ID.nl logo
Van stadswandeling tot bergtocht: zo bereken je alle afstanden in Google Maps
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Van stadswandeling tot bergtocht: zo bereken je alle afstanden in Google Maps

Iedereen weet dat je Google Maps kunt gebruiken om van punt A naar B te komen. Minder bekend in deze navigatie-app is de functie om de afstand tussen twee willekeurige plekken op aarde te meten. Bovendien kun je de afstand bepalen van een pad met verschillende locatiepunten en zelfs oppervlakten berekenen kost geen enkele moeite.

In dit artikel laten we zien hoe je in Google Maps afstanden, oppervlaktes en hoogteprofielen meet:

  • Meet de afstand tussen twee punten op je smartphone of desktop
  • Voeg extra meetpunten toe en bereken de totale afstand van een route
  • Schakel tussen afstandseenheden
  • Meet oppervlaktes door punten rond een gebied te plaatsen en het pad te sluiten
  • Toon hoogtelijnen in bergachtig terrein

Geen fan van Google? Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

Wanneer je een locatie in Google Maps bekijkt, wil je uiteraard ook weten hoe ver het is. Dan kun je beslissen of je te voet, met de fiets of met de auto gaat. Die afstand is geen probleem, want Google Maps meet altijd. Heb je de routebeschrijving opgevraagd op een mobiel toestel, dan lees je niet alleen de geschatte reistijd, ernaast staat ook de afstand tussen de huidige locatie en de bestemming. Je kunt hierbij tussen vervoermiddelen wisselen en dan passen de reistijden en afstanden zich automatisch aan. Soortgelijke details over de afstand tot de bestemming kun je ook op de pc bekijken. Net als bij de mobiele versie zoek je de bestemming of klik je erop op de kaart en klik je op de knop Route om de vervoermiddelen en afstanden te vergelijken.

Afstand tussen twee punten

Om een afstand tussen twee punten te meten op een Android-toestel of iPhone zoek je eerst de locatie op de kaart. Daarna houd je de vinger ingedrukt totdat de rode pin verschijnt. Veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm om de aanvullende informatie over de locatie te zien. Selecteer de optie Afstand meten. Hiermee lees je de afstand in vogelvlucht.

Er verschijnt een zwart cirkeltje met blauwe stippellijn die deze locatie met het rode punt verbindt. Wanneer je de vinger naar rechts op het scherm veegt, bewegen de stippen naar links. Je verschuift dus de kaart om de tweede locatie vast te leggen. Telkens verschijnt de afstand linksonder op het scherm.

Plaats een locatiepunt en de afstand verschijnt linksonder.

Meer punten toevoegen

Het is mogelijk om het aantal punten waartussen Google Maps de afstanden meet, uit te breiden. Dit doe je door te tikken op de optie Punt toevoegen rechtsonder en dan begin je op dezelfde manier met het toevoegen van een nieuwe locatiepunten. Nadat je deze optie hebt geselecteerd, plaats je een zwarte cirkel op de derde locatie. De som van de afstanden tussen alle punten die je op die manier hebt toegevoegd, wordt onderaan weergegeven.

Door punten toe te voegen, worden de tussenliggende afstanden opgeteld.

Terug naar af

Nadat je een reeks punten hebt geplaatst, is het mogelijk om telkens het laatste toegevoegde punt te verwijderen door bovenaan het scherm op de knop Ongedaan maken te tikken. Dat is een terugwijzend pijltje. Om in één keer alle tussenliggende punten te verwijderen, gebruik je rechtsboven de menuknop. Dat zijn de drie puntjes en dan kies je Wissen. Ben je klaar, dan gebruik je bovenaan de knop Terug en zo beland je opnieuw in de gewone Google Maps-weergave.

Met de opdracht Wissen verwijder je één keer alle tussenliggende punten.

Op de desktop

In de webversie op je laptop kun je de afstand nog nauwkeuriger meten. Om punt A te markeren klik je met de rechtermuisknop op het beginpunt en kies je de optie Afstand meten. Daarna beschik je over een zwarte markeercirkel om het volgende punt aan te duiden. Voeg zoveel extra meetpunten toe als je wilt. Je hoeft alleen maar op de volgende plek op de kaart te klikken om de afstand te zien vanaf het laatste punt waarop je hebt geklikt. En de totale afstand lees je weer onderaan.

Met de rechtermuisknop kun je op de desktop een meting wissen.

Afstandseenheden

De afstanden worden weergegeven in kilometers en meters, maar je kunt dit wijzigen door naar het hoofdscherm van Google Maps te gaan. Daar tik je op je profielfoto in de rechterbovenhoek zodat je de Instellingen kunt openen. Scrol tot je bij het item Afstandseenheden komt. Wanneer je de instelling Automatisch kiest, zal Maps vanzelf de afstandseenheid kiezen die in het vertrekpunt wordt gebruikt.

Oppervlakte meten

Verkopers van zonnepanelen en robotmaaiers weten het maar al te goed. Met Google Maps kun je ook heel snel oppervlakten meten. Zoek eerst het adres op Google Maps zodat je in vogelperspectief het eigendom ziet. Klik dan met de rechtermuisknop op het punt waar je wilt starten en kies Afstand meten. Klik na klik kun je nu met de linkermuisknop de dakrand, de perceelsgrens of het grasveld volgen tot je weer bij het startpunt bent om het pad te sluiten. Voor een nog nauwkeuriger resultaat kun je later nog extra markeringen toevoegen. Klik daarvoor op een willekeurig punt op de meetlijn en sleep de markering naar de locatie waar je die wilt hebben. Je leest dan niet alleen de lengte van de getekende lijn, maar ook de oppervlakte.

Sluit het pad en de totale oppervlakte lees je onderaan.

 Hoogtelijnen

Google Maps toont niet zomaar de hoogtes voor alle locaties. Deze informatie is voornamelijk beschikbaar voor bergachtig terrein. Als je gaat hiken in zo’n gebied is het natuurlijk wel verstandig om een idee van de hoogte te krijgen. Voer eerst een locatie in de zoekbalk in. Daarna beweeg je op de desktop de muisaanwijzer over het pictogram Lagen in de linkerbenedenhoek van de kaart.

Op een smartphone tik je op Lagen in de rechterbenedenhoek van de kaart. Op beide manieren kun je dan in het pop-upmenu de optie Terrein selecteren, tik op de X om dit menu te sluiten. Daarna moet je inzoomen tot je de contouren van de hoogtelijnen ziet verschijnen. De getallen komen pas bij een bepaald zoompercentage in beeld en als je te veel inzoomt verdwijnen ze opnieuw. Het is dus even zoeken naar het juiste zoompercentage.

Je moet goed kijken om de hoogtelijnen te zien.

Helling

Als je de hoogtelijnen hebt gevonden dan kun je ook de helling van een pad kennen. Maar je moet wel even rekenen. Om de verticale helling van punt A naar B te kennen, moet je eerst het verschil tussen de hoogte van A en B berekenen. Dit resultaat moet je delen door de horizontale afstand tussen de twee punten. De formule is dus: Helling = verticaal hoogteverschil : horizontale afstand. Als je je dus bijvoorbeeld van een hoogte van 20 meter boven de zeespiegel verplaatst naar 1500 meter over een afstand van 8 kilometer, geeft dit (1500-20): 8 = 185 meter per kilometer.

Afstanden in Google Earth

Nog duidelijker zijn de afstanden en het hoogteprofiel in Google Earth, het slimmere broertje van Google Maps. Om deze mogelijkheden aan te spreken heb je de Pro-versie nodig, die trouwens gratis is. Er is een webversie, een mobiele versie en een desktop-variant. We gebruiken in dit voorbeeld de laatste. Na de installatie open je het programma en zoek je de locatie waar je een route wilt tekenen en meten. Je kunt de kaart verschuiven en inzoomen tot je het traject dat je wilt aanbrengen duidelijk in beeld krijgt. Je kunt zo’n pad op twee manieren tekenen: door middel van de knop Pad toevoegen of met de knop Liniaal tonen. We kiezen in dit voorbeeld voor de laatste. In deze optie verschijnt er een pop-up waar je het tabblad Pad kiest. Laat deze pop-up openstaan. Vervolgens klik je op de plaats waar het pad begint en daarna ga je verder door te klikken. Google Earth plaatst rode locatiepunten bij iedere muisklik en het pad zelf is getekend in een gele lijn. In het pop-upvenster volg je de afstanden.

Met iedere muisklik breid je het pad uit en volg je de lengte in de pop-up.

Hoogteprofiel

Het wordt pas helemaal mooi als je in dit pop-venster de optie Hoogteprofiel tonen aanvinkt. Hierdoor krijg je onderaan een grafische weergave van de hoogteverschillen op het getekende pad. Wanneer je ergens op het pad klikt, verschijnt een rode pijl op deze locatie. Je kunt dan in het profiel volgen hoe hoog het daar is. Dat werkt ook andersom. Veronderstel dat je in het hoogteprofiel ergens een opvallend hoogteverschil ziet, dan selecteer je deze locatie in de grafiek en bovenaan zal de rode pijl deze plaats op de kaart aanduiden.

De rode pijl op de kaart komt overeen met de selectielijn in het hoogteprofiel.

Meetwaarden

Klik in het pop-upvenster op de knop Opslaan zodat je dit pad een naam en een beschrijving kunt geven. In dit venster bepaal je in het tabblad Stijl de kleur en de lijndikte van het pad. Bij Hoogte kun je kiezen hoe de hoogte wordt gemeten. Hou het hier bij de standaardoptie Vast aan de grond. En in het tabblad Meetwaarden kies je de meeteenheid die wordt gebruikt voor de lengtemeting: meter, kilometer, inch, voet, mijl, …

Bepaal de kleur en de dikte van het pad.

▼ Volgende artikel
Dit kun je allemaal nog doen in de tuin in november
© melnikviva - stock.adobe.com
Huis

Dit kun je allemaal nog doen in de tuin in november

In november lijkt de tuin tot stilstand te komen, maar schijn bedriegt. Juist nu leg je de basis voor een prachtige tuin in het voorjaar. Van het beschermen van planten tegen de kou tot het planten van bollen en fruitbomen: wie in november de handen uit de mouwen steekt, wordt in de lente beloond met een gezonde, bloeiende tuin.

November in de tuin: in het kort

November is de maand waarin je opruimt, beschermt en voorbereidt. Zet vorstgevoelige planten in pot alvast binnen of maak er ruimte voor in de schuur. Hark het gevallen blad van het gazon, en gebruik het blad op andere plekken in je tuin als natuurlijke bodembedekking. Nu is ook het moment om fruitbomen en bloembollen te planten en wintergroene planten zoals heide of Skimmia in potten te zetten. Snoei fruitstruiken en knot de treurwilg, zodat ze straks sterker terugkomen in het voorjaar.

Lees ook: Zo maak je je tuinmeubilair winterklaar

Maak je tuin winterklaar

Een goed voorbereide tuin kan tegen een stootje. Zodra de temperatuur daalt, bescherm je gevoelige planten met vliesdoek of noppenfolie. Leg dat materiaal nu alvast klaar, zodat je snel kunt handelen bij vorst. Maak in de schuur of het tuinhuisje plek voor planten in pot die niet tegen kou kunnen. Binnen blijven ze het best bij een temperatuur tussen de 2 en 10 graden. Vergeet niet af en toe te luchten en de aarde vochtig te houden, zodat de wortels niet uitdrogen. Controleer tot slot de fruitbomen en verwijder ingedroogde of verschrompelde vruchten. Die kunnen schimmels bevatten en zo de boom verzwakken.

Nog even wat extra liefde voor je gazon

In november geef je het gazon nog een laatste onderhoudsbeurt voordat het in winterrust gaat. Steek de randen strak af en verwijder het blad dat op het gras ligt. Blijven bladeren liggen, dan krijgt het gazon te weinig licht en kunnen er schimmels ontstaan. Gebruik het blad liever op andere plekken in de tuin, bijvoorbeeld onder struiken of tussen vaste planten, omdat het blad verteert en voedingsstoffen aan de grond afgeeft.

©Konstantin Zibert - stock.adobe.com

Planten: fruitbomen...

November is een goede maand om fruitbomen te planten. De grond is nog relatief warm, waardoor de wortels kunnen aanslaan voordat de winter begint. Graaf een ruim plantgat en maak in het midden een kleine heuvel waar de stam op rust. Spreid de wortels voorzichtig uit, vul het gat met een mengsel van aarde en compost en druk de grond stevig aan. Geef ruim water en plaats een boompaal als de boom op een open of winderige plek staat.

Waarom een boompaal belangrijk is

Een pas geplante boom heeft nog geen sterke wortels en kan bij harde wind gaan wiebelen. Daardoor scheuren jonge wortels af en groeit de boom minder goed aan. Een boompaal geeft steun totdat de wortels zich stevig hebben vastgezet. Plaats de paal aan de windzijde van de boom en bevestig hem met een boomband. Na een jaar of twee mag de paal weer weg.

...en bollen

Ook bloembollen kunnen nu de grond in: tulpen, narcissen, hyacinten en irissen bloeien in het voorjaar als je ze nu plant. Wie meteen wat kleur in de tuin wil, kan wintervaste planten als heide, winterviolen, Skimmia of kleine coniferen in potten zetten.

©iMarzi - stock.adobe.com

Snoeien en onkruid wieden (ja, ook nu nog!)

Zolang het niet vriest, kun je nog prima snoeien. Vooral kale fruitstruiken zijn nu aan de beurt: door oude takken weg te halen, verjong je de struik en bevorder je de groei van nieuwe scheuten. Ook jonge boompjes met een doorgaande stam kun je licht terugsnoeien, zodat ze een mooie, evenwichtige vorm ontwikkelen. De treurwilg mag in deze periode worden geknot, zodat hij in het voorjaar weer mooi uitloopt.

Blijf daarnaast onkruid verwijderen, ook al groeit het minder hard. Door het bij te houden, voorkom je dat het in het voorjaar de overhand krijgt. Zo blijft de tuin netjes en houd je het werk beperkt wanneer alles straks weer begint te groeien.

Vooruitkijken naar het voorjaar

Wie in november nog even de handen uit de mouwen steekt, maakt het zichzelf straks een stuk makkelijker. De tuin krijgt rust, maar de basis voor een nieuw seizoen ligt er al. Zodra de eerste zon zich in het voorjaar laat zien, zie je de beloning van het werk dat je nu hebt gedaan: gezonde planten, een sterk gazon en fruitbomen die vol leven zitten.

▼ Volgende artikel
Europese chatbots gaan de concurrentie aan met ChatGPT
© Ranazain - stock.adobe.com
Huis

Europese chatbots gaan de concurrentie aan met ChatGPT

‘Weg met Amerikaanse tech!’ Onze afhankelijkheid van Amerikaanse technologische producten en -diensten stuit een groeiend aantal Europeanen steeds meer tegen de borst. Overstappen op Europese alternatieven lijkt daarom een logische keuze, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Europese chatbots zijn lastig te vinden, terwijl kunstmatige intelligentie een steeds grotere rol in de maatschappij lijkt te gaan spelen.

In dit artikel lees je:
  • Waarom Europa zo afhankelijk is van Amerikaanse AI-chatbots

  • Welke risico’s dat met zich meebrengt voor privacy en digitale soevereiniteit

  • Hoe Europese alternatieven als Le Chat (Mistral AI) en Lumo (Proton) proberen tegenwicht te bieden

  • Wat de EU doet om een eigen AI-industrie van de grond te krijgen

ChatGPT van OpenAI, Gemini van Google, Copilot van Microsoft, Grok van xAI of Claude van Anthropic. Als je aan een AI-chatbot denkt, is de kans groot dat een van deze diensten als eerste bij je te binnen schiet. Dat is niet zo vreemd, want het zijn op dit moment de populairste chatbots. Een andere interessante overeenkomst is dat ze allemaal afkomstig zijn uit de Verenigde Staten.
Onlangs kwam er een scheurtje in die Amerikaanse AI-dominantie: de chatbot van het Chinese DeepSeek haalde ineens de voorpagina’s. Voor het eerst leek een niet-Amerikaanse chatbot het te kunnen opnemen tegen de gevestigde orde uit de VS. Dat was goed nieuws voor inwoners van China, aangezien Amerikaanse chatbots daar worden geblokkeerd. Met de komst van DeepSeek kregen Chinezen dus eindelijk toegang tot een geavanceerde AI-bot.
Wij Europeanen hebben wel gewoon toegang tot Amerikaanse AI-modellen. Dat is maar goed ook. Voor de meeste Amerikaanse onlinediensten, zoals WhatsApp, OneDrive of Gmail, zijn er prima Europese alternatieven te vinden. Alleen voor AI-chatbots is dat een stuk lastiger.

Afhankelijk van Amerika

Het verlangen naar de ‘Europeanisering’ van ons internetgebruik is de afgelopen maanden sterk gegroeid. Dat komt vooral door een daling in het vertrouwen in onze samenwerking met Amerika. De huidige Amerikaanse president ziet de EU meer als concurrent dan als partner. Het kan dus riskant zijn om een onvoorspelbaar land zo veel macht over ons (bedrijfs)leven te geven.
Niet alleen privé gebruiken we Amerikaanse diensten, ook op het werk zijn veel producten afkomstig uit de VS, zoals Microsoft Office, Gmail en Slack. In de meeste organisaties kun je AI-chatbots aan dat rijtje toevoegen. Volgens onderzoekers groeit onze AI-afhankelijkheid de komende jaren ook nog eens gestaag verder.

In een hoop werkvelden, waaronder de militaire sector, is kunstmatige intelligentie mogelijk binnen de kortste keren onmisbaar. Het baart experts dan ook zorgen dat wij als Europa momenteel geen enkele controle hebben over deze belangrijke technologie. Ze vrezen dat de VS op een dag besluit om Amerikaanse AI-diensten voor ons te blokkeren. Dan hebben tal van bedrijven ineens een groot probleem.

Volgens het Future of Jobs Report groeit onze AI-afhankelijkheid de komende jaren gestaag door.

Zorgen om privacy

In het verleden is al meerdere keren gebleken dat buitenlandse AI-bedrijven het niet zo nauw nemen met de privacy van hun gebruikers. Zo zou OpenAI zonder toestemming de data van EU-gebruikers hebben gebruikt voor het trainen van ChatGPT. Ook is duidelijk dat AI-chatbots gevoelige gegevens van gebruikers lekken, doordat ze ingevoerde tekst als trainingsdata opslaan en later met andere gebruikers delen.

Daarnaast wordt er gevreesd dat overheden de gegevens die gebruikers met AI-modellen delen, kunnen opeisen. In het privacybeleid van DeepSeek staat bijvoorbeeld dat het persoonsgegevens (denk aan chat- en zoekgeschiedenis en zelfs de toetsaanslag) in China opslaat. Volgens de wetten van het land heeft de Chinese overheid het recht om gegevens op te eisen van binnenlandse bedrijven wanneer zij daarom vraagt. Veel regeringen hebben hun werknemers dan ook verboden om DeepSeek op hun werktelefoons te installeren.

DeepSeek vermeldt nadrukkelijk dat je gegevens naar China worden verstuurd.

Moeilijke markt

Er zijn dus genoeg redenen om over te willen stappen op Europese alternatieven voor AI-diensten, maar dan moeten die er dus wel zijn. De Amerikaanse techindustrie is een stuk groter dan de Europese. EU-bedrijven beginnen daardoor met een grote achterstand en moeten met veel minder middelen een gelijkwaardig product zien te ontwikkelen. We zijn natuurlijk gewend aan de kwaliteit van de Amerikaanse tegenhangers. Slechts weinig mensen en bedrijven zijn bereid om over te stappen op een inferieur alternatief.

Hoe ingewikkelder (en dus duurder) het is om een dienst op te zetten, hoe moeilijker het is om Europese varianten te vinden. En laat het nou net zo zijn dat specifiek het opzetten en trainen van AI-modellen ontzettend prijzig is. Je hebt gigantische datacenters nodig om de vele peperdure, specialistische hardware-installaties 24/7 te kunnen laten draaien. Het trainen van AI-modellen verbruikt bovendien enorme hoeveelheden elektriciteit en de hitte die daarbij vrijkomt, moet dagelijks met miljoenen liters water worden gekoeld.

Er zijn in Europa maar weinig bedrijven voorhanden die bereid zijn om zulke investeringen te doen. Dat komt deels doordat de grote investeerders in Amerika zitten, waardoor start-ups moeilijk aan startkapitaal kunnen komen. Verder zijn de lonen in de VS hoger en is de loonbelasting lager, waardoor ook veel van het toptalent op AI-gebied dáár te vinden is. Daar komt ook nog de strenge regelgeving van de EU bij, die bedrijven kan afschrikken om te innoveren.

Toch is er sinds kort voorzichtig beweging zichtbaar op de Europese AI-markt. Steeds meer bedrijven werken aan eigen taalmodellen en chatbots die binnen de Europese wetgeving opereren en beter aansluiten op onze privacywaarden. Het gaat vaak nog om kleinschalige initiatieven met beperkte rekenkracht, maar ze laten wel zien dat Europa niet stilzit. Zo verschenen er de afgelopen maanden eindelijk enkele concrete voorbeelden van Europese chatbots die de concurrentie durven aan te gaan met Amerika: het Franse Le Chat van Mistral AI en het Zwitserse Lumo van Proton. Hun aanpak verschilt, maar beide projecten tonen dat ook binnen Europa ruimte ontstaat voor kunstmatige intelligentie op eigen voorwaarden.

Nederlandse chatbot

In Europa lijken dus vooral Frankrijk en Zwitserland druk bezig met kunstmatige intelligentie, maar wist je dat ook Nederland aan de weg timmert met een eigen chatbot? In opdracht van de overheid wordt al een paar jaar gewerkt aan GPT-NL, een bot die zich specifiek moet richten ‘op de waarden van Europa en Nederland’. De makers willen er bijvoorbeeld voor zorgen dat alle trainingsdata auteursrechtenvrij is en dat het model duurzaam wordt getraind.

GPT-NL is niet bedoeld als serieuze concurrent van de bekende chatbots, maar dient als ‘veilig alternatief’ voor gebruikers die met gevoelige informatie werken, zoals overheidsinstanties of scholen. Het budget (13,5 miljoen euro) en de rekenkracht komen in de verste verte niet in de buurt van de miljarden die een ChatGPT uitgeeft aan het trainen van zijn krachtigste modellen. In de benchmarks komt Neerlands trots er daardoor waarschijnlijk bekaaid vanaf. Maar dat weten we pas zeker als de bot begin 2026 beschikbaar komt.

Le Chat: Concurrent uit Frankrijk

Het Franse Mistral AI bracht eerder dit jaar onder de toepasselijk genaamde chatbot Le Chat een directe concurrent voor de gevestigde orde uit. Deze bot, beschikbaar voor Android, iOS en webbrowsers, maakt gebruik van volledig zelfgetrainde AI-modellen en staat dus voor een groot deel los van de VS. De hardware wordt nog wel geleverd door Amerikaanse fabrikanten. De gegevens worden echter opgeslagen op Europese servers en moeten daarmee voldoen aan strenge Europese privacywetten. Zo mag Mistral volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) je gegevens niet buiten de EU beschikbaar maken. Er moet een juridisch zwaarwegende reden zijn om de gegevens met de overheid te mogen delen.

Mistral AI doet grootse beloften op zijn website.

Hoe goed is Le Chat?

