ID.nl logo
Van actieradius tot WLTP: dit is het EV-ABC
© Summit Art Creations - stock.ado
Mobiliteit

Van actieradius tot WLTP: dit is het EV-ABC

Met de opkomst van de elektrische auto zijn er ook een hoop nieuwe termen en jargon bij gekomen. Sommige, zoals EV of laadpas, spreken inmiddels voor zich. Maar weet jij waar BEV voor staat? Wat range anxiety is, of wat er bedoeld wordt met SOC? Deze woordenlijst helpt je – letterlijk – op weg.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

AC-lader

Manier van opladen via een regulier stopcontact met wisselstroom (AC). Dit is een langzamere maar goedkopere oplaadmethode, geschikt voor thuis of op kantoor waar de auto langere tijd blijft staan. Afhankelijk van de laadpaal én de lader in de auto ligt het laadvermogen tussen 3,7 en 22 kW. Veruit het meest voorkomende vermogen is 11 kW (3-fase 16A).

Actieradius

De maximale afstand die een elektrische auto theoretisch kan afleggen op een volledig opgeladen batterij, volgens de fabrikant. De werkelijke actieradius kan afwijken door factoren als de grootte van de accu, je rijstijl, de temperatuur, wind, hoogteverschil, gebruik van airco/verwarming, enzovoorts.

Afstandsbediening

Functie waarbij diverse instellingen van de elektrische auto op afstand kunnen worden bediend via een app. Denk daarbij aan het voorverwarmen/voorkoelen van de auto, checken van het batterijniveau, laden aan-/uitzetten, enzovoorts.

©Summit Art Creations - stock.ado

AWD (All-Wheel Drive)

Vierwielaandrijving waarbij alle vier de wielen worden aangedreven door (meestal) twee elektromotoren. Dit verbetert de tractie en wegligging, vooral op gladde ondergronden. Veel automerken bieden AWD aan; dit zijn vaak de luxere uitvoeringen met ook een groter accupakket voor meer range. Ook is het trekgewicht bij AWD-versies vaak hoger.

BEV (Battery Electric Vehicle)

Volledig elektrische auto met accupakket die wordt aangedreven een of meer elektromotoren. Er is geen verbrandingsmotor aanwezig.

Brandstofcelvoertuig

Een voertuig met elektromotoren en soms een (kleine) accu waarbij de benodigde elektrische energie wordt opwekt door middel van een chemische reactie tussen waterstof en zuurstof in een brandstofcel. Het enige bijproduct is water. De benodigde waterstof tank/laadinfrastructuur is nog zeer beperkt.

DC-lader

Snellader voor elektrische auto's die gebruikt maakt van gelijkstroom (DC) in plaats van wisselstroom. Doordat het voltage en de stroomsterkte bij DC-laden veel hoger is dan bij AC-laden, laadt de batterij veel sneller op. Afhankelijk van de laadsnelheid van de DC-lader, de laadsnelheid van het accupakket van de auto, de omstandigheden (temperatuur) en grootte van het accupakket, is de accu binnen 15-40 minuten van 20% naar 80% opgeladen. DC-laders zijn voornamelijk te vinden langs snelwegen, maar ook in industriegebieden zie je ze steeds vaker.

©Fastned | https://fastnedcharging.com/

Elektromotor

De motor die een elektrische auto aandrijft op de aangedreven wielen. Deze wordt van stroom voorzien door de batterij. De meeste elektrische auto’s hebben één of twee elektromotoren. Sommige (sportieve) EV’s hebben er zelfs drie of vier. Dan wordt elk wiel apart aangedreven.

EPA

De Environmental Protection Agency van de Verenigde Staten test het officiële brandstofverbruik, de actieradius en efficiëntie van nieuwe voertuigen op de Amerikaanse markt.

EV (Electric Vehicle)

Overkoepelende term voor een voertuig dat wordt aangedreven door een elektromotor die energie haalt uit een oplaadbare batterij of brandstofcel, in plaats van een verbrandingsmotor.

Homecharger

Een laadpunt voor thuis om de elektrische auto 's nachts of overdag op te laden. Meestal met een AC-lader van 3,7-22 kW.

HUD (Head-Up Display)

Een display dat belangrijke rij-informatie zoals snelheid en navigatie-aanwijzingen weergeeft op of projecteert op de voorruit, zodat de bestuurder zijn blik niet van de weg hoeft af te wenden.

©Gorodenkoff Productions OU

Inductieladen

Een oplaadmethode zonder kabel, waarbij het accupakket draadloos wordt opgeladen via een elektromagnetisch veld. Nog een opkomende technologie zonder grote verspreiding. Nadelen zijn nog hoog laadverlies en relatief lage laadsnelheid.

kW (kilowatt)

De meeteenheid voor het elektrisch vermogen, bijvoorbeeld het laadvermogen dat een accu of lader maximaal aankan of het vermogen van de elektromotor in een auto.

kWh (kilowattuur)

De meeteenheid voor de hoeveelheid elektrische energie. Bijvoorbeeld de opslagcapaciteit van een batterij of het gemiddelde verbruik van een elektrische auto. Hoe hoger de opslagcapaciteit, hoe groter de potentiële actieradius. Hoe hoger het gemiddelde verbruik, hoe lager de potentiële range.

Laadmodus

EV's bieden meestal verschillende laadmodi aan om te kiezen hoe snel of langzaam de batterij wordt opgeladen, bijv. snel, normaal, langzaam (om stroomsterkte bij het laden te beperken). Het beperken van de laadstroom is handig om de elektrische installatie thuis of van openbare laadpalen niet te veel te belasten, zodat er vermogen overblijft voor andere elektrische verbruikers of om zoveel mogelijk op de opgewerkte zonne-energie te laden. Moet je snel weer weg of wil je zo snel mogelijk weer een volle accu hebben, zet dan de laadstroom op maximaal. Dan heb je ook nog eens de minste laadverliezen.

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Laadcapaciteit/laadniveau

De hoeveel energie die in een accu zit. Meestal uitgedrukt in een percentage van de maximale capaciteit. 100% is een volle accu, 50% een halfvolle accu en 10% of lager een lege accu. In de meeste gevallen wordt aangeraden om de accu niet continue (maar wel regelmatig) tot 100% te laden en bij een laadniveau van 10% of lager gelijk weer op te laden.

Laadpaal

Een openbaar of semi-openbaar oplaadstation waar elektrische auto's hun batterij kunnen opladen. Dit kunnen zowel AC- als DC-laders zijn. Meestal heb je een laadpas, betaalpas of een app nodig om de laadsessie te kunnen starten. Kijk bij onze partner LaadpaalTop10 om een voor jou geschikte laadpaal te vinden.

Laadpas

Pas met RFID-chip erin die je nodig hebt om een laadsessie te starten bij een laadpaal. Door die chip weet de uitbater van de laadpaal waar de factuur voor de laadsessie naartoe moet. Er zijn heel veel aanbieders die allemaal hun eigen tarieven hanteren en het maakt ook uit in welk land je wilt laden. Kijk bij onze partner LaadpasTop10 welke laadpas voor jouw gebruik het meest interessant is. Laadpassen heb je overigens ook in de vorm van een ‘laaddruppel’: de RFID-chip zit dan verwerkt in een handzaam stukje plastic dat je makkelijk aan je sleutelbos kunt hangen.

Laadpoort

De plaats op de auto waar de laadkabel wordt aangesloten om de batterij op te laden. Je vindt de laadpoort vaak aan de voorkant of zijkant achter het achterportier. Bij veel plug-in hybride auto’s zit de laadpoort aan een van de zijkanten tussen voorportier en voorwiel.

Laadstatus

De status van de laadpaal. Hieraan kun je zien of een laadpaal beschikbaar of bezet is, en met welke eventuele tussenstap hij bezig is. Je kunt bijvoorbeeld zien of hij bezig is met de auto te communiceren, de laadpas te checken of klaar is met laden. Ook kun je aan de laadstatus zien of er eventueel laadfouten zijn opgetreden. De meeste laadpalen geven dit aan met groene, rode en blauwe ledjes. Soms krijg je via een schermpje nog wat meer informatie. Als het goed is, vind je op elke laadpaal een sticker met legenda zodat je precies kunt zien wat de kleuren van de lampjes betekenen.

©AK | ID.nl

LFP (Lithium-ijzerfosfaat, LiFePO4)

Type lithium-ion batterijtechniek die veel voordelen heeft. LFP-accu’s zijn veiliger doordat ze geen zelfontbranding hebben en makkelijker zijn te blussen. Daarnaast zijn er minder zeldzame en milieubelastende materialen voor nodig, zijn ze goedkoper, slijten minder en zijn stabieler. Een nadeel is de lagere energiedichtheid: je hebt zwaardere accu’s nodig voor dezelfde capaciteit.

Li-ion (Lithium-ion)

Vrijwel alle batterijen in elektrische auto’s zijn lithium-ion-batterijen. Deze hebben een hoge capaciteit en laden en ontladen met een hoge snelheid. De in auto’s meest gebruikte lithium-ion-batterijen bevatten kobalt, nikkel of mangaan. Voordeel is een hoge energiedichtheid, dus minder gewicht voor dezelfde capaciteit. Maar de benodigde metalen zijn vaak zeldzaam en/of de winning ervan gaat gepaard met veel milieuvervuiling en slechte werkomstandigheden. Ook zijn dergelijke typen lithium-accu’s lastig te blussen bij brand.

NEDC

De oude ‘Nieuwe Europese Rijcyclus’ die gebruikt werd om het brandstofverbruik en de uitstoot van auto's te testen. Minder realistisch dan de nieuwe(re) WLTP.

OTA (Over-the-Air)

Software-updates die draadloos naar de elektrische auto kunnen worden gedownload om functies toe te voegen of systemen bij te werken. Soms is een wifi-verbinding nodig als de update erg groot is.

PHEV (Plug-in Hybrid)

Een hybride auto met zowel een benzine- of dieselmotor als een elektromotor en kleine oplaadbare batterij. Het elektrisch rijbereik is beperkt tot ongeveer 30-60 km.

©ULI_SONNTAG

Praktijkbereik

Het daadwerkelijk haalbare rijbereik van een elektrische auto gebaseerd op realistische rijomstandigheden, rijstijl, temperatuur enzovoorts. Meestal lager dan volgens fabrieksopgave.

Range anxiety

De angst of zorg van een bestuurder van een elektrisch voertuig om met een lege accu stil te komen staan door een beperkte actieradius.

Range extender

Een kleine verbrandingsmotor die fungeert als generator om het rijbereik te verlengen door de batterij van stroom te voorzien.

Regeneratief remmen

Een systeem waarbij kinetische energie tijdens het remmen of uitrollen wordt teruggewonnen en gebruikt om de batterij bij te laden.

Rijbereik

De geschatte maximale afstand die een elektrische auto kan rijden voordat de batterij moet worden opgeladen. Varieert sterk per model en is ook afhankelijk van weersomstandigheden.

Rijmodus

Instellingen voor verschillende soorten rijstijlen, zoals een Sport-modus voor maximale prestaties, of ECO-modus voor een zuiniger/langere actieradius.

Snelladen

Een manier om de batterij snel op te laden via een DC-lader met hoge vermogens tot 350 kW. Vaak laad je in 15-40 minuten de batterij op van 20% naar 80% lading.

SOC (State of Charge)

De hoeveelheid resterende lading in een batterij, uitgedrukt als een percentage van de volledige capaciteit.

WLTP

De Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure die sinds 2017 in Europa gebruikt wordt om het brandstofverbruik en de uitstoot van nieuwe auto's realistischer te meten dan de oude NEDC-cyclus. WLTP-waarden zijn doorgaans nauwkeuriger, maar nog steeds is de praktijkwaarde een stuk lager van de WLTP-waarde.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.