ID.nl logo
5 veelgestelde vragen over laadpalen
© Wellnhofer Designs
Mobiliteit

5 veelgestelde vragen over laadpalen

Om de accu van je elektrische auto van stroom te voorzien, kun je gebruikmaken van laadpalen. Maar wat zijn dat precies, en hoe gaat het opladen aan zo'n paal eigenlijk in zijn werk? In dit artikel geven we antwoord op vijf veelgestelde vragen over laadpalen.

In dit artikel behandelen we de volgende vijf vragen:

Wat is een laadpaal?

Met een laadpaal kun je je elektrische auto opladen. De laadpaal bevat een gleuf met een stopcontact. Daarin kun je je autostekker stoppen, zodat er stroom richting de auto-accu kan worden geleverd. Laadpalen zie je veel op openbare locaties, zoals in de buurt van winkels, of bij kantoren. In dat geval heb je doorgaans een laadpas of smartphone-app nodig, waarmee je je bij een laadpaal kunt identificeren. De manier waarop je betaalt, kan afhangen per laadpasafnemer. Bij de een is het een maandelijks abonnement, bij de ander een afgepast bedrag per laadsessie.

Op zoek naar een laadpaal om je auto thuis op te laden en kosten te besparen?

Coolblue geeft advies over laadpalen

Je kunt ook thuis een eigen laadpaal (laten) installeren. Hoewel het prima mogelijk is om door middel van een zogenoemde 'granny-charger' je auto via een gewoon stopcontact op te laden, gaat dat vanwege de beperkte stroomsterkte wel een stuk langzamer. Ook leidt dat tot wel 24 procent aan laadverlies en dus hogere laadkosten. Laad je vaak thuis, dan is het voordeliger om een echte thuislader aan te schaffen.

©VisualArtStudio

Hoe werkt een laadpaal?

De werking van een laadpaal is eigenlijk heel simpel: je plugt de stekker aan de ene kant in je auto en de andere kant in de laadpaal. Vervolgens scan je (als je bij een openbare laadpaal staat) je laadpas, waarna het oplaadproces automatisch begint. Die elektrische stroom om de accu op te laden is afkomstig van het stroomnet. Reguliere laadpalen werken op wisselstroom. Alle stroom die van het elektriciteitsnet komt (en dus voor de elektrische apparaten in huis wordt gebruikt) is wisselstroom, aangezien dergelijke stroom makkelijk transporteerbaar is.

Accu's maken daarentegen gebruik van gelijkstroom. Om een auto op te kunnen laden, moet de wisselstroom dus worden omgevormd tot gelijkstroom. Zo'n omvormer zit standaard in elektrische auto's ingebouwd. De hoeveelheid energie die je via een thuisaansluiting naar je auto kunt brengen, is lager dan bij een DC-snellader. Daardoor duurt het opladen van EV's via een AC-lader flink langer.

Welke soorten laadpalen zijn er?

Er zijn diverse categorieën laadpalen. De grootste twee zijn de openbare laadpalen en de laadpalen voor thuis. Eerstgenoemde heb je in twee hoofdvarianten: gewone en snellaadpalen. Snelladers leveren gelijkstroom in plaats van wisselstroom (zie vorige paragraaf), waardoor het laden veel sneller kan. Wel is dat hierdoor ongeveer 0,20 cent per kWh duurder, want deze manier van laden is complexer en kost veel vermogen uit het netwerk.

Hoe voller de accu, hoe langzamer zo'n snellader vermogen levert om te voorkomen dat de accucellen in je accu beschadigd raken. Het laatste stukje moet voorzichtiger, vandaar de lagere laadsnelheid. Een vuistregel is om je auto bij een snellader tot ongeveer 80 procent op te laden. Langer laden geeft te veel tijdsverlies in verhouding met de extra range die erbij komt.

En dan de laadpalen voor thuis, ook wel 'wallboxes' genoemd (als ze niet aan een paal vastzitten, maar op de muur worden geplaatst). Die kunnen onderling flink verschillen. Zo heb je versies met één of meerdere aansluitpunten, verschillende laadvermogens en met wel of geen vaste kabel. Ook de keuze tussen een 'standaard' Plug & Charge-laadpaal of een 'slimme' laadpaal (zie volgende paragraaf) is een lastige, maar belangrijke afweging. In dit artikel vind je een aantal handige tips bij de keuze van een laadpaal. Houd er verder ook rekening mee dat niet elke laadpaal geschikt is voor elke auto, zoals we in dit andere artikel hebben uitgediept.

Kun je een laadpaal thuis laten plaatsen? Check hier het aanbod bij Coolblue.

Wat is een slimme laadpaal?

Slimme laadpalen zijn laadpalen die alleen stroom verbruiken op momenten dat het rustig is op het stroomnet. Gedurende die daluren liggen de stroomtarieven lager, maar doordat er alleen op selectieve momenten opgeladen wordt, duurt het laden vaak wel iets langer. Als je je auto een nacht lang kan laten opladen, maakt dat niet uit en is het een win-winsituatie; jij betaalt minder voor het opladen en het stroomnet wordt minder zwaar belast. Door middel van een app kun je bovendien instellen wanneer je auto naar jouw idee is volgeladen, zodat daar rekening mee gehouden wordt.

Als je thuis zonnepanelen hebt, kun je er dankzij het gebruik van slimme laadpalen voor kiezen om zo veel mogelijk met zonne-energie op te laden, zodat grotendeels 'gratis' is. Verder maken veel slimme laadpalen gebruik van 'Dynamic Load Balancing'. Dat houdt in dat er rekening wordt gehouden met de elektriciteitscapaciteit van je woning. Als andere apparaten in huis veel energie verbruiken, kan de laadpaal ervoor kiezen om tijdelijk minder stroom voor het opladen van de auto te gebruiken, zodat overbelasting en een eventuele stroomstoring voorkomen kunnen worden.

Overigens zitten veel van de genoemde 'slimme' functies vaak wel achter een betaald abonnement, waardoor je naast de aanschaf van een slimme laadpaal (die al duurder is dan een Plug & Charge-laadpaal) vastzit aan maandelijkse aanvullende kosten. Of dat het waard is, is natuurlijk een persoonlijke afweging.

Hoe snel kan ik mijn auto opladen met een laadpaal?

De snelheid waarmee je via een laadpaal kan laden, hangt af van een hoop factoren: het type auto, het type laadpaal, het weer enzovoorts. De twee grootste factoren zijn het laadvermogen en de accucapaciteit. Om bij de eerstgenoemde te beginnen: het laadvermogen hangt af van de stroomsterkte en of je met 1-fase of met 3-fase kunt laden. Over het algemeen hebben thuislaadpalen bij 1-fase een laadvermogen van 3,6 kW en bij 3-fase een vermogen van 11 kW. Hoewel openbare laadpalen vrijwel altijd 3-fase-laden ondersteunen, hangt dat bij thuisladers af van de elektriciteitsaansluiting in huis. Daarnaast moet je auto nog zijn voorzien van een 3-fase-omvormer.

Maar goed, dan weten we nog niet hoelang het duurt om een auto op te laden. Dat hangt namelijk ook nog af van de accucapaciteit van de auto. Op basis van dit overzicht van de accucapaciteit van elektrische auto's bedraagt de gemiddelde capaciteit ongeveer 70 kWh. Om uit te rekenen hoelang het ongeveer duurt om een auto op te laden, moet je de accucapaciteit delen door het laadvermogen.

Stel dat je accucapaciteit 70 kWh is en het laadvermogen 11 kW, dan duurt het dus ongeveer 6 uur en 22 minuten om de auto op te laden. Maar dan hebben we externe factoren niet meegewogen; zo duurt het standaard langer om een auto op te laden in de winter (zie ook 10 veelgestelde vragen over het opladen van je elektrische auto in de winter). Het blijft dus een ruwe schatting.

©Believe_In_Me

Wil je een laadpaal thuis laten plaatsen? 
Check hier het aanbod bij Coolblue!

▼ Volgende artikel
Zo deel je je keuken handig en logisch in
© Andy Dean Photography
Huis

Zo deel je je keuken handig en logisch in

Of je nu graag uitgebreid kookt of elke avond snel klaar wilt zijn: een slimme keukenindeling maakt het verschil. Alles moet logisch op zijn plek staan, zodat je moeiteloos overal bij kunt en na afloop ook weinig tijd kwijt bent aan opruimen.

Je keuken slim indelen? Wij hebben tips voor:
  • Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak
  • Werkblad en kookplaat
  • Koelkast
  • Neem de keuken-driehoek als uitgangspunt
  • Kies de optimale werkhoogte
  • Opbergruimte

Lees ook: Fornuis op maat: kies het aantal pitten dat bij je past

Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak

Heb je plannen voor een nieuwe keuken? Denk dan nu al na over welke slimme keuzes je kunt maken met de indeling. Plaats bijvoorbeeld de vaatwasser, de spoelbak en de afvalemmer dicht bij elkaar. Je hoeft dan nooit ver te lopen met vieze borden en je kunt ze makkelijk leegschrapen, eventueel afspoelen en direct inruimen. Staat de afvalbak in een kastje direct naast de vaatwasser? Let er dan op dat je het deurtje nog goed kunt openen als de deur van de vaatwasser omlaag staat. Dat werkt makkelijker bij het inruimen. Plaats verder de vaatwasser niet direct tegen een zijmuur. Tijdens het inruimen loop je dan sneller kans op spetters tegen de muur.

Werkblad en kookplaat

Het werkblad is meer dan alleen een plek om iets op te zetten. Je gebruikt het om te snijden, te mixen, spullen neer te leggen en borden op te scheppen. Zorg daarom dat je voldoende vrije werkruimte overhoudt – dus niet alles volbouwen met apparatuur. Plaats de spoelbak of kookplaat liever niet op een hoek. Je hebt aan beide kanten plek nodig, zodat je je handen vrij kunt houden en spetters opvangt. Reken aan weerszijden minimaal veertig centimeter. Dat oogt niet alleen rustiger, het werkt ook prettiger. Handig om te weten: bij je keukenspecialist wordt hiervoor vaak de term aflegruimte gebruikt. En nog even over de kookplaat: plaats die bij voorkeur niet pal naast de koelkast of een hoge kast; dat geeft weinig bewegingsvrijheid en maakt het lastig om met meerdere mensen tegelijk in de keuken te staan.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Koelkast

Een koelkast gebruik je vaker dan je denkt – gemiddeld zo'n 35 keer per dag. Zet 'm daarom op een plek waar je er makkelijk bij kunt, ook als je vanuit de woonkamer even snel iets wilt pakken. Zet de koelkast liever niet helemaal achterin of op een plek waar je niet vanzelf langsloopt; dat is al snel onhandig in het dagelijks gebruik. Let ook op de temperatuur rondom de koelkast. Zet hem niet naast een oven, radiator of op een plek waar veel zonlicht komt. Kan het echt niet anders, zorg dan voor een isolerende tussenplaat en houd minstens drie centimeter ruimte vrij tussen warmtebron en koelkast.

Gebruik de keuken-driehoek

In de basis draait een keuken om drie functies: koken, spoelen en koelen. Je fornuis, gootsteen en koelkast vormen samen een denkbeeldige driehoek. Als de afstanden tussen deze drie goed gekozen zijn, werk je prettiger. Staan ze te ver van elkaar, dan loop je onnodig veel. Staan ze te dicht bij elkaar, dan dan wordt het al snel krap en onhandig. Een keukenspecialist kan helpen bij het vinden van een goede verhouding, maar je merkt het zelf vaak ook al als iets net niet lekker werkt.

Optimale werkhoogte

Ook de hoogte van je werkplekken telt mee. Een oven op armhoogte is een stuk prettiger dan op kniehoogte, zeker als je vaak bakt. Het voorkomt bukken. Heb je een kleine keuken? Kies dan voor een compacte oven of voor een fornuis met geïntegreerde oven. Datzelfde geldt voor de vaatwasser: als je die wat hoger plaatst, spaar je je rug en knieën. Voor de kookplaat geldt een andere regel: meet de afstand van je onderarm tot het werkblad. Is die ongeveer twaalf centimeter, dan zit je goed qua houding en belast je je schouders niet onnodig.

Apparatuur wat hoger plaatsen (als dat kan) heeft nog een voordeel. Wanneer je kleine kinderen hebt rondlopen, kunnen die er minder makkelijk bij. Wel zo veilig!

©lev dolgachov

Opbergruimte

Tot slot: denk na over hoe je spullen opbergt. Onderkastjes bieden veel ruimte, maar vragen vaak veel van je rug. Bovenkastjes kunnen juist weer te hoog zijn. Een buffetkast biedt uitkomst: wat je dagelijks gebruikt zet je op ooghoogte, wat minder vaak nodig is kan best wat lager of juist hoger.

Slim indelen = een fijnere keuken!

Een goede keuken draait niet alleen om de juiste apparatuur, maar vooral ook om slimme keuzes die het koken makkelijker maken. Denk na over looproutes, werkhoogtes en voldoende bewegingsruimte. Positioneer alles op logische plekken, zorg voor een werkblad met voldoende vrije ruimte en let op kleine details zoals de draairichting van kastdeurtjes. Daarmee wordt de keuken (nog meer) het hart van je huis!

▼ Volgende artikel
Cool artikel: zelf ijskoffie en ijsthee maken
© xMarshall
Huis

Cool artikel: zelf ijskoffie en ijsthee maken

Warm! Dorst! Hoog tijd dus voor ijskoffie en ijsthee. Je hoeft er niet eens voor naar de winkel: je kunt het binnen een paar minuten zelf maken, vaak gewoon met wat je al in huis hebt. Lekker verfrissend, en meestal ook gezonder én goedkoper dan wat je in de supermarkt vindt. In dit artikel lees je precies hoe je dat doet. Proost!

🧊 ➕ ☕ 🟰 😋
  • Zelf ijskoffie maken
    • Koud zetten
    • Met warme koffie
  • Extra luxe: affogato
  • Zelf ijsthee maken
  • 5x varieertips voor ijskoffie
  • 5x varieertips voor ijsthee

Lees ook: Geen ijsmachine, toch zelf ijs maken? Natuurlijk kan dat! 

Wie van koffie houdt, kan met ijskoffie alle kanten op. Je kunt koffie koud zetten (cold brew), of juist warme koffie gebruiken en die laten afkoelen.

In beide gevallen begint het met sterke koffie. Hoe sterker, hoe beter, want ijsblokjes verdunnen de smaak. Zet bijvoorbeeld een dubbele espresso of gebruik een koffiemachine op de hoogste intensiteit. Laat de koffie afkoelen, giet 'm over een glas vol ijsblokjes en voeg melk of plantaardige drink (haver, amandel of soja) toe als je dat lekker vindt.

Liever iets milders? Dan is cold brew een goed alternatief. Meng grofgemalen koffie met koud water in een kan of fles. Je moet er wel de tijd voor nemen, want je moet het daarna zo'n twaalf uur in de koelkast laten trekken. Daarna filter je het koffiedik eruit met een zeef of koffiefilter. Het resultaat is een zachte, cafeïnerijke drank die minder bitter is dan je zou verwachten – ideaal voor wie gewone zwarte koffie te scherp vindt. Verdun het naar smaak met melk, water of siroop, bijvoorbeeld vanillesiroop of hazelnootsiroop. Tip: je kunt ook wat meer maken dan je nodig hebt en dat in de koelkast bewaren (maximaal drie dagen). Heb je op een later tijdstip dan trek in ijskoffie, dan hoef je niet eerst twaalf uur te wachten.

Gebruik je een espressomachine, dan heb je meer controle over de smaak. Voor een krachtige ijskoffie kies een Arabica/Robusta-blend. Door de Robusta-bonen in deze melanges krijg je een pittige smaak en een stevige crèmelaag – ook lekker in ijskoffie.

Liever iets zachters of fruitigers? Ga dan voor 100% Arabica-bonen. Die zijn milder en hebben vaak meer nuance. Zulke bonen geven je ijskoffie een verfijnde smaak, soms met citrus- of bloemtonen.

Ook decafé werkt prima, bijvoorbeeld als je 's avonds nog iets kouds wilt drinken zonder daarna klaarwakker te liggen.

©annapustynnikova

IJskoffie of dessert? Wat maakt het uit: affogato ☝🏼is altijd lekker!

Traditionele ijskoffie maak je met ijsblokjes. Heb je zin in een luxe update? Dan is affogato echt iets voor jou. Schenk hiervoor een warme espresso over een bolletje vanille-ijs. Het ijs smelt deels, de koffie wordt iets zachter van smaak en samen vormen ze een combinatie om je vingers bij af te likken. Je serveert affogato in een glas of klein schaaltje, eventueel met wat geraspte pure chocolade, amandelschaafsel of een scheutje likeur erbij.

IJsthee: verkoelende dorstlesser

Ook ijsthee maak je in een paar simpele stappen. Gebruik losse thee of gewone theezakjes, maar zet het sterker dan je normaal zou doen. De thee wordt namelijk verdund zodra je er ijs aan toevoegt. Zwarte thee is een klassieker, maar groene thee, kruidenmengsels of gearomatiseerde soorten werken net zo goed. Let wel op: groene thee en kruideninfusies zijn gevoeliger voor een bittere nasmaak als je ze te lang laat trekken. Hou de trektijd dus korter dan bij zwarte thee. Hieronder lees je welke watertemperatuur je moet gebruiken en hoe lang je het mengsel moet laten trekken.

Zwarte thee: 95–100 °C, 4–5 minuten
Groene thee: 70–80 °C, 2–3 minuten
Kruideninfusies/rooibos: 95–100 °C, 5–6 minuten

©shersor

Laat de thee eerst een beetje afkoelen, of gebruik niet te veel ijs in één keer. Zo blijft de smaak in balans en voorkom je dat je thee bitter of waterig wordt. Je kunt de thee ook helemaal laten afkoelen op het aanrecht en daarna in de koelkast zetten – dan krijg je een heldere, frisse ijsthee zonder smaakverlies.

Voeg daarna eventueel smaakmakers toe zoals schijfjes citroen, munt of een beetje honing. Suiker los je het best op in de thee als die nog warm is, anders blijft het onder in je glas liggen. Houd je liever van minder zoet, dan kun je het ook bij een paar druppels citroen of een scheutje appelsap houden. Gebruik je verse vruchten zoals perzik of sinaasappel, snijd die dan in dunne plakjes en laat ze even meetrekken.

Gooi je ijsthee niet direct vol ijs, zeker niet als je hem lang wilt bewaren. Door de ijsklontjes vlak voor het serveren toe te voegen, blijft de smaak beter behouden. En als je slim bent, vries je wat van de thee zelf in als ijsklontjes. Zo wordt je drankje koud, zonder dat het verwatert.

Tot slot: experimenteren en bewaren

Het fijne aan zelf ijskoffie of ijsthee maken, is dat je eindeloos kunt variëren. Wissel af met kruiden, citrus, melksoorten of zoetmakers. Probeer eens een koude espresso met gecondenseerde melk of een groene ijsthee met gember en limoen. Hieronder hebben we zowel voor ijskoffie als ijsthee vijf smaakvariaties voor je verzameld.

Maak in één keer een grotere hoeveelheid en bewaar die in een afsluitbare fles in de koelkast. Zo heb je altijd iets klaarstaan als je behoefte hebt aan iets verfrissends én lekkers te drinken. Let er wel op dat vers gemaakte ijsthee en cold brew koffie maar een paar dagen houdbaar zijn. Drink het binnen drie dagen op, dan is de smaak op z'n best.  

©vikakurylo81 - stock.adobe.com

5 bijzondere ijskoffievariaties

Kokos-kardemom: kokosmelk, gemalen kardemom, honing
Sinaasappel-kaneel: geraspte sinaasappelschil, kaneelpoeder, ahornsiroop
Hazelnoot-salted caramel: hazelnotenmelk, karamelsiroop, snufje zeezout
Chocolade-chili: cacaopoeder, cayennepeper, bruine suiker
Rozemarijn-citroen: verse rozemarijn, citroensap, agavesiroop

5 bijzondere ijstheevariaties

Watermeloen-munt: watermeloensap, verse munt, limoen
Perzik-basilicum: verse perzik, basilicumblaadjes, honing
Hibiscus-granaatappel: hibiscusbloemen, granaatappelsap, stevia
Komkommer-dille: komkommer, verse dille, snufje zeezout
Ananas-tijm: ananasblokjes, tijmblaadjes, kokoswater

Smaakvariaties: hoe & wat

Tijdens het trekken (in de hete koffie/thee):

• Kruiden zoals kardemom, kaneel, rozemarijn, basilicum, dille, tijm
• Citrusschil (sinaasappel)
• Hibiscusbloemen

Na het afkoelen toevoegen:

• Verse sappen (watermeloen, granaatappel, citroensap)
• Verse stukjes fruit (perzik, ananas, komkommer)
• Melksoorten (kokosmelk, hazelnotenmelk, amandelmelk)
• Zoetmakers (honing, stroop, stevia)
• Verse kruiden die snel bitter worden (munt)

Extra smaakmakers:

• Cacaopoeder: eerst mengen met beetje heet water, dan toevoegen
• Zeezout: altijd op het laatst, naar smaak

Maak je ijskoffie

nóg lekkerder met een scheutje koffiesiroop