Het wordt weer zomer en tijd om de fiets weer eens wat vaker te pakken. Je smartphone kan een goede begeleider zijn, zeker als het gaat om navigatie. Ook bij het plannen van een leuke dagtrip kan de smartphone een goede hulp zijn. In dit artikel kijken we naar de mogelijkheden.

Tip 01: Pak de fiets

Genieten van je favoriete muziek is natuurlijk een reden om je smartphone mee te nemen tijdens een fietstocht, maar er zijn veel meer redenen waarom je je digitale partner ook in de buitenlucht bij de hand wilt hebben. Wil je fitter worden, dan kunnen apps je bewegingen tracken en naderhand geven ze je inzicht in je training. Ben je een recreatieve fietser, dan zet je je iPhone of Android-apparaat in als navigator of reisgids. Uiteraard kun je gewoon Google Maps als kaarten-app gebruiken, deze app heeft namelijk een paar handige fietsopties aan boord. Er zijn ook andere apps, die geheel gefocust zijn op de fietser en die naast navigatie-opties bijvoorbeeld leuke fietsroutes bieden of je vertellen wat interessante plekken op de route zijn. Hoog tijd om je smartphone op te laden, je fiets uit de garage te pakken en met je tweewieler de omgeving te verkennen!

©PXimport

Tip 02: De beste houder

Tijdens het fietsen houd je je smartphone uiteraard niet in de hand. Als je alleen muziek wilt luisteren, kun je het apparaat prima in je broek- of jaszak stoppen, maar als je af en toe op de smartphone moet kijken, dan is het handig om een speciale houder voor je fiets aan te schaffen. Er zijn tientallen opties om je smartphone aan je fiets te monteren. De goedkopere versies zijn echt alleen geschikt om een smartphone aan je fiets te bevestigen bij goed weer. Duurdere modellen worden soms met een waterdichte hoes geleverd, zodat je ook in de regen je smartphone kunt gebruiken. Het grootste probleem bij een langere fietstocht is dat je je smartphone onderweg niet op kunt laden. Gelukkig hebben houderfabrikanten hier natuurlijk een oplossing voor, bijvoorbeeld met een geïntegreerde accu in de houder. Hierbij is van belang dat je goed kijkt naar het vermogen, dat wordt aangegeven in mAh. Een vermogen van 6000 mAh kan twee tot drie keer een moderne smartphone zoals een iPhone 7 of Samsung Galaxy S8 opladen.

Tip 03: Smartphone opladen

Je smartphone opladen met behulp van zonne-energie is natuurlijk handig. Een geïntegreerde zonnecollector in een fietshouder zijn we nog niet tegengekomen, maar mobiele zonne-opladers zijn volop verkrijgbaar. Je kunt je smartphone direct op de usb-poort van de zonne-oplader aansluiten en het paneel naar de zon richten. Of je sluit een batterij op het paneel aan, deze bewaart dan de stroom voor later. Dat is handiger, maar natuurlijk ook duurder. Voor alleen een zonnepaneel ben je een paar tientjes kwijt, een versie met batterij gaat al snel richting de tachtig euro. Een veel leuker alternatief: als je fietst, kun je natuurlijk meteen stroom genereren! Een simpel maar briljant idee is de Cycle2Charge. Je bevestigt het apparaat aan je fiets en sluit de meegeleverde kabel aan op de dynamo van je fiets. Je moet wel snel genoeg fietsen om stroom op te kunnen wekken, vanaf ca. 15 kilometer per uur genereer je genoeg stroom om je smartphone op te laden.

©PXimport

Tip 04: Google Maps

De bekendste app voor navigatie is natuurlijk Google Maps en deze app is ook prima op de fiets te gebruiken. Je kunt de navigatie optimaliseren voor een fietsritje. Typ een bestemming in, tik op de blauwe navigatie-knop en vervolgens boven de kaart op de fiets. Kies één van de voorgestelde routes en tik onderin op de tijd en afstand. Bovenin zie je het hoogteverloop van de tocht en onder de tijd zie je bovendien hoeveel meter je gedurende de route stijgt en daalt. Kent je route geen noemenswaardige klim, dan staat er dat het een vlakke route betreft en wordt er geen hoogtegrafiekje weergegeven. Tik nogmaals op de blauwe knop en de navigatie wordt gestart. De gewone kaart van Google Maps kun je ook optimaliseren voor de fiets. Hiervoor tik je vanuit het hoofdscherm op de drie streepjes en kies je voor Fietsen. Op de kaart zie je nu donkergroene weggetjes, wat aangeeft dat ze geschikt zijn voor fietsers doordat er fietspaden langs de weg liggen.

©PXimport

Tip 05: Offline kaarten

©PXimport

Als je geen databundel hebt voor onderweg, dan is dit geen probleem. Je kunt met Google Maps namelijk kaarten opslaan voor offline gebruik. Ga hiervoor naar het hoofdscherm en tik op de drie streepjes. Tik op Offline gebieden en vervolgens op Aangepast gebied. Een kaart met een blauwe rand verschijnt. Met je vingers kun je het gebied groter of kleiner maken. Onderin zie je meteen hoeveel ruimte de download in beslag gaat nemen. Wil je het gebied downloaden, bevestig dan de actie door op Downloaden te tikken. Als er een update voor de gedownloade kaart beschikbaar is, dan zal deze automatisch worden gedownload, mits je een actieve wifi-verbinding hebt. Om de naam van het gedownloade gebied aan te passen, tik je op het gebied en vervolgens op het potloodje rechtsbovenin. Geef een naam op en sluit af door op Opslaan te tikken.

Tips voor onderweg

Runtastic Road Bike

Tip 06: Apps voor de fiets

Google Maps is natuurlijk handig omdat het waarschijnlijk al op je smartphone staat, maar er zijn ook speciale apps beschikbaar voor het uitstippelen van fietsroutes. Naviki is voor Android, iOS en Windows Phone beschikbaar en heeft als voordeel ten opzichte van Google Maps dat de kaart compleet voor fietsers is geoptimaliseerd – als je op het tandwiel tikt en onder Kaart type voor Fiets kiest. Op de kaart vind je paarse wegen die worden vergezeld van nummers op knooppunten. Dit zijn de zogenoemde fietsknooppunten, hierover meer in tip 7. Rode wegen op de kaart zijn routes die uitermate geschikt zijn voor fietsers. Gek genoeg vind je geen zoekvenster en geeft de app altijd je huidige locatie aan.

Ben je op zoek naar leuke fietsroutes, download dan de app Viewranger. Gebruikers kunnen hun routes hier uploaden en als je op het linkericoontje tikt, zie je fietsroutes in de buurt. Je kunt de route downloaden en ziet meteen hoelang de route is en wat het hoogteverschil is. Wil je premium-routes fietsen, dan moet je vanuit de app eenmalig 5,99 euro betalen. Een andere goede optie is de app CycleMap, hier vind je onder andere bikeshare-locaties terug uit 390 steden over de wereld.

Tip 07: Fietsknooppunten

De ANWB heeft een netwerk van fietsroutes in Nederland uitgezet, die door middel van knooppunten worden aangegeven. Je kunt zelf een route uitstippelen door gebruik te maken van deze knooppunten. Langs de weg vind je bordjes die de genummerde knooppunten aangeven en op fietskaarten vind je deze knooppunten terug. Natuurlijk zijn hier ook apps voor! Het voordeel van het knooppuntennetwerk is dat het geen vastgestelde routes zijn: je kunt zelf je route bepalen. Een goede app voor het verkennen van de knooppunten is Fietsnetwerk – Beleef fietsen. Hier vind je naast voorgestelde routes ook informatie over interessante bezienswaardigheden, cafés en restaurants bij bepaalde knooppunten. Je geeft aan waar je wilt fietsen en bovenin geef je aan hoelang de tocht mag zijn. Andere handige apps waarmee je routes middels de fietsknooppunten kunt uitstippelen, zijn de apps route.nl, Fiets! en BikeNode.

©PXimport

Tip 08: Zonder smartphone

Je hoeft natuurlijk niet per se je smartphone mee te nemen, er zijn genoeg standalone apparaten die speciaal voor je fiets zijn gemaakt. Het voordeel is dat deze apparaten minder stroom nodig hebben en dus veel langer met één oplaadcyclus doen. Ook zijn deze apparaten speciaal voor de fiets gemaakt en bevatten ze vaak functies die handig kunnen zijn op de fiets. Sommige apparaten bieden alleen inzicht in je snelheid, het hoogteverschil en hoelang je al aan het fietsen bent, maar een apparaat als de Garmin Edge 1000 biedt je eveneens navigatie. Deze fietscomputer kost dan ook wel meteen een paar honderd euro. Het grote voordeel is dat de Garmin Edge 1000 naadloos samenwerkt met een technologie als Shimano Di2, een elektrisch schakelsysteem waardoor je met slechts één druk op de knop naar een andere versnelling kunt schakelen. De Edge 1000 kan ook informatie van ANT+ apparaten (zoals hartslagmeters) uitlezen. In de toekomst is het ook mogelijk om via ANT+ bijvoorbeeld de luchtdruk van je fietsband uit te lezen.

©PXimport

Tip 09: E-bike en toekomst

Waarom nog een apart apparaat op je fiets zetten? Auto’s hebben meestal een ingebouwd navigatiesysteem, in de toekomst kan je fiets ook een geïntegreerd gps-systeem hebben. De Teasi Volt is een navigatie-add-on voor je elektrische fiets. Je klikt het apparaat op de houder van je elektrische fiets. Vervolgens kan de Volt gegevens van je fiets uitlezen. Zo weet je naast de route ook meteen hoelang je accu nog meegaat en het apparaatje kan je ook helpen met het optimaliseren van je rijstijl. Je kunt het apparaat bovendien als trainingshulp gebruiken, het kan optioneel je hartslag meten en geeft aan hoeveel calorieën je tijdens je rit al hebt verbrand. De Teasi Volt is bovendien spatwaterbestendig en kun je dus ook op regenachtige dagen gebruiken. Fabrikant Stromer is lekker futuristisch en brengt op dit moment de meest geavanceerde e-bike uit. Middels het cloud-platform Omni wordt je e-bike een mobiele hotspot. Installeer de Stromer Omni-app en je kunt je e-bike op afstand op slot doen en via de ingebouwde gps-chip je fiets volgen als hij is gestolen. Informatie over de fiets en de meest recente servicebeurt lees je meteen in de app. Voor een Stromer-e-bike moet je wel diep in de buidel tasten, vanaf zo’n 3000 euro ben je de trotse bezitter van de fiets van de toekomst.

©PXimport

SmartHalo

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.