ID.nl logo
Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome
© Stanisic Vladimir
Huis

Bouw een slim en energiezuinig e-ink-scherm voor je smarthome

Je smarthome hangt vol met slimme apparatuur en sensoren die je van alles over je huis vertellen, waardoor het haast zonde is dat je deze data alleen vanaf je smartphone of computer kunt aflezen. Een tablet aan de muur hangen kan een oplossing zijn, maar het kan nog een beetje moderner. In dit artikel lees je hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt dat je overal in huis kunt neerzetten of ophangen.

In dit artikel laten we zien hoe je zelf een e-ink-scherm bouwt en gebruikt voor je smarthome:

  • Ga voor de Home Assistant Green of installeer Home Assistant op een Raspberry Pi
  • Kies voor een e-ink-scherm van WaveShare
  • Verbind het scherm met een ESP32-microcontroller en programmeer deze met ESPHome
  • Configureer een YAML-bestand om data als temperatuur en luchtvochtigheid weer te geven
  • Plaats het scherm in een fotolijstje of 3D-geprinte behuizing

Wat er nog meer in huis slim kan? Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Er zijn meerdere redenen om e-ink te gebruiken om informatie over je smarthome te tonen. Ten eerste zijn deze schermen niet voorzien van achtergrondverlichting, waardoor ze geen baken van licht in je kamer worden. Zo’n scherm is net zo subtiel als een foto aan de muur en kan bij het juiste formaat zelfs in een fotolijstje worden gestopt. Ten tweede is e-ink zeer energiezuinig: het scherm verbruikt alleen stroom als deze het de inhoud ververst. Laat jouw scherm de temperatuur in een kamer zien en blijft die urenlang stabiel? Dan wijzigt het scherm niet en verbruikt het bijna geen energie.

Compatibiliteit

Uiteraard is niet ieder smarthomesysteem compatibel met zelfgebouwde e-ink-schermpjes. In dit artikel gaan we uit van een smarthome met Home Assistant, een populair opensource-platform van Nederlandse makelij. Omdat Home Assistant opensource is, werkt het met tal van extra toepassingen en apparaten – waaronder de zeer flexibele ESP32-microcontroller. Dit zijn kleine apparaatjes die je met allerlei apparatuur kunt verbinden en vervolgens programmeert om door Home Assistant als slim thuisapparaat te worden gezien.

Home Assistant

Home Assistant is op allerlei soorten apparaten te installeren. Het bedrijf achter het systeem verkoopt de Home Assistant Green voor pakweg 130 euro. Dat is de simpelste oplossing, maar wie een ongebruikte Raspberry Pi in de kast heeft liggen, kan daar ook de Home Assistant-software op installeren. Een Raspberry Pi 3 is bruikbaar, maar een Pi 4 of 5 wordt geadviseerd. Groot voordeel van een Pi is dat Home Assistant in de officiële configuratiesoftware van de fabrikant zit verwerkt.

Je downloadt de Raspberry Pi Imager van www.raspberrypi.com/software. Bij het voorbereiden van je microSD-kaart kies je Other specific-purpose OS gevolgd door Home assistants and home automation. In de getoonde lijst selecteer je de software voor Home Assistant.

De Home Assistant Green is een alles-in-één-oplossing voor wie zijn smarthome op Home Assistant wil aansluiten.

Configuratie

Staat de software op je microSD-kaart, dan kun je deze in je Pi steken, de stroom aansluiten bij voorkeur een ethernetkabel aansluiten. In de browser van je computer open je dan http://homeassistant.local:8123 om het smarthomesysteem naar wens te configureren.

Je kunt binnen Home Assistant nagenoeg al je gebruikte slimme gadgets toevoegen, zoals de lampen van Hue, sloten van Nuki en verwarmingsknoppen van Tado. Voor apparaten die niet officieel worden ondersteund zijn er bijna altijd wel door fans gemaakte integraties die met het systeem communiceren. Over alle apparaten die gekoppeld zijn aan Home Assistant koppelt kun je later informatie laten weergeven op je e-ink-scherm.

Drie stukjes van de puzzel

Voor de bouw van je e-ink-display heb je drie zaken nodig. Ten eerste is er het scherm zelf. Hier gaan we uit van een 4,2inch-display van WaveShare. Deze is in meerdere webwinkels te koop voor rond de 35 euro. Andere schermen zouden ook moeten werken, maar van dit WaveShare-scherm is bekend dat meer mensen ze succesvol met Home Assistant hebben verbonden. Omdat je later afhankelijk bent van een stukje code, is het gunstig om een beproefde optie te kiezen.

Dit beeldscherm van WaveShare gebruikt e-paper, waardoor informatie net als bij een e-reader wordt getoond. Zeer zuinig en goed af te lezen in fel zonlicht.

Vergeet je HAT niet

Let er bij je aanschaf goed op dat je scherm voorzien is van een zogeheten E-Paper Driver HAT. Bij WaveShare zit dit er standaard op. HAT staat voor Hardware Attached on Top, een printplaatje dat extra functionaliteit aan je onderdeel geeft. In dit geval kun je de Driver HAT met een standaard ribbonkabel met het scherm verbinden, waarna je allerlei kleine pinnetjes hebt om snoertjes op aan te sluiten om weer met een andere device te verbinden. Snoertjes die je nodig hebt voor het laatste stuk van onze puzzel.

Met de speciale E-Paper Driver HAT kun je het beeldscherm aansluiten op andere apparaatjes, zoals de ESP32.

Microcontroller aansluiten

Als laatste hebben we een ESP32-microcontroller nodig. Door de kabels van de E-Paper Driver HAT te verbinden met de ESP32, kan het scherm met wifi verbinden en data ontvangen van Home Assistant. Bijna iedere ESP32 werkt, maar zorg er wel voor dat je model kleine cirkelgaatjes aan de zijkanten heeft. Deze heb je later nodig om te solderen. Dit vergt enige ervaring met een soldeerbout. Hoewel de HAT snoertjes heeft die je kunt vastpluggen, moet je de uiteindes vastsolderen aan verbindingspoortjes van de ESP32-module.

©Tomasz - stock.adobe.com

Deze ESP32 is een zogeheten microcontroller. Programmeer hem met de juiste firmware en hij kan ieder apparaat met Home Assistant verbinden.

Welke kabel naar welke GPIO-pin?

Je kunt de kabels van je HAT uiteraard niet zomaar solderen. Hier een overzicht van welk snoer je waarmee verbindt:

  • BUSY-kabel aan de GPIO27-pin
  • RST-kabel aan de GPIO33-pin
  • DC-kabel aan de GPIO25-pin
  • CS-kabel aan de GPIO26-pin
  • CLK-kabel aan de GPIO18-pin
  • MOSI-kabel aan de GPIO23-pin
  • GND-kabel aan de GND-pin
  • 3.3V-kabel aan de 3.3V-pin

Deze pins gelden voor de configuratie met het door ons gebruikte 4,2inch-display. Wees voorzichtig en kijk vooraf goed wat voor aansluitingen worden gebruikt bij een configuratie voor jouw beeldscherm, soms kan dat namelijk verschillen.

ESPHome

Zijn je schermpje, de HAT en de ESP32 allemaal met elkaar verbonden? Dan is het tijd om de ESP32 te programmeren. Dat doen we met behulp van ESPHome, wat op zijn beurt weer in Home Assistant kan worden geïnstalleerd. Open in een browser het webadres van jouw Home Assistant en ga in de linkerbalk onderaan naar Instellingen / Add-ons. Druk rechtsonder op de knop voor de add-on-winkel, zoek ESPHome en installeer dat.

Druk na installatie op de knop Start. Klik daarna op Open Web UI te klikken. Je ziet het ESPHome Dashboard. Hier kun je de ESP32 configureren zonder geavanceerde programmeerkennis. Verbind je installatie met een usb-kabel aan Home Assistant en tik op New Device. Volg hierna de geboden stappen.

ESPHome is gebruiksvriendelijk vanwege het dashboard met alle opties.

YAML-configuratie

Wordt er om een YAML-configuratie gevraagd, plak dan de code getoond op de pagina die je vindt via www.kwikr.nl/epaperyaml. Voer de gegevens van je wifi-netwerk in. Dit configuratiebestand zorgt ervoor dat de ESP32 weet met welke pins hij voor je scherm moet communiceren en wat voor data er op het display getoond moeten worden. Standaard heeft dit bestand een configuratie met een plantensensor, koolmonoxidemeter, de huidige temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte. Door deze apparaten te vervangen door andere apparatuur die aan jouw Home Assistant is verbonden, kun je de inhoud van het display naar eigen smaak veranderen.

Updates of wijzigingen doorvoeren

Bij het instellen van de ESP32-module wordt speciale firmware naar de hardware geschreven. Dat kan bij de eerste installatie alleen als hij met een usb-kabel met je Home Assistant-apparaat is verbonden. Als je later updates of wijzigingen wil doorvoeren, kun je de gadget met het ESPHome-dashboard verbinden.

In een fotolijstje

Nu zou je e-inkscherm het moeten doen. Dan rest ons nog maar één ding: de gadget ergens in je huis neerzetten of ophangen. Met een beetje geluk kun je een fotolijstje vinden dat ruimte biedt aan het scherm, de HAT en de ESP32. Het 4,2inch-display is aan de buitenkant 103 bij 78,5 millimeter groot, waardoor hij ruim past in een lijstje voor een foto van klein formaat, 100 bij 150 millimeter.

Heb je een 3D-printer? Op www.printables.com vind je allerlei 3D-behuizingen voor de e-ink-schermen van WaveShare, van simpele standaarden tot aan elegante lijstjes voor aan de muur. Groot voordeel aan deze oplossingen is dat ze vaak gemaakt zijn om de ESP32 en HAT ook te integreren, waardoor alles mooi in één pakketje kan worden weggestopt.

Er zijn online tal van 3D-printbare hoesjes speciaal voor dit project te vinden, waaronder deze op printables.com van gebruiker G00TH.

Stroom gewenst, maar optioneel

Het scherm gebruikt nagenoeg geen stroom, maar de ESP32 wel. De microcontroller heeft meerdere processorkernen en een wifi-module die continu verbinding moeten maken.

Wil je het scherm ergens ophangen zonder stroomvoorziening, dan zijn er verschillende oplossingen. Het beeldscherm toont informatie tot er nieuwe informatie moet worden weergegeven, zelfs als de stroomtoevoer niet beschikbaar is. Je zou dus het scherm bijvoorbeeld op een plek kunnen hangen waar slechts eens per dag nieuwe informatie getoond hoeft te worden. Denk aan de agendapunten van die dag of het weerbericht. Je kunt dan aan het begin van je dag even een powerbank aan de ESP32 hangen. Het apparaatje start dan op, haalt zijn nieuwe informatie op en toont dit op het scherm. Daarna kan de stroom er weer af.

▼ Volgende artikel
Review Google Pixel 10 Pro – Prijzig, maar een uitstekende allrounder
© Wesley Akkerman
Huis

Review Google Pixel 10 Pro – Prijzig, maar een uitstekende allrounder

Met de nieuwe Tensor G5-chip voor slimmere AI-functies, een helderder scherm en Pixelsnap voor magnetische accessoires probeert Google je te overtuigen een Pixel 10 Pro aan te schaffen. Maar met een adviesprijs van minimaal 1099 euro kan dat nog lastig worden.

Uitstekend
Conclusie

Ondanks de hoge prijs en mindere specificaties op papier is de Pixel 10 Pro een overtuigend toestel. Het scherm, de camera’s en de degelijke accuduur zijn sterke punten, terwijl de soepele software de ervaring compleet maakt. Minpunten zijn de trage laadsnelheid en het ontbreken van AI-functies in Nederland. Grootste struikelblok blijft de prijs van 1099 euro.

Plus- en minpunten
  • Fijne, compacte smartphone
  • Capabele processor voor dagelijks gebruik
  • Fantastisch camerasysteem
  • Lange softwareondersteuning
  • Kleine aanpassingen aan Android
  • Mooi, levendig scherm
  • Accuduur kan beter
  • Opladen duurt wat lang
  • Ontbrekende AI-functies
  • Processor toch wat achterhaald

De Google Pixel 10 Pro behoudt het herkenbare ontwerp van zijn voorgangers, met de horizontale camerabalk en platte zijkanten. De constructie bestaat uit een aluminium frame en een beschermlaag van Gorilla Glass Victus 2 aan de voor- en achterzijde. Het toestel beschikt daarnaast over een IP68-certificering voor stof- en waterbestendigheid. Naast de nieuwe kleuren Jade (lichtgroen) en Porselein (roomwit) heeft de 10 Pro een functionele toevoeging: Pixelsnap. Dit is een magnetisch systeem voor draadloze Qi2-opladers (vergelijkbaar met MagSafe op iPhone).

Het toestel is uitgerust met een Super Actua oleddisplay van 6,3 inch. Het scherm heeft een variabele verversingssnelheid die kan oplopen tot 120 Hz. Dat resulteert in een vloeiende weergave van bewegende beelden. Google heeft de maximale piekhelderheid verhoogd naar 3300 nits. Daardoor kun je in vrijwel elke omgeving goed zien wat er op het scherm gebeurt, zelfs wanneer het buiten erg zonnig is. De resolutie en overige basisspecificaties van het scherm zijn verder gelijk gebleven ten opzichte van de Pixel 9 Pro van een jaar eerder.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Nieuwe Tensor-processor

De nieuwste Pixel wordt aangedreven door de Tensor G5-processor, die (uiteraard) geoptimaliseerd is voor AI-taken en soepele prestaties levert bij dagelijks gebruik. Hoewel de chip een duidelijke verbetering is ten opzichte van zijn voorganger, loopt-ie toch achter op wat de concurrentie te bieden heeft, zoals Samsung en Apple. Dat is in de praktijk gelukkig zelden merkbaar, behalve bij zeer zware games. Standaard is het toestel uitgerust met een ruime 16 GB aan werkgeheugen, waardoor multitasking geen enkel probleem vormt voor de Pixel 10 Pro.

Het toestel beschikt bovendien over een 4870mAh-batterij die het gemakkelijk een dag volhoudt. Opladen kan met een vermogen van 30 watt, waarmee je de batterij in ongeveer anderhalf uur volledig oplaadt. Een belangrijke vernieuwing is, zoals gezegd, de ondersteuning voor de Qi2-standaard voor draadloos opladen. Dankzij het ingebouwde Pixelsnap-magneetsysteem kun je de telefoon eenvoudig uitlijnen met ondersteunde draadloze laders. Veel reeds beschikbare magnetische accessoires werken gewoon met de Pixel 10-lijn.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Veel ontbrekende functies

De Pixel 10 Pro draait op Android 16 en mag daarnaast rekenen op zeven jaar aan software- en beveiligingsupdates (net zoals de andere Pixels). Dat garandeert een lange levensduur met toegang tot toekomstige functies en de nieuwste beveiliging. De nieuwe Android-versie kenmerkt zich door veel kleine aanpassingen door te voeren. De verschillende iconen in de statusbalk ogen wat voller en speelser, terwijl de toevoeging van transparante elementen het systeem wat levendiger maakt. Het strakke en saaie karakter is daardoor verdwenen.

Verder valt vooral op dat de Pixel 10 Pro zijn potentie in Nederland niet waarmaakt. Jaarlijks presenteert Google een hoop AI-functies die de aanschaf voor een Pixel kunnen maken of breken, maar die zijn zelden beschikbaar in de Benelux. Opties die nu schitteren in afwezigheid zijn Magic Cue, Ask Photos en Live Call Translate. Hoewel, die laatstgenoemde functie wérkt technisch gezien wel in de Benelux, maar niet in de lokale talen. Die kun je dus alleen in het Engels gebruiken, wat de inzetbaarheid op dagelijks niveau drastisch vermindert.

10x zoom.

5x zoom.

2x zoom.

100x inzoomen of AI?

Verder is de Google Pixel 10 Pro uitgerust met een bekend en veelzijdig camerasysteem, bestaande uit een hoofdcamera van 50 megapixel en een ultragroothoeklens en telelens met 5x optische zoom (allebei 48 megapixel). Hoewel de hardware grotendeels ongewijzigd is ten opzichte van vorig jaar, is de fotokwaliteit nog altijd indrukwekkend. Dankzij Googles geavanceerde beeldverwerking levert het toestel onder de meeste lichtomstandigheden scherpe, consistente en gedetailleerde foto's met een uitstekend dynamisch bereik. Zo kennen we de Pixel.

Een nieuwe functie is de 100x Pro Res Zoom, die AI gebruikt om objecten op grote afstand dichterbij te halen. De resultaten hiervan zijn wisselend: de functie kan effectief zijn voor landschappen of architectuur, maar heeft de neiging om details zoals tekst onjuist te reconstrueren (eigenlijk zoals veel AI-diensten dat nu ook al doen). In situaties met weinig licht neemt de algehele prestatie van het camerasysteem af, met name bij de ultragroothoek- en telelens. Ook de videokwaliteit in het donker blijft een aandachtspunt voor het toestel.

1x zoom.

0,5x zoom.

100x (met AI).

Pixel 10 Pro kopen?

Hoewel Google best wat vraagt voor het toestel en de Pixel 10 Pro op behoorlijk wat punten achterloopt op de concurrentie, zijn we toch enthousiast over het apparaat. De 10 Pro is namelijk een capabele en compacte smartphone, die lekker in de hand ligt en perfect presteert voor alledaags taken. Zo eerlijk moeten we dan ook weer zijn. Het beeldscherm laat weinig te wensen over, de foto's komen over het algemeen goed uit de verf en de batterijduur is acceptabel. We laden onze smartphones meestal toch wel elke dag of anderhalve dag op.

Ja, de Pixel 10 Pro mist flink wat AI-functies in Nederland. Maar veel mensen verzetten zich nog altijd tegen dergelijke functionaliteit, waardoor ze die ook niet zullen missen. Dan ligt de focus op software (die veel speelser en duidelijker is) en algemene cameraprestaties, en op die vlakken scoort Google gewoon goed. Een ander nadeel is dan misschien nog de oplaadsnelheid, maar ook daar kun je prima omheen werken. Het allergrootste struikelblok is en blijft de prijs. Voor minimaal 1099 euro krijg je bij de concurrentie, technisch gezien, meer waar voor je geld.

▼ Volgende artikel
Vliegen, filmen, monteren: zo haal je alles uit lichte cameradrones
© Marek Uliasz | Marek Uliasz | MarekPhotoDesign.com, stock.adobe.com
Huis

Vliegen, filmen, monteren: zo haal je alles uit lichte cameradrones

Cameradrones zijn klein, licht en bieden verrassend veel mogelijkheden. Je stopt ze eenvoudig in je rugtas en toch leveren ze indrukwekkende foto's en video's op. In dit artikel lees je waar je op moet letten bij de keuze van een lichte drone, hoe je ze bedient, welke regels gelden en hoe je het maximale uit je beelden haalt met slimme nabewerking.

Dit artikel in vogelvlucht

Ontdek alles over het gebruik van lichte cameradrones op reis. We bespreken de voor- en nadelen van de populaire Neo en Flip, laten zien hoe je ze bedient en welke extra functies ze hebben. Je leest welke regels gelden in Nederland, de EU en daarbuiten, en hoe je je drone registreert bij het RDW. Verder krijg je praktische tips voor vervoer in het vliegtuig en advies voor het filmen en fotograferen op locatie. Tot slot leggen we uit hoe je je dronebeelden bewerkt in DaVinci Resolve, inclusief kleurcorrectie met LUT-bestanden.

Drones zijn een prachtige aanvulling in je camerakit. Ze worden commercieel gebruikt, bijvoorbeeld om winkels of woningen te presenteren. Maar ook op reis kun je eenvoudig een heel ander perspectief en daarmee extra flair aan je materiaal geven. Het zijn eigenlijk vliegende camera's, die tegenwoordig ook eenvoudig zijn te bedienen. Sterker nog, dankzij intelligente opnamemodi kunnen ze geheel zelfstandig vliegen. Denk aan het volgen of het maken van een creatieve opname.

