ID.nl logo
Review Fiat 600e - Veel méér dan alleen een leuk smoeltje
© Igor Stuifzand
Mobiliteit

Review Fiat 600e - Veel méér dan alleen een leuk smoeltje

De Fiat 600e is een belangrijke nieuwkomer. Niet alleen voor het Italiaanse merk zelf, dat na heel lange tijd weer eens een nieuw model kan aanbieden in de compacte klasse, maar vooral omdat de 600e – in een prijscategorie met een flink groeiend aanbod – méér te bieden heeft dan alleen zijn knappe koppie. In deze review maken we uitgebreid kennis met de nieuwe elektrische Fiat.

Rampzalig
Conclusie

Op basis van dezelfde techniek die de Peugeot e-2008 en Jeep Avenger Full-Electric gebruiken, heeft Fiat een auto ontwikkeld met een heel eigen gezicht en een heel eigen karakter. Die bovendien erg prettig rijdt. Net als zijn concerngenoten springt de Fiat 600e efficiënt om met de energievoorraad in de 54kWh-batterij. Fiat heeft de 600e lager geprijsd dan de hierboven genoemde EV's van Peugeot en Jeep, zonder te beknibbelen op de uitrusting of afwerking. De concurrentiestrijd in deze prijscategorie wordt echter wel steeds heviger ...

Plus- en minpunten
  • Design dat niet gaat vervelen
  • Efficiënte aandrijflijn
  • Eenvoudige bediening
  • Prettige rijeigenschappen
  • Op alle uitvoeringen SEPP-subsidie
  • Technisch geen baanbrekende auto
  • Er zijn scherper geprijsde concurrenten
  • Hier en daar goedkope materialen
  • Trekhaak is niet mogelijk

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

In deze review van de Fiat 600e komen de volgende onderwerpen aan bod: • Eerst even een rondje om de Fiat 600e • Is de Fiat 600e een praktische auto? • De accutechniek en aandrijflijn onder de loep • Is het beloofde verbruik in de praktijk haalbaar? • En hoe bevalt de 600e op de weg? • Wat kost de Fiat 600e en wat zit er voor dat geld op? • Wat zijn de concurrenten van de Fiat 600e?

©Igor Stuifzand

Opnieuw heeft Fiat allerlei details van de klassieke 500 in een nieuwe vorm gegoten.

Eerst even een rondje om de Fiat 600e

Heb ik jou niet al eens eerder ergens gezien? Die vraag borrelt onherroepelijk op wanneer je de nieuwe Fiat 600e voor het eerst ziet staan. Maar je hoeft niet aan jezelf te twijfelen: de designers van het Italiaanse merk hebben er een kunst van gemaakt om pakkende details van de klassieke Fiat 500 uit de jaren 50 en 60 (het beroemde 'Rugzakje') elke keer weer in een nieuw, eigentijds en tegelijk tijdloos jasje te steken. Terwijl alle 'retro' elementen helemaal niet geforceerd op het netvlies liggen.

Hoewel er duidelijke gelijkenissen zijn met de uit 2015 stammende Fiat 500X – die gewoon in productie blijft – oogt de nieuwe 600e jong en fris en helemaal van deze tijd. De ronde koplampen met halfgesloten 'oogleden' geven de auto een vriendelijk voorkomen, de achterkant oogt door de kleine hoekige lichtunits juist lekker breed – zodat het niet allemaal te schattig of zoetsappig wordt. Geinig detail: de Italiaanse 'Tricolore' in de achterbumper. Opdat geen misverstand ontstaat over de oorsprong van de 600e.

©Igor Stuifzand

Geen twijfel mogelijk: de Fiat 600e is een Italiaanse auto.

Fiat heeft ervoor gekozen om geen grijstinten meer op de kleurenwaaier van de 600e te zetten. Je kunt de auto bestellen in het wit, rood of een metalliek lak. Daarvoor heeft Fiat beeldende namen als The Sun of Italy (tomaatrood), The Earth of Italy (een beigetint), The Sky of Italy (lichtblauw) en The Sea of Italy (blauwgroen) bedacht. Zwart kan trouwens ook, voor wie het allemaal niet zo bont en kleurrijk hoeft. Kies je voor de La Prima, dan hoef je niet bij te betalen voor de oranjerode lak.

