ID.nl logo
Zelf een buitenkeuken maken: zo doe je dat
Huis

Zelf een buitenkeuken maken: zo doe je dat

Een van de grootste voordelen van een buitenkeuken is misschien wel het feit dat je alles kunt bereiden wat je bedenkt, ongeacht de geur, het geklieder of het argument dat je lang in de keuken staat. Geen geurtjes waar je je druk om hoeft te maken, je werkt in een omgeving waar alles tegen een stootje kan en het beste van alles: je bent al lekker buiten. Je vergroot bovendien je woonruimte en grote kans dat je vrienden en familie voortaan sneller uitnodigt.

**In dit artikel gaan we uitleggen hoe je een buitenkeuken bouwt. Daarbij komt onder meer aan bod: **

  • Een checklist van de benodigde materialen en gereedschappen

  • Stap-voor-stap bouwinstructies

  • Water- en elektriciteitsvoorziening voor de buitenkeuken

  • Verlichting en sfeer: ideeën voor het creëren van een gezellige sfeer.

  • Ook lezen: Een pergola in de tuin? Die bouw je gewoon zelf!

Checklist materialen en gereedschappen

Welke materialen en gereedschappen heb je nodig voor je buitenkeuken? 

Benodigdheden
- Houten planken en balken- Schuurpapier
- Schroeven- Grondverf of beits
- Houtlijm- Potlood
- Houtboortje van 3 mm- Rolmaat
- Inboorscharnieren- (Schroef)boormachine

Werkwijze

Om zelf een buitenkeuken te maken, kun je met hout een stevig frame bouwen. Hout is de populairste keuze voor dit doel, omdat het materiaal eenvoudig te bewerken is, maar het je keuken ook een mooie natuurlijke uitstraling geeft. Er zijn drie typen hout die het meest geschikt zijn voor deze klus: 

Vurenhout
Vurenhout is een relatief goedkope houtsoort, het is licht van gewicht en je kunt het makkelijk bewerken. Het is alleen niet de meest duurzame houtsoort, omdat het gemiddeld 5 tot 10 jaar meegaat. Tenzij je het netjes impregneert en beitst met speciale beits voor geïmpregneerd hout: dan kan het zomaar 25 jaar meegaan. Het FSC-certificaat garandeert dat het hout duurzaam is geteeld.  

Steigerhout
Hiermee kies je voor een houtsoort die wat meer doorleefd en stevig oogt. Het is populair omdat je hiermee meteen een stylish en trendy uitstraling voor je buitenkeuken neerzet. Het is net als vurenhout ook geen heel duurzame houtsoort en gaat eveneens ongeveer 5 tot 10 jaar mee. Ook steigerhout kun je niet onbehandeld laten, omdat het veel vocht opneemt. 

Douglashout
Douglas is de meest duurzame soort om te gebruiken en kan tien tot vijftien jaar mee. Maar met de juiste behandeling en onderhoud kan het nog veel langer mee. Douglashout is sterk, heeft een warme kleur en geeft je buitenkeuken meteen een heel luxe uitstraling. Door het te onderhouden met speciale olie voor Douglashout behoudt het zijn prachtige, originele kleur. Je kunt Douglas kennen van veel houten tuinmeubelen, zoals je ze in allerlei tuincentra ziet staan. Het is daarmee de meest gebruikte houtsoort voor buitenmeubelen.

Planning en ontwerp van je buitenkeuken

Bepaal eerst waar jouw buitenkeuken aan moet voldoen. Wil je vooral werkruimte hebben, of moet er bijvoorbeeld ook stromend water beschikbaar zijn? Wil je er een gasfles voor de gasbarbecue in hebben, of moet er ruimte zijn voor een Big Green Egg of kookplaat? Als het gaat om opbergruimte voor pannen, potten en kookgerei, houdt dan rekening met kastjes die dicht kunnen. Wil je meer je mooie buitenservies ‘on display’ hebben, samen met wat mooie potten met ingrediënten? Dan is een vakkenkast voldoende. Je kunt je buitenkeuken zo compleet maken als je zelf wilt. Liever een strakke, maar toch quick ‘n dirty-benadering? Een high-end of budgetversie? Jij bepaalt! 

Overweeg bij het ontwerpen de volgende punten: 

  • Waar komt de buitenkeuken te staan? Overdekt of in de volle zon? Dat laatste is misschien op hete zomerdagen niet ideaal, dus denk ook om de plaatsing van je buitenkeuken. Een overkapping is – ook voor het behoud van je buitenkeuken – een goede afweging. 

  • Plaats de keuken niet te ver van je gasten en dus de zithoek of eettafel. Zo ben je lekker in de keuken bezig, maar ben je nog steeds in de buurt van je gezelschap. 

  • Voor de aansluiting van water is het handig als je de buitenkeuken vlak bij een waterpunt plaatst. 

  • Als je kleine kinderen hebt, denk er dan aan dat zij door je tuin rennen en het kookgebied misschien niet meteen herkennen. Zorg er vooral voor dat ze bij een ingebouwde barbecue niet dicht bij het warmteoppervlak kunnen komen. Plaats de barbecue daarom liever iets naar achteren, waar ze niet makkelijk bij kunnen. 

  • Zorg voor een stabiele ondergrond zonder ongelijke vloerdelen of te licht materiaal. Werk met stevige balken en zorg dat de vloer tegen een stootje kan. Het werken met open vuur of andere verwarmde bereidingswijzen, vragen van tevoren de nodige veiligheidsafwegingen

Werkhoogte bepalen Mocht je trouwens wat langer zijn dan gemiddeld, dan is het voordat je aan het zagen en timmeren slaat wellicht verstandig om eerst jouw ideale werkhoogte te bepalen. Een prettige en goede werkhoogte van een keuken is 10 cm onder je elleboog. De vroegere standaardhoogte van 90 cm gaat daarom niet altijd meer op. Houd hier rekening mee bij het uittekenen van je ontwerp.

Bouw van je eigen buitenkeuken

Stap 1: Je ontwerp op papier zetten  
Zorg dat een ontwerp voor je bouwkeuken op papier staat! Begin met het maken van een bouwtekening, inclusief alle maten en wensen. Houd rekening met de werkhoogte, opbergruimten, uitsparingen en eventueel kastdeuren. Meet de maten goed op en vermeld bij elk onderdeel duidelijk de afmetingen (of nummer de onderdelen). 

Stap 2: Maak alle onderdelen op maat
Afhankelijk van je ontwerp kun je alle grote planken al bij de bouwmarkt op maat laten zagen. Dat scheelt alvast. Als je zelf een cirkelzaag hebt, hoeft dat uiteraard niet. De balken kun je beter wel pas op je werkplek op maat zagen.

Zorg dat je met potlood en rolmaat alle maten goed aftekent op het hout. Schrijf eventueel de nummers van het onderdeel erop, zodat je weet welk deel voor welke plek bestemd is. Tip: door de beschreven kanten als onzichtbaar deel tegen een staander te schroeven, zie je er straks niets meer van. 

Stap 3: Bouw nu het frame van de buitenkeuken
Als je alle balken op maat hebt gezaagd, kun je met het frame beginnen. Gebruik hiervoor zes staanders: dat wordt de basis van het frame waar je straks alles aan vastmaakt. Je verbindt aan deze zes staanders de zijkanten (stap 4) en de dwarsbalken voor de zijkanten (stap 5), de bodemplaat (stap 6), de middenplank (stap 7) en het keukenblad (stap 8).

Stap 4: Begin aan de zijkanten van de buitenkeuken
De planken die je voor de zijkanten van de buitenkeuken hebt gezaagd, kun je nu tegen de staanders bevestigen. Boor met je houtboor de gaten voor en schroef de planken vast op de staanders. Deze vormen nu de steunen waar de bodemplaat en middenplank op steunen. 

Stap 5: Breng dwarsbalken aan op de zijkanten
Om de middenplank extra stevigheid te bieden, plaats je dwarsbalken aan de zijkant van de buitenkeuken. Hiervoor lijm je eerst de balken voor de zijkant met houtlijm vast op hun plek. Plaats lijmklemmen om de boel goed te laten hechten en schroef vervolgens – na het drogen – de steunen met schroeven vast.

Stap 6: Maak de bodemplaat voor de keuken
De bodemplaat vormt, zoals de naam al zegt, de onderkant van je keuken. Ook hier zorg je voor een steviging, door vier balken vast te maken aan de onderkant. Deze bevestig je aan de onderste steunen van de zijkant van de buitenkeuken. 

Vervolgens bevestig je daar je de onderste plank aan vast.

Stap 7: Bevestig de dwarsbalken voor je middenplank.  
Indien er nog een wasbak inclusief afvoer, barbecue of andere uitsparing nodig is, zorg dan dat je hier ruimte voor incalculeert. Het doel is om de middenplank voldoende ondersteuning te geven, zodat die niet gaat doorhangen wanneer er bijvoorbeeld een stapel borden op staat.

Stap 8: Bevestig de dwarsbalken voor het keukenblad.
Je bent er bijna! Je gaat nu de dwarsbalken bevestigen waar je keukenblad op komt te rusten. Zorg dat je deze balken vastschroeft aan de staanders en de steunen van de zijkanten van je buitenkeuken. Let ook hierbij op dat je rekening houdt met de mogelijke wasbak en barbecue die je in de buitenkeuken kwijt wilt. De dwarsbalken moeten met name de plekken van je keukenblad ondersteunen waar het gewicht op komt te rusten.

Stap 9: Open vakken of kastdeuren?
Had je van tevoren een open keuken bedacht, dan ben je bijna klaar. Had je deuren in je ontwerp opgenomen? Check in dat geval goed de afstanden en teken eventueel de boorgaten af. Schroef vervolgens het ene deel van de scharnieren aan de achterkant van een deur vast en daarna het andere deel van scharnieren aan de binnenkant van de zijkanten. Heb je nog bedrading of een afvoer die je moet inbouwen? Zorg dan dat je nu de uitsparing op de daartoe bestemde plekken uitzaagt.

Stap 10: Werk de keuken af en behandel het hout
Je keuken is nu af! Je kunt hem nu opschuren en het oppervlak behandelen met grondverf of een speciale beits of olie voor het type hout van jouw keuze. Kies je voor een grondverf, schuur de laag hierna dan nog tussentijds op voordat je de lak aanbrengt. 

Stap 11: Bevestig je keukenblad
Tijd voor de finishing touch. Je buitenkeuken staat en je kunt nu het ​​​​​​​keukenblad bevestigen. Indien je voor een houten werkblad hebt gekozen: zorg dan ook hier voor de juiste behandeling van het hout. 

Stap 12: Afwerking van je buitenkeuken
Eventueel kun je nog rails of haken aan de zijkanten bevestigen waar je keuken- en barbecuetools, handdoeken en handschoenen aan kunt ophangen.

Voor welk werkblad kies je?

Kies voor een werkblad waar je hygiënisch op kunt werken. Wat dat betreft kun je bijvoorbeeld beter niet voor onbehandeld hout met diepe houtnerven kiezen. Dat is minder goed schoon te houden, waardoor bacteriën zich in het werkblad kunnen nestelen. 

Typen werkbladen die wel prima geschikt zijn, zijn die van graniet, terrazzo en composiet. Werkbladen van deze materialen kunnen wel iets kostbaarder uitvallen dan hout. Esthetisch winnen graniet en terazzo het van composiet. Daarnaast zijn deze materialen hygiënisch, kunnen ze behoorlijk wat verdragen (zoals bijvoorbeeld zuur) en kunnen ze tegen een stootje. Granieten werkbladen hebben wel meer onderhoud nodig. Zo is het verstandig graniet te impregneren om het te beschermen tegen vlekken. Een composieten werkblad heeft daar minder last van. Een ander voordeel van composiet is dat het in allerlei verschillende soorten verkrijgbaar is. 

Als je naast de esthetiek van een keukenblad ook duurzaamheid belangrijk vindt, let dan ook op criteria als: 

  • Is het materiaal drukvast: kun je er gewicht op uitoefenen?

  • Is het stootvast: krast het oppervlak snel of kan het tegen een stootje?

  • Is het slijtvast: ontstaan er makkelijk uitgesleten delen op het werkblad?

  • Is het UV-beschermd: verkleurt het oppervlak niet tijdens het buiten staan?

  • Is het bestendig tegen vorst en dooi in de winter?

Water- en elektriciteit voor je buitenkeuken

Wil je jouw buitenkeuken voorzien van alle gemakken die de binnenkeuken ook bevat? Leg dan water- en stroom aan. Zo heb je de mogelijkheid om volledig operationeel aan de slag te gaan! Ruimte voor een koelkast? En toch de frituurpan buiten aanzetten? Denk er dan aan dat je stoppenkast dat ook aan moet kunnen.

Voor een zwaardere belasting is het goed om te controleren of er voldoende groepen zijn aangelegd. Er mogen maximaal vier groepen achter één aardlekschakelaar hangen. Reken zeker op minimaal twee aardlekschakelaars bij een volledige uitrusting van je huishouden. Bij grote stroomverbruikers dien je hier vóór de installatie van allerlei apparaten in je buitenkeuken altijd even goed op te letten. Een inductieplaat kun je sowieso niet zomaar op een gewone groep aansluiten. Vanwege het hoge vermogen van de plaat dien je eerst een aparte kookgroep te installeren. 

Als je stromend water in je buitenkeuken wilt, heb je verschillende opties. 

  • De kostbaarste en meest gebruiksvriendelijke optie is een nieuwe waterleiding aanleggen voor warm en koud water. Weeg af of je vaak warm water nodig hebt en hoe vaak je in je buitenkeuken water zult verbruiken. De investering is flink, het gebruik mogelijk laag – goed om tegen elkaar af te wegen. 

  • Verbind je tuinslang met een snelkoppeling. Zo heb je altijd vers koud water. Koppel de tuinslang aan zodra je de buitenkeuken wilt gebruiken. Deze oplossing is praktisch en snel te installeren. Het is ook de meest voordelige oplossing, want je hebt alleen een snelkoppeling nodig, en eventueel een stukje extra tuinslang.

  • Je kunt ook een watertank plaatsen waar je elke keer schoon water in laat lopen, met daaraan een aftapkraantje of een dompelpomp. Dat is redelijk hygiënisch zolang je de tank maar goed schoon houdt, net als de dompelpomp. Het is letterlijk plug and play wat betreft ingebruikname, maar je moet wel elke keer de tank vullen.

Verlichting en sfeer

Nu kun je nog een decoratieve achterwand voor je buitenkeuken plaatsen. Denk aan rabatdelen (planken zoals vaak voor een schutting gebruikt). Hiervoor gebruik je aan de achterkant langere staanders, zodat je hier tot op de gewenste hoogte de rabatdelen tegenaan kunt schroeven. Voor een mooi effect schroef je de planken aan de achterzijde in, zodat je de schroeven aan de voorzijde niet ziet. Schilder de achterwand nog in de gewenste kleur of werk hem af met een beits of olie. 

Als je nog wat extra ruimte hebt om kruiden of potten uit te stallen, kun je er ook aan denken om nog een extra plank tegen de wand aan de voorzijde te bevestigen. Hierop plaats je dan je olijfolie, kruidenpotjes of weckpotten met ingrediënten voor een decoratieve look. 

▼ Volgende artikel
BYD Seal AWD: 2500 kilometer aan updates
Mobiliteit

BYD Seal AWD: 2500 kilometer aan updates

De BYD Seal is BYD's antwoord op populaire elektrische sedans zoals de Tesla Model 3 en Hyundai Ioniq 6. Na eerdere gemengde ervaringen met de AWD-variant is het tijd voor een uitgebreide praktijktest, waarin 2500 kilometer werd afgelegd naar bestemmingen als Noord-Frankrijk en Frankfurt. Heeft de Seal AWD zich weten te bewijzen?

Dit artikel in het kort:

  • Model: BYD Seal Excellence AWD, elektrische sedan met 530 pk.
  • Actieradius: Tot 520 kilometer (WLTP) dankzij 82,5kWh-batterij.
  • Pluspunten: Verbeterd energieverbruik, hoogwaardig interieur, sterke reisauto.
  • Minpunten: Semi-autonome systemen functioneren niet optimaal, stuurprecisie op hoge snelheid kan beter.
  • Prijs: Vanaf 45.995 euro voor de Design RWD, Excellence AWD kost net geen 51.000 euro.

Ook interessant: Review Tesla Model 3 – Elektrische revolutie opgefrist

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Eerste praktijktest

Want jawel, de eerste praktijktest in Nederland met de BYD Seal verliep niet helemaal vlekkeloos. Het was destijds één van de allereerste exemplaren in Nederland. Uitgevoerd als Excellence AWD met 530pk aan vermogen dankzij de aanwezigheid van twee elektromotoren. De cijfers 3.8 op de achterklep duiden op de tijd die nodig is om vanuit stilstand de 100km/u aan te tikken. 

©Irwin Versteegh

Design en bouwkwaliteit

De BYD Seal maakt indruk met zijn strakke design, afkomstig van Wolfgang Egger, die eerder werkte aan modellen als Alfa Romeo 8C Competizione, Porsches en zelfs Lamborghini's. De sedan is aerodynamisch vormgegeven (CW-waarde 0,219) en wordt standaard geleverd met een panoramadak, led-verlichting rondom en 19-inch lichtmetalen velgen. Het interieur is stijlvol afgewerkt met hoogwaardige materialen zoals leer en suède-achtige stoffen. Zelfs een persdemo met 25.000 kilometer op de teller bleef vrij van slijtage of ongewenste geluiden.

©Irwin Versteegh

Comfort en ruimte

Binnenin valt direct de rijkelijke uitrusting op. Denk aan lederen bekleding met diamantpatroon, stoel- en stuurwielverwarming, stoelventilatie, gescheiden climate control en een twaalf speakers tellend audiosysteem van Dynaudio.

Denk aan lederen stoelen met ventilatie en verwarming, een verwarmd stuurwiel, en een 15,6-inch draaibaar infotainmentscherm met bijvorbeeld Spotify-integratie. Hoewel de navigatiesoftware in deze test niet volledig functioneerde, biedt het systeem diverse handige functies zoals Spotify-integratie. Als het wel werkt, moet het in staat zijn tot het zelfstandig uitstippelen van een route via snelladers. Live updates omtrent het verkeer en de status van de laadpalen doet dan de rest.

©Irwin Versteegh

Stille cabine

De stoelen zitten goed, de hele zitpositie laat zich uitstekend in- en verstellen en met name de uitstekende geluidsisolatie van de cabine is een sterk punt. Ook op de achterbank, waar meer dan genoeg ruimte is voor drie volwassen personen. De climate control werkt nu ook beter. Verloor deze in eerste instantie na verloop van tijd de controle, nu houdt hij de ingestelde temperatuur goed vast al dien je de temperatuur wederom (en dat geldt voor veel Chinese auto's) net even iets hoger te zetten. 

©Irwin Versteegh

Actieradius en opladen

De Seal is gebouwd op BYD's e-Platform 3.0 met een 82,5 kWh LFP-batterij. Dit betekent een innovatieve basis en in dit geval zelfs in combinatie met cell-to-body technologie. Zo maakt de batterij onderdeel uit van het platform. Goed voor de stijfheid en het scheelt bovendien centimeters in het interieur aangezien de batterij in de bodem net even iets dunner is.

En die accu betreft een LFP Blade Battery. Vrij van nikkel en kobalt. Deze is 82,5kWh groot en moet de Seal in combinatie met achterwielaandrijving maximaal 570 kilometer ver brengen. De AWD heeft een hoger verbruik en komt daardoor maar 520 kilometer ver. 

Het verbruik tijdens deze test lag op 21 kWh/100 km, een verbetering ten opzichte van eerdere ervaringen. Opladen kan tot 150 kW, wat resulteert in een laadtijd van 10-80 procent in ongeveer 35 minuten. Hoewel concurrerende modellen sneller laden, presteerde de Seal goed dankzij een efficiënte laadcurve en standaard warmtepomp.

©Irwin Versteegh

Snelladen mag beter

De BYD Seal kan opladen met een maximum van 11 kW en snelladen tot 150 kW. Tijdens een rit naar Frankfurt bleek de laadcurve efficiënt, met een laadtijd van 10 tot 80% in ongeveer 35 minuten. Hoewel de auto geen actieve batterijverwarming heeft vóór het laden, warmt de accu snel op, wat binnen enkele minuten een piek van 145 kW mogelijk maakt. Standaard is er een warmtepomp aanwezig om zowel het interieur als de batterij te verwarmen. Toch kan de laadsnelheid beter, aangezien concurrenten onder de 30 minuten blijven.

©Irwin Versteegh

Zuinige auto?

Het energieverbruik van de BYD Seal AWD is in de praktijk aanzienlijk verbeterd ten opzichte van een jaar geleden. Destijds bleek de auto niet erg zuinig, maar dankzij updates is het verbruik nu gemiddeld 21 kWh/100 km. Hoewel dit niet extreem efficiënt is, valt de score mee gezien de lange afstanden en de omstandigheden, zoals rijden in Nederland na 19.00 uur of op snelwegen zoals de Autobahn en Péage.

©Irwin Versteegh

Semi-autonoom geen droom

De werking van de semi-autonome systemen van de BYD Seal AWD laat ruimte voor verbetering. De adaptieve cruisecontrol reageerde soms traag en de stuurassistent kon onverwachte bewegingen veroorzaken. Ook had de snelheidsregelaar moeite om constante snelheid te houden bij oneffenheden in het wegdek. Wat betreft rijgedrag biedt de auto een goede balans dankzij de adaptieve dempers, die bewegingen van de carrosserie effectief onder controle houden. Dit maakt de Seal een comfortabele reisgenoot, zonder te stug of juist te zacht aan te voelen. 

©Irwin Versteegh

Onnauwkeurig op hoge snelheid

Bij hogere snelheden toont de besturing van de BYD Seal enige onnauwkeurigheid. De auto kan worden beïnvloed door spoorvorming of een aflopende weg, wat soms onrust veroorzaakt. Het aanpassen van de stuurrespons via de Comfort- of Sport-modus bood hierbij geen merkbare verbetering.

©Irwin Versteegh

De prijs maakt alles goed

De BYD Seal weet indruk te maken met verbeteringen zoals efficiënter energieverbruik, een bijgewerkt infotainmentsysteem en een stabielere climate control. Deze sterke punten, gecombineerd met zijn rijk uitgeruste Excellence AWD-variant, maken het tot een aantrekkelijke keuze. Met een instapprijs van 45.995 euro voor de Design RWD en 50.995 euro voor de topuitvoering, biedt de Seal veel waar voor zijn geld. Kleine tekortkomingen worden daardoor snel vergeven, wat bijdraagt aan het positieve totaalplaatje van deze veelzijdige elektrische sedan. 


▼ Volgende artikel
Tips en tools voor het gebruik van je monitor
© Stocks Marketing - stock.adobe.com
Huis

Tips en tools voor het gebruik van je monitor

Voor veel gebruikers is een monitor een apparaat dat je aansluit en inschakelt, en klaar. Maar weet je zeker dat alles goed staat ingesteld? Er zijn verschillende aspecten waar je op kunt letten om zo prettig mogelijk de dag door te komen.

In dit artikel bekijken we verschillende aspecten die de beeldschermweergave bepalen:

  • Ergonomie
  • Driverupdates
  • Energiebesparing
  • Kalibratie
  • Kleurtemperatuur
  • Meerdere schermen

Voor een quickfix: Beeldscherm kijkt niet lekker? In 3 stappen verbeter je het!

Tip 01: Kijkcomfort

De positie van het scherm bepaalt op meerdere manieren het kijkcomfort. Vermijd bijvoorbeeld directe lichtbronnen op je scherm om reflectie te voorkomen. Positioneer de monitor daarom bij voorkeur in een hoek van 90° ten opzichte van lichtbronnen zoals ramen. Hoewel glanzende schermen een iets betere kijkervaring bieden bij films en games, zorgt een mat scherm – eventueel met een antireflectiefilter – voor minder reflectie.

Let ook op het omgevingslicht. Daglicht is het meest comfortabel. Maar heb je kunstlicht nodig, kies dan voor een verstelbare tafellamp, zodat je vervelende schaduwen en reflectie kunt voorkomen. Ga voor verlichting met een kleurtemperatuur van 4000K tot 6500K, omdat dit het beste het natuurlijk daglicht benadert. Uplighters, die licht naar een muur of plafond schijnen, zijn ook een goede optie.

Denk voor kijkcomfort ook aan het beeldscherm zelf. Plaats het op ooghoogte om overmatige nekbelasting te vermijden. Kantel daarnaast het scherm ongeveer 15° naar achteren voor de beste kijkhoek en plaats het op een armlengte afstand. Gebruik daarvoor eventueel een verstelbare monitorstandaard of -arm.

©Denis Rozhnovsky - stock.adobe.com

Er zijn ook instelbare monitorarmen die twee beeldschermen tegelijk kunnen dragen.

Tip 02: OSD-instelling

Niet alleen het omgevingslicht, maar ook het licht dat je monitor uitstraalt, is van groot belang. Stel de helderheid van je scherm zo in dat deze het omgevingslicht benadert om oogvermoeidheid te vermijden. Meestal is 150-250 cd/m2 hiervoor geschikt (cd staat voor candela, wat ruwweg overeenkomt met de lichtsterkte van een gewone kaars). Bij de meeste monitors kun je de helderheid regelen via een OSD-menu (On Screen Display), bereikbaar met fysieke knopjes. Hiermee kun je ook het contrast instellen, optimaal is 70-80%. Te hoog is vermoeiend, te laag vermindert de beeldkwaliteit. De kleurtemperatuur stel je bij voorkeur in op (maximaal) 6500K overdag. ’s Avonds is warmer licht, rond 3000K, beter.

Een typisch OSD-menu voor regeling van helderheid, contrast, kleur en meer (hier een AOC-monitor).

Tip 03: Helderheid

Sommige beeldschermen hebben sensoren die de helderheid automatisch aanpassen aan de omgevingsverlichting, wat zorgt voor een goede leesbaarheid. Maar er zijn ook tools die dit voor je in kunnen stellen. Zo zit er vanaf Windows 10 standaard een Nachtlamp-functie ingebouwd die op instelbare tijdstippen het blauwe licht van je beeldscherm vermindert tot een zelf te bepalen niveau. Wil je hiervan gebruikmaken, ga dan naar Instellingen / Systeem, kies Beeldscherm / Nachtlamp, schakel deze in en stel de sterkte en timing in.

Meer opties vind je in de gratis tool f.lux. Hiermee kun je via een schuifknop de kleurtemperatuur instellen (tussen 1900K en 6500K), of dit automatisch laten doen op basis van de stand van de zon en je geografische locatie. Bekijk ook de extra instellingen bij Options and Smart Lighting. Hier kun je slimme lampen als Philips Hue aansturen via het tabblad Connected Lighting.

Daarnaast is er een gratis portable tool, genaamd Monitorian. Hiermee kun je de helderheid van al je aangesloten schermen via schuifknoppen in één keer instellen.

Met f.lux pas je de kleurtemperatuur van je scherm automatisch aan het tijdstip van de dag aan.

Tip 04: Resolutie en schaal

Voor een optimaal beeld speelt de schermresolutie een grote rol. Die hangt af van de schermgrootte, afstand tot het scherm en het beoogde gebruik (zoals kantoortaken of gaming). Een algemene richtlijn is 1920x1080 (Full HD) voor 24inch-schermen, 2560x1440 (Quad HD) vanaf 27 inch en 3840x2160 (4K of UHD) vanaf 32 inch. Windows geeft de aanbevolen resolutie zelf aan. Ga naar Instellingen / Systeem / Beeldscherm en kies bij Beeldschermresolutie de aanbevolen waarde.

In deze rubriek vind je ook opties als Beeldschermstand (kies bijvoorbeeld Staand als je je monitor verticaal opstelt) en Schaal. Standaard wordt een pixelratio van 1:1 oftewel een schalingspercentage van 100% gebruikt, wat meestal goed is. Bij hogeresolutie-schermen kunnen elementen als tekst en pictogrammen echter te klein worden. Verhoog in dat geval de schaal: klik op het pijlknopje bij Schaal en vul een andere waarde in, bijvoorbeeld 175.

Windows geeft doorgaans zelf de aanbevolen resolutie en schaal aan.

Tip 05: Dpi en schaal

Blijkt een verhoogde schaal niet goed te werken voor een specifieke applicatie, dan kun je dit aanpassen. Klik met rechts op de bijbehorende snelkoppeling, kies Eigenschappen en open het tabblad Compatibiliteit. Klik op Hoge DPI-instellingen wijzigen. DPI staat voor dots per inch en bereken je met de volgende formule: de wortel van het kwadraat van de som van de horizontale en de verticale resolutie, gedeeld door de schermdiagonaal in inches. Een Full HD-scherm van 24 inch komt dan uit op circa 92 dpi.

De schaal die Windows instelt, wordt normaliter hoger naarmate de dpi-grootte toeneemt, bijvoorbeeld 100% bij circa 96 dpi, 150% bij 144 dpi en 200% bij 192 dpi. Werkt dat dus niet goed, plaats dan een vinkje bij Gedrag van hoge DPI-schaalbaarheid negeren. Probeer het eerst met Applicatie (wellicht beheert deze de dpi-schaalaanpassing zelf beter) en daarna met Systeem of Systeem (uitgebreid). Je kunt ook een vinkje plaatsen bij Deze instelling in plaats van […] en kiezen tussen de dpi-instellingen die actief waren tijdens je Windows-aanmelding of de actuele (en inmiddels misschien aangepaste) dpi-instellingen die gelden bij het opstarten van de toepassing.

Worstelt een applicatie met de dpi- en schaal-instellingen? Dit kan helpen!

Tip 06: Refresh rate

Ook de verversingsfrequentie van je beeldscherm bepaalt het kijkcomfort. De refresh rate is het aantal keren per seconde dat je beeld op je scherm wordt vernieuwd, dit wordt uitgedrukt in Hertz (Hz). Een hogere verversingsfrequentie zorgt voor vloeiendere beelden, wat vooral merkbaar is bij snel bewegende beelden zoals video’s of games. Je vindt deze instellingen bij Instellingen / Systeem / Beeldscherm, waar je Geavanceerd beeldscherm kiest. Per monitor kun je nu de hoogst beschikbare vernieuwingsfrequentie instellen.

Nog meer opties vind je door op de link Eigenschappen van beeldschermadapter voor beeldscherm [x] en vervolgens op Alle modi weergeven te klikken. Afhankelijk van je beeldscherm en gpu kun je hier uit verschillende verversingsfrequenties kiezen, in combinatie met de resolutie en bitdiepte (het aantal bits per pixel, gebruikt voor alpha- (transparantie) en rgb-kleurkanalen).

Per aangesloten monitor kun je de verversingsfrequentie aanpassen.

Tip 07: Graphics en gaming

Bij grafisch intensieve programma’s en tijdens het gamen wil je natuurlijk gebruikmaken van de hoogst beschikbare vernieuwingsfrequentie, maar er zijn nog andere aspecten om rekening mee te houden. De belangrijkste opties vind je via Instellingen / Systeem / Beeldscherm / Graphics. Deze instellingen kun je per app aanpassen. Open een app, kies eventueel Opties en geef je gpu-voorkeur aan: Energiebesparing of Hoge prestaties. Heb je naast de geïntegreerde gpu ook een losse videokaart, dan kies je doorgaans deze laatste voor betere prestaties.

Lees hierover ook dit artikel: Energie-instellingen: zuinig of juist gericht op prestaties?

Je kunt hier ook Geen optimalisaties gebruiken voor games met vensters inschakelen, wat de prestaties van (compatibele) games in de venstermodus verbetert door verlaagde frame-latentie. Als Auto HDR is ingeschakeld (via Instellingen / Systeem / Beeldscherm / HDR) kun je deze optie niet inschakelen. Auto HDR verbetert de visuele kwaliteit van sommige oudere games door ze te upgraden naar HDR, voor levendigere kleuren, dieper zwart en meer contrast. Dit vereist wel een HDR-compatibele monitor.

Je kunt per app de energiemodus van je gpu instellen.

Tip 08: Energiebesparing

Monitors verbruiken best veel stroom, afhankelijk van het type en de grootte. Het kan variëren van 20 tot 100 watt bij grote beeldschermen en van 10 tot 20 watt bij laptops. Bij sommige monitors kun je vanuit het OSD-menu een energiebesparingsmodus instellen, maar ook in Windows kun je aangeven hoelang de monitor ingeschakeld moet blijven als je pc niet in gebruik is. Open Instellingen / Systeem / Aan/uit en kies Scherm en slaapstand, waar je kunt instellen na hoeveel tijd je scherm moet worden uitgeschakeld (en je pc in slaapstand gaat). Een alternatief is de schermbeveiliging op een leeg, zwart scherm in te stellen, via Instellingen / Persoonlijke instellingen. Kies Vergrendelingsscherm / Schermbeveiliging en selecteer Leeg, en de tijd, bijvoorbeeld na 10 minuten.

Laat je scherm uitschakelen na een ingestelde periode van inactiviteit.

Tip 09: Driverupdates

Net als andere hardware-onderdelen worden je monitor en grafische adapter aangestuurd door drivers. Voor een goede werking houd je die up-to-date. Zo zorgt een monitordriver ervoor dat Windows de juiste resolutie, verversingsfrequentie en kleurprofielen herkent.

Om de status te controleren, klik je met rechts op de Windows-startknop en kies je Apparaatbeheer, waar je het onderdeel Monitors opent. Staat hier Generic monitor, dan heb je wellicht niet de beste driver. Check de website van de fabrikant voor een aangepast stuurprogramma (meestal een inf-bestand). Installeer dit door met rechts op de huidige driver te klikken en via Stuurprogramma bijwerken / Op mijn computer naar stuurprogramma’s zoeken naar de gedownloade driver te verwijzen.

Ook je gpu wordt door een driver aangestuurd en een update kan zomaar zorgen voor meer energiebesparing of voor ondersteuning van bijvoorbeeld DirectX 12 Ultimate, met onder andere DXR (DirectX Raytracing) en VRS (Variable Rate Shading) voor betere prestaties of grafische kwaliteit. Je kunt de update van deze drivers in principe overlaten aan de ingebouwde updatefunctie van Windows (via Instellingen / Windows update / Naar updates zoeken), maar voor losse grafische kaarten, zoals van AMD, Intel of Nvidia, is het raadzaam de software van de fabrikant te gebruiken.

Links een generieke driver, rechts een update naar een specifiekere driver.

Configuratietool

Zoals al blijkt uit de configuratietools die gpu-fabrikanten aanbieden, zoals AMD Radeon Software, Intel Graphics Command Center en Nvidia Control Panel, werken de gpu en het beeldscherm nauw samen. Via deze tools kun je namelijk zowel de gpu-instellingen als je monitor(s) beheren.

Neem bijvoorbeeld het Nvidia Control Panel. Heb je meerdere monitors aangesloten, dan moet je bij ieder onderdeel eerst het gewenste beeldscherm selecteren. Vervolgens kun je de resolutie, verversingsfrequentie en allerlei kleurinstellingen, waaronder de kleurdiepte, instellen. Of je past de helderheid, het contrast of het gamma aan via schuifknoppen, voor alle kleurkanalen tegelijk of per kanaal. Je kunt ook de kleurinstellingen specifiek voor videoweergave aanpassen. Verder zijn er opties om aan te geven hoe je meerdere aangesloten beeldschermen precies wilt gebruiken.

Het Control Panel van Nvidia: tal van instellingen voor een optimale beeldweergave.

Tip 10: Kalibratie

Na negen tips weet je de weg naar allerlei instellingen waarmee je de beeldweergave kunt optimaliseren, maar het blijft de vraag in hoeverre de kleuren natuurgetrouw zijn en er hetzelfde uitzien op andere schermen en printjes. Om dit te controleren, voer je een kalibratie uit. Hiermee stel je de kleuren, de helderheid, het contrast en het gamma van je scherm op algemene waarden in. We beperken ons in dit artikel tot een kalibratie van je scherm, maar vergeet zeker ook je printer niet.

Lees voor een uitgebreide handleiding het artikel: Kleurverschillen tussen scherm en print? Kalibreren is de oplossing

Idealiter gebruik je een colorimeter, maar voor nu houden we het bij een eenvoudige ‘oogbal-kalibratie’ met behulp van referentie-afbeeldingen (Print art, PhotoDisc, Lagom LCD-test) die je online kunt vinden. Positioneer zo’n afbeelding in groot formaat op je scherm en druk deze ook af. Gebruik daarna het OSD-menu of een configuratietool (zie het kader ‘Kleurprofiel’ hieronder) voor de beste weergave. Of beter nog, gebruik de kalibratietool van Windows: tik kalibreren in de Windows-zoekbalk en start Beeldschermkleur kalibreren. Heb je meerdere monitors, verplaats het venster dan eerst naar het gewenste beeldscherm. Volg nauwkeurig de instructies en laat het vinkje staan bij ClearType Tuner starten […] om een wizard op te starten voor een scherpe tekstweergave.

©Slawomir Gawryluk

Professionele gebruikers kalibreren hun monitor regelmatig met een colorimeter.

Kleurprofiel

De kalibratiewizard van Windows creëert na afloop automatisch een zogenaamd icc-kleurprofiel, wat standaard opgeslagen wordt in de map %SystemRoot%\System32\spool\drivers\color. Zo’n profiel bevat gegevens die de kleurkenmerken van je beeldscherm beschrijven, zodat kleuren consistent worden weergegeven. Je ziet dit wanneer je naar Instellingen / Systeem / Beeldscherm gaat: bij Kleurprofiel staat na de kalibratie iets als sRGB display profile with display hardware configuration data derived from calibration. Of je treft hier het kleurprofiel aan dat tijdens de driverinstallatie vanuit de fabrikant is meegekomen. Zo’n schermprofiel van de fabrikant is op zich prima, maar weet dat de kleurweergave ook wordt beïnvloed door de leeftijd van het scherm en het omgevingslicht. Daarom is het verstandig af en toe een nieuwe kalibratie uit te voeren (bij ‘normaal’ omgevingslicht).

Wil je zelf een ander kleurprofiel aan je monitor koppelen, tik dan kleurbeheer in de Windows-zoekbalk en start de gelijknamige applicatie. Op het tabblad Apparaten selecteer je de gewenste monitor en via Toevoegen verwijs je naar het profielbestand. Selecteer dit en klik eventueel op Als standaardprofiel instellen.

Een kleurprofiel bevat de kleurinstellingen voor een scherm.

Tip 11: Multimonitor-opzet

Steeds meer gebruikers werken met meerdere monitors, en eenmaal gewend wil je niet meer terug. Windows biedt gelukkig een ingebouwde ondersteuning voor zo’n multimonitor-opzet.

Zodra je een extra monitor aansluit, hoort Windows deze automatisch te herkennen. Met Windows-toets+P kun je snel aangeven of je het beeld wilt uitbreiden of dupliceren naar de extra monitor. Meestal kies je voor de eerste optie, zodat je vensters naar de tweede monitor kunt verslepen en deze onafhankelijk van de hoofdmonitor kunt gebruiken. Elk scherm heeft bovendien zijn eigen resolutie en instellingen.

Om alles goed in te stellen, ga je naar Instellingen / Systeem / Beeldscherm. Klik op Identificeren om de beeldschermen te onderscheiden en versleep de virtuele schermen zodat ze overeenkomen met de fysieke positionering. Hier vind je ook handige weergaveopties, zoals Dit beeldscherm instellen als hoofdbeeldscherm. Bevestig eventuele wijzigingen met Toepassen.

Hoeveel monitors heb jij op je bureau staan?

Tip 12: Multimonitor (ext)

Zoals gezegd kan Windows prima overweg met meerdere monitors, maar er zijn ook tools die nog meer opties bieden, zoals DisplayFusion en het gratis, opensource Dual Monitor Tools.

We nemen DisplayFusion als voorbeeld. Gebruik je dit programma voor de eerste keer, dan krijg je een korte voorstelling van de interessantste functies. Via Configureer DisplayFusion stel je alle opties naar wens in, verdeeld over twintig rubrieken zoals Functies, Triggers, Taakbalk, Schermbeveiliging, Monitor Vervaging en Afstandsbediening. Blauw gekleurde items zijn niet beschikbaar in de gratis versie (behalve tijdens de proefperiode van 30 dagen). Een upgrade naar de Pro-versie kost circa 34 dollar (ruim 30 euro), maar biedt veel extra functies. Je kunt bijvoorbeeld vensters automatisch of bij bepaalde triggers naar specifieke monitors verplaatsen, vensters op alle monitors indelen in vooraf bepaalde gebieden, inactieve monitors laten dimmen, bureaubladachtergronden uitgebreid configureren en tussen verschillende monitorprofielen schakelen.

DisplayFusion: een leuke speeltuin voor wie met meerdere monitors werkt.