ID.nl logo
Zo financier je een verbouwing
© zephyr_p
Zekerheid & gemak

Zo financier je een verbouwing

Wil je je huis isoleren, de woonkamer vergroten of de badkamer verbouwen? Er zijn verschillende manieren om daarvoor geld te lenen óf te krijgen. Zoek je financiering? Check dan deze mogelijkheden.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen. • Hoe kan ik geld lenen voor een verbouwing? • Wat zijn de regels voor geld lenen of krijgen van familie? • Wanneer kan ik subsidie krijgen voor een verbouwing?

Ook interessant voor jou: Welke aanpassingen aan je eigen huis verhogen je woningwaarde?

Een nieuwe badkamer, een aangebouwde serre of een geïsoleerde zolderkamer zijn een aanwinst voor je huis. Je wint er comfort en woonplezier mee, maar door een verbouwing kan je huis ook meer waard worden, zeker als je extra vierkante meters toevoegt of een zolder bruikbaar maakt als woonoppervlak. En met betere isolatie bespaar je bovendien op de energierekening.

Plannen maken is leuk, maar waar haal je het geld vandaan om aan de slag te kunnen gaan? Een nieuwe badkamer kan wel 10.000 euro of meer kosten, afhankelijk van de grootte en de materialen die je gebruikt. Voor de bouw van een serre tel je al gauw het dubbele neer. Om dat te financieren denk je misschien aan het verhogen van je hypotheek, maar er zijn ook andere manieren. Je kunt ook verschillende manieren met elkaar combineren.

Spaargeld

Heb je een goed gevulde spaarrekening? Dan kun je die voor een deel gebruiken voor de verbouwing. Zorg wel dat je een buffer bewaart voor noodgevallen. Het Nibud adviseert voor een alleenstaande met een eigen huis en een modaal inkomen de volgende bedragen als buffer.

💶 5500 euro voor het vervangen en repareren van spullen in huis.
💶 500 euro voor andere onvoorziene kosten.
💶 4200 tot 10.250 euro voor woningonderhoud, afhankelijk van de waarde van de woning.
🚘 Als je een auto hebt: geld voor onderhoud, reparaties en eventuele vervanging.

Blijft er spaargeld over om in de verbouwing te steken? Dan vraag je je misschien ook af of het verstandig is om dit ook te gebruiken, net nu de spaarrente weer wat gunstiger is. Aan de andere kant wil je je ook niet onnodig in de schulden steken. Vraag bij twijfel advies aan een financieel adviseur.

©Surachetsh

Hypotheek

Heeft je huis overwaarde? Dat wil zeggen: is de WOZ-waarde hoger dan je hypotheekschuld? Dan kun je misschien makkelijk je hypotheek verhogen om geld te vrij te maken voor een verbouwing. Dat kan gunstig zijn, omdat de rente voor een hypothecaire lening lager is dan de rente voor een persoonlijke lening (zie hierna). Als je het geleende bedrag in je huis steekt, is de rente aftrekbaar op je aangifte inkomstenbelasting.

Voor het verhogen van de hypotheek moet je wel kosten maken, zoals taxatiekosten, advies- en afsluitkosten. In veel gevallen komen daar nog notariskosten bij, maar niet altijd. Als de hypotheek voor een hoger bedrag staat ingeschreven bij het Kadaster, hoef je niet naar de notaris. De inschrijving kan hoger zijn als je sinds het afsluiten van de hypotheek aflossingen hebt gedaan. Het kan ook zijn dat je bij het afsluiten van de hypotheek al hebt gekozen voor een hogere inschrijving. Je kunt dan extra lenen buiten de notaris om. Dat heet ‘onderhands’.

Lenen via de hypotheek is alleen gunstig als je een groot bedrag nodig hebt, minimaal zo’n 25.000 tot 30.000 euro. Bij kleinere bedragen wegen de kosten niet op tegen de lagere rente. Houd ook rekening met de looptijd. Bij een hypotheek doe je meestal langer over het terugbetalen dan bij een persoonlijke lening.

©Irina Ukrainets

Persoonlijke lening

Als je minder dan 25.000 euro nodig hebt, is een persoonlijke lening voordeliger dan lenen via de hypotheek. De rente van een persoonlijke lening ligt hoger, maar is bij het lenen van relatief lage bedragen toch gunstiger omdat je minder kosten hoeft te maken bij het afsluiten. Ook de kortere looptijd helpt mee. Daardoor hoef je de rente niet langer te betalen dan maximaal 10 tot 15 jaar, want in die tijd moet je de lening afgelost hebben. Net als bij een lening via je hypotheek kun je de rente voor een persoonlijke lening aftrekken op je belastingaangifte. De belangrijkste voorwaarde is dat je de lening gebruikt voor het verbeteren van je woning.

Lenen bij het Nationaal Warmtefonds

Heb je geld nodig voor energiebesparende maatregelen, zoals isolatie, een warmtepomp of zonnepanelen? Dan kun je misschien een Energiebespaarlening afsluiten bij het Nationaal Warmtefonds. In het Nationaal Warmtefonds werkt de Rijksoverheid samen met banken om verduurzaming te stimuleren. Een lening bij het Nationaal Warmtefonds is een persoonlijke lening, waarvoor geen onderpand nodig is. De rente is lager dan van een gewone persoonlijke lening en meestal aftrekbaar. Als je verzamelinkomen minder dan 60.000 euro is, kun je zelfs in aanmerking komen voor een rente van 0 procent. Ook 75-plussers kunnen lenen bij het Warmtefonds. 

TIP Ga je aan de slag met verduurzaming, vergeet dan ook niet om je subsidiemogelijkheden na te gaan. Er zijn gemeentelijke, provinciale en landelijke subsidies.

  • Een voorbeeld van een landelijke subsidieregeling is de Investeringssubsidie Duurzame Energie en energiebesparing.
  • Je krijgt deze subsidie altijd pas achteraf. Heb je niet genoeg geld om de volledige rekening voor te schieten, dan kun je hiervoor een lening aanvragen, bijvoorbeeld bij het Nationaal Warmtefonds. Zodra je de subsidie hebt ontvangen, kun je deze lening weer (gedeeltelijk) aflossen.

©pixel-shot.com (Leonid Yastremskiy)

Lenen bij de overheid

Moet je huis dringend gerenoveerd moeten worden en kun je geen lening krijgen bij de bank? Of ga je verbouwen met een specifiek doel, zoals verduurzaming of langer zelfstandig wonen? Dan kun je misschien aankloppen bij de gemeente of provincie waar je woont. Gemeenten hebben een uiteenlopend aanbod aan leningen voor verschillende doelgroepen. Er zijn ook leningen mogelijk voor het verwijderen van asbest en voor het repareren van een verzakte fundering. Meer informatie vind je op de website van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

Geld van je familie

Willen je ouders of grootouders je verbouwing financieel ondersteunen? Dat is geluk hebben! Ze kunnen je helpen door te schenken of te lenen.

Willen ze je geld schenken, dan is het goed om rekening te houden met de schenkbelasting. Ouders mogen hun kind 6633 euro per jaar belastingvrij schenken in 2024. Als je nog geen 40 bent, mogen ze je eenmalig 31.813 euro schenken. Anderen mogen je 2658 euro belastingvrij schenken, bijvoorbeeld je grootouders.

Willen ze je geld lenen, dan kan dat voor henzelf ook gunstig zijn. Ze kunnen dan meer rente over het geld krijgen dan op een spaarrekening. Voor jou kan de rente aftrekbaar zijn, als je voldoet aan de voorwaarden van de Belastingdienst. Daarvoor moet je de lening in maximaal dertig jaar geleidelijk aflossen en je moet een zakelijke rente betalen. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat je de gangbare hypotheekrente betaalt die hoort bij de looptijd die je afspreekt. Het is belangrijk dat je deze afspraken op papier zet en ook daadwerkelijk rente betaalt. Het is niet verplicht om dit bij de notaris vast te leggen, maar verstandig is het wel. Wil je meer weten over deze manier van geld lenen, vraag dan advies aan een financieel adviseur.


Grote verbouwing? Lees je in en vergelijk offertes!

Vraag een offerte aan voor aannemers:

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.