De drone vertrekt vanaf de palm van je hand, maakt de opname en keert zelf weer terug. Een controller is niet per se nodig. Dat scheelt veel gedoe tijdens een wandeling. Een smartphone blijft handig om extra opties in te stellen of handmatig te vliegen. Een controller óók, voor meer controle en een (veel) groter vliegbereik. Maar ook daarvoor hoef je geen ervaren piloot te zijn. De regels zijn bovendien gunstig voor de lichte drones die we in dit artikel bespreken. Wel is een registratie bij de RDW nodig, die meteen geldig is in heel de EU.

We geven tips voor de handigste drones, leggen uit wat de regels zijn, geven praktische informatie voor het meenemen en gebruiken van een drone op reis, en geven tot slot nog tips voor de nabewerking.

🚁 Hardware

Keuze

We beginnen met enkele aandachtspunten bij het kiezen van een drone. We richten ons op de kleine en lichte exemplaren, die ideaal zijn voor op reis of bij sportieve uitstapjes. Ze wegen alle minder dan 250 gram, wat als bijkomend voordeel heeft dat je in Nederland en de rest van de EU dan geen vliegbewijs nodig hebt. Verderop behandelen we deze regels wat uitvoeriger.

Er is een breed aanbod van lichte drones, al is het gros afkomstig van één fabrikant: het Chinese DJI. Deze fabrikant is al jaren marktleider op het gebied van drones, zowel onder consumenten als in het zakelijke segment. Daarnaast ken je het bedrijf wellicht van actioncamera's zoals de Osmo Action 4 en accessoires zoals gimbals, die zorgen dat je vloeiende en stabiele beelden met je smartphone kunt maken.

Zo'n gimbal vind je ook in de Osmo Pocket 3, een compacte camera van DJI die enorm populair is onder vloggers, maar ook heel praktisch als reiscamera. In dit artikel zoomen we vooral in op de relatief nieuwe drones: de Neo en de Flip. Die neem je makkelijk mee op reis en bieden innovatieve functies, waarmee het bedrijf een nieuwe, bredere doelgroep lijkt aan te spreken.

©DJI

DJI heeft een breed aanbod aan consumentendrones met camera.

Bediening

Vóór de aanschaf van een drone moet je eigenlijk al bedenken hoe je hem gaat bedienen. Ze worden namelijk vaak met een controller gebundeld. De Neo is een vrij zeldzame uitzondering en kun je ook los kopen. Dit heeft te maken met de intelligente opnamemodi, die je overigens ook op de Flip vindt. Hierdoor kun je de drone zonder controller gebruiken (zie kader 'Intelligente modi').

Met een smartphone kun je die opnamemodi eventueel nader instellen en ook handmatig vliegen, al is het bereik beperkt tot ongeveer twintig meter. Een controller is daarom geen overbodige luxe en verhoogt het bereik zelfs in stedelijk gebied gemakkelijk tot meerdere kilometers.

De RC-N3 en RC 2 zijn het meest gangbaar en werken met alle genoemde drones (Neo, Flip en Mini 4 Pro). De RC-N3 gebruik je in combinatie met een smartphone die je er bovenop zet en via een kabel aansluit. Bij de RC 2 hoeft dat niet: dit is een 'smart controller' met ingebouwd scherm met extra hoge helderheid. Er zijn (nog) niet veel smartphones die qua schermhelderheid in de buurt komen.

©DJI

De Flip kan net als de Neo zelfstandig een intelligente opname maken.

Intelligente modi

De Neo en de Flip kunnen dankzij de intelligente modi, ook wel QuickShots genoemd, volledig zelfstandig vliegen. Via een knopje op de drone kies en bevestig je de gewenste optie. Daarna start de drone vanaf de palm van je hand, maakt de gekozen opname, en keert vervolgens ook weer zelfstandig terug. De volgmodus zal jou volgen terwijl je bijvoorbeeld wandelt of fiets.

Ook kun je creatieve shots laten maken. Zoals Dronie, waarbij de drone achteruit en omhoog van een gekozen onderwerp vliegt (meestal jijzelf), terwijl de camera op jou gericht blijft. Bij Rocket stijgt de drone snel op met de camera omlaag gericht. Circle laat de drone cirkelen rondom een onderwerp, zoals een bergtop. Spiral maakt een spiraalvormige opname rond het onderwerp. Bij Boomerang vliegt de drone in een boemerangvormige baan rond het onderwerp. Zo zijn er nog wat handige opties.

Het is handig om ze wat specifieker in te stellen met je smartphone. Het volgen geeft bijvoorbeeld een mooier resultaat op wat grotere afstand.

Neo versus Flip

De Neo (135 gram) is lichter dan de Flip (249 gram) en heeft een kortere vliegtijd op één batterijlading (18 versus 31 minuten). De Neo mist een obstakeldetectie, maar blijkt wel zeer robuust. Een ongelukje blijkt zelden fataal. De Flip biedt wel (enigszins beperkte) obstakeldetectie. De beeldkwaliteit van de Neo is wat minder, al kun je onder goede omstandigheden een mooi resultaat behalen. Het is vooral nuttig om de scherpte iets terug te brengen, al kan dat helaas alleen via een controller.

Dat je de Neo zo makkelijk mee neemt is een pre. De beste camera is uiteindelijk de camera die je altijd bij je hebt. De Flip is met zijn kenmerkende uitklapbare propellers net wat forser, zelfs in vergelijking met de Mini 4 Pro. De camera van de Flip is merkbaar beter, vergelijkbaar met die van de Mini 4 Pro.

©DJI

De Flip heeft een betere camera dan de Neo.

Bundels

Hoewel de Neo zoals gezegd los verkrijgbaar is, koop je een drone vaak als bundel met controller. De Neo is leverbaar met de RC-N3 in een Fly More Combo. Zo'n bundel bevat naast de controller vaak ook handige accessoires, zoals extra batterijen, een oplaadhub en draagtas.

Een leuke meerwaarde van de Neo is de FPV-ondersteuning, wat spannende en zeer dynamische beelden kan opleveren, al is het niet voor iedereen geschikt (zie kader 'First Person View met de Neo'). Voor FPV-vliegen kun je de Motion Fly More Combo overwegen met onder meer de RC Motion 3-afstandsbediening en de DJI Goggles N3.

De Flip is verkrijgbaar als Fly More Combo met de RC-N3-controller of met de RC 2-smartcontroller, maar kun je niet voor FPV-vliegen gebruiken.

First Person View met de Neo

First Person View (FPV) is een bijna futuristische manier van dronevliegen waarbij je door de 'ogen' van de drone kijkt, meestal via een bril, zoals de Goggles N3. Hierdoor kun je bijvoorbeeld door smalle steegjes vliegen, onder bruggen door, of zweven rond rotsformaties, terwijl je de drone met een speciale controller bestuurt.

De DJI Avata 2 heeft de norm gezet, maar de Neo kan aantrekkelijker zijn, door de lagere prijs en het feit dat geen drone-vliegbewijs nodig is. Het FPV-vliegen zelf is echter niet zo geschikt voor beginners. De kans op crashes is groter en dat risico neemt toe in een onbekende omgeving of met obstakels in de buurt. Bovendien heb je extra spullen nodig, waar je op reis niet altijd plek voor hebt.

Opslag

Je zult niet al je apparatuur meenemen op reis, waardoor toegang tot de gemaakte beelden lastiger kan zijn. De Neo heeft 22 GB intern geheugen, genoeg voor ongeveer veertig minuten filmen in 4K-resolutie, maar je kunt het niet uitbreiden.

In de Flip past een microSD-geheugenkaart. Zeker op reis is een extra kaartje heel praktisch, vooral als je beelden niet direct kunt veiligstellen. Dat moet voor 4K-beelden wel een snel exemplaar zijn, zoals een SanDisk Extreme Pro of Samsung Pro Plus. Eventueel kun je beelden van de Neo of Flip met de DJI Fly-app overzetten naar je smartphone om direct ruimte te maken voor nieuwe creaties.

©SanDisk

De SanDisk Extreme Pro is een populaire SD-kaart voor dronevideo's.

Praktisch

Lichte drones zoals de Neo en de Flip zijn gevoelig voor wind. Tot ongeveer 8 m/s (windkracht 4) lukt het vliegen met de Neo nog, terwijl de Flip tot 10,7 m/s (windkracht 5) werkt, daarboven zijn ze lastiger te besturen en minder stabiel. De Neo heeft het al snel lastiger dan de Flip. Bij veel wind krijg je een waarschuwing om lager te vliegen of zelfs te landen.

Belangrijk om te weten is dat de Neo geen obstakeldetectie heeft. Er zijn wel sensors aan de onderkant, maar die helpen (in combinatie met gps) alleen bij de verticale positionering. Sommige QuickShot-modi hebben relatief veel ruimte rondom nodig. Pas daar dus op, zeker als je de Neo gebruikt. Het wordt daarnaast afgeraden om boven water te vliegen met de Neo. Water is een reflecterend oppervlak waardoor de sensors verkeerde metingen kunnen doen. Vlieg dan wat hoger en controleer of er genoeg gps-satellieten zijn gevonden (zestien of meer). De Flip heeft wel een obstakeldetectie, maar wat beperkt, dus je kunt er niet volledig op vertrouwen. Controleer ook altijd of deze wel actief is. In de snelle sportieve modus worden de sensors bijvoorbeeld standaard uitgeschakeld.

©DJI

De Flip kan veel obstakels van voren detecteren en ontwijken.

Ook leuk: Drones, actiecamera's en meer: slimme gadgets voor buitenliefhebbers

👮 Regels

Dronewetgeving

Sinds 2021 zijn er nieuwe regels voor het vliegen met drones die in alle EU-lidstaten gelden. Die zijn, na enkele overgangsregelingen, sinds januari 2024 volledig van kracht. Er gelden dezelfde regels voor alle EU-lidstaten, in plaats van een aparte dronewetgeving per land. De regels zijn eenvoudig, maar geven soms toch verwarring. Omdat de besproken drones minder dan 250 gram zwaar zijn, heb je om te beginnen geen vliegbewijs nodig. Voor drones onder 250 gram is geen registratie nodig, tenzij ze over een camera beschikken. Voor speelgoed geldt een uitzondering, maar deze drones vallen daar niet onder.

Buiten de EU gelden andere regels. Controleer deze altijd voordat je op reis gaat. Registratie is voor drones tot 250 gram vaak niet nodig, maar er zijn uitzonderingen zoals in sommige Aziatische landen (zoals Thailand en Indonesië) en Zuid-Amerika. In die landen kan registratie of een melding wel verplicht kan zijn.

Landen als Cuba, India, Egypte en Marokko zijn heel streng, laat je drone thuis als je daar naartoe gaat! Het risico is groot dat je de drone al bij de douane mag inleveren. Voor FPV-vliegen kunnen strengere regels of beperkingen gelden, omdat je strikt genomen niet zelf naar je drone kijkt (line of sight), wat vaak verplicht is. In de EU is het vaak voldoende als je een spotter (waarnemer) naast je hebt die wel zicht op de drone heeft.

©DJI

Controleer altijd de regels per land voor het vliegen met je drone en het maken van beelden.

Registratie

Registratie bij het RDW kun je eenvoudig zelf online doen. Je logt in met DigiD en na het invullen van je naam, e-mailadres en telefoonnummer kun je betalen via iDEAL. Je registreert je hierbij feitelijk als drone-operator en ontvangt een exploitantnummer. Het is daarna niet nodig om je drone(s) apart te registreren. Je betaalt eenmalig 23 euro (prijspeil september 2025) voor de aanvraag van het exploitantnummer, dat één jaar geldig blijft. Daarna kun je het steeds met een jaar verlengen voor 13 euro (prijspeil september 2025), maar alleen als het nog niet is verlopen.

Het eerste deel van het exploitantnummer (vóór het streepje) moet je op je drone(s) aanbrengen, bijvoorbeeld met een label. Het exploitantnummer van RDW of een andere EU-lidstaat is in heel de EU geldig. Als je al in Nederland bent geregistreerd, hoef je dit dus niet opnieuw te doen voor andere EU-landen. Op https://www.rdw.nl/drones vind je alle informatie.

©ID.nl

Via de RDW moet je jezelf als drone-operator registreren.

Beperkingen

Volg altijd de basisregels bij het vliegen en check lokale beperkingen. Zo mag je meestal niet hoger vliegen dan 120 meter. In de praktijk vliegen de meeste dronepiloten veel lager. Je mag boven mensen vliegen, maar niet boven menigtes. Je mag in woonwijken vliegen, zolang het veilig is en je rekening houdt met de privacywetgeving. Er zijn zones die je moet vermijden, zoals vliegvelden, militaire zones en snelwegen. Via de officiële dronekaart kun je dat controleren, bijvoorbeeld voor Nederland op https://www.godrone.nl. Op de kaart zie je verboden zones, zones met beperkingen en zones waar je vrij mag vliegen. Er is ook een mobiele app beschikbaar.

©Screenshot GoDrone.nl

Op de officiële dronekaart zie je in welke zones je niet mag vliegen.

Vliegbewijs voor zwaardere drones

De meeste hobbydrones vallen in de open categorie, die is opgedeeld in A1, A2 en A3. Alleen voor drones zwaarder dan 250 gram is een vliegbewijs nodig. Hiervoor kun je online een kennistest doorlopen. Als je bent geslaagd kun je een vliegbewijs aanvragen bij de RDW. Dit kan allemaal online. De vliegscholen die door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn aangewezen vind je op https://www.kwikr.nl/drles. Er is een basiscertificaat A1/A3. Dit kost ongeveer 40 tot 100 euro. Je kunt aanvullend het certificaat A2 halen. Je mag dan met zwaardere drones vliegen in bebouwde gebieden. Een vliegbewijs is vijf jaar geldig.

Bagage

Je mag een drone meestal meenemen in het vliegtuig, maar controleer de actuele regels bij je vliegmaatschappij. Een kleine drone tot 10 kg zul je veelal als handbagage meenemen, grotere drones gaan in de ruimbagage. De accu's moeten echter altijd mee in je handbagage, veilig verpakt. Je kunt accu's in de originele verpakking opbergen of een hittebestendig hoesje gebruiken. Als alternatief kun je de contactpunten met niet-geleidende tape afplakken. Vaak mag je voor een drone maximaal twee batterijen meenemen. Voor exemplaren tot 100 Wh is geen speciale toestemming nodig. De hier besproken drones blijven daar ver onder (ongeveer 10 tot 25 Wh).

©DJI

Je kunt een compacte drone makkelijk meenemen als handbagage.

📹 Videotips

Camerastandpunten

Een groot voordeel van een drone is dat je deze kunt manoeuvreren naar plekken waar je zelf niet makkelijk komt. Denk aan panoramische shots van bovenaf of op een bergtop. De zwevende drone kan je statief vervangen, bijvoorbeeld voor een spontane groepsfoto. Waar het uitkomt, kun je natuurlijk ook vanuit de hand filmen.

Heel krachtig is ook de 'reveal', waarbij je bijvoorbeeld vanachter een boom of rots omhoog vliegt. Ook volgshots kunnen interessant zijn, zolang je ze afwisselt. Het is handig als je tijdens het filmen al een idee hebt van het resultaat dat je nastreeft of het verhaal dat je wil overbrengen. Zo werkt het soms beter om te beginnen bij het einde van een shot, zoals een mooi uitzichtpunt, waarna je naar achteren of omhoog vliegt. In nabewerking draai je dit vervolgens om, waarbij je eventueel delen versnelt of vertraagt.

Trainingsmateriaal voor DaVinci Resolve

Dronebeelden zijn al snel indrukwekkend dankzij het unieke perspectief. Toch kun je deze in nabewerking pas echt tot leven laten komen, met de juiste shotselectie, mooie overgangen (zoals de wat complexere speedramp), het gebruik van effecten en muziek, en soms noodzakelijke kleurcorrecties. Probeer hier zoveel mogelijk mee te oefenen en experimenteren.

Wil je leren werken met DaVinci Resolve? Blackmagic Design, het bedrijf achter de videobewerkingssoftware, biedt veel gratis trainingsmateriaal aan via https://www.kwikr.nl/dvtrv. Naast gratis video's vind je daar ook een uitgebreide beginnersgids in pdf-formaat onder de naam The Beginner's Guide to DaVinci Resolve 19. Dat is momenteel de nieuwste versie van deze software.

Bewerking

De gratis versie van DaVinci Resolve is erg compleet, en populair voor het bewerken van dronevideo's. Begin met het maken van nieuw project en open de projectinstellingen via het tandwielicoon rechtsonder. Onder het kopje Timeline Format kies je bij Timeline resolution de resolutie, zoals 3840 × 2160 voor 4K, en bij Timeline frame de framerate, zoals 30 frames per seconde (fps). Ga naar de tab Media, zoek je dronebeelden op en voeg ze toe aan je media-pool. Hebben de beelden een andere framerate, zoals 60 fps, dan krijg je de vraag of de framerate van de tijdlijn moet worden aangepast. Meestal doen we dit niet. Als je opneemt in 60 fps en afspeelt op 30 fps, kun je het beeld namelijk tot 50% van de originele snelheid vertragen zonder dat het gaat haperen of schokkerig wordt. Bewerk je video onder Edit.

©ID.nl

Zorg dat je de resolutie correct hebt ingesteld in de projectinstellingen.

Kleurprofielen

Met geavanceerdere drones als de Flip en de Mini 4 Pro kun je in D-Log M opnemen, een logaritmisch kleurprofiel. Hiermee wordt een groter dynamisch bereik vastgelegd, waardoor je in nabewerking flexibeler kleur, contrast en helderheid kunt aanpassen, bijvoorbeeld om de beelden een creatieve stijl te geven. De aanpassingen vallen onder de zogenoemde color grading. Dit is bij D-Log M noodzakelijk: de beelden zien er standaard vlak en grauw uit. Minimaal is een basisconversie naar een standaard kleurprofiel zoals Rec.709 nodig. Hiervoor kun je een LUT (LookUp Table) gebruiken, een bestand (vaak in .cube-formaat) dat een soort opzoektabel bevat die helpt bij het omzetten van kleurwaarden. Zo'n LUT kun je toevoegen en gebruiken in de meeste moderne video-editors.

We zullen kort laten zien hoe je dat gebruikt in DaVinci Resolve. Haal eerst een standaard LUT voor Rec.709 op. Hiervoor ga je naar https://www.dji.com/downloads. Zoek je je drone op onder Products en download onder het kopje Transcoders het .cube-bestand. Open DaVinci Resolve, klik op het tandwielpictogram rechtsonder. Ga naar Color Management. Klik op Open LUT Folder en zet het .cube-bestand in deze of een andere map. Ga terug naar DaVinci Resolve en klik op Update Lists. Je kunt het bestand nu gebruiken voor kleurcorrectie.

©ID.nl

Je kunt vooraf de gewenste LUT-bestanden toevoegen.

Kleurprofiel toepassen

Om een kleurprofiel toe te passen, ga je naar het tabje Color. Rechts zie je dat een zogenoemde node is toegevoegd. Klik op de node en dan op Alt+S om een tweede node daarachter toe te voegen. Je kunt er nog meer toevoegen en dan in elke node een specifieke correctie toepassen, zoals helderheid en contrast.

Voor de technische correctie klik je op een node. Kies dan LUT en blader naar het hiervoor toegevoegde bestand. Je ziet nu het resultaat van de correctie. Met Alt+D kun je snel wisselen tussen het beeld met en zonder alle correcties. Na deze technische correctie zul je vaak nog creatieve aanpassingen willen maken via de extra nodes, met behulp van een extra LUT of handmatig, in specifieke delen van het beeld. Dat is tijdsintensief en maakt je workflow een stuk trager, wat het minder geschikt maakt voor hobbyprojecten of snelle posts op social media.

©ID.nl

Via een node kun je een LookUp Table (LUT) toepassen om de kleuren te corrigeren.