ID.nl logo
Kleuren komen niet overeen bij foto's printen, wat nu?
© Reshift Digital
Huis

Kleuren komen niet overeen bij foto's printen, wat nu?

Je neemt foto’s met je smartphone of digitale camera, haalt ze naar je pc, bewerkt ze eventueel nog na en drukt ze af. Helaas: de kleuren komen niet overeen met die op het scherm van je smartphone of computer. Er is dus nog werk aan de winkel.

Je hebt het vast ook al meegemaakt dat de kleuren op je scherm er merkbaar anders uitzien dan de kleuren op de afdrukken van je eigen printer of die van een online printservice. Dit is een vervelend verschijnsel dat verschillende oorzaken heeft. We bekijken eerst de mogelijke aanstichters van zulke kleurverschuivingen. Deze kennis zetten we dan in om te proberen die verschuivingen weg te werken of minstens te beperken.

Heel eenvoudig is het allemaal niet, want er komen termen voorbij als kleurmodel, kleuromvang, weergave-intentie, kalibratie en kleurprofiel, maar met enige inspanning en wat geëxperimenteer krijg je vast en zeker wat je beoogt: meer natuurlijke en overeenkomende kleuren, zowel op je scherm als op je printer.

Kleurmodel

Eigenlijk hoeft het niet eens zo te verbazen dat de kleuren op je scherm en van je afdrukken behoorlijk kunnen verschillen. Om te beginnen heeft dat te maken met de manier waarop beide toestellen kleuren samenstellen.

Op een beeldscherm gebeurt dat door een directe lichtbron die met de primaire kleuren rood, groen en blauw werkt, het zogeheten RGB-model. Als deze drie kleuren in volle sterkte aanwezig zijn, dan krijg je wit: het additieve kleurmodel.

Bij printers werkt dat totaal anders. Hier vertrek je normaliter van wit papier en naarmate je de drie primaire inktkleuren (cyaan, magenta en geel) over elkaar heen drukt, vermindert de lichtreflectie en krijg je (ongeveer) zwart. Dit heet het CMYK-model (waarbij K staat voor zwart) of subtractieve kleurmodel.

Je begrijpt dat er heel wat rekenwerk bij te pas komt om kleuren uit het RGB-model om te zetten naar kleuren van een CMYK-model. Een volledig intacte kleurentransitie is zo goed als onmogelijk.

©PXimport

Kleuromvang 

Daar komt nog bij dat elk kleurmodel een andere kleuromvang heeft, ook wel kleurbereik of kleurruimte genoemd (in het Engels ‘gamut’). Anders gezegd: elk toestel reproduceert tot op zekere hoogte een verschillend scala aan kleuren. Zo komen diepblauwe tinten vaak beter tot hun recht op een beeldscherm dan op een printer.

De specifieke kleurinformatie van zo’n apparaat vind je terug in een zogeheten kleurprofiel. Verderop in dit artikel zien we hoe je zelf een kleurprofiel voor je monitor creëert en hoe je ook bijkomende profielen kunt installeren.

De kans is dus reëel dat het uitvoerapparaat, zoals een printer, een beperktere kleuromvang heeft dan het invoerapparaat, zoals je scherm. Als je dan kleurenfoto’s afdrukt, zit er niets anders op dan geschikte vervangkleuren te kiezen voor pixels die buiten het bereik van de printer vallen.

Bij de betere fotobewerkingsprogramma’s kun je dit vervangproces bijsturen met behulp van de functie renderintentie oftewel weergave-intentie. Er zijn er een handvol, maar de meestgebruikte intenties zijn relatief colorimetrisch en in mindere mate perceptueel.

Bij colorimetrische intenties wordt het witte punt van het invoerapparaat met dat van het uitvoerapparaat vergeleken, waarna alle kleuren die buiten het bereik vallen naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren worden verschoven. Bij perceptuele intenties wordt geprobeerd de natuurlijke ‘look’ van de afbeelding zoveel mogelijk te behouden, al gaat dat dan ten koste van de exacte overeenstemming van de kleurpixels in beide apparaten. 

©PXimport

Gamutvision

Om een idee te krijgen van wat voor impact een ander kleurprofiel of weergave-intentie kan hebben op de kleurwerking, kun je Gamutvision installeren (zie https://kwikr.nl/gamuitleg voor instructies).

Start de tool en open linksonder het uitklapmenu bij 1. Kies Browse en haal een geschikt kleurprofiel op, bijvoorbeeld dat van je gekalibreerde scherm (zie meer bij ‘Schermkalibratie’). Standaard bevinden deze profielen zich in C:\Windows\System32\Spool\drivers\color. Doe nu hetzelfde voor 2, maar kies een ander profiel, bijvoorbeeld een printerprofiel. Vervolgens klik je linksonder op de View-knop, stel je Rendering in op None (or Print Test) en in het uitklapmenu rechtsboven selecteer je een weergave als 3D L*a*b* (wire input, solid output). De afbeelding links toont je het verschil tussen beide kleuromvangen. Selecteer gerust ook andere weergave-intenties en bekijk telkens het effect.

Maar het kan nog fraaier. Selecteer in het uitklapmenu rechtsboven Read Image for analysis en haal een afbeelding op. Selecteer de kleurprofielen voor scherm en printer. In het uitklapmenu, in het midden rechts, kies je Output > Monitor. Je krijgt nu al op je scherm een goede indruk van hoe de printerkleuren eruit zullen zien, in de veronderstelling dat je een correct printerprofiel had geselecteerd (zie ook de paragraaf ‘Workflow: softproofing’ verderop).

Het is bovendien mogelijk om het verschil tussen invoer en uitvoer per pixel te bekijken. Plaats een vinkje bij Probe en klik met het vizier op een pixel in je afbeelding. Linksonder zie je het verschil tussen de invoerkleur (boven) en de uitvoerkleur (onder). Klik buiten de afbeelding om deze Probe-modus te beëindigen.

©PXimport

Kalibratie

Je weet nu al waarom de kleuren op een scherm en een printer er zomaar anders uit kunnen zien. Maar het kan ook gebeuren dat kleuren op hetzelfde type apparaat (scherm of printer) enigszins verschillen, zelfs op apparaten van hetzelfde merk en type. Of dat de kleuren op het apparaat er morgen anders uitzien dan vandaag, want er kan slijtage optreden.

Zulke kleurafwijkingen kunnen desastreus zijn voor de workflow van je foto’s. Stel bijvoorbeeld dat je monitor een groene kleurenzweem heeft en bovendien te helder is ingesteld. Dan is het risico groot dat je met een foto-editor ten onrechte de helderheid gaat opschroeven en het aandeel van de kleur groen in je foto gaat verminderen.

Om dit te vermijden, doe je er goed aan het apparaat regelmatig te kalibreren. Toegegeven, de meest accurate schermkalibraties voer je met een zogeheten colorimeter uit, zoals de Datacolor SpyderX Pro (circa 130 euro), in combinatie met bijbehorende software of met een opensource-tool als DisplayCal.

We gaan er echter van uit dat je niet over zulke gespecialiseerde tools beschikt. Dat houdt in dat je eventuele kleurafwijkingen met je eigen ogen zult moeten vaststellen. Om je alvast een idee te geven hoe lastig dat kan zijn en hoe accuraat je dat zelf kunt, is er een online test.

©PXimport

Schermkalibratie

Wij zetten voor onze schermkalibratie graag de kalibratiewizard van Windows in. Je voert zo’n kalibratie bij voorkeur uit als je scherm al enige tijd is ingeschakeld en in (licht)omstandigheden die het beste aansluiten bij je normale werkomstandigheden.

Typ kalibreren in de Windows-zoekbalk en voer Beeldschermkleur kalibreren uit. Druk op Volgende. Lees aandachtig de instructie op het scherm. Via fysieke knopjes op je scherm kun je normaliter een OSD-menu openen (On-Screen Display) van waaruit je dan bij voorkeur, wat kleuren betreft, de standaardfabrieksinstellingen van je beeldscherm selecteert.

Druk in de wizard nogmaals op Volgende (3x) en verplaats de schuifknop zodanig dat de puntjes in het midden van elke cirkel zo weinig mogelijk zichtbaar zijn. Druk nogmaals op Volgende (2x): vanuit het OSD-menu probeer je nu de optimale helderheid in te stellen, en wel zodanig dat de grote X en het overhemd op de afbeelding nog net zichtbaar zijn. Druk op Volgende (2x), waarna je deze keer via het OSD-menu voor een optimaal contrast zorgt.

Druk alweer op Volgende (2x) en experimenteer met de kleurinstellingen van het OSD-menu tot elke kleurzweem uit de grijze balken is geweerd. Druk nogmaals op Volgende en druk een paar keer op Vorige kalibratie en op Huidige kalibratie om het verschil te zien. Ben je tevreden met je ingreep, bevestig dan met Voltooien. Het vinkje bij ClearType Tuner mag je gerust laten staan: je krijgt dan nog de gelegenheid de tekstweergave op je scherm te optimaliseren.

Verderop in dit artikel zullen we zien dat Windows nu automatisch een geoptimaliseerd kleurprofiel voor je scherm heeft aangemaakt dat je handig kunt gebruiken.

©PXimport

Printerkalibratie

In het kader ‘Spectrofotometer’ hieronder lees je hoe je een accuraat kleurprofiel voor je printer kunt bemachtigen, maar desnoods kan het ook ‘handmatig’ – met je eigen oog als scheidsrechter. Zoek alvast een paar geschikte kleurplaatjes op, zoals die op www.lagom.nl/lcd-test en www.digitaldog.net/tips. Vul die gerust aan met enkele andere kleurrijke plaatjes. Deze druk je vervolgens af met de printer, op de papiersoort die je ook voor je foto’s gaat gebruiken.

Je pakt er het best een vergrootglas bij om de resultaten te controleren op eventuele onvolkomenheden zoals kleurenzweem. Deze kun je dan proberen bij te stellen vanuit het instellingenvenster van je printerdriver. Typ hiervoor printer in de zoekbalk van Windows en kies Printers en scanners. Selecteer je printer en klik op Beheren / Printereigenschappen. Je vindt hier vast wel opties en tabbladen om de kleurverwerking door je printer aan te passen, bijvoorbeeld bij Voorkeursinstellingen / Kleur

©PXimport

Spectrofotometer

Om de kleuren van je printer accuraat te kalibreren, heb je eigenlijk een spectrofotometer nodig. Die meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum. In combinatie met de bijbehorende software kun je dan een kleurenanalyse van je afdrukken uitvoeren om op basis daarvan een kleurprofiel voor je printer te creëren. Je kunt zo’n analyse ook wel uitbesteden, bijvoorbeeld bij het Nederlandse www.kleurprofiel.com. Het komt erop neer dat je een paar tiff-fotobestanden afdrukt zonder kleurcorrectie toe te passen, bijvoorbeeld met de gratis tool ACPU van Adobe. De afgedrukte prints stuur je vervolgens per post op, waarna je het kleurprofiel via mail ontvangt (prijzen vanaf 35 euro).

©PXimport

Kleurprofiel installeren

Je weet intussen hoe je een kleurprofiel kunt creëren voor je scherm en voor je printer. We raden je trouwens ook aan de website van de fabrikant van je scherm en printer te doorzoeken op mogelijke kleurprofielen. Voor schermprofielen kun je ook wel de uitgebreide database doorzoeken bij TFT Central.

Zo’n kleurprofiel is in essentie een tabel die specifieke kleurkenmerken van een apparaat, zoals de kleuromvang, vertaalt naar een apparaat-onafhankelijke kleurruimte – de zogeheten werkruimte. Veelgebruikte werkruimtes zijn sRGB en AdobeRGB. Maar hoe installeer je zo’n kleurprofiel op je computer? In Windows gaat dat als volgt. 

Druk op Windows-toets+R en voer colorcpl uit. In het programmavenster selecteer je het beoogde apparaat in het uitklapmenu, zoals monitor, printer of scanner. Het bijbehorende actieve profiel duikt nu op. Heb je de kalibratiewizard uitgevoerd, dan verschijnt bij je monitor normaliter het profielbestand CalibratedDisplayProfile-[x].icc. Zoals eerder aangegeven, zoekt Windows standaard naar deze profielen in C:\Windows\System32\Spool\drivers\color.

Verkies je een ander profiel, plaats dan een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik op Toevoegen, verwijs naar de juiste locatie en klik op Als standaardprofiel instellen.

Keer je toch liever terug naar de originele instellingen, druk dan op de knop Profielen en selecteer Mijn instellingen door de standaardwaarden van systeem vervangen.

©PXimport

Workflow: profiel

Laten we er even van uitgaan dat je je in- en uitvoerapparaten hebt gekalibreerd en dat je er bovendien optimale kleurprofielen aan hebt gekoppeld. Dat is al een hele stap, maar je moet er natuurlijk nog wel voor zorgen dat je dit alles optimaal in je workflow integreert. Hoe je dat precies doet, hangt helaas af van de apparatuur en van de gebruikte software.

Wat deze laatste betreft, nemen we hier kort het gratis GIMP als voorbeeld, maar vergelijkbare mogelijkheden vind je bijvoorbeeld ook bij Adobe Lightroom of het gratis Darktable.

Installeer en start GIMP op. Via Bestand / Openen haal je een geschikte foto op. Beschikt die over een ingebed kleurprofiel – zoals toegekend door een digitale fotocamera of scanner – dan biedt GIMP aan om dat te converteren naar de standaard sRGB-werkruimte van GIMP. Dat mag je gerust doen, tenzij je absoluut het reeds ingebedde kleurprofiel van de foto wilt behouden. Je kunt trouwens op elk moment ook zelf een ander kleurprofiel toekennen via Afbeelding / Kleurbeheer / Kleurprofiel toewijzen.

©PXimport

Workflow: softproofing

Het zou natuurlijk interessant zijn om alvast een goede indruk te krijgen van hoe je foto er in afgedrukte vorm uit zou zien. Dat is mogelijk dankzij de functie softproofing, die je bij voorkeur uitvoert op een gekalibreerd scherm. Het komt erop neer dat je de foto op je scherm bekijkt, maar wel via het kleurprofiel van je printer. Een afdrukvoorbeeld op je scherm als het ware, in plaats van op papier.

In GIMP ga je hiervoor als volgt te werk. Ga naar Bewerken en kies Voorkeuren. Open de rubriek Kleurbeheer en klik op het pijltje bij Afdrukvoorbeeld / Profiel afdrukvoorbeeld. Klik op Kies kleurprofiel van schijf en verwijs naar het beoogde (CMYK-)kleurprofiel (zie ook het kader ‘Adobe kleurprofielen’). De renderintentie wil je wellicht op Relatief colorimetrisch instellen. Plaats een vinkje bij Kleuren buiten het gamut markeren als je zo dadelijk de kleuren wilt markeren die je printer niet exact kan weergeven. Bevestig met OK en herstart GIMP.

Importeer je foto, open het menu Beeld, kies Kleurbeheer en plaats een vinkje bij Afdrukvoorbeeld. Je ziet nu hoe je afgedrukte foto er ongeveer uit zal zien, zodat je eventueel eerst nog een en ander kunt optimaliseren.

Inderdaad, de perfecte foto kost wat tijd en moeite.

©PXimport

Adobe kleurprofielen

In de meeste gevallen zul je foto’s willen afdrukken met je eigen printer of doorsturen naar een printservice. Beschik je niet over een aangepast kleurprofiel of kun je zo’n profiel niet downloaden bij de printservice, dan kun je eventueel nog gebruikmaken van de CMYK-kleurprofielen die door Adobe ter beschikking worden gesteld. Helaas blijkt de betreffende downloadserver niet meer te werken. Wel kun je het zip-bestand met de profielen nog ophalen via

©PXimport

▼ Volgende artikel
Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt
© Anders Beier
Huis

Baas over bladzijdes: plaats paginanummers waar je wilt

Lange documenten in Word voorzie je natuurlijk van paginanummers. Maar wat als je project begint met een voorblad en een inhoudsopgave? Dan wil je de paginanummering misschien pas later laten starten, bijvoorbeeld bij het eerste hoofdstuk. Gelukkig kun je zelf bepalen vanaf welke pagina de nummering begint en hoe die wordt weergegeven.

Stap 1: Sectie-einde

Stel dat je de paginanummering pas op pagina vier wilt laten beginnen. Plaats dan de cursor aan het einde van de tekst op de derde pagina. Ga naar het tabblad Indeling, klik op Eindemarkeringen en kies onder Sectie-einden de optie Volgende pagina. Zo voeg je een sectie-einde toe tussen pagina drie en vier.

Plaats een sectie-einde voor de pagina waar de nummering moet beginnen.

Stap 2: Ontkoppel de sectie

Klik in de kop- of voettekst van pagina vier. Je ziet nu het label Koptekst (Sectie 2) of Voettekst (Sectie 2) verschijnen. Zodra je dit doet, opent automatisch het tabblad Koptekst en voettekst. Klik op Aan vorige koppelen in de groep Navigatie om de kop- en voettekst van deze sectie los te koppelen van de vorige. Zo voorkom je dat de paginanummers ook op de eerste drie pagina’s verschijnen.

Zorg dat de optie 'Aan vorige koppelen' is uitgeschakeld voordat je nummers toevoegt.

Stap 3: Nummering plaatsen

Plaats de cursor opnieuw in de kop- of voettekst van pagina vier waar je de nummering wilt starten. Ga naar Paginanummer, kies waar je het nummer wilt tonen (bovenaan of onderaan) en kies een stijl. Je ziet nu waarschijnlijk dat pagina vier het cijfer 4 krijgt. Dat wil je aanpassen. Klik opnieuw op Paginanummer en kies Opmaak paginanummers. Selecteer hier Beginnen bij en vul het gewenste startnummer in – in dit voorbeeld: 1. Klik op OK. Nu begint de nummering pas op pagina vier, met het cijfer 1.

De eerste drie pagina’s hebben nu geen nummering. Als je die drie pagina’s door middel van Romeinse cijfers wilt nummeren, dan ga je terug naar de allereerste pagina en weer klik je op Paginanummer. Je beslist of de nummering boven- of onderaan de pagina moet komen. In het pop-up venster Opmaakpaginanummers selecteer je bovenaan de Romeinse stijl en in het vak Beginnen bij selecteer je 1.

Vanaf nu krijgt de vierde pagina het nummer 1.

▼ Volgende artikel
Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken
© ID.nl
Huis

Slim en veilig delen: zo voorkom je dat vertrouwelijke bestanden uitlekken

Vroeg of laat moet je bepaalde informatie digitaal delen. Denk aan contracten, medische gegevens of vertrouwelijke rapporten. Dat is vaak ook precies het moment waarop het mis kan gaan. Eén foutieve klik en je bestand belandt in verkeerde handen. Gelukkig zijn er slimme en relatief eenvoudige manieren om het risico te beperken, zonder paranoïde toestanden.

Wat gaan we doen

In deze workshop leer je stap voor stap hoe je gevoelige informatie digitaal kunt delen zonder risico. We laten zien hoe je metadata verwijdert, bestanden versleutelt met 7-Zip en toegang beperkt via OneDrive. Ook ontdek je hoe je e-mails extra beveiligt met Outlook, Gmail of Proton Mail. Zo weet je precies welke methode het beste past bij jouw situatie en houd je vertrouwelijke documenten echt vertrouwelijk.

Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Om te voorkomen dat vertrouwelijke informatie terechtkomt bij onbevoegden, gebruik je bij voorkeur een combinatie van beveiligingsmaatregelen. Versleutel je bestanden vóór verzending, gebruik wachtwoorden of toegangsrechten en kies voor veilige overdrachtsdiensten in plaats van standaardmail. Beperk daarnaast de toegang tot enkel de juiste personen of groepen. Zo houd je je data echt privé, ook na verzending. 

Metadata verwijderen

Welke versie van Windows je ook gebruikt: als je gevoelige bestanden deelt, is het verstandig om eerst de metadata te wissen. Wanneer je een bestand aanmaakt, slaat het systeem automatisch extra gegevens op, zoals de naam van de auteur, de datum van de laatste wijziging, de computernaam en meer. Deze metadata kunnen onbedoeld gevoelige informatie prijsgeven.

Gelukkig kun je deze metadata in Windows Verkenner eenvoudig verwijderen. Navigeer naar het bestand dat je wilt delen. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Eigenschappen. Of gebruik de toetscombinatie Alt+Enter. Ga naar het tabblad Details. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. Hier kun je ook de optie Maak een kopie waarbij alle mogelijke eigenschappen zijn verwijderd selecteren. Bevestig met OK. Hierdoor ontvang je een kopie van het bestand zonder de metadata.

Je kunt ook selectief de metadata selecteren die je wilt verwijderen.

➡️7-Zip

Installeren

Ben je van plan om een bestand via internet te versturen? Dan is versleuteling een slimme zet. Door een bestand te versleutelen, voorkom je dat onbevoegden toegang krijgen tot de inhoud, zelfs als ze dat per ongeluk in handen krijgen. Hoewel Windows 11 zelf versleutelingsopties biedt, zijn die alleen bedoeld voor lokale opslag en dus niet geschikt voor bestanden die je wilt delen. Gebruik daarom een externe tool zoals 7-Zip, een gratis, opensource-programma dat uitstekend werkt voor veilige compressie én encryptie.

7-Zip installeer je via de Opdrachtprompt: Open het Startmenu en zoek naar Opdrachtprompt. Klik met de rechtermuisknop op het resultaat en kies Als administrator uitvoeren. Typ de volgende opdracht en druk op Enter: winget install --id 7zip.7zip.

De tool wordt automatisch gedownload en geïnstalleerd. Zodra 7-Zip klaarstaat, kun je je bestand inpakken in een met een wachtwoord beveiligd archief (7z of zip) met sterke AES-256-encryptie. Op die manier kun je het bestand veilig versturen, bijvoorbeeld via e-mail of een cloudservice, mits je het wachtwoord apart en veilig deelt.

Installeer 7-Zip via de Opdrachtprompt.

Versleutelen

Om 7-Zip te starten, zoek je via Startmenu naar 7-Zip File Manager. Open de app en navigeer naar het bestand dat je wilt beveiligen. Selecteer dat en klik op de groene knop Toevoegen. Onderaan, in het gedeelte Versleuteling, vul je een wachtwoord in om het bestand te beveiligen. Typ het wachtwoord twee keer ter bevestiging.

Je kunt ervoor kiezen om het wachtwoord zichtbaar te maken, zodat je zeker weet dat je geen typfouten maakt. Daarnaast kun je ook de bestandsnaam versleutelen. Dat zorgt ervoor dat zelfs de naam van het bestand niet meer herkenbaar is, wat de inhoud extra goed afschermt voor nieuwsgierige ogen. Het resultaat is een versleuteld archiefbestand - een soort digitale container - dat alleen geopend kan worden met het ingestelde wachtwoord.

Standaard blijft het originele, niet-versleutelde bestand behouden. Wil je dat automatisch laten verwijderen? Vink dan in het venster Toevoegen aan archief de optie Bestanden na inpakken verwijderen aan. Zo blijft enkel de beveiligde versie over.

Voer een wachtwoord in om de container te beveiligen.

Uitpakken

Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof het bestand niet aan een programma is gekoppeld, maar 7-Zip herkent het formaat en pakt het zonder problemen uit. Houd er rekening mee dat de ontvanger ook over 7-Zip moet beschikken om het versleutelde archief te openen.

Deze opent het bestand in 7-Zip, selecteert het en klikt op de knop Uitpakken. Daarna vraagt 7-Zip waar het uitgepakte bestand moet worden opgeslagen en voert de ontvanger het juiste wachtwoord in. Stuur het wachtwoord nooit samen met het bestand. Verstuur het wachtwoord via sms, telefoon of een ander chatplatform.

Geef aan waar de container wordt uitgepakt en voer het wachtwoord in.

Versleutelen en splitsen

Wil je nog een extra beveiligingslaag toevoegen? Dan kun je het bestand niet alleen versleutelen met 7-Zip, maar ook opsplitsen in meerdere delen. Vervolgens kun je elk deel apart versturen, eventueel zelfs op verschillende momenten of via verschillende kanalen.

Open opnieuw 7-Zip en voeg het bestand toe dat je op deze manier wilt beveiligen. Stel een encryptiewachtwoord in en bevestig dat. In het veld Opsplitsen in volumes, bytes kies je de gewenste bestandsgrootte per deel. Dit is vooral handig voor grote bestanden. Stel dat het originele bestand 40 MB groot is. Als je 10 MB opgeeft, maakt 7-Zip er automatisch vier gelabelde delen van.

