ID.nl logo
Een goede laadpaal voor thuis: hier moet je op letten
Mobiliteit

Een goede laadpaal voor thuis: hier moet je op letten

Als je een laadpaal thuis wil installeren, dan wil je er uiteraard één die voor jou het beste werkt. Wat is je gewenste laadsnelheid, wil je een vaste laadkabel of niet en wil je slim kunnen laden? Er zijn veel mogelijkheden, maar waar waar moet je op letten bij het vinden van de juiste laadpaal? We vertellen het je in dit artikel.

Je krijgt in dit artikel antwoord op de volgende vragen:

  • Kan ik gewoon een laadpaal installeren?
  • Heb ik een vergunning nodig voor een laadpaal thuis?
  • Hoelang gaat een laadpaal eigenlijk mee?
  • Moet je een laadpaal onderhouden?
  • Wat voor elektriciteitsaansluiting heb ik nodig?
  • Laadpaal met vaste kabel of laadpaal zonder vaste kabel?
  • Kun je zelf een laadpaal aansluiten?
  • Ook interessant voor jou: het artikel Feiten en fabels rondom thuisladen.

Kan ik gewoon een laadpaal installeren?

Een laadpaal aan je huis of in je tuin is ideaal als je elke dag met een volle accu wilt vertrekken. Heb je op eigen terrein plek voor een laadpaal, dan kun je er in vrijwel alle gevallen een laten installeren.

Wil je een openbare laadpaal in de buurt of in je eigen straat laten plaatsen? Daar lees je meer over in ons artikel Zo vraag je een openbare laadpaal aan.


Heb ik een vergunning nodig voor een laadpaal thuis?

Je hebt pas een vergunning nodig als je je laadpaal wilt plaatsen op gemeentegrond tussen jouw woning en je eigen parkeerplaats. De gemeente zal eerst de locatie van de laadpaal moeten goedkeuren. Op eigen grond kan je gewoon je laadpaal plaatsen zonder restricties.

Kun je een laadpaal thuis laten plaatsen? Check hier het aanbod bij Coolblue.

Hoelang gaat een laadpaal eigenlijk mee?

De levensduur van een eigen laadpaal hangt erg af van de weersinvloeden en andere omstandigheden rondom de laadpaal. Ruw gebruik of vandalisme kunnen de levensduur natuurlijk flink bekorten. Qua slijtage valt het allemaal erg mee. In het algemeen kun je ervan uitgaan dat je er zeker tien jaar mee kunt doen. Je hebt een grotere kans dat je na verloop van jaren een snellere laadpaal wilt of eentje met meer functies (bi-directioneel laden bijvoorbeeld) dan dat de laadpaal is versleten.

Domme laadpaal of slimme laadpaal kiezen? Slimme laadpalen hebben extra opties, zijn online uit te lezen en te bedienen en kunnen het stroomverbruik in de gaten houden. Ook load-balancing-functionaliteit is interessant. Dan kan de laadpaal langzamer laden als er in huis veel stroomverbruik is, bijvoorbeeld door een warmtepomp of inductieplaat. Of goed rekening houden met de opbrengst van je zonnepanelen, zodat je met zo min mogelijk dure stroom kunt opladen. Vaak kun je dit soort instellingen via een app doen.

Ook kun je gastgebruik instellen met de bijbehorende laadkosten voor de gastgebruiker. Dan moet de laadpaal ook een paslezer hebben en je zit meestal aan een abonnement op een backoffice vast die het gastgebruik administreert en factureert.

Moet je een laadpaal onderhouden?

Een laadstation heeft in principe geen onderhoud nodig. Af en toe een doekje eroverheen en de spinrag en het zand uit de laadstekker halen is genoeg. Check ook of de isolatie van de bedrading in orde is (geen scheurtjes of sneetjes in de isolatie) en of de aardlekschakelaar het nog doet. Zakelijke laadoplossingen met meer dan twee laadstations moeten wel elk jaar gecheckt te worden.

Wat voor elektriciteitsaansluiting heb ik nodig?

Bij de installatie moet je nagaan of je woning een enkelfasige of driefasige elektriciteitsaansluiting heeft. Dit is essentieel voor de snelheid van het laden. Driefase-laden heeft de voorkeur, dus als je auto dat ondersteunt (niet alle auto’s doen dat), overweeg dan om je elektriciteitsaansluiting om te laten zetten naar driefasen. Meestal is dat gratis, maar je moet wel kosten maken voor de veranderingen in je meterkast.

Tip: Korte afstand = efficiënter laden Houd de afstand tussen de laadpaal en de parkeerplaats zo kort mogelijk om laadverlies te voorkomen. Langere stukken zijn prima te overbruggen, maar gebruik dan wel dikkere kabels. Zo beperk je laadverliezen en voorkom je oververhitting.

Laadpaal met vaste kabel of laadpaal zonder vaste kabel?

Laadpaal met vaste kabel

Een vaste kabel heeft als voordeel dat je bij het laden niet je eigen kabel uit de auto hoeft te halen. Dat scheelt weer een extra handeling. Regent het en wil je wegrijden, dan hoef je geen natte oplaadkabel in je achterbak te leggen.

Kies je voor een laadpaal met een vaste kabel? Let dan op de plaatsing ervan ten opzichte van hoe je je auto parkeert. Zo’n vaste kabel heeft vaak een lengte van 5 tot 8 meter. Welke lengte voor jou het handigste is, hangt af van de positie van de laadklep op je auto. Bij sommige auto’s zit die aan de zijkant of voorkant. Zit de laadklep aan de voorkant van de auto en parkeer je zodanig dat de laadpaal daar dan dichtbij zit, dan is een kortere kabel handiger. Moet je met de kabel om de auto heen, dan is een kabel van 8 meter of meer echt geen luxe.

Laadpaal zonder vaste kabel

Een laadpaal zonder vaste kabel oogt wat netter en is minder vandalisme-gevoelig. Vooral op plekken waar de laadpaal erg zichtbaar is en waar mensen er vlak langs kunnen lopen, wil je liever geen vaste kabel aan je laadpaal. Je kunt de kabel dan meenmemen in je auto of thuis ergens opbergen, bijvoorbeeld in de buurt van de schakelaar om je laadpaal op spanning te kunnen zetten.

©Evgeny&Karina Gerasimovi

Kun je zelf een laadpaal aansluiten?

De installatie van een laadstation kan in principe door iedereen worden uitgevoerd, zolang je tenminste geen zegels in je groepenkast verbreekt. Om die dan weer te verzegelen, is een erkend en gecertificeerd installateur nodig. Vaak zie je dat mensen de graaf- en andere voorbereidende werkzaamheden zelf doen en het laatste stukje aansluitwerk in de meterkast door een installateur laten uitvoeren. Ben je niet zo zeker van je eigen kunnen, laat dan alles door een professional doen. Het gaat wel om grote stroomvermogens die vaak urenlang door de kabels lopen.

Weet je niet waar je moet beginnen? Coolblue helpt je graag verder!

Coolblue adviseert én installeert

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.