ID.nl logo
Kleuren komen niet overeen bij foto's printen, wat nu?
© Reshift Digital
Huis

Kleuren komen niet overeen bij foto's printen, wat nu?

Je neemt foto’s met je smartphone of digitale camera, haalt ze naar je pc, bewerkt ze eventueel nog na en drukt ze af. Helaas: de kleuren komen niet overeen met die op het scherm van je smartphone of computer. Er is dus nog werk aan de winkel.

Je hebt het vast ook al meegemaakt dat de kleuren op je scherm er merkbaar anders uitzien dan de kleuren op de afdrukken van je eigen printer of die van een online printservice. Dit is een vervelend verschijnsel dat verschillende oorzaken heeft. We bekijken eerst de mogelijke aanstichters van zulke kleurverschuivingen. Deze kennis zetten we dan in om te proberen die verschuivingen weg te werken of minstens te beperken.

Heel eenvoudig is het allemaal niet, want er komen termen voorbij als kleurmodel, kleuromvang, weergave-intentie, kalibratie en kleurprofiel, maar met enige inspanning en wat geëxperimenteer krijg je vast en zeker wat je beoogt: meer natuurlijke en overeenkomende kleuren, zowel op je scherm als op je printer.

Kleurmodel

Eigenlijk hoeft het niet eens zo te verbazen dat de kleuren op je scherm en van je afdrukken behoorlijk kunnen verschillen. Om te beginnen heeft dat te maken met de manier waarop beide toestellen kleuren samenstellen.

Op een beeldscherm gebeurt dat door een directe lichtbron die met de primaire kleuren rood, groen en blauw werkt, het zogeheten RGB-model. Als deze drie kleuren in volle sterkte aanwezig zijn, dan krijg je wit: het additieve kleurmodel.

Bij printers werkt dat totaal anders. Hier vertrek je normaliter van wit papier en naarmate je de drie primaire inktkleuren (cyaan, magenta en geel) over elkaar heen drukt, vermindert de lichtreflectie en krijg je (ongeveer) zwart. Dit heet het CMYK-model (waarbij K staat voor zwart) of subtractieve kleurmodel.

Je begrijpt dat er heel wat rekenwerk bij te pas komt om kleuren uit het RGB-model om te zetten naar kleuren van een CMYK-model. Een volledig intacte kleurentransitie is zo goed als onmogelijk.

©PXimport

Kleuromvang 

Daar komt nog bij dat elk kleurmodel een andere kleuromvang heeft, ook wel kleurbereik of kleurruimte genoemd (in het Engels ‘gamut’). Anders gezegd: elk toestel reproduceert tot op zekere hoogte een verschillend scala aan kleuren. Zo komen diepblauwe tinten vaak beter tot hun recht op een beeldscherm dan op een printer.

De specifieke kleurinformatie van zo’n apparaat vind je terug in een zogeheten kleurprofiel. Verderop in dit artikel zien we hoe je zelf een kleurprofiel voor je monitor creëert en hoe je ook bijkomende profielen kunt installeren.

De kans is dus reëel dat het uitvoerapparaat, zoals een printer, een beperktere kleuromvang heeft dan het invoerapparaat, zoals je scherm. Als je dan kleurenfoto’s afdrukt, zit er niets anders op dan geschikte vervangkleuren te kiezen voor pixels die buiten het bereik van de printer vallen.

Bij de betere fotobewerkingsprogramma’s kun je dit vervangproces bijsturen met behulp van de functie renderintentie oftewel weergave-intentie. Er zijn er een handvol, maar de meestgebruikte intenties zijn relatief colorimetrisch en in mindere mate perceptueel.

Bij colorimetrische intenties wordt het witte punt van het invoerapparaat met dat van het uitvoerapparaat vergeleken, waarna alle kleuren die buiten het bereik vallen naar de dichtstbijzijnde beschikbare kleuren worden verschoven. Bij perceptuele intenties wordt geprobeerd de natuurlijke ‘look’ van de afbeelding zoveel mogelijk te behouden, al gaat dat dan ten koste van de exacte overeenstemming van de kleurpixels in beide apparaten. 

©PXimport

Gamutvision

Om een idee te krijgen van wat voor impact een ander kleurprofiel of weergave-intentie kan hebben op de kleurwerking, kun je Gamutvision installeren (zie https://kwikr.nl/gamuitleg voor instructies).

Start de tool en open linksonder het uitklapmenu bij 1. Kies Browse en haal een geschikt kleurprofiel op, bijvoorbeeld dat van je gekalibreerde scherm (zie meer bij ‘Schermkalibratie’). Standaard bevinden deze profielen zich in C:\Windows\System32\Spool\drivers\color. Doe nu hetzelfde voor 2, maar kies een ander profiel, bijvoorbeeld een printerprofiel. Vervolgens klik je linksonder op de View-knop, stel je Rendering in op None (or Print Test) en in het uitklapmenu rechtsboven selecteer je een weergave als 3D L*a*b* (wire input, solid output). De afbeelding links toont je het verschil tussen beide kleuromvangen. Selecteer gerust ook andere weergave-intenties en bekijk telkens het effect.

Maar het kan nog fraaier. Selecteer in het uitklapmenu rechtsboven Read Image for analysis en haal een afbeelding op. Selecteer de kleurprofielen voor scherm en printer. In het uitklapmenu, in het midden rechts, kies je Output > Monitor. Je krijgt nu al op je scherm een goede indruk van hoe de printerkleuren eruit zullen zien, in de veronderstelling dat je een correct printerprofiel had geselecteerd (zie ook de paragraaf ‘Workflow: softproofing’ verderop).

Het is bovendien mogelijk om het verschil tussen invoer en uitvoer per pixel te bekijken. Plaats een vinkje bij Probe en klik met het vizier op een pixel in je afbeelding. Linksonder zie je het verschil tussen de invoerkleur (boven) en de uitvoerkleur (onder). Klik buiten de afbeelding om deze Probe-modus te beëindigen.

©PXimport

Kalibratie

Je weet nu al waarom de kleuren op een scherm en een printer er zomaar anders uit kunnen zien. Maar het kan ook gebeuren dat kleuren op hetzelfde type apparaat (scherm of printer) enigszins verschillen, zelfs op apparaten van hetzelfde merk en type. Of dat de kleuren op het apparaat er morgen anders uitzien dan vandaag, want er kan slijtage optreden.

Zulke kleurafwijkingen kunnen desastreus zijn voor de workflow van je foto’s. Stel bijvoorbeeld dat je monitor een groene kleurenzweem heeft en bovendien te helder is ingesteld. Dan is het risico groot dat je met een foto-editor ten onrechte de helderheid gaat opschroeven en het aandeel van de kleur groen in je foto gaat verminderen.

Om dit te vermijden, doe je er goed aan het apparaat regelmatig te kalibreren. Toegegeven, de meest accurate schermkalibraties voer je met een zogeheten colorimeter uit, zoals de Datacolor SpyderX Pro (circa 130 euro), in combinatie met bijbehorende software of met een opensource-tool als DisplayCal.

We gaan er echter van uit dat je niet over zulke gespecialiseerde tools beschikt. Dat houdt in dat je eventuele kleurafwijkingen met je eigen ogen zult moeten vaststellen. Om je alvast een idee te geven hoe lastig dat kan zijn en hoe accuraat je dat zelf kunt, is er een online test.

©PXimport

Schermkalibratie

Wij zetten voor onze schermkalibratie graag de kalibratiewizard van Windows in. Je voert zo’n kalibratie bij voorkeur uit als je scherm al enige tijd is ingeschakeld en in (licht)omstandigheden die het beste aansluiten bij je normale werkomstandigheden.

Typ kalibreren in de Windows-zoekbalk en voer Beeldschermkleur kalibreren uit. Druk op Volgende. Lees aandachtig de instructie op het scherm. Via fysieke knopjes op je scherm kun je normaliter een OSD-menu openen (On-Screen Display) van waaruit je dan bij voorkeur, wat kleuren betreft, de standaardfabrieksinstellingen van je beeldscherm selecteert.

Druk in de wizard nogmaals op Volgende (3x) en verplaats de schuifknop zodanig dat de puntjes in het midden van elke cirkel zo weinig mogelijk zichtbaar zijn. Druk nogmaals op Volgende (2x): vanuit het OSD-menu probeer je nu de optimale helderheid in te stellen, en wel zodanig dat de grote X en het overhemd op de afbeelding nog net zichtbaar zijn. Druk op Volgende (2x), waarna je deze keer via het OSD-menu voor een optimaal contrast zorgt.

Druk alweer op Volgende (2x) en experimenteer met de kleurinstellingen van het OSD-menu tot elke kleurzweem uit de grijze balken is geweerd. Druk nogmaals op Volgende en druk een paar keer op Vorige kalibratie en op Huidige kalibratie om het verschil te zien. Ben je tevreden met je ingreep, bevestig dan met Voltooien. Het vinkje bij ClearType Tuner mag je gerust laten staan: je krijgt dan nog de gelegenheid de tekstweergave op je scherm te optimaliseren.

Verderop in dit artikel zullen we zien dat Windows nu automatisch een geoptimaliseerd kleurprofiel voor je scherm heeft aangemaakt dat je handig kunt gebruiken.

©PXimport

Printerkalibratie

In het kader ‘Spectrofotometer’ hieronder lees je hoe je een accuraat kleurprofiel voor je printer kunt bemachtigen, maar desnoods kan het ook ‘handmatig’ – met je eigen oog als scheidsrechter. Zoek alvast een paar geschikte kleurplaatjes op, zoals die op www.lagom.nl/lcd-test en www.digitaldog.net/tips. Vul die gerust aan met enkele andere kleurrijke plaatjes. Deze druk je vervolgens af met de printer, op de papiersoort die je ook voor je foto’s gaat gebruiken.

Je pakt er het best een vergrootglas bij om de resultaten te controleren op eventuele onvolkomenheden zoals kleurenzweem. Deze kun je dan proberen bij te stellen vanuit het instellingenvenster van je printerdriver. Typ hiervoor printer in de zoekbalk van Windows en kies Printers en scanners. Selecteer je printer en klik op Beheren / Printereigenschappen. Je vindt hier vast wel opties en tabbladen om de kleurverwerking door je printer aan te passen, bijvoorbeeld bij Voorkeursinstellingen / Kleur

©PXimport

Spectrofotometer

Om de kleuren van je printer accuraat te kalibreren, heb je eigenlijk een spectrofotometer nodig. Die meet de golflengte van het licht over het zichtbare kleurenspectrum. In combinatie met de bijbehorende software kun je dan een kleurenanalyse van je afdrukken uitvoeren om op basis daarvan een kleurprofiel voor je printer te creëren. Je kunt zo’n analyse ook wel uitbesteden, bijvoorbeeld bij het Nederlandse www.kleurprofiel.com. Het komt erop neer dat je een paar tiff-fotobestanden afdrukt zonder kleurcorrectie toe te passen, bijvoorbeeld met de gratis tool ACPU van Adobe. De afgedrukte prints stuur je vervolgens per post op, waarna je het kleurprofiel via mail ontvangt (prijzen vanaf 35 euro).

©PXimport

Kleurprofiel installeren

Je weet intussen hoe je een kleurprofiel kunt creëren voor je scherm en voor je printer. We raden je trouwens ook aan de website van de fabrikant van je scherm en printer te doorzoeken op mogelijke kleurprofielen. Voor schermprofielen kun je ook wel de uitgebreide database doorzoeken bij TFT Central.

Zo’n kleurprofiel is in essentie een tabel die specifieke kleurkenmerken van een apparaat, zoals de kleuromvang, vertaalt naar een apparaat-onafhankelijke kleurruimte – de zogeheten werkruimte. Veelgebruikte werkruimtes zijn sRGB en AdobeRGB. Maar hoe installeer je zo’n kleurprofiel op je computer? In Windows gaat dat als volgt. 

