ID.nl logo
Keurmerk clouddiensten: worden gegevens veilig in de cloud?
© Reshift Digital
Huis

Keurmerk clouddiensten: worden gegevens veilig in de cloud?

De Cloud Service Provider Certification Working Group (CSPCert), een werkgroep van de Europese commissie, heeft een voorstel ingediend voor een Europees certificaat voor clouddiensten. Met het certificaat kunnen bedrijven, die dergelijke diensten aanbieden, bewijzen te voldoen aan Europese eisen. Maar is je data door een keurmerk straks daadwerkelijk veiliger?

Als het voorstel wordt goedgekeurd, dan wordt het uitgewerkt tot een officieel certificaat voor clouddiensten. Het doel van het certificaat is gebruikers de zekerheid te geven dat hun gegevens veilig opgeslagen worden en dat problemen, zoals verschillende kwetsbaarheden, snel opgelost worden.

Bovendien wordt het voor consumenten straks gemakkelijker de verschillende diensten te vergelijken. Dit geldt alleen voor de bedrijven die zich aanmelden voor het behalen van zo’n certificaat; voorlopig is dit niet verplicht. Mocht een bedrijf het certificaat krijgen, dan ben je als klant verzekerd van veiligheid. Daar staan natuurlijk wel kanttekeningen bij.

Drie beveiligingsniveaus

CSPCert raadt aan te werken met drie beveiligingsniveaus: basaal, substantieel en hoog. Het verzekerde beveiligingsniveau is evenredig aan het risico dat aan zo’n dienst kleeft, kijkende naar de waarschijnlijkheid en de impact van een incident.

Het Europees cyberagentschap ENISA zal hiervoor meer bevoegdheden krijgen en bedrijven begeleiden in het proces van risicomanagement. Ook zal dit orgaan het beveiligingsniveau aan een dienst koppelen en uitleggen wat er gedaan moet worden om een hoger niveau te bereiken. Alle aanbevelingen worden gedaan op basis van de Europese Cybersecurity Act – waarmee de hoogste standaarden van cybersecurity in de EU gewaarborgd worden – en gebruiken, regelingen en standaarden die momenteel al gebruikt worden.

Om de certificering meer waarde te geven dienen de onderliggende diensten van een cloudopslagdienst meegenomen te worden voordat er een certificaat uitgedeeld wordt. Bedrijven zullen dus transparanter moeten worden in wat er met data gebeurt en welke diensten er allemaal aangeboden worden.

Krijgen bedrijven het beveiligingsniveau ‘substantieel’ of ‘hoog’, dan moeten ze op z’n minst jaarlijks opnieuw bekeken worden. Voor het hoogste niveau wordt aangeraden nog vaker te controleren. Verder mogen bedrijven wel andere diensten aan blijven bieden die niet onder het certificaat vallen; maar daar mogen ze het verkregen certificaat niet voor gebruiken.

De toekomst

De CSPCert stelt tevens voor met een basislijn voor het certificeringsproces te komen, die in de toekomst kan worden uitgebreid met invoer vanuit regelgevers, toezichthouders en de industrie. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan toekomstige certificaten vanuit de AVG (GDPR) en meer.

Een dergelijk keurmerk kan inderdaad betekenen dat je data in de toekomst veiliger is wanneer je Europese cloudopslagdiensten gebruikt. Ook zou het overstappen naar andere diensten gemakkelijk moeten gaan, omdat de basis van gecertificeerde diensten gelijk aan elkaar is. Bovendien is het als consument fijn om te weten wat er met je data gebeurt en in welke mate die data veilig is.

Er schuilen echter gevaren in het certificeringsproces, bijvoorbeeld wanneer er teveel gekeken zou worden naar invoer vanuit de industrie. We kunnen ons voorstellen dat sommige bedrijven invloed willen hebben op de manier waarop de voorwaarden van het certificaat opgesteld worden. Daarnaast is het nog even de vraag in hoeverre Amerikaanse diensten toegang krijgen tot de data en of de EU straks gecertificeerde bedrijven gaat beboeten wanneer ze zich niet aan de regelgeving houden. Het lijkt dus een stap in de goede richting, maar we blijven voorlopig behoedzaam.

©CIDimport

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen