ID.nl logo
Overal bij uw NAS
© CIDimport
Huis

Overal bij uw NAS

Hebt u een netwerkschijf, ofwel een nas, dan kunt u bestanden niet alleen delen binnen uw eigen lokale netwerk, maar ook daarbuiten. Simpelweg door uw nas met internet te verbinden.

Hebt u een netwerkschijf, ofwel een nas, dan kunt u bestanden niet alleen delen binnen uw eigen lokale netwerk, maar ook daarbuiten. Simpelweg door uw nas met internet te verbinden. Handig voor een backup, of om vanuit een internetcafé alvast uw foto’s veilig thuis op de server te zetten.

Een netwerkschijf is een handig opslagapparaat voor foto's, video's, muziek en andere bestanden. Met een nas loopt de hardeschijf van uw eigen pc niet zo snel vol en u kunt uw bestanden vanaf elke pc in huis benaderen. Soms is het prettig om uzelf of anderen via internet ook toegang te bieden tot die bestanden. Dat is geen enkel probleem. U zet de juiste poorten in uw router open en zorgt ervoor dat de router al het binnenkomende verkeer automatisch doorverwijst naar uw nas.

 

©CIDimport

 

Poorten

Om te beginnen draait het allemaal om poorten: de poorten die vanaf internet toegang geven tot uw nas. Zoals u wellicht weet, heeft iedere website en elk netwerkapparaat dat met internet is verbonden een eigen ip-adres. Dat geldt dus ook voor het toegangspunt tot internet dat u thuis hebt - het adres wordt toegewezen door uw provider. Op dit adres kunt u op verschillende manieren binnenkomen, bijvoorbeeld via uw browser of via ftp. Dat gaat via poorten. Voor webverkeer wordt standaard poort 80 gebruikt.

Als uw browser bijvoorbeeld de website www.computeridee.nl opvraagt, klopt hij aan bij het ip-adres van www.computeridee.nl op deze poort. Wordt daar niet opengedaan, dan geeft het programma aan dat die website niet te vinden is. Wilt u nu via een browser van buitenaf toegang krijgen tot uw nas, dan moet u in uw router aangeven dat al het verkeer dat van buitenaf aanklopt op poort 80 van uw (internet-) ip-adres, wordt doorgestuurd naar de nas. Bovenstaande schetst het principe; de manier waarop dat in de router werkt, kan per model verschillen. Op de website portforward.com is een zeer uitgebreid overzicht te vinden van handleidingen voor vele verschillende routers. Sommige nasapparaten kunnen het zelf regelen, met behulp van automatische poorttoewijzing; doorgaans activeert u dat door een vinkje te plaatsen ergens in het netwerkmenu van de netwerkschijf. Met de hand kan het ook. Meestal is dit onderdeel te vinden onder het kopje firewall in het menu van de router. Voor dit artikel gebruiken we een Sitecom WL-350 router, waar onder het kopje Virtual Server de doorstuurmogelijkheden te vinden zijn. Selecteer ‘http' bij ‘Name', de router selecteert automatisch de publieke poort 80 (die aan de kant van internet) en private poort 80, de poort waarop het verkeer wordt doorgesluisd naar het apparaat binnen het netwerk (zie afbeelding). Onder het kopje IP Address moet u het ip-adres opgeven van de netwerkschijf. Deze router van Sitecom laat u ook op de (computer)naam selecteren. Dat is herkenbaarder dan het ip-adres. Prettig, maar sommige routers zijn niet zo slim.

 

©CIDimport

 

Kunt u niet op naam selecteren en wilt u het ipadres weten van uw nas (en dit is dus een ander ip-adres dan dat van uw internetaansluiting), dan kunt u dat onder meer te weten komen door het overzicht van uitgedeelde ipadressen (dhcp) te bekijken in uw router (afbeelding). Dit overzicht bevindt zich soms in het hoofdscherm, maar kan ook deel uitmaken van het administratiemenu.

 

©CIDimport

 

Een andere mogelijkheid is het opvragen van de eigenschappen van de nas in het netwerkoverzicht van Windows (zie afbeelding) of het bekijken van de netwerkeigenschappen in de nas. Hebt u het ip-adres van de nas gevonden, (dat begint meestal met 192.168.xx) voer dat dan in en vergeet niet deze regel te activeren (enable) en op te slaan. Pas dan is deze regel actief. Door vanaf internet uw ip-adres dat u hebt gekregen van uw provider in te tikken, krijgt u toegang tot het webmenu van uw nas. Via dat menu kunt u bestanden bekijken, ophalen of bestanden toevoegen. Mocht u het ip-adres dat u hebt gekregen van uw provider niet (meer) weten, dan vindt u dat door in een browservenster whatismyip.nl in te tikken.