©Igor Stuifzand

In de 600e La Prima zorgt de ivoorwitte kleurstelling voor een ruimtelijk geheel.

Het interieur van de Fiat 600e is geheel in lijn met het buitendesign. Afgeronde vormen overheersen. In de uitvoering La Prima zijn de stoelen bekleed met ivoorkleurig kunstleer, waarin over de gehele rugleuning en zitting met turquoise draad het Fiat-logo is geborduurd. De ivoorkleur keert bij de La Prima terug op het dashboard. Kies je voor de goedkopere en minder rijk uitgevoerde Red, dan krijg je zwarte stoffen stoelbekleding en een rode sierlijst op het dashboard.

Centraal op het dashboard is een 10,25-inch touchscreen geplaatst voor de bediening van alle multimedia en tal van rij- en veiligheidsfuncties. Net als in de kleine Fiat 500e en de Jeep Avenger stel je aircovoorkeuren in met afzonderlijke fysieke knoppen en ook de rijrichting bepaal je door een knopje op het dashboard in te drukken. Een eenvoudige oplossing, die prima werkt.

©Igor Stuifzand

Het multimediasysteem van de 600e is eenvoudig te bedienen.

Is de Fiat 600e een praktische auto?

De Fiat 600e deelt zijn platform met de andere compacte SUV's uit het Stellantis-aanbod: de Peugeot e-2008, Opel Mokka Electric, genoemde Jeep Avenger Full-Electric en DS 3 E-Tense. Al deze modellen hebben ongeveer dezelfde afmetingen: de Fiat 600e heeft een lengte van 4,17 meter en een hoogte van 1,52 meter, de afstand tussen de voor- en de achteras (de wielbasis) meet 2,56 meter.

Bij modellen uit deze compacte klasse kan natuurlijk niet meer binnenruimte worden gecreëerd dan de buitenmaten toelaten. Voor een auto van 4,17 meter lang heeft de Fiat 600e een verrassende hoeveelheid bewegingsvrijheid te bieden. Vier volwassenen passen er prima in. Echter wel met het voorbehoud dat ze niet allemaal 1,90 meter of langer zijn, want dan komen er toch wat knieën in de knel. De hoofdruimte is overal toereikend.

©Igor Stuifzand

Voor een auto met een lengte van 4,17 meter is de Fiat 600e relatief ruim.

Hetzelfde verhaal gaat op voor de bagageruimte. Voor een auto uit de compacte klasse is een laadvolume van 360 liter helemaal niet verkeerd. De vloer van de kofferbak is in hoogte verstelbaar, zodat de (zanderige) laadkabel apart van je luxe reistassen kan worden opgeborgen. Hoeveel bagage er mee kan als de rugleuning van de achterbank (in twee ongelijke delen) is neergeklapt, vertelt Fiat niet. Als we een gokje mogen wagen, houden we het bij zo'n 1.200 liter.

©Igor Stuifzand

Met de achterbank in stelling past er 360 liter achter in de Fiat 600e.

Net als bij de Peugeot e-2008 en de Jeep Avenger Full-Electric kan er onder de elektrisch aangedreven Fiat 600e geen trekhaak worden gemonteerd. Dat beperkt de praktische gebruiksmogelijkheden van de auto: alleen op dak kan extra vracht mee, in de vorm van een dakkoffer of een fietsenrek.

Rond de bestuurdersstoel kun je trouwens heel wat kleine spulletjes kwijt. Onder de oprolbare flap over de middenconsole, die sterk doet denken aan de beschermhoes van een tablet, vind je een groot opbergvak. Omdat de elektromotor van de Fiat 600e voorin ligt en de voorwielen aandrijft, kon er onder de voorklep geen extra laadruimte worden gecreëerd.

©Igor Stuifzand

Onder het oprolbare hoesje op de middenconsole is een groot opbergvak te vinden.

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

De accutechniek en aandrijflijn onder de loep

Zoals vermeld: de Fiat 600e staat op hetzelfde platform als de Peugeot e-2008 en Jeep Avenger Full-Electric, en maakt zodoende gebruik van dezelfde batterij- en aandrijftechnologie. Het gaat om een upgrade van de batterij en motor die in de eerste compacte EV's van Peugeot, Citroën, DS Automobiles en Opel werden gebruikt. Daarbij werd de batterijcapaciteit vergroot van 50 naar 54 kWh, en het motorvermogen van 136 pk werd opgeschroefd naar 156 pk.

©Igor Stuifzand

Voorin ligt een 156 pk sterke elektromotor, die de voorwielen aandrijft.

Met deze 54kWh-batterij (netto: 51 kWh) ligt een hoogste laadsnelheid van 100 kW binnen bereik. Prima, voor een auto uit deze prijsklasse. Het laadvermogen loopt bij zo'n 30 procent SoC ('state of charge') echter al terug naar circa 75 kW, terwijl bij 65 procent SoC nog maar net 50 kW wordt gehaald. Dankzij het compacte formaat van de batterij duurt het echter krap een halfuurtje om van 10 naar 80 procent 'state of charge' (SoC) op te laden. Niet grensverleggend, maar beslist acceptabel. Op een volle accu kom je ruim 400 kilometer vooruit, zo belooft Fiat.

©Igor Stuifzand

De laadpoort van de Fiat 600e zit linksachter, wat ons betreft niet de meest ideale plek.

De elektromotor brengt een maximum vermogen van 156 pk en een hoogste koppel van 260 Nm over op de aangedreven voorwielen. Daarmee bereikt de Fiat 600e keurige prestaties. Vanuit stilstand zit je in 9,0 seconden op 100 km/h. Misschien is dat naar sommige EV-maatstaven niet indrukwekkend, maar in de dagelijkse praktijk kun je uitstekend met het overige verkeer meekomen.

Het maximum vermogen van de elektromotor is trouwens afhankelijk van het gekozen rijprogramma. Alleen in de Sport-stand krijg je het volledige aantal pk's. Blijf je in Normaal, dan is het vermogen naar 109 pk teruggeschroefd. In Eco resteert daarvan nog maar 82 pk. Afdoende voor in de stad en gunstig voor het verbruik, maar in veel situaties kom je daarmee vermogen tekort. Je kunt door de D-knop twee keer in te drukken kiezen voor regeneratief remmen, hoewel het zelfremmend vermogen beperkt is. In elk geval behoort 'one-pedal driving' niet tot de mogelijkheden.

©Igor Stuifzand

Ondanks de donkere wielkuipranden en dorpellijsten probeert de 600e geen SUV te zijn.

Is het beloofde verbruik in de praktijk haalbaar?

Voor een goede verbruiksindicatie rijden we met elke elektrische testauto dezelfde route van 170 kilometer. Deze route leidt door de stad met veel verkeer en verkeerslichten, via provinciale en secundaire wegen en over enkele snelwegtrajecten, waar we de cruisecontrol op 100 km/u en 130 km/u vastzetten. We leggen onze verbruiksronde na de avondspits af, om bij 130 km/u geen snelheidsovertredingen te riskeren en druk (vracht)verkeer zoveel mogelijk te ontlopen. We maken van de verbruikstest geen race of recordpoging 'zuinig rijden', en proberen met elke testauto zoveel mogelijk dezelfde rijstijl aan te houden. We zetten de airco op 21 graden en kiezen voor maximaal regeneratief remmen, indien mogelijk op 'one-pedal driving'.

Hoe zit dat dan met het praktijkverbruik van de Fiat 600e? De elektrische aandrijflijn van de compacte EV's uit de Stellantis-stal hebben immers de reputatie dat er vooral bij lage temperaturen veel energie verloren gaat, waardoor de modellen bij lange na niet in de buurt komen van het officieel opgegeven WLTP-verbruik of de beloofde actieradius.

Maar dat is met de upgrade van de batterij- en aandrijftechnologie definitief verleden tijd, zo hebben we inmiddels in meerdere Stellantis-EV's aan den lijve ondervonden. Berekend volgens de genormeerde WLTP-formule, is het gemiddelde stroomverbruik van de Fiat 600e vastgesteld op 15,2 kWh/100 km. Met een bruikbare batterijcapaciteit van 51 kWh zou een actieradius van 409 kilometer haalbaar zijn. Dat wil zeggen: onder de voor de batterij meest gunstige bedrijfsomstandigheden.

©Igor Stuifzand

Met een volle batterij, begint de boordcomputer altijd met een actieradius van zo'n 400 kilometer.

Wij testten de Fiat 600e in februari, officieel dus in de winter. Nu noteert het KNMI tegenwoordig maandelijks nieuwe warmterecords, en dat pakt voor de energiebehoefte van een EV gunstig uit. Het kost de batterijmodules immers minder moeite om op een ideale bedrijfstemperatuur te komen dan bij vrieskou of extreme hitte, terwijl de airco geen groot temperatuurverschil tussen buiten en binnen hoeft te overbruggen.

Met 8 graden op de boordcomputer is er geen sprake van Elfstedenkoorts, wanneer we met de Fiat 600e onze vaste verbruiksronde afleggen. De auto moet echter opboksen tegen ander natuurverschijnselen: een krachtige westenwind met windstoten van kracht 6 tot 7. Tijdens de 20 kilometer lange snelwegetappe die we (net als bij elke andere test-EV) rijden met de cruisecontrol op 130 km/h, krijgt de 600e de wind vol op zijn bolle neus.

©Igor Stuifzand

Overal 600-logo's: in de wielen, op de dorpels, bij de koplampen, op de neus en in de achterbumper.

Ondanks zijn krachtsinspanningen blijft de 600e zuinig met de stroomreserves omspringen. Wanneer we de auto na 170 kilometer weer thuis voor de deur parkeren, geeft de boordcomputer een gemiddelde van 17,9 kWh/100 km aan. Op minder stormachtige dagen kan dat eenvoudig worden overtroffen; de technisch identieke Jeep Avenger heeft al aangetoond dat het veel zuiniger kan. Met 51 kWh als bruikbare batterijcapaciteit is op basis van het door ons gerealiseerde verbruik een actieradius van 285 kilometer haalbaar. Maar ook daar is gemakkelijk meer van te maken.

©Igor Stuifzand

Met zijn uitgewogen onderstel is de Fiat 600e een prettige kilometervreter.

En hoe bevalt de Fiat 600e op de weg?

Wanneer je voor de eerste keer achter het stuur stapt van de Fiat 600e, word je aangenaam verrast door de prettige comfortabele stoel en de fijne zithouding achter het kleine, dikke stuur. De overzichtelijkheid van het dashboard is goed, de digitale weergave van alle informatie is duidelijk en gemakkelijk leesbaar. Om het verblijf aan boord verder te veraangenamen, heeft de 600e La Prima zelfs standaard stoelmassage. De afwerking van het interieur is in orde, het materiaalgebruik – met ivoorwit kunstleer en zwart (hard) kunststof – is oké.

©Igor Stuifzand

Comfortabele stoelen, die in de La Prima een massagefunctie (alleen de bestuurder) en verwarming hebben.

Hoewel de Fiat 600e onderhuids identiek is aan de Peugeot e-2008 en Jeep Avenger Full-Electric, rijdt de auto behoorlijk anders. De Peugeot blaast het spreekwoordelijke Franse veercomfort nieuw leven in, terwijl de Jeep Avenger door zijn stugge onderstel een behoorlijk springerige auto is. Alsof je in een heuse offroader onderweg bent, en dat past uitstekend bij het stoere imago van het Amerikaanse merk.

En de Fiat 600e? Die zit precies tussen de Peugeot en de Jeep in. Zijn onderstel is minder op souplesse afgestemd dan dat van de e-2008, maar zo onrustig als de Avenger gedraagt hij zich zeker niet. Fiat heeft voor de gulden middenweg gekozen, en dat pakt wat ons betreft positief uit. Hoewel de 600e erg licht stuurt, maakt hij zowel op de snelweg als op hobbelige B-weggetjes een uitgewogen indruk.

Met 156 pk in het Sport-programma weet de 600e zich in het verkeer uitstekend staande te houden. Natuurlijk: er zijn snellere EV's. Mede dankzij zijn lage gewicht van 1495 kilo, hebben we met de Fiat gedurende de testweek echter geen moment het gevoel gehad dat de auto tekortschiet. Voor de sportieve automobilist die meer wil, zit er trouwens een snellere versie aan te komen, met 240 pk op alle vier de wielen. Die komt op de markt als Abarth 600e.

