ID.nl logo
Elektrische auto opladen: dit zijn de mogelijkheden
© 24K-Production - stock.adobe.com
Mobiliteit

Elektrische auto opladen: dit zijn de mogelijkheden

Als je de overstap maakt naar een elektrische auto, krijg je ineens te maken met de wereld van opladen. Dit kun je thuis doen of in het openbaar, maar er komt nog wel wat meer bij kijken. Om het overzicht te bewaren, vertellen we je hier meer over de verschillende manieren om je elektrische auto op te laden.

Er zijn verschillende manieren om je elektrische auto op te laden. Dit kun je thuis doen of buiten de deur. In dit artikel komen onder meer de volgende manieren aan bod:

  • Laden via het stopcontact
  • Laden via een eigen laadpaal/wallbox
  • Laden in het openbaar
  • Laden via een snellader

Lees ook: De 5 goedkoopste manieren om thuis je elektrische auto op te laden

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Thuis opladen

Als je een elektrische auto hebt, is thuis opladen de makkelijkste oplossing. Je weet welk tarief je betaalt voor een kWh, het is praktisch en er is altijd plek. Er zijn meerdere manieren om thuis je elektrische auto op te laden, maar deze kunnen in principe in twee categorieën worden verdeeld.

Tip: Overstappen op een dynamisch energiecontract: waar moet je op letten?

Stopcontact

Het opladen van je elektrische auto kan gewoon via het stopcontact. Het werkt dan in feite op dezelfde manier als bij de apparaten in je huis. Het voordeel van laden via het stopcontact is dat je geen hoge kosten hoeft te maken voor de installatie van een laadpaal of wallbox aan huis. Je kunt een stroomkabel gebruiken of een buitenstopcontact laten installeren en daarmee kun je flink wat geld besparen.

©©Joaquincorbalan.com 2020

Je elektrische auto opladen via het stopcontact heeft wel wat nadelen ten opzichte van een laadpaal of wallbox. Het duurt ontzettend lang om je auto op te laden. Je krijgt namelijk maar 2,3 tot 3,7 kW per uur uit een stopcontact. Aangezien de meeste elektrische auto’s een accupakket met een capaciteit van tenminste 50-60 kWh hebben, heb je aan 12 uur laden vaak niet genoeg om de auto vol te krijgen.

Stel dat je aan een halfvolle batterij genoeg hebt om ergens naartoe te gaan, dan kan het een optie zijn, maar zodra je meer kilometers maakt is het beter om een laadpaal of wallbox te installeren. Overigens moet je voor deze manier ook extra rekening houden met laadverlies en de veiligheid; gebruik de juiste laadkabel en een laadbeveiliger en zorg in je meterkast voor een aparte en goed afgezekerde groep.

Zorg voor een goede, stevige laadkabel

Eén voor thuis en één voor onderweg: dan zit je nooit zonder!

Laadpaal/wallbox

Een laadpaal of wallbox heeft voor veel mensen de voorkeur als het gaat om thuisladen. Je kunt voor je deur met een behoorlijke snelheid en tegen je eigen energietarief je auto opladen. De keuze tussen een laadpaal of wallbox is aan jou. Onderling zijn er eigenlijk geen verschillen tussen de twee, dus het ligt volledig aan je wensen en wat bij jou thuis de logistieke mogelijkheden zijn.

©GUEVEN PURTUL

Met een laadpaal of wallbox kun je je elektrische auto opladen met een laadvermogen van meestal 11 of 22 kW. Dat is al gauw vijf tot tien keer sneller dan met het stopcontact en dat betekent dat paar uur opladen voldoende is om de accu vol te krijgen. Het mag dan een flinke duit kosten om een laadpaal of wallbox te installeren, de laadkosten zijn lager dan wanneer je je auto buiten de deur oplaadt.

Je moet wel met een aantal zaken rekening houden. Komt de laadpaal op eigen terrein? Anders moet je waarschijnlijk toestemming vragen voordat je er een plaatst. Controleer ook welke laadpaal of wallbox bij jouw auto past. Er zijn verschillende varianten. Wat is het laadvermogen? Welke aansluiting heb je nodig? En heb je beveiliging nodig?

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Opladen in het openbaar

De verwachting is dat er tegen 2030 zo’n 2 miljoen elektrische auto’s in Nederland zullen zijn. Dan moet de infrastructuur natuurlijk ook meegroeien. Eerder dit jaar meldde de Nationale Agenda Laadinfrastructuur dat er op dat moment 674.000 laadpalen in Nederland waren. Hiervan was het grootste deel echter voor privégebruik. Het aantal openbare laadpalen bedroeg op dat moment 154.000 stuks. Er is dus nog wel wat terrein te winnen. Als je in het openbaar je elektrische auto wilt opladen, kun je dat in feite op twee manieren doen.

💻Lees vooral dit artikel: Elektrisch laden: bij welke laadpaal en met welke laadpas ben je het goedkoopst uit?

©เลิศลักษณ์ ทิพชัย

Laadpaal

Een openbare laadpaal werkt vrijwel hetzelfde als een laadpaal of wallbox aan huis. Hier kun je je auto met een ‘normale’ snelheid opladen. Vaak gebeurt dit op momenten dat je de auto niet nodig hebt, bijvoorbeeld als je op je werk bent of ergens gaat shoppen. Je vindt openbare laadpalen op allerlei plekken, zoals winkels, parkeergarages, tankstations of langs de weg. In bijzondere gevallen kun je je auto gratis opladen, maar meestal moet je betalen. Dit doe je met een laadpas of een app op je telefoon. In beide gevallen moet je een abonnement hebben afgesloten om de laadpaal te kunnen gebruiken en je elektrische auto op te laden. Het kan ook dat je een auto en een laadpas van de zaak hebt.

Er bestaan verschillende aanbieders en netwerken voor openbare laadpalen. Je kunt niet elke laadpas voor iedere laadpaal gebruiken, dus controleer van tevoren waar je je auto kunt opladen. Het laadtarief varieert ook per aanbieder, tijd en locatie. De prijs ligt meestal tussen de 0,30 en 0,70 euro per kWh. Openbare laadpalen in Nederland gebruiken de Type-2 stekker (Mennekes). Overigens kun je ook een openbare laadpaal aanvragen als je zelf thuis geen laadmogelijkheden hebt. Dit doe je bij de gemeente.

©logoboom - stock.adobe.com

Snellader

Je elektrische auto opladen bij een snellaadpaal is vooral interessant als je onderweg bent en in korte tijd de accu wilt bijvullen. Snelladers maken in die zin het rijden van lange afstanden mogelijk voor elektrische auto’s. Afhankelijk van de laadsnelheid die je auto aankan (dat varieert per merk/model) kun je je auto bij een snellader binnen een half uur tot 80 procent opladen. Opladen tot een hoger percentage heeft weinig zin, omdat boven de 80 procent de laadsnelheid afneemt. Snellaadpalen zijn voornamelijk te vinden langs drukke wegen, vaak bij grote tankstations. De bekendste snellaadpalen zijn die van Tesla en die heten Supercharger. Deze kunnen ook door auto’s van andere merken worden gebruikt.

Het laadtarief van een snellaadpaal is doorgaans wel hoger dan bij een openbare laadpaal. Je betaalt meestal tussen de 0,40 en 0,90 euro per kWh. Dit vanwege onder andere de hoge laadsnelheid, de complexe techniek en de vaak dure en strategische locaties waar ze te vinden zijn. Er zijn meerdere manieren om bij een snellaadpaal te betalen. Het kan bijvoorbeeld via een app of met een laadpas, maar andere betaalmethoden zoals je bankpas of creditcard worden soms ook geaccepteerd. Bij grote aanbieders zoals Allego, Fastned, Ionity en Shell Recharge kun je ook met Apple Pay en Google Pay betalen. Soms kun je ook een laadsessie starten door een QR-code te scannen. Kortom: er zijn allerlei mogelijkheden.

©MAXSAROTTO

Andere laadmethoden

Er zijn ook andere manieren om je elektrische auto op te laden. Regeneratief remmen is een bekend voorbeeld. De meeste elektrische auto’s kennen wel een vorm van dit systeem. De naam verklapt het al een beetje: er wordt tijdens het afremmen stroom teruggewonnen om de actieradius van de auto te maximaliseren. 

Minder bekend is het wisselen van de accu. Dit is bijvoorbeeld mogelijk bij auto’s van het Chinese merk NIO. Er zijn speciale accuwisselstations waar de accu van je auto binnen enkele minuten verwisseld wordt, zodat je weer met een volle batterij op pad kunt gaan. Het Nederlandse Lightyear had het idee om zonnepanelen in de auto te verwerken, zodat deze tijdens het rijden al extra energie opwekken.


🚘Laadpaal aanschaffen? Check hier de populairste modellen🚘
▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.