoelen voordat je ze invriest.
Zet je vriezer niet in de volle zon of naast een warmtebron zoals de oven.
Ontdooi je vriezer regelmatig.

©Hedgehog94

Hoe stel je de temperatuur in?

Hoe je de temperatuur precies instelt, hangt af van het soort koelkast of vriezer dat je hebt. Heb je een klassiek model met een draaiknop? Dan doe je het een beetje op gevoel. Voor je koelkast zit je meestal goed op stand 3 of 4, voor de vriezer op stand 5. Een losse thermometer is dan geen overbodige luxe om te controleren of je echt rond de 4 °C (koelkast) en -18 °C (vriezer) zit.

Nieuwere apparaten maken het je makkelijker: met een digitaal display stel je de temperatuur tot op de graad nauwkeurig in. En met een slimme koelkast kun je zelfs vanaf je vakantieadres even de boel bijstellen via een app. Ideaal als je vergeten bent dat restje stoofpot erin te zetten voordat je wegging.

Een paar praktische tips: zet je koelkast niet pal naast het fornuis of een radiator – dat maakt 'm onnodig lui. Laat warme gerechten eerst even afkoelen voordat je ze in de koelkast zet, anders raakt de temperatuur van de hele inhoud uit balans. En check af en toe of de deur nog goed sluit. Versleten rubbers laten koude lucht ontsnappen en dan is je energiezuinige instelling voor niks geweest.

Ook interessant: Koelkastproblemen? Zo los je ze op!

©WEBSERVIS

Slim koelen, minder stroom verbruiken

Je koelkast en vriezer staan dag en nacht aan, dus alle kleine beetjes energiebesparing tellen. Begin bij de basis: kies bij de aanschaf voor een energiezuinig model, bij voorkeur eentje met label A. Die zijn flink zuiniger dan oudere of minder efficiënte modellen, en dat merk je uiteindelijk op je energierekening.

Ook de details maken verschil. Controleer minstens één keer per jaar de deurrubbers. Sluiten die niet meer goed aan? Dan ontsnapt er koude lucht en moet je apparaat overuren draaien om alles koel te houden. Houd de deuren sowieso zo veel mogelijk dicht; hoe korter je 'm opent, hoe minder warmte erin komt.

Nog een gouden tip: laat je koelkast en vriezer ademen. Zorg voor genoeg ruimte rondom, vooral aan de achterkant, zodat de warmte netjes kan worden afgevoerd. Zit de boel vol stof? Maak dan even de condensor schoon. En vergeet je vriezer niet af en toe te ontdooien. IJs op de wanden klinkt koud, maar werkt juist als een isolerend jasje, en dat kost extra stroom.