©Igor Stuifzand

Drie rijprogramma's: Eco, Normaal en Sport. Alleen in Sport beschik je over de volledige 156 pk.

Wat kost de Fiat 600e en wat zit er voor dat geld op?

Vooralsnog is de Fiat 600e in één batterij- en vermogensvariant verkrijgbaar. Er bestaat keuze uit twee uitrustingsniveaus: de Red en de La Prima. Dat maakt de prijslijst erg overzichtelijk. De 600e Red kost 35.990 euro, de La Prima wordt voor 40.990 euro aangeboden. Met die bedragen komen beide versies eenvoudig in aanmerking voor SEPP-aanschafsubsidie. Daarvoor geldt immers 45.000 euro als maximum aankoopbedrag.

De 600e Red kan beslist niet worden beschouwd als een tot op het bot uitgeklede instapper. Goed, hij staat op stalen 16-inch wielen met plastic doppen, maar met een rode sierlijst over het dashboard, automatische airconditioning, led-koplampen, Apple CarPlay en Android Auto, cruisecontrol en online verbinding met Uconnect-services, word je ook in de Red-uitvoering in de watten gelegd.

©Igor Stuifzand

Standaard staat de 600e Red op 16-inch wielen van staal, de La Prima heeft deze mooie 18-inch lichtmetalen wielen.

Voor 5000 euro meer mag je van de duurdere La Prima echter een waslijst aan extra's verwachten. De ivoorwitte kunstleren bekleding en stoelmassage aan de bestuurderszijde hebben we al genoemd, het multimediasysteem is uitgebreid met standaard navigatie. De La Prima staat op 18-inch lichtmetalen wielen. De auto heeft verder donkergetint privacy glass voor de achterpassagiers, een parkeercamera, elektrische stoelverstelling voor de bestuurder, stoelverwarming, een audiosysteem met zes speakers (in plaats van vier), de dubbele laadvloer, een automatisch bediende achterklep en adaptieve cruisecontrol.

De veiligheidsuitrusting van de 600e Red omvat alleen de meest essentiële zaken, zoals een automatische noodremfunctie en vermoeidheidsherkenning. De La Prima voegt daar een grootlichtassistent, adaptieve cruisecontrol, actieve rijbaanassistentie, dodehoekwaarschuwing en verkeersbordherkenning aan toe.

©Igor Stuifzand

De Fiat 600e is een vrolijke, vriendelijke verschijning. Kies je voor de La Prima, dan is de oranjerode metallic lak standaard.

Wat zijn de concurrenten van de Fiat 600e?

In de prijsklasse tussen de 35.000 en de 40.000 euro heeft de EV-koper veel keuze. Alleen al bij de Stellantis-merken, die allemaal gebruikmaken van dezelfde technologie, is het aanbod zeer gevarieerd: Citroën ë-C4, DS 3 E-Tense, Opel Mokka Electric, Jeep Avenger Full-Electric, Peugeot e-2008 – en daar komt binnenkort de Alfa Romeo Milano nog bij. Alleen in eigen huis is er al een groot aantal alternatieven voor de Fiat 600e, hoewel die doorgaans allemaal iets hoger geprijsd zijn.

Maar er zijn meer modellen die in dezelfde vijver vissen als de Fiat 600e. Zoals de Volvo EX30, misschien wel een van de meest spraakmakende EV's van de laatste tijd. Dat model deelt op zijn beurt weer technologie met de Smart #1. Volkswagen heeft de ID.3, Cupra de Born en Renault de Megane E-Tech Electric. De Hyundai Kona Electric en Kia Niro EV zijn in basistrim net zo duur als de Fiat 600e La Prima. De uit China afkomstige MG 4 Electric en BYD Dolphin zitten met een gelijkwaardig motorvermogen duidelijk onder de prijs van de Fiat 600e.

©Igor Stuifzand

Fiat heeft de prijs van de 600e een paar duizend euro onder die van de Peugeot e-2008 en Jeep Avenger gehouden.

🚘🔌 Vergroot je actieradius: volg ons op Facebook!


Vraag een offerte aan voor laadpalen:

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.