Druk op Windows-toets+R en voer colorcpl uit. In het programmavenster selecteer je het beoogde apparaat in het uitklapmenu, zoals monitor, printer of scanner. Het bijbehorende actieve profiel duikt nu op. Heb je de kalibratiewizard uitgevoerd, dan verschijnt bij je monitor normaliter het profielbestand CalibratedDisplayProfile-[x].icc. Zoals eerder aangegeven, zoekt Windows standaard naar deze profielen in C:\Windows\System32\Spool\drivers\color.

Verkies je een ander profiel, plaats dan een vinkje bij Mijn instellingen voor dit apparaat gebruiken, klik op Toevoegen, verwijs naar de juiste locatie en klik op Als standaardprofiel instellen.

Keer je toch liever terug naar de originele instellingen, druk dan op de knop Profielen en selecteer Mijn instellingen door de standaardwaarden van systeem vervangen.

©PXimport

Workflow: profiel

Laten we er even van uitgaan dat je je in- en uitvoerapparaten hebt gekalibreerd en dat je er bovendien optimale kleurprofielen aan hebt gekoppeld. Dat is al een hele stap, maar je moet er natuurlijk nog wel voor zorgen dat je dit alles optimaal in je workflow integreert. Hoe je dat precies doet, hangt helaas af van de apparatuur en van de gebruikte software.

Wat deze laatste betreft, nemen we hier kort het gratis GIMP als voorbeeld, maar vergelijkbare mogelijkheden vind je bijvoorbeeld ook bij Adobe Lightroom of het gratis Darktable.

Installeer en start GIMP op. Via Bestand / Openen haal je een geschikte foto op. Beschikt die over een ingebed kleurprofiel – zoals toegekend door een digitale fotocamera of scanner – dan biedt GIMP aan om dat te converteren naar de standaard sRGB-werkruimte van GIMP. Dat mag je gerust doen, tenzij je absoluut het reeds ingebedde kleurprofiel van de foto wilt behouden. Je kunt trouwens op elk moment ook zelf een ander kleurprofiel toekennen via Afbeelding / Kleurbeheer / Kleurprofiel toewijzen.

©PXimport

Workflow: softproofing

Het zou natuurlijk interessant zijn om alvast een goede indruk te krijgen van hoe je foto er in afgedrukte vorm uit zou zien. Dat is mogelijk dankzij de functie softproofing, die je bij voorkeur uitvoert op een gekalibreerd scherm. Het komt erop neer dat je de foto op je scherm bekijkt, maar wel via het kleurprofiel van je printer. Een afdrukvoorbeeld op je scherm als het ware, in plaats van op papier.

In GIMP ga je hiervoor als volgt te werk. Ga naar Bewerken en kies Voorkeuren. Open de rubriek Kleurbeheer en klik op het pijltje bij Afdrukvoorbeeld / Profiel afdrukvoorbeeld. Klik op Kies kleurprofiel van schijf en verwijs naar het beoogde (CMYK-)kleurprofiel (zie ook het kader ‘Adobe kleurprofielen’). De renderintentie wil je wellicht op Relatief colorimetrisch instellen. Plaats een vinkje bij Kleuren buiten het gamut markeren als je zo dadelijk de kleuren wilt markeren die je printer niet exact kan weergeven. Bevestig met OK en herstart GIMP.

Importeer je foto, open het menu Beeld, kies Kleurbeheer en plaats een vinkje bij Afdrukvoorbeeld. Je ziet nu hoe je afgedrukte foto er ongeveer uit zal zien, zodat je eventueel eerst nog een en ander kunt optimaliseren.

Inderdaad, de perfecte foto kost wat tijd en moeite.

©PXimport

Adobe kleurprofielen

In de meeste gevallen zul je foto’s willen afdrukken met je eigen printer of doorsturen naar een printservice. Beschik je niet over een aangepast kleurprofiel of kun je zo’n profiel niet downloaden bij de printservice, dan kun je eventueel nog gebruikmaken van de CMYK-kleurprofielen die door Adobe ter beschikking worden gesteld. Helaas blijkt de betreffende downloadserver niet meer te werken. Wel kun je het zip-bestand met de profielen nog ophalen via

©PXimport

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen