ID.nl logo
Van actieradius tot WLTP: dit is het EV-ABC
© Summit Art Creations
Mobiliteit

Van actieradius tot WLTP: dit is het EV-ABC

Met de opkomst van de elektrische auto zijn er ook een hoop nieuwe termen en jargon bij gekomen. Sommige, zoals EV of laadpas, spreken inmiddels voor zich. Maar weet jij waar BEV voor staat? Wat range anxiety is, of wat er bedoeld wordt met SOC? Deze woordenlijst helpt je – letterlijk – op weg.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

AC-lader

Manier van opladen via een regulier stopcontact met wisselstroom (AC). Dit is een langzamere maar goedkopere oplaadmethode, geschikt voor thuis of op kantoor waar de auto langere tijd blijft staan. Afhankelijk van de laadpaal én de lader in de auto ligt het laadvermogen tussen 3,7 en 22 kW. Veruit het meest voorkomende vermogen is 11 kW (3-fase 16A).

Actieradius

De maximale afstand die een elektrische auto theoretisch kan afleggen op een volledig opgeladen batterij, volgens de fabrikant. De werkelijke actieradius kan afwijken door factoren als de grootte van de accu, je rijstijl, de temperatuur, wind, hoogteverschil, gebruik van airco/verwarming, enzovoorts.

Afstandsbediening

Functie waarbij diverse instellingen van de elektrische auto op afstand kunnen worden bediend via een app. Denk daarbij aan het voorverwarmen/voorkoelen van de auto, checken van het batterijniveau, laden aan-/uitzetten, enzovoorts.

AWD (All-Wheel Drive)

Vierwielaandrijving waarbij alle vier de wielen worden aangedreven door (meestal) twee elektromotoren. Dit verbetert de tractie en wegligging, vooral op gladde ondergronden. Veel automerken bieden AWD aan; dit zijn vaak de luxere uitvoeringen met ook een groter accupakket voor meer range. Ook is het trekgewicht bij AWD-versies vaak hoger.

BEV (Battery Electric Vehicle)

Volledig elektrische auto met accupakket die wordt aangedreven een of meer elektromotoren. Er is geen verbrandingsmotor aanwezig.

Brandstofcelvoertuig

Een voertuig met elektromotoren en soms een (kleine) accu waarbij de benodigde elektrische energie wordt opwekt door middel van een chemische reactie tussen waterstof en zuurstof in een brandstofcel. Het enige bijproduct is water. De benodigde waterstof tank/laadinfrastructuur is nog zeer beperkt.

DC-lader

Snellader voor elektrische auto's die gebruikt maakt van gelijkstroom (DC) in plaats van wisselstroom. Doordat het voltage en de stroomsterkte bij DC-laden veel hoger is dan bij AC-laden, laadt de batterij veel sneller op. Afhankelijk van de laadsnelheid van de DC-lader, de laadsnelheid van het accupakket van de auto, de omstandigheden (temperatuur) en grootte van het accupakket, is de accu binnen 15-40 minuten van 20% naar 80% opgeladen. DC-laders zijn voornamelijk te vinden langs snelwegen, maar ook in industriegebieden zie je ze steeds vaker.

©Fastned | https://fastnedcharging.com/

Elektromotor

De motor die een elektrische auto aandrijft op de aangedreven wielen. Deze wordt van stroom voorzien door de batterij. De meeste elektrische auto’s hebben één of twee elektromotoren. Sommige (sportieve) EV’s hebben er zelfs drie of vier. Dan wordt elk wiel apart aangedreven.

EPA

De Environmental Protection Agency van de Verenigde Staten test het officiële brandstofverbruik, de actieradius en efficiëntie van nieuwe voertuigen op de Amerikaanse markt.

EV (Electric Vehicle)

Overkoepelende term voor een voertuig dat wordt aangedreven door een elektromotor die energie haalt uit een oplaadbare batterij of brandstofcel, in plaats van een verbrandingsmotor.

Homecharger

Een laadpunt voor thuis om de elektrische auto 's nachts of overdag op te laden. Meestal met een AC-lader van 3,7-22 kW.

HUD (Head-Up Display)

Een display dat belangrijke rij-informatie zoals snelheid en navigatie-aanwijzingen weergeeft op of projecteert op de voorruit, zodat de bestuurder zijn blik niet van de weg hoeft af te wenden.

©Gorodenkoff Productions OU

Inductieladen

Een oplaadmethode zonder kabel, waarbij het accupakket draadloos wordt opgeladen via een elektromagnetisch veld. Nog een opkomende technologie zonder grote verspreiding. Nadelen zijn nog hoog laadverlies en relatief lage laadsnelheid.

kW (kilowatt)

De meeteenheid voor het elektrisch vermogen, bijvoorbeeld het laadvermogen dat een accu of lader maximaal aankan of het vermogen van de elektromotor in een auto.

kWh (kilowattuur)

De meeteenheid voor de hoeveelheid elektrische energie. Bijvoorbeeld de opslagcapaciteit van een batterij of het gemiddelde verbruik van een elektrische auto. Hoe hoger de opslagcapaciteit, hoe groter de potentiële actieradius. Hoe hoger het gemiddelde verbruik, hoe lager de potentiële range.

Laadmodus

EV's bieden meestal verschillende laadmodi aan om te kiezen hoe snel of langzaam de batterij wordt opgeladen, bijv. snel, normaal, langzaam (om stroomsterkte bij het laden te beperken). Het beperken van de laadstroom is handig om de elektrische installatie thuis of van openbare laadpalen niet te veel te belasten, zodat er vermogen overblijft voor andere elektrische verbruikers of om zoveel mogelijk op de opgewerkte zonne-energie te laden. Moet je snel weer weg of wil je zo snel mogelijk weer een volle accu hebben, zet dan de laadstroom op maximaal. Dan heb je ook nog eens de minste laadverliezen.

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Laadcapaciteit/laadniveau

De hoeveel energie die in een accu zit. Meestal uitgedrukt in een percentage van de maximale capaciteit. 100% is een volle accu, 50% een halfvolle accu en 10% of lager een lege accu. In de meeste gevallen wordt aangeraden om de accu niet continue (maar wel regelmatig) tot 100% te laden en bij een laadniveau van 10% of lager gelijk weer op te laden.

Laadpaal

Een openbaar of semi-openbaar oplaadstation waar elektrische auto's hun batterij kunnen opladen. Dit kunnen zowel AC- als DC-laders zijn. Meestal heb je een laadpas, betaalpas of een app nodig om de laadsessie te kunnen starten. Kijk bij onze partner LaadpaalTop10 om een voor jou geschikte laadpaal te vinden.

Laadpas

Pas met RFID-chip erin die je nodig hebt om een laadsessie te starten bij een laadpaal. Door die chip weet de uitbater van de laadpaal waar de factuur voor de laadsessie naartoe moet. Er zijn heel veel aanbieders die allemaal hun eigen tarieven hanteren en het maakt ook uit in welk land je wilt laden. Kijk bij onze partner LaadpasTop10 welke laadpas voor jouw gebruik het meest interessant is. Laadpassen heb je overigens ook in de vorm van een ‘laaddruppel’: de RFID-chip zit dan verwerkt in een handzaam stukje plastic dat je makkelijk aan je sleutelbos kunt hangen.

Laadpoort

De plaats op de auto waar de laadkabel wordt aangesloten om de batterij op te laden. Je vindt de laadpoort vaak aan de voorkant of zijkant achter het achterportier. Bij veel plug-in hybride auto’s zit de laadpoort aan een van de zijkanten tussen voorportier en voorwiel.

Laadstatus

De status van de laadpaal. Hieraan kun je zien of een laadpaal beschikbaar of bezet is, en met welke eventuele tussenstap hij bezig is. Je kunt bijvoorbeeld zien of hij bezig is met de auto te communiceren, de laadpas te checken of klaar is met laden. Ook kun je aan de laadstatus zien of er eventueel laadfouten zijn opgetreden. De meeste laadpalen geven dit aan met groene, rode en blauwe ledjes. Soms krijg je via een schermpje nog wat meer informatie. Als het goed is, vind je op elke laadpaal een sticker met legenda zodat je precies kunt zien wat de kleuren van de lampjes betekenen.

©AK | ID.nl

LFP (Lithium-ijzerfosfaat, LiFePO4)

Type lithium-ion batterijtechniek die veel voordelen heeft. LFP-accu’s zijn veiliger doordat ze geen zelfontbranding hebben en makkelijker zijn te blussen. Daarnaast zijn er minder zeldzame en milieubelastende materialen voor nodig, zijn ze goedkoper, slijten minder en zijn stabieler. Een nadeel is de lagere energiedichtheid: je hebt zwaardere accu’s nodig voor dezelfde capaciteit.

Li-ion (Lithium-ion)

Vrijwel alle batterijen in elektrische auto’s zijn lithium-ion-batterijen. Deze hebben een hoge capaciteit en laden en ontladen met een hoge snelheid. De in auto’s meest gebruikte lithium-ion-batterijen bevatten kobalt, nikkel of mangaan. Voordeel is een hoge energiedichtheid, dus minder gewicht voor dezelfde capaciteit. Maar de benodigde metalen zijn vaak zeldzaam en/of de winning ervan gaat gepaard met veel milieuvervuiling en slechte werkomstandigheden. Ook zijn dergelijke typen lithium-accu’s lastig te blussen bij brand.

NEDC

De oude ‘Nieuwe Europese Rijcyclus’ die gebruikt werd om het brandstofverbruik en de uitstoot van auto's te testen. Minder realistisch dan de nieuwe(re) WLTP.

OTA (Over-the-Air)

Software-updates die draadloos naar de elektrische auto kunnen worden gedownload om functies toe te voegen of systemen bij te werken. Soms is een wifi-verbinding nodig als de update erg groot is.

PHEV (Plug-in Hybrid)

Een hybride auto met zowel een benzine- of dieselmotor als een elektromotor en kleine oplaadbare batterij. Het elektrisch rijbereik is beperkt tot ongeveer 30-60 km.

©ULI_SONNTAG

Praktijkbereik

Het daadwerkelijk haalbare rijbereik van een elektrische auto gebaseerd op realistische rijomstandigheden, rijstijl, temperatuur enzovoorts. Meestal lager dan volgens fabrieksopgave.

Range anxiety

De angst of zorg van een bestuurder van een elektrisch voertuig om met een lege accu stil te komen staan door een beperkte actieradius.

Range extender

Een kleine verbrandingsmotor die fungeert als generator om het rijbereik te verlengen door de batterij van stroom te voorzien.

Regeneratief remmen

Een systeem waarbij kinetische energie tijdens het remmen of uitrollen wordt teruggewonnen en gebruikt om de batterij bij te laden.

Rijbereik

De geschatte maximale afstand die een elektrische auto kan rijden voordat de batterij moet worden opgeladen. Varieert sterk per model en is ook afhankelijk van weersomstandigheden.

Rijmodus

Instellingen voor verschillende soorten rijstijlen, zoals een Sport-modus voor maximale prestaties, of ECO-modus voor een zuiniger/langere actieradius.

Snelladen

Een manier om de batterij snel op te laden via een DC-lader met hoge vermogens tot 350 kW. Vaak laad je in 15-40 minuten de batterij op van 20% naar 80% lading.

SOC (State of Charge)

De hoeveelheid resterende lading in een batterij, uitgedrukt als een percentage van de volledige capaciteit.

WLTP

De Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure die sinds 2017 in Europa gebruikt wordt om het brandstofverbruik en de uitstoot van nieuwe auto's realistischer te meten dan de oude NEDC-cyclus. WLTP-waarden zijn doorgaans nauwkeuriger, maar nog steeds is de praktijkwaarde een stuk lager van de WLTP-waarde.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips