ID.nl logo
De perfecte printer kiezen? Hier moet je op letten
© jittawit.21
Huis

De perfecte printer kiezen? Hier moet je op letten

Dubbelzijdig afdrukken, navulbare inktreservoirs, automatische documentinvoer, netwerktoegang, foto’s printen, … Hedendaagse printers kennen heel wat opties. Welke functies je goed kunt gebruiken, hangt grotendeels af van je printgedrag. In dit artikel nemen we de belangrijkste eigenschappen onder de loep, waarna je een goede keuze kunt maken.

In dit artikel laten we zien hoe je de juiste printer kiest op basis van je behoeften:

  • Inkjet of laser?
  • Cardridge of inttank?
  • Welke extra functies: dubbelzijdig afdrukken, scannen en/of kopiëren, wifi-printen?

Lees ook: Printen in de cloud: wat is het en hoe werkt het?

Tip 1 Printtechniek

Het is verstandig om eerst de gewenste printtechniek te kiezen. Er zijn grofweg twee smaken, namelijk laser en inkjet. Zoals de naam al doet vermoeden, gebruikt een laserprinter een laserstraal om de juiste positie van tekst en beeld te bepalen. Dat gebeurt met een speciaal poeder dat in een zogenoemde toner is opgeslagen. Twee voordelen van deze techniek zijn de hoge afdruksnelheid en strakke drukletters. Deze apparaten zijn dan ook erg geschikt voor zakelijke gebruikers en particulieren die vaak omvangrijke documenten printen. De paginaprijs is relatief laag. Laserprinters zijn ongeschikt voor het afdrukken van foto’s en bovendien zijn ze in aanschaf doorgaans stevig aan de prijs.

Voor veruit de meeste thuisgebruikers is een inkjetprinter een logischere keuze. Dit apparaat bevat een heleboel dunne spuitmondjes die piepkleine inktdruppeltjes op het papier aanbrengen. Deze inkt is afkomstig uit cartridges of navulbare inkttanks. Het printen gebeurt uiterst nauwkeurig, waardoor er hoge resoluties haalbaar zijn. Een ander voordeel is dat een inkjetprinter felle kleuren kan afdrukken. Ideaal voor het afdrukken van mooie foto’s! Tot slot is een eenvoudig model al vanaf een paar tientjes te koop.

Een kleurenlaserprinter is doorgaans behoorlijk aan de maat, zoals dit model van Canon.

Tip 2 Inktverwerking

Besluit je om een inkjetprinter te kopen? De goedkoopste producten hebben slechts twee cartridges. Zwart zit in één inktpatroon, terwijl in de andere cartridge de kleuren magenta, geel en cyaan zijn opgeslagen. Voor doorsnee-gebruikers voldoen deze producten goed. Je kunt er foto’s en afbeeldingen in een redelijke kwaliteit mee afdrukken.

Wanneer je een hoge afdrukkwaliteit belangrijk vindt, is een inkjetprinter met vier (of meer) gescheiden cartridges een betere keuze. De eerdergenoemde kleuren hebben dan elk een eigen cartridge. Mooi meegenomen is daarnaast een zuiniger verbruik. Zodra er een bepaalde kleur op is, hoef je tenslotte alleen de overeenkomstige cartridge te vervangen.

In plaats van een inkjetprinter met cartridges kun je ook een exemplaar met zogenoemde inkttanks kopen. Hierbij heeft de behuizing meerdere reservoirs die je met speciale flesjes eigenhandig kunt vullen. Vergeleken met cartridges zijn de afdrukkosten véél lager. Een enkele flessenset is namelijk goed voor het printen van duizenden pagina’s of een heleboel foto’s. Zeker wanneer je relatief vaak afdrukt, is de meerprijs voor een inkttankprinter het overwegen waard. Het bekende merk Epson produceert op grote schaal navulbare printers. Als alternatief hebben Canon en HP ook enkele geschikte modellen.

In een flesje zit heel wat meer inkt dan in een cartridge.

Professionele fotoprinter

Wie graag fotografeert, heeft baat bij een (semi)professionele fotoprinter. Die hebben minimaal vijf cartridges of inkttanks. De extra kleur bestaat veelal uit fotozwarte inkt, waardoor de afdrukken realistischere contrasten bevatten. Een capabele fotoprinter kan namelijk een breder palet aan zwart- en grijstinten aanspreken. Dat resulteert onder meer in natuurgetrouwe schaduwen. Bepaalde producten hebben plek voor nog meer cartridges of inkttanks, al zijn dergelijke modellen wel een stuk duurder. Deze afdrukapparaten hebben een zeer hoog kleurbereik. Zeker wanneer je op een groot papierformaat wilt afdrukken, ogen de kiekjes afkomstig van zo’n uitgebreide fotoprinter levendiger. Tot slot kunnen de betere fotoprinters op A3- of zelfs A2-papierformaat afdrukken.

