ID.nl logo
Thuis een laadpaal installeren? Dit moet je eerst doen
© Thomas Holt
Mobiliteit

Thuis een laadpaal installeren? Dit moet je eerst doen

Wil je thuis een laadpaal installeren, dan moet je wel een paar voorbereidingen treffen. Je kunt alles aan een professional uitbesteden als je het niet aandurft, maar je kunt heel goed een deel van het werk zélf uitvoeren. Waar je op moet letten voordat een laadpaal wordt geïnstalleerd, lees je in dit artikel.

Voordat je thuis een laadpaal kunt (laten) installeren, moet je een aantal voorbereidingen treffen. Wat je moet doen, leggen we in dit artikel uit. In het kort:

Meterkast checken ✅Locatie van de laadpaal bepalen ✅Stekkeraansluiting auto controleren ✅Laadpaal afstemmen op auto ✅Installatie: zelf doen of laten doen

Ook interessant: Een goede laadpaal voor thuis: hier moet je op letten

©benjaminnolte - stock.adobe.com

Check de meterkast

Bekijk eerst de groepenkast in de meterkast. Vooral welk type elektriciteitsaansluiting je hebt is interessant: 1-fase of 3-fase? Je kunt dit achterhalen door op de elektriciteitsmeter te kijken. Staat daar 220V/230V? Dan heb je een 1-fase-aansluiting. Staat er 3x220V/230V, dan heb je een 3-fasen-aansluiting.

Kijk gelijk of er in de meterkast plek is voor een extra groep/automaat voor de laadpaal. En een extra kWh-meter voor de laadpaalgroep is ook interessant, om te meten hoeveel het opladen van je auto kost en het verbruik eventueel door te berekenen aan je werkgever (mocht je een lease-auto hebben).

Heb je een 1-fase-aansluiting? Dan kun je een upgrade van je aansluiting aanvragen bij je energieleverancier. Opladen via 1-fase gaat meestal trager gaat dan via een 3-fasen-aansluiting. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van je laadpaal en je auto: die moeten wel 3-fasen ondersteunen natuurlijk.

Naar 3-fasen? Bij de overgang naar 3-fasen moet je groepenkast ook worden aangepast. Dit geeft extra kosten en is een klusje voor een gecertificeerde installateur.

©Nicholas77

Bepaal de locatie van de laadpaal

Je laadpaal moet wel op eigen grond geplaatst worden. Houd er ook rekening mee dat de laadkabel niet over de openbare weg of de stoep mag lopen. De meeste gemeenten gedogen dat niet, dus check van tevoren hoe dat in jouw gemeente zit mocht het echt niet anders kunnen. Een alternatief is de ChargeArm (https://chargearm.com/nl/). Dit is een soort vlaggenmast die je in je tuin zet en die kan uitklappen. Dan loopt je laadkabel hoog over de stoep naar je auto zodat niemand er last van heeft. Ben je klaar met laden, dan klap je de arm weer in en blijft alles op je eigen grond.

Kijk verder of aansluitkabels van de meterkast naar de laadpaal via een korte route kunnen lopen, bijvoorbeeld via de kruipruimte direct naar buiten. Hoe langer de kabel, des te hoger de laadverliezen en hoe dikker de aders moeten zijn. Blijf je boven de grond, dan kun je volstaan met YMVK (voor het nette in een buis met zadels) . Moet de kabel in de grond, gebruik dan YMVK-AS, die heeft een versterkte mantel die wat meer bestand is tegen per ongeluk ‘kapotgraven’. Qua diameter kun je volstaan met 4mm2 bij lengtes tot 25 meter. Bij een langere lengte zit je je al snel aan 6mm2 of meer.

Neem de kabellengte niet te krap, zodat je bij het monteren genoeg lengte overhoud om de laadpaal netjes aan te sluiten en alles goed weg te werken.

Kun je een laadpaal thuis laten plaatsen? Check hier het aanbod bij Coolblue.

Stekkers: aansluiting controleren

Let bij aanschaf van de laadpaal op de stekkeraansluiting van de auto. Heb je een nieuwe of recente auto? Dan heeft hij vrijwel zeker een CCS Type 2-stekker. Kies dan voor een laadpaal met dezelfde (Mennekes) aansluiting. Heb je een wat oudere (Japanse) elektrische auto of plug-in hybride, dan heb je kans dat deze een CHAdeMO-aansluiting heeft. Dan kies je natuurlijk voor een laadpaal met deze aansluiting. Meer daarover lees je ook in ons artikel Is elke laadpaal voor elke elektrische auto geschikt?

Stem de laadpaal en auto op elkaar af

Niet elke auto laadt even snel. Dit hangt van meerdere factoren af. Beschik je over een snelladende laadpaal, maar ondersteunt je auto dit niet, dan is je auto de beperkende factor. Maar andersom kan dit ook het geval zijn. Mocht je auto heel snel kunnen laden, maar de laadpaal kan dit niet, dan ligt dit weer aan je laadpaal. Stem daarom de auto en de laadpaal op elkaar af.

Toch is het handig om te kiezen voor een laadpaal met een hoger laadvermogen dan je auto aankan. Op die manier is je laadpaal niet alleen geschikt voor je huidige auto, maar ook voor de volgende, die ongetwijfeld sneller kan laden.

In de onderstaande tabel zijn de mogelijkheden voor AC-laden weergegeven.

Mogelijkheden voor AC-laden
Laadvermogen van 3,7 kW (1-fase, 16A)
Laadvermogen van 7,4 kW (1-fase, 32A)
Laadvermogen van 11 kW (3-fasen, 16A)
Laadvermogen van 22 kW (3-fasen, 32A)

Installeer de laadpaal zelf

Als je al deze stappen in het stappenplan voor de installatie van een laadpaal hebt gehad, dan kun je direct aan de slag om de laadpaal of wallbox te plaatsen en de kabel te installeren. Je zult dus eerst een extra groep moeten maken voor de laadpaal die je wil aansluiten. Onderschat dit niet, je moet wel weten waar je mee bezig bent. Wat je wel kunt doen, is de graaf- en boorwerkzaamheden zelf doen en de kabel alvast op zijn plek leggen. Het daadwerkelijke aansluiten en afmonteren laat je dan door de installateur doen.

©Kadmy - stock.adobe.com

Besteed de installatie uit

Heb je helemaal geen zin in vieze handen of duizelt het je na bovenstaande informatie? Dan kun je de installatie van de laadpaal ook helemaal uitbesteden. Vaak kan dit via de (private) lease-maatschappij als je een auto gaat leasen. Een bedrijf installeert een laadpaal meestal in minder dan een dag en kan kleine wijzigingen aan je meterkast meteen doorvoeren. Dan weet je dat het goed gebeurt en dat je er garantie op hebt. Natuurlijk moet de installateur toegang krijgen tot de meterkast en de kruipruimte en je moet wel de eventuele omzetting van 1-fase naar 3-fasen bij je energieleverancier hebben geregeld en laten uitvoeren voordat de laadpaal wordt geplaatst en aangesloten.

Op zoek naar een laadpaal die gelijk voor je wordt geïnstalleerd?

Coolblue adviseert én installeert
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.