 

©CIDimport

 

U krijgt dan uw ip-adres te zien (afbeelding). Wilt u geen toegang tot het webmenu geven, maar wilt u slechts bestanden overzetten, dan kunt u beter kiezen voor het ftp-protocol. Dit protocol maakt gebruik van poort 21. Voer dezelfde handelingen als hierboven uit, maar zet nu 21 neer waar eerst 80 stond. Vergeet wederom niet deze regel te activeren en op te slaan. Vanaf internet kunt u dan toegang krijgen tot de bestanden die toegankelijk zijn via ftp door in uw browser ftp://uwipadres in te tikken of door een ftp-client te gebruiken zoals Filezilla. Op een nas kunt u meestal per map bepalen of deze wel of niet via ftp toegankelijk is.

Beveiliging

Wanneer u uw nas met internet verbindt, moet u goed nadenken over de gebruikersnamen en wachtwoorden. Een gebruikersnaam als ‘admin', met het wachtwoord ‘admin' is net zo goed als helemaal geen beveiliging: dan liggen uw bestanden eigenlijk gewoon op straat. Naast een goede combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord kunt u het wat lastiger maken door het webmenu (poort 80) niet toegankelijk te maken en alleen toegang via ftp toe te staan. Ook kunt u ervoor kiezen om niet de standaardpoorten te gebruiken. Dan kunt u in plaats van poort 80 aan de publieke kant van uw router, ook kiezen voor bijvoorbeeld poort 8181. De private poort houdt u dan gewoon poort 80. Dat maakt voor de nas niet uit en u kunt er van buitenaf gewoon komen door http://uwipadres/: 8181 in de browser te tikken. Overigens kunnen onwelkome gasten eenvoudig deze poort vinden door alle poorten op uw ip te scannen. Dit is dus voornamelijk een beveiliging tegen gelegenheidsdieven. Sommige nas-apparaten bieden diensten aan op andere poorten. Deze kunt u op dezelfde manier ‘doorprikken' naar internet.

Conclusie

Het verbinden van een nas met de buitenwereld is eenvoudig. Het is wel noodzakelijk om veilige wachtwoorden te gebruiken, anders loopt u de kans dat ongenode gasten toegang krijgen tot uw bestanden.

Makkelijker vinden

Bij veel internetaanbieders krijgt u geen vast, maar een dynamisch ip-adres. Dit betekent dat uw publieke ip-adres kan veranderen. Dat is onhandig, want als het ip-adres verandert, moeten u en alle anderen die gebruikmaken van uw nas telkens dit nieuwe adres invoeren. Een vast ip-adres is dan een stuk handiger, en makkelijker te onthouden. Daarvoor kunt u gebruikmaken van de diensten van een zogeheten dynamische dns-provider. De bekendste is DynDNS.com. Via deze website

kunt u een gratis domeinnaam aan uw ip koppelen. Is uw ip veranderd, dan zorgt DynDNS ervoor dat u automatisch naar het nieuwe adres wordt doorverwezen. DynDNS biedt een keuze uit veel gratis domeinnamen, zoals homeip.net, waarbij u het gedeelte voor de url zelf kunt bepalen, mits die naam nog beschikbaar is natuurlijk. Wilt u een mooiere domeinnaam, dan is dat tegen een (pittige) meerprijs mogelijk. De meeste routers en nas-apparaten kunnen met DynDNS ondersteund. Meestal is er een speciaal menu voorhanden waar u uw inloggegevens kunt invullen, waarna uw ip-adres aan het domein is gekoppeld.

Deze workshop komt uit Computer Idee nummer 16, jaargang 2010.

▼ Volgende artikel
Dit is waarom No Frost eigenlijk onmisbaar is bij inbouw-vriezers
© Kirill Sirotiouk
Huis

Dit is waarom No Frost eigenlijk onmisbaar is bij inbouw-vriezers

Als je je vriezer wilt ontdooien, trek je eerst de stekker eruit. Laat je 'm aanstaan, dan blijft het apparaat koelen en smelt het ijs nauwelijks. Bij een vrijstaand model is dat zo gebeurd, maar bij een inbouw-vriezer ligt dat anders. De plint moet los, het apparaat moet naar voren, en pas dan kun je bij het stopcontact. Gedoe dus. Wil je een inbouw-vriezer, dan kun je dus het beste kiezen voor een model met No Frost. Maar wat is dat eigenlijk, en hoe werkt het?

In dit artikel lees je:
  • Wat No Frost precies doet
  • Waarom No Frost een must is, zeker bij inbouw-vriezers
  • Of er nadelen zitten aan No Frost
  • Wat het verschil is met Low Frost

Wat doet No Frost precies?

In een vriezer zonder No Frost ontstaat na verloop van tijd een ijslaag op de binnenwanden. Dat komt door vochtige lucht die binnenkomt elke keer dat je de deur opent. Daardoor gaan de lades minder soepel open en dicht, vriezen verpakkingen vast en stijgt het energieverbruik zonder dat je het meteen doorhebt.

No Frost voorkomt dat. In plaats van het vocht te laten condenseren en bevriezen, circuleert er droge, koude lucht door de vriezer dankzij een ingebouwde ventilator. Die onttrekt actief vocht aan de lucht in het vriesdeel, waardoor ijsvorming helemaal uitblijft. Alles in de vriezer blijft los van elkaar, zonder dat er zich een laag ijs vormt op lades of verpakkingen.

©Tolstoy | Prozorov Andrey

Waarom No Frost juist bij inbouw zo handig is

Dat je nooit meer hoeft te ontdooien is prettig, maar No Frost heeft nog een paar duidelijke voordelen. Een vriezer zonder ijslaag werkt efficiënter: zodra er ijs aan de binnenwanden ontstaat, moet de compressor meer moeite doen om alles op temperatuur te houden. Dat zie je terug op je energierekening.

Bij inbouw-vriezers speelt dat nog sterker. Omdat die vriezers in een kast zijn weggewerkt, is de luchtcirculatie rond het apparaat beperkter. Warmte die normaal via de zijkanten en achterkant wordt afgevoerd, blijft langer hangen. Daardoor neemt de kans op condensvorming en dus ijsopbouw toe bij modellen zonder No Frost. Als de vriezer daardoor harder moet werken, loopt het verbruik op en verslechtert de energieprestatie – zelfs als het label op papier zuinig lijkt. Met No Frost voorkom je dat, en blijft de vriezer goed werken, ook als hij is ingebouwd.

Beter voor je eten

Ook blijft door No Frost de kwaliteit van ingevroren eten beter behouden. IJskristallen op verpakkingen en producten ontstaan bij temperatuurwisselingen en vochtophoping. Met een No Frost-systeem blijft de lucht in het vriesvak stabiel en droog. Daardoor droogt je eten minder snel uit en blijft de kwaliteit beter behouden. 

Zijn er ook nadelen?

No Frost heeft geen echte nadelen, al zijn er wel een paar dingen om rekening mee te houden. Een No Frost-vriezer gebruikt in theorie iets meer stroom door het ventilatiesysteem. In de praktijk weegt dat ruimschoots op tegen het lagere verbruik dankzij het ontbreken van ijsvorming. Ook maakt de luchtcirculatie soms een zacht zoemend geluid. Bij inbouw hoor je daar meestal weinig van, omdat het apparaat in een kast is weggewerkt. Ook ligt de prijs vaak iets hoger dan bij standaard vriezers.

Hoe zit het met Low Frost bij inbouw-vriezers?

Niet alle vriezers zonder ijsvorming zijn automatisch No Frost. Er bestaan ook modellen met Low Frost. Die werken met verdampers in de wand, waardoor er veel minder snel ijs ontstaat. Helemaal ijsvrij blijft het vriesgedeelte niet, maar ontdooien hoeft nog maar één of twee keer per jaar. Bij een vrijstaand model kan dat prima, maar bij inbouw eigenlijk niet. Want één keer per jaar ontdooien is bij een ingebouwd apparaat nog steeds onhandig. Daarom is No Frost bij inbouw eigenlijk de enige keuze waarmee je het jezelf écht makkelijk maakt.

©qwartm - stock.adobe.com

No Frost is bij inbouw geen luxe, maar logica

Het allergrootste voordeel van No Frost bij een inbouw-vriezer is natuurlijk dat de rompslomp van ontdooien je bespaard blijft. Daarnaast zorgt No Frost ervoor dat de vriezer constant blijft presteren, ook in een krappe, slecht geventileerde nis. Het voorkomt ijsvorming, houdt het energieverbruik stabiel en zorgt dat je ingevroren etenswaren zo lang mogelijk hun kwaliteit behouden. Zeker bij een inbouwmodel is No Frost dus geen luxe, maar gewoon een slimme keuze.

