ID.nl logo
Zelf een buitenkeuken maken: zo doe je dat
© Serge Touch - stock.adobe.com
Huis

Zelf een buitenkeuken maken: zo doe je dat

Een van de grootste voordelen van een buitenkeuken is misschien wel het feit dat je alles kunt bereiden wat je bedenkt, ongeacht de geur, het geklieder of het argument dat je lang in de keuken staat. Geen geurtjes waar je je druk om hoeft te maken, je werkt in een omgeving waar alles tegen een stootje kan en het beste van alles: je bent al lekker buiten. Je vergroot bovendien je woonruimte en grote kans dat je vrienden en familie voortaan sneller uitnodigt.

**In dit artikel gaan we uitleggen hoe je een buitenkeuken bouwt. Daarbij komt onder meer aan bod: **

  • Een checklist van de benodigde materialen en gereedschappen

  • Stap-voor-stap bouwinstructies

  • Water- en elektriciteitsvoorziening voor de buitenkeuken

  • Verlichting en sfeer: ideeën voor het creëren van een gezellige sfeer.

  • Ook lezen: Een pergola in de tuin? Die bouw je gewoon zelf!

Checklist materialen en gereedschappen

Welke materialen en gereedschappen heb je nodig voor je buitenkeuken? 

Benodigdheden
- Houten planken en balken- Schuurpapier
- Schroeven- Grondverf of beits
- Houtlijm- Potlood
- Houtboortje van 3 mm- Rolmaat
- Inboorscharnieren- (Schroef)boormachine

Werkwijze

Om zelf een buitenkeuken te maken, kun je met hout een stevig frame bouwen. Hout is de populairste keuze voor dit doel, omdat het materiaal eenvoudig te bewerken is, maar het je keuken ook een mooie natuurlijke uitstraling geeft. Er zijn drie typen hout die het meest geschikt zijn voor deze klus: 

Vurenhout
Vurenhout is een relatief goedkope houtsoort, het is licht van gewicht en je kunt het makkelijk bewerken. Het is alleen niet de meest duurzame houtsoort, omdat het gemiddeld 5 tot 10 jaar meegaat. Tenzij je het netjes impregneert en beitst met speciale beits voor geïmpregneerd hout: dan kan het zomaar 25 jaar meegaan. Het FSC-certificaat garandeert dat het hout duurzaam is geteeld.  

Steigerhout
Hiermee kies je voor een houtsoort die wat meer doorleefd en stevig oogt. Het is populair omdat je hiermee meteen een stylish en trendy uitstraling voor je buitenkeuken neerzet. Het is net als vurenhout ook geen heel duurzame houtsoort en gaat eveneens ongeveer 5 tot 10 jaar mee. Ook steigerhout kun je niet onbehandeld laten, omdat het veel vocht opneemt. 

Douglashout
Douglas is de meest duurzame soort om te gebruiken en kan tien tot vijftien jaar mee. Maar met de juiste behandeling en onderhoud kan het nog veel langer mee. Douglashout is sterk, heeft een warme kleur en geeft je buitenkeuken meteen een heel luxe uitstraling. Door het te onderhouden met speciale olie voor Douglashout behoudt het zijn prachtige, originele kleur. Je kunt Douglas kennen van veel houten tuinmeubelen, zoals je ze in allerlei tuincentra ziet staan. Het is daarmee de meest gebruikte houtsoort voor buitenmeubelen.

©tallantimages.eu - stock.adobe.com

Douglashout is te herkennen aan de mooie oranje gloed.

Planning en ontwerp van je buitenkeuken

Bepaal eerst waar jouw buitenkeuken aan moet voldoen. Wil je vooral werkruimte hebben, of moet er bijvoorbeeld ook stromend water beschikbaar zijn? Wil je er een gasfles voor de gasbarbecue in hebben, of moet er ruimte zijn voor een Big Green Egg of kookplaat? Als het gaat om opbergruimte voor pannen, potten en kookgerei, houdt dan rekening met kastjes die dicht kunnen. Wil je meer je mooie buitenservies ‘on display’ hebben, samen met wat mooie potten met ingrediënten? Dan is een vakkenkast voldoende. Je kunt je buitenkeuken zo compleet maken als je zelf wilt. Liever een strakke, maar toch quick ‘n dirty-benadering? Een high-end of budgetversie? Jij bepaalt! 

Overweeg bij het ontwerpen de volgende punten: 

  • Waar komt de buitenkeuken te staan? Overdekt of in de volle zon? Dat laatste is misschien op hete zomerdagen niet ideaal, dus denk ook om de plaatsing van je buitenkeuken. Een overkapping is – ook voor het behoud van je buitenkeuken – een goede afweging. 

  • Plaats de keuken niet te ver van je gasten en dus de zithoek of eettafel. Zo ben je lekker in de keuken bezig, maar ben je nog steeds in de buurt van je gezelschap. 

  • Voor de aansluiting van water is het handig als je de buitenkeuken vlak bij een waterpunt plaatst. 

  • Als je kleine kinderen hebt, denk er dan aan dat zij door je tuin rennen en het kookgebied misschien niet meteen herkennen. Zorg er vooral voor dat ze bij een ingebouwde barbecue niet dicht bij het warmteoppervlak kunnen komen. Plaats de barbecue daarom liever iets naar achteren, waar ze niet makkelijk bij kunnen. 

  • Zorg voor een stabiele ondergrond zonder ongelijke vloerdelen of te licht materiaal. Werk met stevige balken en zorg dat de vloer tegen een stootje kan. Het werken met open vuur of andere verwarmde bereidingswijzen, vragen van tevoren de nodige veiligheidsafwegingen

©magdal3na - stock.adobe.com

Werkhoogte bepalen Mocht je trouwens wat langer zijn dan gemiddeld, dan is het voordat je aan het zagen en timmeren slaat wellicht verstandig om eerst jouw ideale werkhoogte te bepalen. Een prettige en goede werkhoogte van een keuken is 10 cm onder je elleboog. De vroegere standaardhoogte van 90 cm gaat daarom niet altijd meer op. Houd hier rekening mee bij het uittekenen van je ontwerp.

Bouw van je eigen buitenkeuken

Stap 1: Je ontwerp op papier zetten  
Zorg dat een ontwerp voor je bouwkeuken op papier staat! Begin met het maken van een bouwtekening, inclusief alle maten en wensen. Houd rekening met de werkhoogte, opbergruimten, uitsparingen en eventueel kastdeuren. Meet de maten goed op en vermeld bij elk onderdeel duidelijk de afmetingen (of nummer de onderdelen). 

Stap 2: Maak alle onderdelen op maat
Afhankelijk van je ontwerp kun je alle grote planken al bij de bouwmarkt op maat laten zagen. Dat scheelt alvast. Als je zelf een cirkelzaag hebt, hoeft dat uiteraard niet. De balken kun je beter wel pas op je werkplek op maat zagen.

Zorg dat je met potlood en rolmaat alle maten goed aftekent op het hout. Schrijf eventueel de nummers van het onderdeel erop, zodat je weet welk deel voor welke plek bestemd is. Tip: door de beschreven kanten als onzichtbaar deel tegen een staander te schroeven, zie je er straks niets meer van. 

Stap 3: Bouw nu het frame van de buitenkeuken
Als je alle balken op maat hebt gezaagd, kun je met het frame beginnen. Gebruik hiervoor zes staanders: dat wordt de basis van het frame waar je straks alles aan vastmaakt. Je verbindt aan deze zes staanders de zijkanten (stap 4) en de dwarsbalken voor de zijkanten (stap 5), de bodemplaat (stap 6), de middenplank (stap 7) en het keukenblad (stap 8).

Stap 4: Begin aan de zijkanten van de buitenkeuken
De planken die je voor de zijkanten van de buitenkeuken hebt gezaagd, kun je nu tegen de staanders bevestigen. Boor met je houtboor de gaten voor en schroef de planken vast op de staanders. Deze vormen nu de steunen waar de bodemplaat en middenplank op steunen. 

Stap 5: Breng dwarsbalken aan op de zijkanten
Om de middenplank extra stevigheid te bieden, plaats je dwarsbalken aan de zijkant van de buitenkeuken. Hiervoor lijm je eerst de balken voor de zijkant met houtlijm vast op hun plek. Plaats lijmklemmen om de boel goed te laten hechten en schroef vervolgens – na het drogen – de steunen met schroeven vast.

Stap 6: Maak de bodemplaat voor de keuken
De bodemplaat vormt, zoals de naam al zegt, de onderkant van je keuken. Ook hier zorg je voor een steviging, door vier balken vast te maken aan de onderkant. Deze bevestig je aan de onderste steunen van de zijkant van de buitenkeuken. 

Vervolgens bevestig je daar je de onderste plank aan vast.

Stap 7: Bevestig de dwarsbalken voor je middenplank.  
Indien er nog een wasbak inclusief afvoer, barbecue of andere uitsparing nodig is, zorg dan dat je hier ruimte voor incalculeert. Het doel is om de middenplank voldoende ondersteuning te geven, zodat die niet gaat doorhangen wanneer er bijvoorbeeld een stapel borden op staat.

Stap 8: Bevestig de dwarsbalken voor het keukenblad.
Je bent er bijna! Je gaat nu de dwarsbalken bevestigen waar je keukenblad op komt te rusten. Zorg dat je deze balken vastschroeft aan de staanders en de steunen van de zijkanten van je buitenkeuken. Let ook hierbij op dat je rekening houdt met de mogelijke wasbak en barbecue die je in de buitenkeuken kwijt wilt. De dwarsbalken moeten met name de plekken van je keukenblad ondersteunen waar het gewicht op komt te rusten.

Stap 9: Open vakken of kastdeuren?
Had je van tevoren een open keuken bedacht, dan ben je bijna klaar. Had je deuren in je ontwerp opgenomen? Check in dat geval goed de afstanden en teken eventueel de boorgaten af. Schroef vervolgens het ene deel van de scharnieren aan de achterkant van een deur vast en daarna het andere deel van scharnieren aan de binnenkant van de zijkanten. Heb je nog bedrading of een afvoer die je moet inbouwen? Zorg dan dat je nu de uitsparing op de daartoe bestemde plekken uitzaagt.

Mocht je een inkeping voor een barbecue of wasbak nodig hebben, dan ziet de buitenkeuken er zo uit.

Stap 10: Werk de keuken af en behandel het hout
Je keuken is nu af! Je kunt hem nu opschuren en het oppervlak behandelen met grondverf of een speciale beits of olie voor het type hout van jouw keuze. Kies je voor een grondverf, schuur de laag hierna dan nog tussentijds op voordat je de lak aanbrengt. 

Stap 11: Bevestig je keukenblad
Tijd voor de finishing touch. Je buitenkeuken staat en je kunt nu het ​​​​​​​keukenblad bevestigen. Indien je voor een houten werkblad hebt gekozen: zorg dan ook hier voor de juiste behandeling van het hout. 

Stap 12: Afwerking van je buitenkeuken
Eventueel kun je nog rails of haken aan de zijkanten bevestigen waar je keuken- en barbecuetools, handdoeken en handschoenen aan kunt ophangen.

©Fantastic - stock.adobe.com

Voor welk werkblad kies je?

Kies voor een werkblad waar je hygiënisch op kunt werken. Wat dat betreft kun je bijvoorbeeld beter niet voor onbehandeld hout met diepe houtnerven kiezen. Dat is minder goed schoon te houden, waardoor bacteriën zich in het werkblad kunnen nestelen. 

Typen werkbladen die wel prima geschikt zijn, zijn die van graniet, terrazzo en composiet. Werkbladen van deze materialen kunnen wel iets kostbaarder uitvallen dan hout. Esthetisch winnen graniet en terazzo het van composiet. Daarnaast zijn deze materialen hygiënisch, kunnen ze behoorlijk wat verdragen (zoals bijvoorbeeld zuur) en kunnen ze tegen een stootje. Granieten werkbladen hebben wel meer onderhoud nodig. Zo is het verstandig graniet te impregneren om het te beschermen tegen vlekken. Een composieten werkblad heeft daar minder last van. Een ander voordeel van composiet is dat het in allerlei verschillende soorten verkrijgbaar is. 

Als je naast de esthetiek van een keukenblad ook duurzaamheid belangrijk vindt, let dan ook op criteria als: 

  • Is het materiaal drukvast: kun je er gewicht op uitoefenen?

  • Is het stootvast: krast het oppervlak snel of kan het tegen een stootje?

  • Is het slijtvast: ontstaan er makkelijk uitgesleten delen op het werkblad?

  • Is het UV-beschermd: verkleurt het oppervlak niet tijdens het buiten staan?

  • Is het bestendig tegen vorst en dooi in de winter?

Water- en elektriciteit voor je buitenkeuken

Wil je jouw buitenkeuken voorzien van alle gemakken die de binnenkeuken ook bevat? Leg dan water- en stroom aan. Zo heb je de mogelijkheid om volledig operationeel aan de slag te gaan! Ruimte voor een koelkast? En toch de frituurpan buiten aanzetten? Denk er dan aan dat je stoppenkast dat ook aan moet kunnen.

Voor een zwaardere belasting is het goed om te controleren of er voldoende groepen zijn aangelegd. Er mogen maximaal vier groepen achter één aardlekschakelaar hangen. Reken zeker op minimaal twee aardlekschakelaars bij een volledige uitrusting van je huishouden. Bij grote stroomverbruikers dien je hier vóór de installatie van allerlei apparaten in je buitenkeuken altijd even goed op te letten. Een inductieplaat kun je sowieso niet zomaar op een gewone groep aansluiten. Vanwege het hoge vermogen van de plaat dien je eerst een aparte kookgroep te installeren. 

Als je stromend water in je buitenkeuken wilt, heb je verschillende opties. 

  • De kostbaarste en meest gebruiksvriendelijke optie is een nieuwe waterleiding aanleggen voor warm en koud water. Weeg af of je vaak warm water nodig hebt en hoe vaak je in je buitenkeuken water zult verbruiken. De investering is flink, het gebruik mogelijk laag – goed om tegen elkaar af te wegen. 

  • Verbind je tuinslang met een snelkoppeling. Zo heb je altijd vers koud water. Koppel de tuinslang aan zodra je de buitenkeuken wilt gebruiken. Deze oplossing is praktisch en snel te installeren. Het is ook de meest voordelige oplossing, want je hebt alleen een snelkoppeling nodig, en eventueel een stukje extra tuinslang.

  • Je kunt ook een watertank plaatsen waar je elke keer schoon water in laat lopen, met daaraan een aftapkraantje of een dompelpomp. Dat is redelijk hygiënisch zolang je de tank maar goed schoon houdt, net als de dompelpomp. Het is letterlijk plug and play wat betreft ingebruikname, maar je moet wel elke keer de tank vullen.

©This image is the sole copyright of Sophie McAulay.

Verlichting en sfeer

Nu kun je nog een decoratieve achterwand voor je buitenkeuken plaatsen. Denk aan rabatdelen (planken zoals vaak voor een schutting gebruikt). Hiervoor gebruik je aan de achterkant langere staanders, zodat je hier tot op de gewenste hoogte de rabatdelen tegenaan kunt schroeven. Voor een mooi effect schroef je de planken aan de achterzijde in, zodat je de schroeven aan de voorzijde niet ziet. Schilder de achterwand nog in de gewenste kleur of werk hem af met een beits of olie. 

Als je nog wat extra ruimte hebt om kruiden of potten uit te stallen, kun je er ook aan denken om nog een extra plank tegen de wand aan de voorzijde te bevestigen. Hierop plaats je dan je olijfolie, kruidenpotjes of weckpotten met ingrediënten voor een decoratieve look. 

©This image is the sole copyright of Sophie McAulay.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.