Voor de privacy is Le Chat dus een interessante keuze, maar hoe presteert Mistral in vergelijking met de concurrentie? Uit onze eigen tests blijkt dat Le Chat op de eerste plaats nog niet zo heel vaardig is in het Nederlands. Bij het schrijven van een Sinterklaasgedicht komt de chatbot met veel kromme zinnen, terwijl ChatGPT (naast wat rare rijmpjes) wel consequent kloppende zinnen aan elkaar rijgt. Datzelfde geldt voor zaken die de Nederlandse cultuur aangaan. Als we vragen om suggesties voor klassieke verjaardagshapjes, zegt Le Chat dat we miniquiches en sushi moeten serveren. ChatGPT begrijpt de opdracht beter en raadt ons oer-Hollandse blokjes kaas met mosterd, leverworst en haring op roggebrood aan.

Ook uit onafhankelijke benchmarks blijkt dat Le Chat het vaak moet afleggen tegen Amerikaanse en Chinese modellen. Benchmarks meten hoe chatbots presteren in een breed scala aan taken, bijvoorbeeld op het gebied van wereldkennis, wetenschappelijk redeneren, wiskunde en programmeren.

Mistral Large 2, het model dat momenteel voor Le Chat wordt gebruikt, krijgt van de grootste AI-vergelijkingssite, Artificial Analysis, een gemiddelde intelligentiescore van 38. Vrijwel alle andere AI-chatbots behalen hogere scores. Het huidige standaardmodel van ChatGPT, GPT-4o, verschilt met zijn score van 41 niet veel van Le Chat. Alleen OpenAI biedt ook een Pro-abonnement aan voor 24 dollar waarmee gebruikers toegang krijgen tot geavanceerdere modellen, zoals o3, die juist een topscore van 69 behaalt.

Mistral biedt ook een betaald abonnement (15 dollar), maar daarbij krijgen gebruikers alleen een hogere daglimiet bij het genereren van teksten en afbeeldingen. Ook kun je dan aangepaste chatbots te maken, bijvoorbeeld een bot die altijd antwoordt als een rapper. Betalende gebruikers krijgen dus geen geavanceerder AI-model.

In het Nederlands dichten moet je niet aan Le Chat overlaten.

Het intelligentieniveau van Le Chat ligt lager dan vrijwel alle andere populaire chatbots.

Lumo: Protons privacygerichte alternatief

Sinds juli 2025 is Proton – bekend van Proton Mail en Proton VPN – met zijn eigen AI-chatbot Lumo op de markt gekomen. Daarmee voegt het bedrijf zich bij de kleine maar groeiende groep Europese spelers die een antwoord proberen te bieden op de Amerikaanse dominantie. Lumo profileert zich nadrukkelijk als een privacyvriendelijk alternatief dat de waarden van de Europese digitale soevereiniteit belichaamt.

De chatbot is gebouwd op open-sourcemodellen, waaronder Nemo, OpenHands, OLMO en Mistral Small, en draait volledig op Europese servers. Dat betekent dat alle gegevens binnen de grenzen van de EU blijven en dus onder de strenge AVG-regels vallen. Proton garandeert dat gesprekken niet worden gelogd en uitsluitend lokaal versleuteld worden opgeslagen, zodat zelfs het bedrijf zelf er geen toegang toe heeft. De dienst gebruikt geen enkele gebruikersinput om zijn modellen verder te trainen, iets wat bij Amerikaanse chatbots nog altijd de norm is.

©Proton

Wie wil, kan de webzoekfunctie inschakelen om actuele informatie op te vragen, maar standaard staat die uit. Daardoor werkt Lumo iets minder up-to-date dan ChatGPT of Gemini, maar het voorkomt dat de dienst ongezien data doorsluist naar externe bronnen. Ook kun je bestanden uploaden voor analyse, die vervolgens via Proton Drive worden verwerkt en net als e-mails en documenten volledig end-to-end-versleuteld blijven.

Lumo kent nog beperkingen. Zo kan de chatbot minder context onthouden dan de grote Amerikaanse modellen en ontbreken geavanceerde multimodale functies, zoals spraakinteractie of beeldherkenning. Toch is de komst van Lumo van grote symbolische waarde: eindelijk heeft Europa een concreet alternatief dat niet draait om schaal of winst, maar om vertrouwen, transparantie en privacy. Het laat zien dat innovatie ook kan ontstaan vanuit principes in plaats van marketingbudgetten – al zal de tijd moeten uitwijzen of dat genoeg is om het tegen de reuzen uit Silicon Valley op te nemen.

Andere Europese AI-modellen

Mistral is niet het enige Europese bedrijf dat AI-modellen heeft uitgebracht. Zo heeft de Duitse OpenGPT-X zijn taalmodel Teuken 7B opensource uitgebracht. Dat is specifiek getraind om de 24 officiële talen van de Europese Unie optimaal te kunnen beheersen. Je hebt ook het Italiaanse iGenius. Hiermee worden ‘veilige’ AI-producten ontwikkeld met eigen taalmodellen voor industrieën waarbij de naleving van de Europese AI Act van groot belang is.
Ook OpenEuroLLM, een samenwerkingsverband tussen universiteiten, bedrijven en verenigingen als SURF, heeft al verschillende taalmodellen gepubliceerd. OpenEuroLLM wil in de toekomst kunnen concurreren met Amerika en China. Geen van deze bedrijven heeft alleen al chatbots gebouwd met hun zelfgetrainde modellen. Daarin is Mistral AI vooralsnog de enige, als we de verzamelwebsite European Alternatives mogen geloven.

OpenGPT-X heeft zijn AI-modellen op het deelplatform Hugging Face geplaatst.

Kleine tekortkomingen

Een veelgehoorde klacht van AI-fanaten is dat Le Chat minder flexibel is dan de niet-EU-bots. Zo kan de chatbot minder context verwerken, waardoor de dienst niet geschikt is om een verslag van honderden pagina’s samen te vatten. Ook ontbreekt de mogelijkheid voor spraakgesprekken en kan de bot geen tekst lezen op afbeeldingen die je opstuurt. Je kunt Le Chat wel vragen om plaatjes te maken, maar daarvoor gebruikt de dienst het Flux Pro-model van een Duitse start-up. Dat model levert behoorlijke resultaten, al zijn de nieuwste beeldgeneratoren van ChatGPT en Google Gemini nog beter in het uitvoeren van complexe opdrachten en het leesbaar schrijven van tekst.

Ook Lumo is op dit vlak nog beperkt: de chatbot kan geen beelden genereren of analyseren en mist functies als spraakinteractie of uitgebreide contextherkenning. Proton richt zich voorlopig bewust op een veilige basisfunctionaliteit in plaats van op toeters en bellen. In vergelijking met Le Chat is Lumo dus minder veelzijdig, maar wel consistenter in zijn focus op privacy en databeveiliging.

AI-actieplan

Al met al kunnen Le Chat en Lumo op sommige punten aardig meekomen met hun Amerikaanse tegenhangers, maar op veel fronten blijven ze nog achter. De gemiddelde gebruiker kan er prima mee uit de voeten, al zullen bedrijven pas overstappen als Europese bots krachtiger worden en meer taken aankunnen. Om dat te bereiken zijn forse investeringen nodig. De Europese Unie beseft dat inmiddels ook. In april werd een actieplan gepresenteerd dat Europa moet helpen uit te groeien tot wereldleider op het gebied van kunstmatige intelligentie. Daarin belooft Brussel de bouw van vijf gigafabrieken voor de ontwikkeling van geavanceerde AI-modellen, investeringen in cloudcapaciteit en datacenters, en steun voor Europese start-ups. Na jaren van afwachten lijkt Europa zich dus eindelijk op te maken voor een inhaalslag. Met de komst van spelers als Mistral AI (Le Chat) en Proton (Lumo) krijgt het continent stap voor stap meer grip op zijn digitale toekomst. Misschien is dat bescheiden begin precies wat nodig is om ooit echt onafhankelijk te worden van Silicon Valley.