Nog even dit

Vriezers hebben ruimte nodig om hun warmte kwijt te kunnen. Bij No Frost-modellen is dat extra belangrijk, omdat die werken met actieve luchtstroom. Bij een vrijstaande vriezer is voldoende ruimte meestal geen probleem, maar bij inbouw-modellen is het belangrijk dat ze niet te krap worden ingebouwd. Kijk dus niet alleen naar de afmetingen van het apparaat zelf, maar controleer ook altijd hoeveel extra ruimte de fabrikant adviseert voor ventilatie. Soms is er aan de achterkant, bovenkant of onder de vriezer nog luchtcirculatie nodig. Houd daar in je keukenontwerp rekening mee, zodat de vriezer goed blijft functioneren en het energieverbruik niet oploopt. Je kunt ook altijd advies vragen bij je keukenspecialist.

▼ Volgende artikel
Scareware blokkeren: zo activeer je het in Edge
Huis

Scareware blokkeren: zo activeer je het in Edge

Microsoft maakt zijn browser veiliger door Edge-gebruikers te beschermen tegen de bekende scareware-aanvallen. De nieuwe functie scareware-blokkering beschermt je tegen voorheen onbekende scamtools.

In dit artikel laten we zien hoe Edge jou beschermt tegen scareware:

  • Werk Edge bij of installeer de preview-versie
  • Schakel de scareware-blokker en Microsoft Defender SmartScreen in
  • Edge toont een waarschuwing bij risico’s

Lees ook: Scamtrucs? Zo trap je er nooit meer in!

Stap 1: Update of preview

Scareware is de verzamelnaam voor online tools die ons de stuipen op het lijf jagen met alarmerende pop-upberichten of nepsysteemwaarschuwingen. Op die manier probeert men de gebruiker te manipuleren om schadelijke software te downloaden die vermomd zit in een zogenaamd antivirusprogramma.

De nieuwe veiligheidsfunctie van Edge wordt stapsgewijs uitgerold. Als je de functie nog niet kunt terugvinden, probeer dan eerst Edge te updaten. Open de browser en klik op de drie puntjes in de rechterbovenhoek van het scherm. Selecteer Instellingen en klik op Over Microsoft Edge. Als er een update beschikbaar is, zal de browser die automatisch downloaden en installeren. Je kunt de functie ook proberen door in het nieuwe Microsoft Edge Insider Channel de preview-versie te downloaden. Het is trouwens mogelijk om je huidige Edge-versie naast de preview-versie te gebruiken.

Je kunt de nieuwe scareware-blokkering ook proberen in de preview van Edge.

Stap 2: Activeren

Om Scareware-blokker in te schakelen, open je Microsoft Edge en klik je rechtsboven op de drie puntjes. Dan kies je de optie Instellingen zodat je in het linkerdeelvenster Privacy, zoeken en services kunt selecteren. In het gedeelte Beveiliging zet je de schakelaar Scareware-blokkering aan. Maak ook de optie Microsoft Defender SmartScreen actief. Wanneer een site als kwaadaardig wordt gedetecteerd, wordt de cloudgebaseerde database voor SmartScreen bijgewerkt en wordt de informatie verspreid over apparaten over de hele wereld. Zodra je deze stappen hebt voltooid, is de beveiligingsfunctie actief en kun je gewoon doorgaan met browsen op internet.

Schakel Scareware-blokker en Microsoft Defender SmartScreen in.

Stap 3: Alarm!

Hoe werkt de Scareware-blokker? Aan de hand van een lokaal machine-learning-model vergelijkt Edge de pagina’s met duizenden gerapporteerde scams die bij de community van Microsoft zijn binnengekomen. Wanneer een verdachte pagina wordt geselecteerd, verlaat Edge de modus van het volledige scherm en ontvang je een waarschuwing. Op die manier moet je dus zelf beslissen of je wilt doorgaan. Je kunt trouwens ook malafide pagina’s melden om anderen te beschermen. Microsoft moedigt aan om zowel echte scam-pagina’s als vals positieven te melden en op die manier de nauwkeurigheid van het model te verbeteren.

Scareware-blokker geeft een voorvertoning van de verdachte website, maar waarschuwt om die niet te openen.

Watch on YouTube