ID.nl logo
Welke aanpassingen aan je eigen huis verhogen je woningwaarde?
© bilanol
Huis

Welke aanpassingen aan je eigen huis verhogen je woningwaarde?

Heb je plannen om te investeren in je eigen huis? Wil je de keuken of de badkamer verbouwen of de zolder isoleren bijvoorbeeld? Dat doe je natuurlijk in de eerste plaats voor jezelf, maar sommige aanpassingen verhogen ook de woningwaarde. Handig om te weten, want dan kun je je investering (deels) terugverdienen.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen. • Welke investeringen in je eigen huis kun je terugverdienen? • Waar moet je rekening mee houden als je een investering wilt terugverdienen? • Wat kun je nog meer doen om je huis aantrekkelijker te maken voor de verkoop?

Lees ook: Geld nodig voor energiebesparende maatregelen? Zo vind je subsidies en leningen

Hoger energielabel

Je huis verduurzamen is altijd een goed idee. Denk aan vloer-, gevel-, spouwmuur- of dakisolatie, isolerend glas, zonnepanelen of een warmtepomp. In veel gevallen betaalt de overheid hieraan mee met subsidie. Ook voor de waarde van je woning kan verduurzaming veel betekenen, zeker als je hiermee een hoger energielabel haalt. Gemiddeld levert een beter energielabel een waardevermeerdering van 7,2 procent op. Dat blijkt uit onderzoek van Brainbay. Het verbeteren van het energielabel van een ouder huis levert meer op dan van een relatief nieuw huis. Een sprong van label D naar A+ en hoger levert het meeste op.

Ook al krijg je subsidie, je betaalt ook altijd zelf een flink bedrag voor het verduurzamen van je woning. Een deel hiervan kun je terugverdienen met een hogere woningwaarde, een andere deel door energiebesparing. Het verschilt per maatregel hoe lang de terugverdientijd is.

Lees ook: Welke invloed hebben zonnepanelen op het energielabel van je huis?

©Brainbox

Groter woonoppervlak

Meer vierkante meters betekent ook meer woningwaarde. Een aan- of uitbouw levert dus bijna altijd een betere verkoopprijs op. Hetzelfde geldt voor een dakkapel, omdat je daarmee het vloeroppervlak onder een schuin dak beter kunt benutten. Of je de investering volledig terugverdient is niet op voorhand te zeggen, maar in de meeste gevallen stijgt de woningwaarde door een uitbouw of dakkapel met meer dan 50 procent van de kosten van de verbouwing. Een voorwaarde is wel dat de verbouwing vakkundig is uitgevoerd.

Wil je een uitbouw combineren met verduurzamen? Reken je dan niet rijk met subsidiebedragen. De Rijksoverheid geeft alleen subsidie voor isolatie binnen de thermische schil, zoals dat heet. Dat betekent dat je een bestaande gevel of muur of een bestaand dak niet mag uitbreken. Doe je dat wel, dan verspeel je het recht op subsidie.

Badkamer opknappen

Is je badkamer verouderd, zijn er tegels beschadigd of is de douchecabine versleten? Dan kan een verbouwing van je badkamer een hogere woningwaarde opleveren. Een koper hoeft dan in ieder geval niet (direct) zelf te investeren in een nieuwe badkamer en dat is een pluspunt. Hierdoor kan de woningwaarde maximaal rond 50 procent van de verbouwingskosten toenemen.

Houd er wel rekening mee dat smaak en persoonlijke voorkeuren bij een badkamer een grote rol spelen. Daarom loont het niet altijd om te investeren in je lievelingskleuren of trendy materialen. Als je badkamer in principe nog goed is, doe je een verbouwing vooral voor jezelf. Wil je niet te veel uitgeven en potentiële kopers toch een goede indruk geven? Denk dan aan een smetteloos wit plafond en een nieuwe douchewand en douchekop bijvoorbeeld. Of zet een nieuw badkamermeubel of wastafelkastje neer.

Lees ook: Badkamer renoveren: zo betegel je de wanden

©Altair

Keuken opknappen

Voor de keuken geldt in grote lijnen hetzelfde als voor de badkamer. Heb je een gedateerde keuken met muffe kastjes en een aanrecht met gebruikssporen, dan verdien je de kosten van een verbouwing in ieder geval gedeeltelijk terug. Maar is de keuken nog netjes en functioneel, dan is het onzeker of je een modernisering terugverdient. Je kunt ook met kleine ingrepen de keuken weer een frisse aanblik geven. Vervang bijvoorbeeld de kastdeurtjes en/of handgrepen. Of plaats een nieuwe mengkraan of kokend-waterkraan. Verouderde inbouwapparatuur kun je vervangen door apparatuur met een beter energielabel.

Lees ook: Dit zijn de 9 keukentrends van 2024

Toilet op iedere verdieping

Is er geen toilet op een verdieping waar wel een slaapkamer is? Dan loont het om te onderzoeken of je op die verdieping een toilet kunt realiseren. Niemand houdt ervan om een trap af en op te moeten voor nachtelijk toiletbezoek. Heb je genoeg ruimte, dan kun je ook nadenken over een extra badkamer. Voor gezinnen kan het een groot voordeel zijn om ’s morgens en ’s avonds niet op elkaar te hoeven wachten voor het douchen of tanden poetsen.

Overkapping in de tuin

Een overkapping in de tuin is in zekere zin ook een vergroting van het woonoppervlak. Buiten leven heeft op veel mensen een grote aantrekkingskracht en als dat in jouw tuin zomer en winter mogelijk is, heeft dat een meerwaarde. Een nadeel van een overkapping aan de gevel is dat het daardoor binnen donkerder kan worden. Ook maakt een terrasoverkapping het vrij beschikbare oppervlak in je tuin kleiner. Maak dus als het even kan een goed plan waarmee je de tuin leefbaarder maakt zonder aan comfort in te leveren. Wil je nog meer waarde toevoegen aan je tuin, dan kun je ook denken aan een buitenkeuken en aan manieren om van je tuin een verlengstuk van je woonkamer te maken. Zorg ook dat je tuin goed onderhouden is en er aantrekkelijk uitziet. Denk bijvoorbeeld aan het toevoegen van tuinverlichting!

Lees ook: Een pergola in de tuin? Die bouw je gewoon zelf!

©Geraldas Galinauskas

Goed onderhoud

Achterstallig onderhoud drukt de waarde van je woning. Als de kozijnen aan een schilderbeurt toe zijn op het moment van de verkoop, moet een koper geld reserveren om dit direct na aankoop te laten doen. Staat het houtwerk strak in de lak, dan verhoogt dat de waarde van het huis. Wacht niet met reparaties aan bijvoorbeeld het dak, de dakgoot of het voegwerk. Als je eenmaal een lekkage hebt, kost herstel veel meer tijd en geld. Geld dat je uitgeeft aan noodzakelijk onderhoud, verdien je dus voor een belangrijk deel terug.

Slimme systemen

Handige technische snufjes geven het huis een moderne uitstraling en vaak meer wooncomfort. Denk aan een slimme thermostaat, slimme verlichting of een slimme deurbel. Ook airconditioning en huisbeveiliging heeft voor veel mensen een meerwaarde.

Netheid bij de verkoop

Ga je het huis binnenkort verkopen? Bekijk het huis dan eens door de ogen van een vreemde. De eerste indruk bij binnenkomst is erg belangrijk. Zorg dus in ieder geval dat de voordeur goed in de verf staat en ruim de kapstok op. Kopers zijn alert op kleine dingen. Inspecteer daarom alle muren, plafonds, vloeren en deuren in huis. Zijn de muren beschadigd, vies of zie je kleurverschil? Repareer gehavende plekken en schilder de muur opnieuw in een lichte, neutrale kleur. Vervang beschadigd of smoezelig behang en beschadigde of vervuilde vloerbedekking, of leg er een schoon kleed over. Repareer kapotte plinten en losse deurklinken. Ook nieuwe binnendeuren geven een kamer meteen een betere uitstraling.

Opbergruimte is altijd een belangrijk aandachtspunt voor huizenkopers. Zorg dus dat de opbergruimte die je huis heeft goed naar voren komt. Denk aan opbergruimte op zolder, in een trapkast of inloopkast en in een berging, schuur of garage. Ruim op en doe overtollige spullen weg. Sla spullen desnoods tijdelijk ergens anders op, dan lijkt de ruimte groter.

Natuurlijk zorg je ervoor dat alles schoon is. Let daarbij op de ramen, houtwerk, plinten en meubels. Het aanrecht in de keuken moet leeg zijn en blinken. Denk ook aan de afzuigkap, de magnetron en de kastjes. In de badkamer moeten de wastafel en het bad glimmend schoon zijn. Laat geen badjassen en gebruikte handdoeken hangen, maar leg een paar mooie opgevouwen handdoeken neer. Doe extra je best op het poetsen van het toilet. Doe de bril en deksel naar beneden.

©Dusanka Visnjican

Opgeruimd staat netjes

Je kunt nooit te veel opbergers hebben!

Isoleren: goed voor je energierekening én voor de waarde van je huis!

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!