ID.nl logo
Een goede laadpaal voor thuis: hier moet je op letten
© slavun - stock.adobe.com
Mobiliteit

Een goede laadpaal voor thuis: hier moet je op letten

Als je een laadpaal thuis wil installeren, dan wil je er uiteraard één die voor jou het beste werkt. Wat is je gewenste laadsnelheid, wil je een vaste laadkabel of niet en wil je slim kunnen laden? Er zijn veel mogelijkheden, maar waar waar moet je op letten bij het vinden van de juiste laadpaal? We vertellen het je in dit artikel.

Je krijgt in dit artikel antwoord op de volgende vragen:

  • Kan ik gewoon een laadpaal installeren?
  • Heb ik een vergunning nodig voor een laadpaal thuis?
  • Hoelang gaat een laadpaal eigenlijk mee?
  • Moet je een laadpaal onderhouden?
  • Wat voor elektriciteitsaansluiting heb ik nodig?
  • Laadpaal met vaste kabel of laadpaal zonder vaste kabel?
  • Kun je zelf een laadpaal aansluiten?
  • Ook interessant voor jou: het artikel Feiten en fabels rondom thuisladen.

Kan ik gewoon een laadpaal installeren?

Een laadpaal aan je huis of in je tuin is ideaal als je elke dag met een volle accu wilt vertrekken. Heb je op eigen terrein plek voor een laadpaal, dan kun je er in vrijwel alle gevallen een laten installeren.

Wil je een openbare laadpaal in de buurt of in je eigen straat laten plaatsen? Daar lees je meer over in ons artikel Zo vraag je een openbare laadpaal aan.

©kristina rütten - stock.adobe.com

Heb ik een vergunning nodig voor een laadpaal thuis?

Je hebt pas een vergunning nodig als je je laadpaal wilt plaatsen op gemeentegrond tussen jouw woning en je eigen parkeerplaats. De gemeente zal eerst de locatie van de laadpaal moeten goedkeuren. Op eigen grond kan je gewoon je laadpaal plaatsen zonder restricties.

Kun je een laadpaal thuis laten plaatsen? Check hier het aanbod bij Coolblue.

Hoelang gaat een laadpaal eigenlijk mee?

De levensduur van een eigen laadpaal hangt erg af van de weersinvloeden en andere omstandigheden rondom de laadpaal. Ruw gebruik of vandalisme kunnen de levensduur natuurlijk flink bekorten. Qua slijtage valt het allemaal erg mee. In het algemeen kun je ervan uitgaan dat je er zeker tien jaar mee kunt doen. Je hebt een grotere kans dat je na verloop van jaren een snellere laadpaal wilt of eentje met meer functies (bi-directioneel laden bijvoorbeeld) dan dat de laadpaal is versleten.

Domme laadpaal of slimme laadpaal kiezen? Slimme laadpalen hebben extra opties, zijn online uit te lezen en te bedienen en kunnen het stroomverbruik in de gaten houden. Ook load-balancing-functionaliteit is interessant. Dan kan de laadpaal langzamer laden als er in huis veel stroomverbruik is, bijvoorbeeld door een warmtepomp of inductieplaat. Of goed rekening houden met de opbrengst van je zonnepanelen, zodat je met zo min mogelijk dure stroom kunt opladen. Vaak kun je dit soort instellingen via een app doen.

Ook kun je gastgebruik instellen met de bijbehorende laadkosten voor de gastgebruiker. Dan moet de laadpaal ook een paslezer hebben en je zit meestal aan een abonnement op een backoffice vast die het gastgebruik administreert en factureert.

Moet je een laadpaal onderhouden?

Een laadstation heeft in principe geen onderhoud nodig. Af en toe een doekje eroverheen en de spinrag en het zand uit de laadstekker halen is genoeg. Check ook of de isolatie van de bedrading in orde is (geen scheurtjes of sneetjes in de isolatie) en of de aardlekschakelaar het nog doet. Zakelijke laadoplossingen met meer dan twee laadstations moeten wel elk jaar gecheckt te worden.

Wat voor elektriciteitsaansluiting heb ik nodig?

Bij de installatie moet je nagaan of je woning een enkelfasige of driefasige elektriciteitsaansluiting heeft. Dit is essentieel voor de snelheid van het laden. Driefase-laden heeft de voorkeur, dus als je auto dat ondersteunt (niet alle auto’s doen dat), overweeg dan om je elektriciteitsaansluiting om te laten zetten naar driefasen. Meestal is dat gratis, maar je moet wel kosten maken voor de veranderingen in je meterkast.

Tip: Korte afstand = efficiënter laden Houd de afstand tussen de laadpaal en de parkeerplaats zo kort mogelijk om laadverlies te voorkomen. Langere stukken zijn prima te overbruggen, maar gebruik dan wel dikkere kabels. Zo beperk je laadverliezen en voorkom je oververhitting.

Laadpaal met vaste kabel of laadpaal zonder vaste kabel?

Laadpaal met vaste kabel

Een vaste kabel heeft als voordeel dat je bij het laden niet je eigen kabel uit de auto hoeft te halen. Dat scheelt weer een extra handeling. Regent het en wil je wegrijden, dan hoef je geen natte oplaadkabel in je achterbak te leggen.

Kies je voor een laadpaal met een vaste kabel? Let dan op de plaatsing ervan ten opzichte van hoe je je auto parkeert. Zo’n vaste kabel heeft vaak een lengte van 5 tot 8 meter. Welke lengte voor jou het handigste is, hangt af van de positie van de laadklep op je auto. Bij sommige auto’s zit die aan de zijkant of voorkant. Zit de laadklep aan de voorkant van de auto en parkeer je zodanig dat de laadpaal daar dan dichtbij zit, dan is een kortere kabel handiger. Moet je met de kabel om de auto heen, dan is een kabel van 8 meter of meer echt geen luxe.

Laadpaal zonder vaste kabel

Een laadpaal zonder vaste kabel oogt wat netter en is minder vandalisme-gevoelig. Vooral op plekken waar de laadpaal erg zichtbaar is en waar mensen er vlak langs kunnen lopen, wil je liever geen vaste kabel aan je laadpaal. Je kunt de kabel dan meenmemen in je auto of thuis ergens opbergen, bijvoorbeeld in de buurt van de schakelaar om je laadpaal op spanning te kunnen zetten.

©Evgeny&Karina Gerasimovi

Kun je zelf een laadpaal aansluiten?

De installatie van een laadstation kan in principe door iedereen worden uitgevoerd, zolang je tenminste geen zegels in je groepenkast verbreekt. Om die dan weer te verzegelen, is een erkend en gecertificeerd installateur nodig. Vaak zie je dat mensen de graaf- en andere voorbereidende werkzaamheden zelf doen en het laatste stukje aansluitwerk in de meterkast door een installateur laten uitvoeren. Ben je niet zo zeker van je eigen kunnen, laat dan alles door een professional doen. Het gaat wel om grote stroomvermogens die vaak urenlang door de kabels lopen.

Weet je niet waar je moet beginnen? Coolblue helpt je graag verder!

Coolblue adviseert én installeert
▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.