ID.nl logo
Kleuren komen niet overeen bij foto's printen, wat nu?
© Reshift Digital
Huis

Kleuren komen niet overeen bij foto's printen, wat nu?

Je neemt foto’s met je smartphone of digitale camera, haalt ze naar je pc, bewerkt ze eventueel nog na en drukt ze af. Helaas: de kleuren komen niet overeen met die op het scherm van je smartphone of computer. Er is dus nog werk aan de winkel.

Je hebt het vast ook al meegemaakt dat de kleuren op je scherm er merkbaar anders uitzien dan de kleuren op de afdrukken van je eigen printer of die van een online printservice. Dit is een vervelend verschijnsel dat verschillende oorzaken heeft. We bekijken eerst de mogelijke aanstichters van zulke kleurverschuivingen. Deze kennis zetten we dan in om te proberen die verschuivingen weg te werken of minstens te beperken.

Heel eenvoudig is het allemaal niet, want er komen termen voorbij als kleurmodel, kleuromvang, weergave-intentie, kalibratie en kleurprofiel, maar met enige inspanning en wat geëxperimenteer krijg je vast en zeker wat je beoogt: meer natuurlijke en overeenkomende kleuren, zowel op je scherm als op je printer.

Kleurmodel

Eigenlijk hoeft het niet eens zo te verbazen dat de kleuren op je scherm en van je afdrukken behoorlijk kunnen verschillen. Om te beginnen heeft dat te maken met de manier waarop beide toestellen kleuren samenstellen.

Op een beeldscherm gebeurt dat door een directe lichtbron die met de primaire kleuren rood, groen en blauw werkt, het zogeheten RGB-model. Als deze drie kleuren in volle sterkte aanwezig zijn, dan krijg je wit: het additieve kleurmodel.

Bij printers werkt dat totaal anders. Hier vertrek je normaliter van wit papier en naarmate je de drie primaire inktkleuren (cyaan, magenta en geel) over elkaar heen drukt, vermindert de lichtreflectie en krijg je (ongeveer) zwart. Dit heet het CMYK-model (waarbij K staat voor zwart) of subtractieve kleurmodel.

Je begrijpt dat er heel wat rekenwerk bij te pas komt om kleuren uit het RGB-model om te zetten naar kleuren van een CMYK-model. Een volledig intacte kleurentransitie is zo goed als onmogelijk.

©PXimport

Kleuromvang 

Daar komt nog bij dat elk kleurmodel een andere kleuromvang heeft, ook wel kleurbereik of kleurruimte genoemd (in het Engels ‘gamut’). Anders gezegd: elk toestel reproduceert tot op zekere hoogte een verschillend scala aan kleuren. Zo komen diepblauwe tinten vaak beter tot hun recht op een beeldscherm dan op een printer.

De specifieke kleurinformatie van zo’n apparaat vind je terug in een zogeheten kleurprofiel. Verderop in dit artikel zien we hoe je zelf een kleurprofiel voor je monitor creëert en hoe je ook bijkomende profielen kunt installeren.

De kans is dus reëel dat het uitvoerapparaat, zoals een printer, een beperktere kleuromvang heeft dan het invoerapparaat, zoals je scherm. Als je dan kleurenfoto’s afdrukt, zit er niets anders op dan geschikte vervangkleuren te kiezen voor pixels die buiten het bereik van de printer vallen.

Bij de betere fotobewerkingsprogramma’s kun je dit vervangproces bijsturen met behulp van de functie renderintentie oftewel weergave-intentie. Er zijn er een handvol, maar de meestgebruikte intenties zijn relatief colorimetrisch en in mindere mate perceptueel.

Bij colorimetrische intenties wordt het witte punt van het invoerapparaat met dat van het uitvoerapparaat vergeleken, waarna alle kleuren die buiten het bereik vallen naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren worden verschoven. Bij perceptuele intenties wordt geprobeerd de natuurlijke ‘look’ van de afbeelding zoveel mogelijk te behouden, al gaat dat dan ten koste van de exacte overeenstemming van de kleurpixels in beide apparaten. 

©PXimport

Gamutvision

Om een idee te krijgen van wat voor impact een ander kleurprofiel of weergave-intentie kan hebben op de kleurwerking, kun je Gamutvision installeren (zie https://kwikr.nl/gamuitleg voor instructies).

Start de tool en open linksonder het uitklapmenu bij 1. Kies Browse en haal een geschikt kleurprofiel op, bijvoorbeeld dat van je gekalibreerde scherm (zie meer bij ‘Schermkalibratie’). Standaard bevinden deze profielen zich in C:\Windows\System32\Spool\drivers\color. Doe nu hetzelfde voor 2, maar kies een ander profiel, bijvoorbeeld een printerprofiel. Vervolgens klik je linksonder op de View-knop, stel je Rendering in op None (or Print Test) en in het uitklapmenu rechtsboven selecteer je een weergave als 3D L*a*b* (wire input, solid output). De afbeelding links toont je het verschil tussen beide kleuromvangen. Selecteer gerust ook andere weergave-intenties en bekijk telkens het effect.

Maar het kan nog fraaier. Selecteer in het uitklapmenu rechtsboven Read Image for analysis en haal een afbeelding op. Selecteer de kleurprofielen voor scherm en printer. In het uitklapmenu, in het midden rechts, kies je Output > Monitor. Je krijgt nu al op je scherm een goede indruk van hoe de printerkleuren eruit zullen zien, in de veronderstelling dat je een correct printerprofiel had geselecteerd (zie ook de paragraaf ‘Workflow: softproofing’ verderop).

Het is bovendien mogelijk om het verschil tussen invoer en uitvoer per pixel te bekijken. Plaats een vinkje bij Probe en klik met het vizier op een pixel in je afbeelding. Linksonder zie je het verschil tussen de invoerkleur (boven) en de uitvoerkleur (onder). Klik buiten de afbeelding om deze Probe-modus te beëindigen.

©PXimport

Kalibratie

Je weet nu al waarom de kleuren op een scherm en een printer er zomaar anders uit kunnen zien. Maar het kan ook gebeuren dat kleuren op hetzelfde type apparaat (scherm of printer) enigszins verschillen, zelfs op apparaten van hetzelfde merk en type. Of dat de kleuren op het apparaat er morgen anders uitzien dan vandaag, want er kan slijtage optreden.

Zulke kleurafwijkingen kunnen desastreus zijn voor de workflow van je foto’s. Stel bijvoorbeeld dat je monitor een groene kleurenzweem heeft en bovendien te helder is ingesteld. Dan is het risico groot dat je met een foto-editor ten onrechte de helderheid gaat opschroeven en het aandeel van de kleur groen in je foto gaat verminderen.

Om dit te vermijden, doe je er goed aan het apparaat regelmatig te kalibreren. Toegegeven, de meest accurate schermkalibraties voer je met een zogeheten colorimeter uit, zoals de Datacolor SpyderX Pro (circa 130 euro), in combinatie met bijbehorende software of met een opensource-tool als DisplayCal.

We gaan er echter van uit dat je niet over zulke gespecialiseerde tools beschikt. Dat houdt in dat je eventuele kleurafwijkingen met je eigen ogen zult moeten vaststellen. Om je alvast een idee te geven hoe lastig dat kan zijn en hoe accuraat je dat zelf kunt, is er een online test.

©PXimport

Schermkalibratie

Wij zetten voor onze schermkalibratie graag de kalibratiewizard van Windows in. Je voert zo’n kalibratie bij voorkeur uit als je scherm al enige tijd is ingeschakeld en in (licht)omstandigheden die het beste aansluiten bij je normale werkomstandigheden.

Typ kalibreren in de Windows-zoekbalk en voer Beeldschermkleur kalibreren uit. Druk op Volgende. Lees aandachtig de instructie op het scherm. Via fysieke knopjes op je scherm kun je normaliter een OSD-menu openen (On-Screen Display) van waaruit je dan bij voorkeur, wat kleuren betreft, de standaardfabrieksinstellingen van je beeldscherm selecteert.