Voor maximale veiligheid kun je elk deel via een andere dienst of e-mailaccount verzenden. De ontvanger selecteert alle delen in 7-Zip (houd hiervoor de Ctrl-toets ingedrukt tijdens het aanklikken) en kiest daarna Uitpakken. Zodra het juiste wachtwoord wordt ingevoerd, worden de delen automatisch samengevoegd en ontsleuteld.

Op deze manier wordt het bestand opgesplitst in pakketten van maximaal 10 MB.

➡️OneDrive

Machtigingen

Met OneDrive stel je eenvoudig machtigingenin waarmee je bepaalt wie er toegang krijgt tot het bestand dat je eerder met 7-Zip hebt versleuteld. Het delen kun je op elk moment weer stopzetten. Open OneDrive via verkenner en navigeer naar de map waarin de versleutelde container staat. Klik met de rechtermuisknop op het bestand en kies voor Delen.

In het pop-upvenster voer je het e-mailadres in van de persoon met wie je het bestand wilt delen. Je kunt ook meerdere e-mailadressen of een mailgroep invoeren. Klik vervolgens op het potloodicoon om aan te geven of de ontvanger het bestand mag Bewerken of Alleen mag bekijken. Ben je klaar? Klik dan op Verzenden. De ontvanger krijgt een e-mail met een link om het bestand te downloaden.

Mag de ontvanger het bestand alleen lezen of mag hij het ook wijzigen?

➡️Outlook

E-mailversleuteling

Heb je een Microsoft 365-abonnement? Dan kun je gebruikmaken van de ingebouwde versleutelfunctie in Outlook om je e-mails en bijlagen extra te beveiligen.

Open de Outlook-app en klik op Nieuwe e-mail om een nieuw bericht op te stellen.Ga eventueel naar het tabblad Invoegen en kies Bestand bijvoegen.Selecteer via Op deze computer zoeken het gewenste bestand en klik op Openen.

Daarnaga je naar het tabblad Opties bovenaan het Lint.Klik op de knop Versleutelen. Je kunt hier ook kiezen uit verschillende beveiligingsniveaus.Maak je bericht af zoals gewoonlijk en klik op Verzenden.De e-mail wordt nu automatisch versleuteld verstuurd. De inhoud is onderweg beschermd en kan alleen worden geopend door de bedoelde ontvanger.

Gebruik de knop Versleutelen in het tabblad Opties.

Beveiligingsopties

Onder de knop Versleuteling zie je drie opties als je een Microsoft 365 Family- of Personal-abonnement gebruikt. De eerste optie is Niet doorsturen. Hierdoor blijft je bericht versleuteld binnen Microsoft 365 en kan de ontvanger het niet kopiëren of naar anderen doorsturen. Kies je Versleutelen, dan kunnen ontvangers met een Outlook.com- of Microsoft 365-account de bijlagen downloaden vanuit Outlook.com of de mobiele Outlook-app.

Wie een andere e-mailclient gebruikt, zoals Gmail, Thunderbird of Apple Mail, ontvangt een bericht dat er een Microsoft Office 365-versleutelde e-mail op hem wacht. Als de ontvanger op de link Bericht lezen klikt, dan schakelt hij naar het Microsoft 365 Portal voor berichtversleuteling en daar moet hij zich aanmelden met een eenmalige wachtwoordcode. Die code ontvangt hij in zijn e-mailclient en daarmee kan hij dan het bericht op de portal openen.

De derde optie is Geen machtiging ingesteld en daarmee verwijder je eerdere machtigingen. De versleutelfunctie in Outlook is ideaal voor wie snel en zonder technische omwegen gevoelige informatie wil delen binnen een professionele context. Je hoeft geen extra tools te installeren.

Gebruikt de ontvanger geen Outlook, dan wordt hij verwezen naar de Microsoft 365 Portal.

➡️Gmail

Vertrouwelijke modus

De extra beveiliging in Gmail heet Vertrouwelijke modus. Hiermee versleutel je je berichten, zodat alleen de bedoelde ontvanger ze kan lezen, zelfs als iemand anders toegang krijgt tot diens mailbox. Klik op Opstellen om een nieuw bericht te maken. Vul het e-mailadres van de ontvanger in, kies een onderwerp en typ je bericht. Voor je op Verzenden klikt, activeer je de extra beveiliging. Onderaan het berichtvenster zie je een aantal grijze knoppen. Helemaal rechts staat een pictogram van een slot met een wijzerplaat. Klik daarop om de Vertrouwelijke modus in te schakelen.


Gebruik je de mobiele app? Tik dan op de drie puntjes rechtsboven en kies daar het slotje. Ontvangers kunnen deze mail vervolgens niet doorsturen, kopiëren, afdrukken of downloaden. Er verschijnt ook een pop-upvenster waarin je de vervaltijd van het bericht instelt. Je kunt kiezen uit: 1 dag, 1 week, 1 maand, 3 maanden of 5 jaar. Na afloop van de gekozen periode verdwijnt het bericht automatisch uit de postbus.

Terwijl je de vervaltijd instelt, zie je ook de exacte einddatum.

Sms-beveiliging

In hetzelfde pop-upvenster kun je een extra beveiligingslaag toevoegen via de optie Toegangscode vereisen. Vink hier de optie Sms-toegangscode aan. De ontvanger kan het bericht dan pas lezen nadat hij of zij een code invoert die via sms op de mobiele telefoon wordt bezorgd. Hiermee voeg je een tweede beveiligingsfactor toe, wat het voor een indringer vrijwel onmogelijk maakt om toegang te krijgen. Die moet immers niet alleen de mailbox, maar ook de sms-berichten van de ontvanger onderscheppen. Dat is een bijzonder lastige combinatie.

Klik op Opslaan en vervolgens op Verzenden. Op dit moment kun je eventueel nog de vervaltijd van het bericht aanpassen. Dan verschijnt er nu een tweede pop-upvenster waarin je het telefoonnummer van de ontvanger moet invoeren. Klik opnieuw op Verzenden. De ontvanger krijgt vervolgens een e-mail met daarin een knop om het vertrouwelijke bericht in de browser te openen. Is sms-verificatie ingeschakeld? Dan ziet de ontvanger ter bevestiging de laatste twee cijfers van zijn of haar gsm-nummer. Na een klik op Send passcode wordt de toegangscode per sms verstuurd.

Voer het gsm-nummer in van de ontvanger.

Lees ook: 20 (écht) onmisbare tips voor Gmail

Documenten ondertekenen op je iPhone? Zo maak je een handtekening aan

View post on TikTok

➡️Proton Mail

Zwitserse veiligheid

De grote mailproviders maken er geen geheim van dat ze het e-mailverkeer scannen. Volgens eigen zeggen doen ze dat om hun dienstverlening te verbeteren. Daarbij richten ze zich vooral op de metadata van berichten: wie met wie communiceert, wanneer en hoe vaak. Ben je op je privacy gesteld, dan geeft dit idee een onbehaaglijk gevoel, zeker wanneer het om vertrouwelijke informatie gaat.

In dat geval kun je overstappen naar een ultraveilige aanbieder zoals Proton Mail (https://proton.me), een dienst die privacy centraal stelt. De servers staan in Zwitserland, waardoor de dienst onderworpen is aan een van de strengste privacywetgevingen ter wereld. Proton Mail werkt standaard met end-to-end-encryptie. Bij gewone e-mails is de verbinding tussen jou en de server meestal wel versleuteld met TLS (Transport Layer Security), maar de e-mail zelf wordt op de server in leesbare vorm opgeslagen.

End-to-end-encryptie (E2EE) bij e-mail betekent dat alleen de afzender en de beoogde ontvanger de inhoud van het bericht kunnen lezen. Zelfs de e-maildienst zelf kan niet zien wat er in de e-mail staat, omdat de versleuteling pas wordt verwijderd op het toestel van de ontvanger.

De gratis versie, Proton Free, biedt dezelfde sterke beveiliging als de betaalde formules, maar met enkele beperkingen. Je beschikt over één e-mailadres en 1 GB e-mailopslag. Daar staat tegenover dat je volledig reclamevrij werkt, niet gevolgd wordt en je berichten niet worden geanalyseerd of gelogd. Wie meer nodig heeft, kan upgraden naar een betaald abonnement, zoals Mail Plus (3,99 euro per maand bij jaarlijkse betaling).

Bij Proton Mail geniet je van end-to-end-versleuteling, wachtwoordbeveiliging en automatische verwijdering.


Zeg je Zwitsers en handig, dan zeg je …

Zakmessen!