De dure Epson SC-P5300 is een professionele fotoprinter met maar liefst tien cartridges.

Tip 3 Kopiëren en scannen

Naast afdrukken kun je met de meeste printers ook kopiëren en scannen. Toch is het slim om dat wel even te checken. Zeker op (semi)professionele fotoprinters en laserprinters wil deze functie nog weleens ontbreken. Apparaten met een kopieer- en scanoptie hebben een deksel met een glasplaat. Leg hierop ondersteboven een document en kies op het bedieningspaneel de gewenste taak.

Je gebruikt de scanner ook om oude fotoafdrukken te digitaliseren. Hiervoor is de dpi-waarde een belangrijke eigenschap. Hoe hoger die is, hoe scherper de digitale foto (zie ook tip 5). Zeker wanneer je het kiekje wilt uitvergroten, heb je profijt van een hoge dpi.

De betere printers hebben een papierhouder voor automatische documentinvoer. Hierin passen (geregeld) maximaal vijftig vellen, waarna je de paperassen in één keer achter elkaar scant of kopieert. Dat gaat véél sneller dan elk document handmatig verwisselen op de glasplaat. Nuttig voor lange handleidingen en verslagen. Veel printers ondersteunen ook nog eens dubbelzijdig scannen en kopiëren, zodat je er helemaal geen omkijken naar hebt. Ten slotte hebben bepaalde all-in-one-printers een fax-functie, al zijn die tegenwoordig wel in de minderheid.

Gebruik een all-in-one-printer om oude fotoafdrukken te vereeuwigen.

Tip 4 Dubbelzijdig

Een goede ontwikkeling is dat je met veel betaalbare printers voor consumenten tegenwoordig ook automatisch dubbelzijdig kunt afdrukken. Deze apparaten hebben een mechanisme waarbij de printer elk A’4tje kan omdraaien. Je bespaart daarmee eenvoudig op papier. Bestaat een rapport uit pakweg vijftig pagina’s? In plaats van vijftig vellen heb je voortaan nog maar 25 A4’tjes nodig. Geef vooraf in de instellingen altijd wel even aan wanneer je dubbelzijdig wilt afdrukken. Een afdrukapparaat met deze functie wordt ook wel een duplexprinter genoemd.

Print je vaak lange documenten, dan is een zogenoemde duplexprinter een goede keuze.

Tip 5 Afdrukresolutie

Print je geregeld afbeeldingen, bijvoorbeeld illustraties of foto’s? Let dan op de afdrukresolutie. Fabrikanten drukken deze waarde uit in het aantal dots per inch (dpi). Deze eenheid staat voor het maximaal aantal druppeltjes inkt per vierkante inch. Een enkele inch heeft een oppervlakte van 2,54 × 2,54 centimeter. Hoe hoger de resolutie, hoe scherper het afdrukapparaat kan afdrukken. Foto’s ogen dan bijvoorbeeld gedetailleerder.

De goedkoopste inkjetprinters ondersteunen over het algemeen een resolutie van 4800 × 1200 dpi. In dit voorbeeld deponeren de spuitmondjes van de printer op de horizontale en verticale as respectievelijk 4800 en 1200 druppeltjes. Andere veelvoorkomende resoluties zijn 5760 × 1440 en 4800 × 2400 dpi. Bepaalde producten voor de professionele markt ondersteunen nog ruimere waarden, maar die zijn fors duurder. Houd bij zulke printers trouwens wel rekening met een hoger inktverbruik.

Voor scherpe fotoafdrukken gebruik je bij voorkeur een printer met een hoge afdrukresolutie.

Tip 6 Printer aansluiten

Zodra je de printer uit de productdoos haalt, ga je hem logischerwijs meteen aansluiten. Dat kan op verschillende manieren. Vrijwel alle producten voor de consumentenmarkt hebben een usb-ingang. Creëer daarmee een rechtstreekse verbinding tussen het afdrukapparaat en de pc of laptop.

Staat de computer uit, dan wil je misschien printjes vanaf een smartphone of tablet maken. Of misschien gebruik je in huis wel meerdere computers. Om die reden hebben de meeste hedendaagse producten een draadloze netwerkaansluiting. Verbind de printer daarmee met wifi en druk vanaf elk (mobiel) apparaat in huis af. Een voorwaarde is dat er op de beoogde plek voldoende wifi-dekking is. Je kunt dat vooraf even met een smartphone controleren. De betere producten ondersteunen de 2,4GHz- en 5GHz-frequentieband. Je vergroot daarmee de kans op een stabiele draadloze verbinding. In stedelijke gebieden is de 2,4GHz-frequentieband namelijk vaak drukbezet.

Er bestaan ook modellen met een bekabelde netwerkaansluiting, al betreffen dit hoofdzakelijk printers voor de zakelijke markt. Deze optie heeft vooral nut wanneer de printer in de buurt van een router of switch staat opgesteld. Het voordeel van zo’n fysieke netwerkaansluiting is dat printopdrachten nooit worden verstoord door het signaal van naburige draadloze netwerken.

Een printer met netwerkfunctie hoef je niet per se vlak bij een computer neer te zetten.

Tip 7 Mobiel afdrukken

De laatste jaren is het mobiel versturen van afdruktaken makkelijker dan ooit. Android-apparaten, iPhones en iPads herkennen een recente printer meestal op eigen houtje in het netwerk. Je past vervolgens naar eigen wens de printinstellingen aan en drukt direct af. Voor comptabiliteit met Apple-apparaten check je zekerheidshalve of het product AirPrint ondersteunt. In dat geval kun je bijvoorbeeld vanuit diverse apps printen, zoals Foto’s, Safari en Documenten. Open hiervoor het deelmenu (vierkant met pijl) en kies Druk af. Verder kunnen veel printers overweg met de Mopria-standaard. Je kunt dan rechtstreeks vanuit Android afdrukken.

Mocht jouw smartphone of tablet de printer niet meteen herkennen, dan is er nog geen man overboord. Open in dat geval de Play Store of de App Store en installeer de app van de printerfabrikant. Alle bekende merken hebben namelijk een eigen app, zoals HP, Epson, Brother en Canon. Vanuit deze toepassingen verstuur je alsnog printopdrachten.

Je verstuurt vanaf jouw smartphone rechtstreeks afdruktaken naar een wifi-printer.

Tip 8 Foto-opties

Fotografieliefhebbers kunnen op nog een aantal zaken letten. Heb je kiekjes met een compact-, systeem- of spiegelreflexcamera gemaakt en wil je de mooiste beelden meteen afdrukken? Sommige modellen hebben een geheugenkaartlezer. Plaats je daarin pakweg een SD-kaart, dan verschijnen de foto’s op het display van het afdrukapparaat. Afhankelijk van de printer kun je misschien nog wat zaken aanpassen. Druk de foto daarna op het gewenste papierformaat af. Dankzij deze optie hoef je de fotobestanden niet eerst naar een computer te kopiëren. Bekijk in de specificaties wel even welke geheugenkaarttypes de printer accepteert.

Als alternatief kun je een fototoestel wellicht via usb verbinden en vervolgens een afdruktaak starten. Hierbij is het een vereiste dat de camera met de PictBridge-standaard overweg kan. Selecteer op het display van de camera de gewenste instellingen en druk het kiekje af. Overigens gebruik je deze usb-poort ook om een usb-stick met documenten en foto’s aan te sluiten.

Ten slotte hebben sommige printers een apart vak voor fotopapier. Meestal kun je daarin vellen met een standaardformaat van 15 × 10 centimeter kwijt. Gunstig, want je hoeft dan de normale A4’tjes niet steeds eerst uit de printer te halen.

Haal de SD-kaart uit het fototoestel en steek hem direct in een geschikte printer.

Tip 9 Bediening

Duurdere printers hebben over het algemeen een aanraakscherm. Je tikt in het menu gewoon op de taak die je wilt uitvoeren, zoals scannen of kopiëren. Verder kun je waarschijnlijk ook diverse onderhoudsklusjes doen, zoals de printkop reinigen of firmware-updates installeren. Daarnaast controleer je op het display de actuele inktniveaus. Gebruik je een fotoprinter, dan bekijk hierop ook nog kiekjes van een aangesloten fototoestel of geheugenkaart. In dat geval is een ruim scherm wel zo prettig. Tot slot geeft het display je mogelijk toegang tot diverse (draadloze) netwerkfuncties.

Goedkopere printers hebben een klein of zelfs helemaal geen (aanraak)scherm. Op de behuizing bevinden zich dan meerdere knopjes om uiteenlopende taken te starten. Het bedieningspaneel oogt om die reden drukker. Zo zijn er meestal aparte toetsen om een zwart-wit- of kleurenkopie te maken. Opvallend veel printers hebben overigens een kantelbaar bedieningspaneel. Je kiest zo een comfortabele kijkhoek voor het scherm en de knoppen.

