ID.nl logo
Schrijf en verdien: zo publiceer je je eigen cursus of boek
© makasana photo - stock.adobe.com
Huis

Schrijf en verdien: zo publiceer je je eigen cursus of boek

Je wilt je kennis of verhaal met anderen delen en overweegt een online cursus of een digitaal of gedrukt boek te publiceren. Met voldoende tijd en kennis kun je veel zelf regelen, maar er zijn ook gespecialiseerde platformen beschikbaar.

Na het lezen van dit artikel weet je wat de mogelijkheden zijn voor het publiceren van jouw verhaal:

  • Maak een online cursus
  • Converteer je manuscript naar een e-book
  • Druk je boek via print-on-demand

Een podcast maken is een andere mogelijkheid: Wat is jouw verhaal? Zo creëer je een podcast

Tip 1 Creëren online cursus

We starten met het uitdagendste scenario, waarbij je zelf het volledige proces beheert, van het maken tot het (commercieel) publiceren van een online cursus.

Dit vergt uiteraard een grondige voorbereiding. We gaan er alvast van uit dat je het onderwerp goed beheerst en een concrete doelgroep voor ogen hebt. Denk ook na over het juiste niveau (beginners, gevorderden of professionals) en stel duidelijke leerdoelen: wat wil je dat deelnemers na afloop kunnen of weten?

Verdeel je cursus in modules en lessen, met telkens een afgebakend onderwerp en een logische structuur. Kies bewust welke media je inzet. Video’s zijn aantrekkelijk, maar een mix met tekst en interactieve oefeningen is vaak effectiever. Toets bijvoorbeeld ook de vorderingen bij deelnemers met vragen of quizzen. Google Formulieren of het de opensource software H5P, waarbij je content via plug-ins op je eigen site kunt plaatsen, zijn hiervoor geschikt. Kahoot kun je dan weer gebruiken voor een speelsere toetsing.

Ook Aha Slides is een optie: Gaaap! Interactieve presentaties maak je met Aha Slides

Voor video-opnames zijn een goede camera en (externe) microfoon onmisbaar. Voor schermopnames, eventueel gecombineerd met videobeelden, is OBS Studio een prima gratis optie. Je kunt ook presentaties als video bewaren (in PowerPoint bijvoorbeeld via Bestand / Exporteren / Een video maken). Voor je videomontage zijn er diverse gratis editors beschikbaar, waaronder het krachtige DaVinci Resolve.

OBS Studio is prima geschikt voor screencasts met gemixte mediabronnen.

Tip 2 Hosting

Er zijn diverse manieren om je cursusmateriaal online aan te bieden, maar let er wel op dat de website voldoende snel laadt en dat de hosting de nodige capaciteit biedt voor meerdere, gelijktijdige gebruikers. Bovendien wil je een responsieve site, die ook goed werkt op mobiele apparaten.

Een basale optie is via Google Sites, waar je eventueel Google Formulieren kunt gebruiken voor toetsen. Voor betalingen kun je bijvoorbeeld een PayPal-knop (beschikbaar voor zakelijke PayPal-accounts) of een Stripe-link (met iDEAL-ondersteuning) op een Google Sites-pagina toevoegen. Je kunt ook een apart webformulier gebruiken voor de registratie van deelnemers.

Als je dit te beperkt vindt, kun je beter overstappen naar een heus LMS (Learning Management System) of CMS (Course Management System). Heb je een WordPress-site, dan kun je de gratis plug-in Tutor LMS installeren. Hiermee creëer je onbeperkt cursussen en interactieve lessen. Er is tevens een online demo beschikbaar.

Met een plug-in als het gratis WooCommerce kun je dan verschillende beveiligde betaalgateways op je site integreren. Houd hierbij wel rekening met transactiekosten.

In tips 4 en 5 stellen we je nog enkele krachtige LMS’en en platforms voor, geschikt voor het maken en aanbieden van online cursussen.

Voor niks gaat de zon onder: integreer bijvoorbeeld een PayPal-knop op je cursus-site.

Tip 3 Promotie

Je hebt je cursus online gezet, maar afwachten tot de eerste cursisten opdagen lijkt ons niet slim. Er zijn namelijk diverse opties om je cursus onder de aandacht te brengen.

Zo kun je een blog of andere content creëren die bij je cursus past en aardig scoort in zoekmachines, bijvoorbeeld dankzij SEO-technieken (Search Engine Optimization). Je kunt ook e-mailadressen via je blog of site verzamelen en regelmatig nieuwsbrieven met extra inhoud, updates en promoties versturen. Daarnaast kun je je cursus uiteraard promoten via socialmediaplatformen. Deel bijvoorbeeld (video)fragmenten op je eigen Facebook- of YouTube-kanaal om mensen naar je cursus te leiden. Gratis webinars organiseren kan eveneens een goede introductie zijn. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld OBS Studio: via Bestand / Instellingen / Stream kies je uit tientallen streamingdiensten zoals Twitch, YouTube of Facebook. Vervolgens druk je op Streamen starten of op Opname starten (voor een eventuele distributiekopie).

Plaats aantrekkelijke cursusfragmenten online, bijvoorbeeld op je YouTube-kanaal.

Tip 4 LMS

Wil je je cursusmateriaal op een eigen site plaatsen, dan is LearnDash LMS, een plug-in voor WordPress, een goede keuze. Hiermee zet je eenvoudig een volledige leeromgeving op. De plug-in kost 199 dollar per jaar (circa 185 euro), maar je kunt eerst de gratis interactieve demosite testen. Via bouwblokken kun je in een dashboard je cursus ontwerpen. Er zijn ook uitbreidingen beschikbaar, vaak tegen extra kosten. Er is geen beperking op het aantal (betalende) deelnemers. Heb je geen eigen WordPress-site, dan kun je direct aan de slag met LearnDash Cloud (299 dollar per jaar, circa 278 euro).

Een alternatief is het bekende opensource LMS-project Moodle, dat veel flexibiliteit biedt, inclusief ondersteuning voor leerpaden en interacties, en voor diverse AI-API’s in de nieuwste versies. Is zelfhosting niets voor jou, dan kun je MoodleCloud gebruiken. Er is een gratis proefperiode van 28 dagen, waarna je jaarlijks vanaf 130 euro betaalt.

Andere opties zijn onder meer Teachable en Thinkific, die beide Engelstalige interfaces hebben. Nederlandstalige content is mogelijk, maar tijdens enkele tests zette de ingebouwde AI-hulp onze Nederlandstalige prompts koppig om naar een Engelstalige cursusstructuur. Beide platforms bieden een gratis startplan, maar dit is beperkt en upgraden is vrij prijzig. Bij Teachable betaal je 468 dollar (circa 435 euro) per jaar voor vijf cursussen, een onbeperkt aantal deelnemers en vijf procent transactiekosten. Thinkific is iets voordeliger: 422 euro per jaar voor een onbeperkt aantal cursussen en deelnemers, zonder transactiekosten.

De AI-module binnen Teachable mikt duidelijk op een Engelstalig publiek.

Tip 5 Andere platformen

Bij diensten als Teachable en Thinkific zie je dat de scheidslijn vaak dun is tussen een zuiver LMS, gericht op het beheren van leerprocessen, en een online leerplatform of e-learning marktplaats, vooral gericht op het promoten en verkopen van cursussen.

Diensten als Udemy (internationaal, met een Nederlandstalige interface), Soofos en Pluvo behoren tot die laatste categorie. Deze drie platformen kun je gratis uitproberen via een gebruiksvriendelijke interface, die je stap voor stap helpt bij het opzetten van je cursus.

Bij Udemy kun je je cursussen gratis online plaatsen, maar het platform houdt een percentage van de inkomsten voor hosting, marketing en betalingsverwerking. Dit percentage varieert sterk en is vooral afhankelijk van hoe een deelnemer de cursus heeft gevonden. Soofos hanteert een soortgelijke aanpak. Pluvo, dat iets meer gericht is op bedrijfsomgevingen, rekent ongeveer 250 euro per jaar, maar betalingen voor cursussen verlopen buiten Pluvo om. De supportdienst van Pluvo stelde ons voor om Zapier te gebruiken voor het automatiseren van gebruikersaccounts.

Udemy helpt je stapsgewijs bij het aanmaken en online zetten van je cursus.

Tip 6 Creëren e-books

Je hebt een verhaal geschreven en wilt dit als e-book beschikbaar stellen. Laten we beginnen met het creatieproces. Je kunt hiervoor je vertrouwde tekstverwerker gebruiken, zoals Microsoft Word. Gebruik bij voorkeur kopstijlen zoals Kop 1, Kop 2 enzovoort om een duidelijke structuur te creëren en eventueel automatisch een inhoudsopgave te maken. Kies een leesbaar, schreefloos lettertype voor schermweergave en houd de lettergrootte consistent. Voeg je afbeeldingen toe, zorg er dan voor dat ze correct zijn ingesloten en geoptimaliseerd voor digitaal gebruik. Houd de resolutie rond 150 dpi en pas de afbeeldingsgroottes vooraf aan, in plaats van ze zomaar in Word te schalen.

Je kunt je Word-document rechtstreeks vanuit Word naar een pdf-bestand exporteren.

Tip 7 Formaat

Denk ook goed na over het formaat van je e-book. Pdf is een goede keuze voor vaste lay-outs, zoals handleidingen of grafische e-books. Je kunt je Word-document eenvoudig opslaan als pdf via Bestand / Exporteren. Voor kleinere bestanden die sneller laden, kies je hier best voor Optimaliseren voor minimale grootte (online publiceren), tenzij je verwacht dat het e-book ook op grotere schermen gelezen zal worden. Via Opties krijg je nog een viertal extra PDF-opties, maar deze kun je voor e-books meestal uitgeschakeld laten. Exporteren via een virtuele pdf-printer, zoals het gratis Bullzip PDF Printer is eveneens mogelijk, maar levert zelden betere resultaten.

Een ander veelgebruikt e-bookformaat is epub. Om je (Word-)document om te zetten naar epub, kun je de gratis tool Calibre gebruiken. Klik op Boeken toevoegen, selecteer je docx-bestand, klik op Boeken converteren en kies rechtsboven het gewenste uitvoerformaat. Calibre ondersteunt naast EPUB ook formaten als MOBI en AZW3 (voor Kindle-apparaten).

Lees meer over Calibre: Calibre via Docker: boekenplank op je server

Je kunt met Calibre ook Word-documenten naar verschillende e-bookformaten exporteren.

Tip 8 Publicatie

Is je e-book klaar, test het dan op verschillende apparaten of e-readers om te zien hoe het eruitziet op diverse schermformaten. Oogt alles prima, dan kun je het online publiceren. Dit kan via je eigen website, bijvoorbeeld met platforms als WordPress of Shopify, waarbij je een geïntegreerde betalingsgateway kunt gebruiken. Het voordeel is dat je geen commissie betaalt, maar het vereist wel inspanningen, technisch maar ook marketinggewijs.

Een handig alternatief is Gumroad, waar je na aanmelding direct kunt beginnen. Klik op New product, kies E-book, voer een titel en prijs in, klik op Next: Customize, en volg de instructies voor de online publicatie. Gumroad vraagt een lage commissie en rekent circa 3 procent kosten voor betalingsverwerking. Wil je extra promotie via ‘Gumroad Discover’, houd dan rekening met een merkbaar hogere commissie (minimaal 30 procent).

Draft2Digital, dat samenwerkt met SmashWords, is een andere dienst waar je je e-book (of Word-document) kunt uploaden en desgewenst kunt aanpassen. Dit platform verspreidt je e-book vervolgens naar verschillende internationale partners, waaronder Barnes & Noble en Apple Books, en beheert de verkoop voor je. Je betaalt 10 procent commissie op de verkoopprijs.

Daarnaast zijn er uiteraard nog de bekende platformen zoals Amazon Kindle Direct Publishing en Kobo Writing Life (werkt ook samen met bol.com).

Enkele minuten na je aanmelding en upload kan men je e-book via Gumroad kopen.

Tip 9 Creëren papieren boek

Lees zeker ook: Is een boek schrijven je grote droom? Deze apps helpen je op weg

Je wilt je verhaal in papieren boekvorm publiceren, dus is het slim om hier al rekening mee te houden terwijl je met je tekst(verwerker) bezig bent. Het is ook handig om vooraf te weten hoe en bij wie je gaat publiceren, want sommige uitgevers of platformen stellen specifieke eisen aan opmaak, bestandsindelingen en resoluties. Ook bieden ze soms sjablonen of stijlgidsen aan voor een optimale lay-out. We kunnen je hier wel enkele algemene richtlijnen geven.

Kies een tekstverwerker die geschikt is voor lange documenten, zoals Microsoft Word of het gratis LibreOffice Writer. Werk je met veel afbeeldingen of heb je specifieke lay-outwensen, dan is een dtp-tool waarschijnlijk beter geschikt, zoals Adobe InDesign, Affinity Publisher of het gratis Scribus.

Zorg voor een heldere (hoofdstuk)structuur en een consistente opmaak, zoals kopstijlen, paginanummers, voldoende ruime marges, eventueel een extra bindrand en voetteksten. Controleer ook de snij- of afloopmarges (ook wel ‘bleed’ genoemd; meestal 3 mm) voor afbeeldingen aan de rand van de pagina’s, zodat ze correct worden bijgesneden na het drukken.

Kies een goed leesbaar lettertype, bij voorkeur een schreeflettertype van 11 of 12 punten. Gebruik voor afbeeldingen een resolutie van minimaal 300 dpi (1200 dpi voor vectorplaatjes).

Let ook goed op de marges, eventueel met extra bindrand (hier: Word).

Tip 10 Formaat

Als je manuscript naar een uitgeverij of online platform gaat, is pdf vaak het aanbevolen formaat vanwege de vaste opmaak. Dtp-programma’s zijn doorgaans uitstekend geschikt om drukklare pdf’s te maken. De ingebouwde pdf-converter van Word (via Bestand / Exporteren) kan voldoende zijn voor een boek met tekst en enkele afbeeldingen. Kies hier dan wel voor Optimaliseren voor Standaard (online publiceren en afdrukken). Voor meer controle over instellingen zoals kleuropmaak, compressie of bleed-marges kun je Adobe Acrobat Pro overwegen. Zorg ervoor dat alle gebruikte lettertypes volledig zijn ingesloten in de pdf, zodat de drukker geen alternatief hoeft te kiezen, en gebruik bij voorkeur de CMYK-kleurmodus voor professioneel drukwerk (in plaats van RGB).

Controleer de paginagrootte en marges zorgvuldig, zodat deze overeenkomen met het beoogde formaat in druk. Dit kan bijvoorbeeld een staand A5-formaat zijn (14,8 × 21 cm) of het grotere 16 × 24 cm-formaat. Voor een gedichtenbundel is een kleiner pocketformaat (12,5 × 20 cm) wellicht beter. Of misschien kies je voor een liggend of vierkant formaat, zoals een liggende A5 (23 × 16 cm).

Bij de uiteindelijke pdf-export kies je voor een optie als Drukwerkkwaliteit of Hoge kwaliteit voor printen. Gebruik de PDF/X-1a:2001 standaard (met CMYK en zonder transparantie) of PDF/X-4 (2010) (met transparantie- en kleurprofielondersteuning). Het afdrukprofiel moet passen bij het drukpapier, bijvoorbeeld ISO Coated v2 300% (ECI) voor offsetdruk op gecoat papier, met een maximaal inktgebruik van 300 procent om inktvlekken te vermijden.

Ook het gratis Scribus heeft uitgebreide pdf-instellingen, in combinatie met het juiste kleurbeheer.

Tip 11 Publicatie

Er zijn verschillende manieren om je manuscript gedrukt en gepubliceerd te krijgen. Je kunt het laten drukken bij een traditionele drukservice, waarbij je in één keer een vaste oplage bestelt, wat bij grotere hoeveelheden voordeliger is. Of je kiest voor een (online) POD-dienst (print on demand), waar boeken pas worden gedrukt als er bestellingen binnenkomen. Hierdoor is geen voorraad nodig, wat de opstartkosten laag houdt. Bekende POD-diensten zijn BoekenGilde, Boekscout, Bookmundo, Pumbo en de meer internationaal gerichte Blurb en Lulu. De prijzen hangen onder meer af van de initiële oplage, papierkeuze en afwerkingsopties.

Deze diensten bieden vaak ook ondersteuning bij het grafisch ontwerp van de kaft, en sommige geven je de mogelijkheid om je boek via hun eigen kanalen te verkopen. Houd wel rekening met een commissie per verkocht exemplaar.

Bij zelfpublicatie ben je zelf verantwoordelijk voor de boekpromotie. Denk aan sociale media, recensies door bloggers, e-mailnieuwsbrieven en betaalde advertenties.

Een ISBN (Standaard Boek Nummer) is niet verplicht, maar wel nuttig als je je boek wilt laten distribueren via boekhandels, bibliotheken of webshops. In Nederland vraag je dit aan bij Bureau ISBN; in België kan dit bij de Boekenbank. Reken op ruwweg 120 euro voor één ISBN of circa 350 euro voor een reeks (prefix), geldig voor 10 boeken – of voor hetzelfde boek in een andere taal of verschijningsvorm. Zo’n ISBN zorgt er wel voor dat je boek officieel geregistreerd staat, wat het beter herkenbaar en vindbaar, en hopelijk ook verkoopbaarder maakt.

Geen verrassingen bij Pumbo: vul de juiste parameters in en zie wat je betaalt.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Waarom een robotmaaier ook bij een klein gazon uitkomst biedt
© Vladyslav
Huis

Waarom een robotmaaier ook bij een klein gazon uitkomst biedt

Heb je een kleine tuin met een stukje gras en twijfel je of een robotmaaier wel zin heeft? In dit artikel ontdek je waarom juist een klein gazon verrassend veel baat kan hebben bij een slimme maaier. Van gebruiksgemak tot geluidsniveau en gazonkwaliteit: we nemen alle voordelen én overwegingen onder de loep.

In dit artikel lees je:
  • Waarom een robotmaaier ook in een kleine tuin het verschil maakt
  • Hoe moderne maaiers omgaan met krappe hoekjes en obstakels
  • Wat de voordelen zijn op het gebied van gemak, geluid en duurzaamheid
  • Of de investering zich loont bij een klein gazon
  • Hoe een robotmaaier je gras gezonder houdt zonder afval

Je ziet ze steeds vaker zoemend over het gazon: compacte robotmaaiers die op eigen houtje het gras kort houden. Ideaal voor mensen met een groot perceel, zou je denken. Maar ook in de stad, waar tuinen vaak krap en onregelmatig zijn, kan zo'n slimme tuinhulp verrassend goed uit de verf komen. Toch vragen veel mensen zich af: is dat nu echt nodig voor een gazonnetje van een paar vierkante meter? In dit artikel onderzoeken we of een robotmaaier ook in een kleine tuin z'n waarde bewijst, en voor wie dat dan vooral interessant is.

Ook aan de robotmaaier?

Hier staan de beste voor je op een rijtje!

Klein gazon, groot gemak

Wie een kleine tuin heeft, denkt al snel dat grasmaaien een klusje van niks is. Even dat oude elektrische maaiertje van zolder halen, het verlengsnoer afrollen en klaar ben je. Maar in de praktijk blijkt het vaak nét iets lastiger. De maaier staat achter in de schuur, de snoeren zitten in de knoop, of het gras is alweer te lang tegen de tijd dat je eraan toe komt. En dan hebben we het nog niet eens over het opruimen van het maaisel en het gesleep met de groene bak.

Juist in zo'n situatie komt een robotmaaier tot zijn recht. Die draait zijn rondjes op vaste momenten – automatisch, zonder dat je ernaar om hoeft te kijken. Omdat hij steeds een klein beetje afmaait, blijft je gazon continu op lengte en zie je nooit meer van die halfvergane sprieten tussen de tegels. Het gemak is groot, ook al is het oppervlak klein.

Wist je dat…
  • …een robotmaaier gemiddeld 50–100 kWh per jaar verbruikt? Dat is minder dan een waterkoker.
  • …sommige modellen via een app te bedienen zijn, zelfs vanaf je vakantieadres?
  • …het continue maaien zorgt voor een gazon dat dikker en groener wordt?
  • …er modellen zijn die automatisch terugkeren naar hun laadstation bij regen?
  • …je het gras niet meer hoeft op te ruimen, omdat het versnipperde maaisel voeding voor je gazon wordt?

Wendbaar in smalle tuinen

Een veelgehoorde twijfel is of robotmaaiers wel overweg kunnen met krappe, onregelmatige tuinen vol bloembakken, tuinmeubilair of smalle doorgangen. Maar de techniek staat niet stil: moderne modellen zijn verrassend wendbaar en compact, en kunnen doorgangen van slechts 60 centimeter breed zonder moeite nemen. Sommige modellen maken gebruik van begrenzingsdraden, andere werken met gps of slimme sensoren. Hoe dan ook: een goed ingestelde maaier weet na een paar ritten precies waar hij wel en niet moet zijn.

Heb je een tuin die uit meerdere stroken of hoekjes bestaat, dan zijn er modellen die meerdere zones aankunnen. En dankzij bots- en tilsensoren rijdt de maaier keurig om bloemperken en obstakels heen. Voorwaarde is wel dat je het juiste type kiest voor jouw situatie, en daar wringt soms de schoen: niet elk model is even geschikt voor kleine of complexe tuinen. Maar wie zich goed laat informeren, ontdekt dat er juist voor dit soort tuinen verrassend veel mogelijk is.

©Michelle Hebel

Stilte en zelfstandigheid

In een dichtbebouwde omgeving is geluid een belangrijke factor. Niemand zit te wachten op het gehuil van een benzinemaaier op zaterdagochtend of het gezoem van een snoeischaar terwijl je net op je terras zit. Een robotmaaier biedt hier uitkomst: die doet zijn werk bijna geruisloos. Zo stil zelfs, dat je hem probleemloos 's nachts kunt laten maaien zonder dat jij, je buren of de vogels er wakker van liggen.

Daar komt nog bij dat een robotmaaier volledig zelfstandig werkt. Of je nu aan het werk bent, op vakantie of gewoon lekker in je hangmat ligt, het gras wordt gewoon gemaaid. Vooral voor mensen die wat minder mobiel zijn of simpelweg niet meer de energie hebben om elke week met een maaier in de weer te zijn, is dat een groot voordeel. Geen gesleep, geen gedoe en tóch een verzorgde tuin.

Ook interessant: Zo kies je een robotmaaier die past bij jouw tuin

Duurder dan een handmaaier, maar ook waardevoller

Een robotmaaier is geen goedkope aanschaf. Voor een degelijk instapmodel betaal je al snel zo'n 600 euro, en voor de betere varianten loopt dat op richting de 1000. Voor een klein gazonnetje lijkt dat misschien buiten proportie, zeker als je het vergelijkt met een handmaaier van een paar tientjes. Maar die vergelijking is niet helemaal eerlijk. Een robotmaaier is meer dan een gebruiksvoorwerp: het is een dienstverlener die je tijd, energie en fysieke inspanning bespaart. Tel daarbij op dat je geen gras hoeft op te vangen, geen benzine of verlengsnoeren meer nodig hebt, en nauwelijks onderhoud hebt, en de balans valt opeens heel anders uit.

Voor veel mensen geldt bovendien: als je het eenmaal gewend bent, wil je nooit meer zonder. Je tuin is altijd netjes, het gras is gelijkmatig gemaaid en je hoeft nooit meer te denken: o ja, het gras moet ook nog.

©Alex_Tr

Beter voor het gras, beter voor de tuin

Wat veel mensen niet weten, is dat een robotmaaier ook zorgt voor een gezonder gazon. Omdat hij vaak en heel kort maait, valt het maaisel meteen terug tussen de grassprieten. Dat werkt als natuurlijke bemesting, waardoor je gras voller, groener en weerbaarder wordt tegen droogte. Dit zogenaamde 'mulchen' zorgt voor een duurzamer tuinbeheer en voorkomt bovendien dat je gras moet afvoeren. Duurzaamheid en waterbeheer worden nu eenmaal steeds belangrijker, en dan is zoiets een mooie bonus.

Conclusie: verrassend logisch, zelfs in een kleine tuin

Een robotmaaier in een kleine stadstuin klinkt misschien als overkill. Maar wie verder kijkt dan het oppervlak, ontdekt een stille kracht: altijd paraat, altijd precies en verrassend efficiënt. Zeker als je comfort zoekt, weinig tijd hebt of niet meer elke week met een maaier wilt zeulen, is het een investering die zichzelf dubbel en dwars terugbetaalt. Niet zozeer in geld, maar vooral in gemak, rust en plezier. En dat is goud waard, toch?

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé BBQ-trends voor 2025: van oervuur tot slimme grills
© Halfpoint
Huis

Dit zijn dé BBQ-trends voor 2025: van oervuur tot slimme grills

Natuurlijk, een kipsateetje of hamburger blijft het goed doen op de barbecue. Maar wie meer wil, kan zich vast helemaal vinden in de barbecue-trends die dit jaar populair zijn. Van koken op open vuur tot wereldsmaken: de barbecue verandert mee met de tijd – en dat proef je.

Barbecue-trends 2025 in het kort: ♨️ Koken op open vuur ♨️ Technologie op de grill ♨️ Wereldsmaken op het rooster ♨️ Duurzamer barbecueën ♨️ Meer plantaardig op de grill ♨️ Zoete afsluiters

Lees ook: Houtskool, elektrisch, gas of kamado: welke barbecue past bij jou?

Koken op open vuur

Barbecueën zonder poespas wint terrein. Terug naar het vuur, letterlijk. Steeds meer mensen kiezen voor koken op hout of houtskool, zonder gas of stekkers. Het vraagt wat oefening, maar geeft een intense smaak en een ambachtelijke sfeer. Denk aan gietijzeren pannen boven smeulende kolen of een stuk vis in een zelfgebouwde vuurplaats. Oergezellig én smaakvol.

Technologie op de grill

Aan de andere kant zie je ook het tegenovergestelde: hightech barbecues met wifi, apps en automatische temperatuurregeling. Vooral pellet grills zijn in trek. Die gebruiken houtpellets als brandstof en houden de temperatuur constant, zodat je rustig achterover kunt leunen. Ideaal voor wie wil grillen zonder stress, maar wel met smaak.

De skillet doet volop mee Een skillet is een zware gietijzeren pan met een steel, zonder antiaanbaklaag. Je gebruikt 'm rechtstreeks op het rooster van je barbecue of in het vuur. Door het dikke materiaal blijft de hitte lang hangen en gaart alles gelijkmatig. Deze pan is inmiddels vaste prik bij veel buitenkoks. In 2025 zie je 'm vaker, juist omdat hij zo goed past bij de trend van vuurkoken en gevarieerder grillen. Groenten, kazen, eieren of desserts? In een skillet lukt het allemaal, zonder dat je iets tussen het rooster verliest. Hij houdt de warmte lang vast, kan direct in het vuur en gaat jarenlang mee. Functioneel én duurzaam.

©Aleksei Isachenko

Wereldsmaken op het rooster

De barbecue wordt steeds internationaler. Klassiekers als saté en hamburgers maken ruimte voor gerechten met een twist. Spareribs met gochujang, geroosterde aubergine met tahin, of kip met ras el hanout. Deze mix van keukens levert verrassende combinaties op – ga vooral lekker experimenteren!

Duurzamer barbecueën

Ook bij de barbecue zie je dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Houtskool uit verantwoord bosbeheer, minder wegwerpartikelen en vaker lokaal en seizoensgebonden inkopen. Herbruikbare accessoires vervangen aluminium bakjes en houten prikkers. En wie kiest voor plantaardige gerechten, verkleint zijn ecologische voetafdruk nog verder.

Skillet nodig?

Bekijk het aanbod

Meer plantaardig op de grill

Barbecueën zonder vlees is allang geen uitzondering meer. Groenten krijgen een hoofdrol: bloemkool, maïskolven, paddenstoelen, paprika, allemaal gaan ze direct op het rooster of in een gietijzeren schaal. Vleesvervangers zijn er in alle soorten en smaken, van burgers tot worstjes. De barbecue wordt daardoor breder inzetbaar – ook als je geen vlees eet.

©sai-chan

Zoete afsluiters

Tot slot: desserts van de barbecue. Gegrilde ananas, gebakken banaan of marshmallows tussen twee biscuitjes (s'mores). Ook cakes of broodpudding in een skillet doen het goed. Daarmee sluit je een barbecue niet alleen warm, maar ook origineel af.

S'mores van de barbecue Leg per persoon twee biscuitjes klaar, een stuk chocolade (bijvoorbeeld melk of puur) en een grote marshmallow.

  1. Rooster de marshmallow boven de barbecue tot hij goudbruin en zacht is.
  2. Leg een stukje chocolade op een biscuitje.
  3. Zet de warme marshmallow erop en dek af met het tweede biscuitje.
  4. Druk licht aan zodat de chocolade smelt.
  5. Even laten afkoelen (voor zover je dat redt), en genieten maar. Je kunt de chocolade ook vervangen door bijvoorbeeld een karamelsnoepje of een lik hazelnootpasta.

Conclusie

In 2025 barbecue je minder op routine en meer met aandacht. Dat kan met een zelfgestookt vuurtje of een slimme grill, zolang het maar draait om smaak, delen en ontdekken!