ID.nl logo
Zo kies je de zuinigste huishoudelijke apparatuur
© Roman Möbius
Energie

Zo kies je de zuinigste huishoudelijke apparatuur

Let je op je stroomverbruik, maar blijft je energierekening hoog uitvallen? De kans is groot dat je apparaten in huis hebt staan die ongemerkt veel energie slurpen. Dit artikel helpt je je grootverbruikers op te sporen, energiezuinige apparaten te herkennen én je apparaten slim te gebruiken.

In dit artikel behandelen we onder meer:

  • De invloed van leeftijd, grootte, instellingen en gebruik op energieverbruik

  • Een overzicht van de Rijksoverheid met gemiddeld jaarlijks energieverbruik van grote apparaten

  • Diverse methoden om persoonlijk energieverbruik te meten, zoals energiemeters en slimme stekkers

  • Tips voor het herkennen en kiezen van energiezuinige apparaten

  • Het energieverbruik van verschillende soorten huishoudelijke apparaten

  • Tips voor energiebesparing door slim gebruik van huishoudelijke apparaten

  • Ook interessant: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt

Hoeveel stroom huishoudelijke apparaten gebruiken, is helaas niet 1-2-3 te achterhalen. Over het algemeen verbruiken apparaten veel stroom als ze al lang in gebruik zijn en een laag energielabel hebben, maar daar is lang niet alles mee gezegd. Ook factoren als grootte, instellingen en de mate van gebruik bepalen wat je jaarlijks per apparaat kwijt bent aan energiekosten.

Heb je een slimme meter thuis?

Dan kun je dankzij de P1 meter realtime zien wat je verbruikt!

Zo wordt de wasmachine in een gezin met drie kinderen veel vaker aangezet dan in een eenpersoonshuishouden. Gebruik je dan ook telkens een wasprogramma met hoge temperaturen, dan zul je dat absoluut merken in de kosten. En heb je een enorme televisie met een hoog energielabel, dan ben je meer geld kwijt dan bij een kleinere televisie met datzelfde energielabel. Ook het bouwjaar van apparaten speelt vaak een rol: moderne modellen zijn in de meeste gevallen energiezuiniger dan oudere modellen.

Gemiddelden kWh-verbruik

Om toch een idee te geven van hoeveel stroom huishoudelijke apparaten verbruiken, heeft de Rijksoverheid een overzicht opgesteld van het gemiddelde kWh-verbruik (kilowattuur) per jaar van de grootste energievretende apparaten in huis. Om uit te rekenen wat dit verbruik jaarlijks kost, vermenigvuldigen we het aantal kWh met het huidige plafondtarief van 0,40 euro per kWh.

ApparaatVerbruik (in kWh)Kosten (in €)
Koelkast met losse vriezer520210
Televisie, stereo en andere randapparatuur350140
Computer met randapparatuur310125
Wasdroger300120
Vaatwasser240130
Oven15060
Wasmachine14055

Verbruik per apparaat

De gemiddelden van de Rijksoverheid zijn dus slechts een indicatie; jouw persoonlijke energieverbruik kan veel hoger of juist lager uitvallen. Wil je inzicht krijgen in hoeveel jouw huishoudelijke apparaten precies verbruiken, dan bestaan er meerdere handige tools die je daarbij kunnen helpen. De meest gebruikelijke is de energiemeter; deze plaats je simpelweg tussen het stopcontact en het betreffende apparaat, waarna hij direct het elektriciteitsverbruik van het apparaat begint te registreren. De gegevens lees je af van het display. Een energiemeter is erg accuraat en kost nog geen twee tientjes.  

Iets geavanceerder is de slimme stekker, die je net als de energiemeter tussen het stopcontact en het apparaat installeert, maar die de gegevens rechtstreeks naar een app verzendt. Zo kun je op je smartphone zien hoeveel een apparaat per dag, per uur en soms zelfs per minuut verbruikt. Ook geeft zo’n app het aan wanneer bepaalde apparaten in verhouding veel energie verbruiken. Andere energiebesparende functies van slimme stekkers zijn bijvoorbeeld het op afstand bedienen van je apparaten (handig als je de tv bent vergeten uit te zetten) en het aan- en uitzetten van apparaten volgens een schema. De prijzen van slimme stekkers kunnen nogal variëren, afhankelijk van de functies die een stekker biedt.

©Daisy Daisy

Bij huishoudelijke apparaten die buiten het gebruik om niet op standby staan, zoals een stofzuiger met snoer of een vaatwasser, kun je het verbruik ook meten met behulp van een eenvoudig rekensommetje. Op de verpakking (of als je deze kwijt bent: op het internet) kun je het stroomverbruik van het apparaat in watt vinden. Dit omrekenen naar kilowattuur doe je door het stroomverbruik in kilowatt te vermenigvuldigen met de tijd in uren dat je het toestel dagelijks gebruikt. Je jaarlijkse verbruik bereken je vervolgens door dit getal te vermenigvuldigen met 365 (dagen). Benieuwd naar hoeveel je hier uiteindelijk voor betaalt? Doe dan de uitkomst keer het bedrag dat je per kWh betaalt.

Hoe herken je energiezuinige apparaten?

Ben je erachter gekomen welke apparaten de oorzaak zijn van jouw hoge energierekening? Dan is het tijd voor stap twee: de apparaten vervangen door energiezuinige varianten. Energiezuinige apparatuur is grotendeels te herkennen aan het energielabel. Energielabels lopen van A (donkergroen) tot en met G (rood), waarbij A het zuinigst in energie betekent. Bij sommige apparaten loopt het energielabel tot A+++, zoals bij ovens, wasdrogers en airco’s. Alle informatie over energielabels vind je op deze site.

Op het energielabel staat ook het gemiddelde verbruik in kWh vermeld, bijvoorbeeld per jaar of per honderd wasbeurten. Dat geeft je een concreter beeld van het geschatte energieverbruik en de kosten die daarmee gepaard gaan (zie het rekensommetje hierboven).

©ER - ID.nl

Pas wel op dat je je niet blindstaart op het energielabel. Hoewel dit een duidelijke indicatie geeft van de energiezuinigheid van een apparaat, spelen er ook andere aspecten mee. Kleinere apparaten verbruiken bijvoorbeeld aanzienlijk minder energie dan grote apparaten. Die Amerikaanse koelkast met openslaande deuren staat dan misschien prachtig in je keuken, maar voor je portemonnee is-ie minder gunstig, zelfs met een hoog energielabel. Ga liever voor een wat kleinere koelkast met hetzelfde energielabel.

Voor energiezuinige apparaten moet je doorgaans iets dieper in de buidel tasten dan voor minder zuinige apparaten, maar uiteindelijk verdien je dit gegarandeerd terug.  

Apparaten per soort vergelijken

Ook binnen apparaatsoorten kun je met het oog op energiebesparing slimme keuzes maken. Neem de stofzuiger: een steelstofzuiger scoort dan wel hoger op gebruiksgemak, maar verbruikt over het algemeen veel meer stroom dan een stofzuiger met snoer. Dat komt omdat steelstofzuigers na elke beurt weer (gedeeltelijk) worden opgeladen. Ook als de accu vol is, blijven deze stofzuigers voor sluipverbruik zorgen.

Nu de gasprijzen hoog liggen, kun je ook flink op je vaste lasten besparen door een inductiekookplaat aan te schaffen. Een inductiekookplaat verbruikt jaarlijks gemiddeld 175 kWh, wat neerkomt op zo’n 70 euro. Een gasfornuis kost jaarlijks gemiddeld 104 euro; ruim dertig euro meer. Kijk ook eens kritisch naar je televisie. Moderne smart-tv’s zijn met een gemiddeld verbruik van 55 kWh per jaar (22 euro) veruit het zuinigst. Oudere plasma-tv’s zijn enorme grootverbruikers (gemiddeld 365 kWh per jaar) en worden dan ook al een aantal jaar niet meer geproduceerd.

Tips voor slim gebruik van apparaten

Wanneer je de grootste energievreters in huis hebt opgespoord en vervangen, kun je nog een hoop doen om je energiekosten zo laag mogelijk te houden. Ten eerste is het belangrijk dat je oude apparaten ook daadwerkelijk weggooit. Het heeft weinig zin om een energiezuinige televisie aan te schaffen als je je oude televisie vervolgens op de slaapkamer zet. Onderaan de streep kan dit zelfs zorgen voor méér verbruik.

©Trik

Ga daarnaast verstandig om met je huishoudelijke apparatuur. Zet de vaatwasser en wasmachine op het ecoprogramma, draai pas een was als de trommel vol is en doe de tv uit als niemand kijkt. Hoeft je kleding of beddengoed niet op korte termijn droog te zijn? Laat het dan eens drogen aan de lucht. En heb je wel nog oude apparaten in huis, zorg er dan voor dat deze uitstaan als je ze niet gebruikt (dus niet op standby). Dit geldt vooral voor grote apparatuur, zoals computers en televisies. Door je sluipverbruik tot een minimum te beperken, bespaar je volgens Milieu Centraal al snel zo’n honderd euro per jaar!

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!