Deze fotoprinter van Epson onderscheidt zich met een ruime schermdiagonaal van 10,9 centimeter.

Tip 10 Behuizing

Eerlijk is eerlijk: de printer is in jouw woning of (thuis)kantoor waarschijnlijk niet het mooiste apparaat. Toch valt er op het gebied van design momenteel best wat te kiezen. Er zijn bijvoorbeeld redelijk wat printers in een zwarte én witte versie verkrijgbaar. Bovendien worden bepaalde series in allerlei vrolijke kleuren uitgebracht. Het is in dat geval wel even zoeken, want afdrukapparaten met een kleurtje liggen niet voor het oprapen.

Heb je weinig ruimte voor de printer, zoals een krap plekje in een kast of verlaten hoekje op het bureau? De kleinste inkjetmodellen zijn erg compact. Vaak kun je diverse onderdelen inklappen, waarna er een compact ‘doosje’ overblijft. Logischerwijs doe je met zo’n klein afdrukapparaat wel enkele concessies. De papierlade heeft bijvoorbeeld weinig ruimte voor A4’tjes en er ontbreekt vermoedelijk een lade voor automatische documentinvoer.

Sommige printers zijn in allerlei exotische kleuren verkrijgbaar.

Kooptips

Wil je een nieuwe printer kopen? We zetten drie breed verkrijgbare producten uit verschillende prijsklassen op een rij.

Canon Pixma TS5150

De Canon Pixma TS5150 is bij bepaalde webwinkels spotgoedkoop. Ondanks de lage aanschafprijs zijn de specificaties prima. Zo print je met dit all-in-one-model op een maximale resolutie van 4800 × 1200 dpi. Druk gerust een paginadik rapport of verslag af, want de Pixma TS5150 kan automatisch dubbelzijdig afdrukken. Wil je liever een scan of kopietje maken? Plaats dan een vel ondersteboven op de glasplaat. Je kiest met behulp van het display en de druktoetsen vervolgens de gewenste actie. De printer heeft onder de motorkap een wifi-adapter. Kortom, verstuur vanaf elk (mobiel) apparaat afdruktaken. Behalve documenten kun je net zo makkelijk foto’s uitprinten. Op een formaat van 15 × 10 centimeter zie je zelfs geen witrand. In de behuizing gaan twee cartridges. Onder de productnaam Pixma TS5151 is het product ook in een witte behuizing te koop.

HP OfficeJet Pro 9730e

Deze inkjetprinter van HP is een regelrechte alleskunner. Naast de gebruikelijke A4’tjes kun je er zelfs afdrukken op A3-formaat mee maken. Print op die manier dus posters! Zoals de naam al doet vermoeden, is de OfficeJet Pro 9730e een goede aanvulling voor elk (thuis)kantoor. Verdeeld over twee lades plaats je maar liefst vijfhonderd vellen. Verder leg je een stapeltje van 35 A4’tjes in de documentinvoer, waarna je ze achtereen kunt scannen of kopiëren. Daarnaast is automatisch dubbelzijdig afdrukken geen probleem. Mooi meegenomen is dat je met de OfficeJet Pro 9730e kiekjes kunt afdrukken, want het apparaat verwerkt moeiteloos fotopapier. De maximale printresolutie bedraagt 4800 × 1200 dpi. Er gaan vier gescheiden cartridges in de behuizing. Je koppelt deze all-in-one-printer via wifi of een kabel met het thuisnetwerk.

Epson EcoTank ET-2870

Print je veel documenten en foto’s? Dan is deze veelzijdige inkttank-printer van Epson een interessante kandidaat. Gebruik de meegeleverde flessenset om de inktreservoirs eigenhandig te vullen. Wegens het slimme flesontwerp gaat dat zonder morsen. Met een maximale resolutie van 5760 × 1440 dpi leent de EcoTank ET-2870 zich perfect voor het scherp afdrukken van foto’s. Bij het standaardformaat van 15 × 10 centimeter en kleinere fotovellen zie je hierbij geen witrand. Wanneer je het apparaat met het draadloze thuisnetwerk verbindt, kun je vanaf elke smartphone, tablet en computer afdrukken; er is hiervoor ondersteuning voor Apple AirPrint ingebakken. Naast printen kun je met dit apparaat ook kopiëren en scannen, al ontbreekt er wel een automatische documentinvoer. Let niet te veel op de hier vermelde adviesprijs, want een heleboel webwinkels vragen een lager bedrag.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!