Druk in de wizard nogmaals op Volgende (3x) en verplaats de schuifknop zodanig dat de puntjes in het midden van elke cirkel zo weinig mogelijk zichtbaar zijn. Druk nogmaals op Volgende (2x): vanuit het OSD-menu probeer je nu de optimale helderheid in te stellen, en wel zodanig dat de grote X en het overhemd op de afbeelding nog net zichtbaar zijn. Druk op Volgende (2x), waarna je deze keer via het OSD-menu voor een optimaal contrast zorgt.

Druk alweer op Volgende (2x) en experimenteer met de kleurinstellingen van het OSD-menu tot elke kleurzweem uit de grijze balken is geweerd. Druk nogmaals op Volgende en druk een paar keer op Vorige kalibratie en op Huidige kalibratie om het verschil te zien. Ben je tevreden met je ingreep, bevestig dan met Voltooien. Het vinkje bij ClearType Tuner mag je gerust laten staan: je krijgt dan nog de gelegenheid de tekstweergave op je scherm te optimaliseren.

Verderop in dit artikel zullen we zien dat Windows nu automatisch een geoptimaliseerd kleurprofiel voor je scherm heeft aangemaakt dat je handig kunt gebruiken.

©PXimport

Printerkalibratie

In het kader ‘Spectrofotometer’ hieronder lees je hoe je een accuraat kleurprofiel voor je printer kunt bemachtigen, maar desnoods kan het ook ‘handmatig’ – met je eigen oog als scheidsrechter. Zoek alvast een paar geschikte kleurplaatjes op, zoals die op www.lagom.nl/lcd-test en www.digitaldog.net/tips. Vul die gerust aan met enkele andere kleurrijke plaatjes. Deze druk je vervolgens af met de printer, op de papiersoort die je ook voor je foto’s gaat gebruiken.

Je pakt er het best een vergrootglas bij om de resultaten te controleren op eventuele onvolkomenheden zoals kleurenzweem. Deze kun je dan proberen bij te stellen vanuit het instellingenvenster van je printerdriver. Typ hiervoor printer in de zoekbalk van Windows en kies Printers en scanners. Selecteer je printer en klik op Beheren / Printereigenschappen. Je vindt hier vast wel opties en tabbladen om de kleurverwerking door je printer aan te passen, bijvoorbeeld bij Voorkeursinstellingen / Kleur

©PXimport

Spectrofotometer

Om de kleuren van je printer accuraat te kalibreren, heb je eigenlijk een spectrofotometer nodig. Die meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum. In combinatie met de bijbehorende software kun je dan een kleurenanalyse van je afdrukken uitvoeren om op basis daarvan een kleurprofiel voor je printer te creëren. Je kunt zo’n analyse ook wel uitbesteden, bijvoorbeeld bij het Nederlandse www.kleurprofiel.com. Het komt erop neer dat je een paar tiff-fotobestanden afdrukt zonder kleurcorrectie toe te passen, bijvoorbeeld met de gratis tool ACPU van Adobe. De afgedrukte prints stuur je vervolgens per post op, waarna je het kleurprofiel via mail ontvangt (prijzen vanaf 35 euro).

©PXimport

Kleurprofiel installeren

Je weet intussen hoe je een kleurprofiel kunt creëren voor je scherm en voor je printer. We raden je trouwens ook aan de website van de fabrikant van je scherm en printer te doorzoeken op mogelijke kleurprofielen. Voor schermprofielen kun je ook wel de uitgebreide database doorzoeken bij TFT Central.

Zo’n kleurprofiel is in essentie een tabel die specifieke kleurkenmerken van een apparaat, zoals de kleuromvang, vertaalt naar een apparaat-onafhankelijke kleurruimte – de zogeheten werkruimte. Veelgebruikte werkruimtes zijn sRGB en AdobeRGB. Maar hoe installeer je zo’n kleurprofiel op je computer? In Windows gaat dat als volgt. 

Druk op Windows-toets+R en voer colorcpl uit. In het programmavenster selecteer je het beoogde apparaat in het uitklapmenu, zoals monitor, printer of scanner. Het bijbehorende actieve profiel duikt nu op. Heb je de kalibratiewizard uitgevoerd, dan verschijnt bij je monitor normaliter het profielbestand CalibratedDisplayProfile-[x].icc. Zoals eerder aangegeven, zoekt Windows standaard naar deze profielen in C:\Windows\System32\Spool\drivers\color.

Verkies je een ander profiel, plaats dan een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik op Toevoegen, verwijs naar de juiste locatie en klik op Als standaardprofiel instellen.

Keer je toch liever terug naar de originele instellingen, druk dan op de knop Profielen en selecteer Mijn instellingen door de standaardwaarden van systeem vervangen.

©PXimport

Workflow: profiel

Laten we er even van uitgaan dat je je in- en uitvoerapparaten hebt gekalibreerd en dat je er bovendien optimale kleurprofielen aan hebt gekoppeld. Dat is al een hele stap, maar je moet er natuurlijk nog wel voor zorgen dat je dit alles optimaal in je workflow integreert. Hoe je dat precies doet, hangt helaas af van de apparatuur en van de gebruikte software.

Wat deze laatste betreft, nemen we hier kort het gratis GIMP als voorbeeld, maar vergelijkbare mogelijkheden vind je bijvoorbeeld ook bij Adobe Lightroom of het gratis Darktable.

Installeer en start GIMP op. Via Bestand / Openen haal je een geschikte foto op. Beschikt die over een ingebed kleurprofiel – zoals toegekend door een digitale fotocamera of scanner – dan biedt GIMP aan om dat te converteren naar de standaard sRGB-werkruimte van GIMP. Dat mag je gerust doen, tenzij je absoluut het reeds ingebedde kleurprofiel van de foto wilt behouden. Je kunt trouwens op elk moment ook zelf een ander kleurprofiel toekennen via Afbeelding / Kleurbeheer / Kleurprofiel toewijzen.

©PXimport

Workflow: softproofing

Het zou natuurlijk interessant zijn om alvast een goede indruk te krijgen van hoe je foto er in afgedrukte vorm uit zou zien. Dat is mogelijk dankzij de functie softproofing, die je bij voorkeur uitvoert op een gekalibreerd scherm. Het komt erop neer dat je de foto op je scherm bekijkt, maar wel via het kleurprofiel van je printer. Een afdrukvoorbeeld op je scherm als het ware, in plaats van op papier.

In GIMP ga je hiervoor als volgt te werk. Ga naar Bewerken en kies Voorkeuren. Open de rubriek Kleurbeheer en klik op het pijltje bij Afdrukvoorbeeld / Profiel afdrukvoorbeeld. Klik op Kies kleurprofiel van schijf en verwijs naar het beoogde (CMYK-)kleurprofiel (zie ook het kader ‘Adobe kleurprofielen’). De renderintentie wil je wellicht op Relatief colorimetrisch instellen. Plaats een vinkje bij Kleuren buiten het gamut markeren als je zo dadelijk de kleuren wilt markeren die je printer niet exact kan weergeven. Bevestig met OK en herstart GIMP.

Importeer je foto, open het menu Beeld, kies Kleurbeheer en plaats een vinkje bij Afdrukvoorbeeld. Je ziet nu hoe je afgedrukte foto er ongeveer uit zal zien, zodat je eventueel eerst nog een en ander kunt optimaliseren.

Inderdaad, de perfecte foto kost wat tijd en moeite.

©PXimport

Adobe kleurprofielen

In de meeste gevallen zul je foto’s willen afdrukken met je eigen printer of doorsturen naar een printservice. Beschik je niet over een aangepast kleurprofiel of kun je zo’n profiel niet downloaden bij de printservice, dan kun je eventueel nog gebruikmaken van de CMYK-kleurprofielen die door Adobe ter beschikking worden gesteld. Helaas blijkt de betreffende downloadserver niet meer te werken. Wel kun je het zip-bestand met de profielen nog ophalen via

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.