ID.nl logo
Thuis een laadpaal installeren? Dit moet je eerst doen
Mobiliteit

Thuis een laadpaal installeren? Dit moet je eerst doen

Wil je thuis een laadpaal installeren, dan moet je wel een paar voorbereidingen treffen. Je kunt alles aan een professional uitbesteden als je het niet aandurft, maar je kunt heel goed een deel van het werk zélf uitvoeren. Waar je op moet letten voordat een laadpaal wordt geïnstalleerd, lees je in dit artikel.

Voordat je thuis een laadpaal kunt (laten) installeren, moet je een aantal voorbereidingen treffen. Wat je moet doen, leggen we in dit artikel uit. In het kort:

Meterkast checken ✅Locatie van de laadpaal bepalen ✅Stekkeraansluiting auto controleren ✅Laadpaal afstemmen op auto ✅Installatie: zelf doen of laten doen

Ook interessant: Een goede laadpaal voor thuis: hier moet je op letten

Check de meterkast

Bekijk eerst de groepenkast in de meterkast. Vooral welk type elektriciteitsaansluiting je hebt is interessant: 1-fase of 3-fase? Je kunt dit achterhalen door op de elektriciteitsmeter te kijken. Staat daar 220V/230V? Dan heb je een 1-fase-aansluiting. Staat er 3x220V/230V, dan heb je een 3-fasen-aansluiting.

Kijk gelijk of er in de meterkast plek is voor een extra groep/automaat voor de laadpaal. En een extra kWh-meter voor de laadpaalgroep is ook interessant, om te meten hoeveel het opladen van je auto kost en het verbruik eventueel door te berekenen aan je werkgever (mocht je een lease-auto hebben).

Heb je een 1-fase-aansluiting? Dan kun je een upgrade van je aansluiting aanvragen bij je energieleverancier. Opladen via 1-fase gaat meestal trager gaat dan via een 3-fasen-aansluiting. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van je laadpaal en je auto: die moeten wel 3-fasen ondersteunen natuurlijk.

Naar 3-fasen? Bij de overgang naar 3-fasen moet je groepenkast ook worden aangepast. Dit geeft extra kosten en is een klusje voor een gecertificeerde installateur.

©Nicholas77

Bepaal de locatie van de laadpaal

Je laadpaal moet wel op eigen grond geplaatst worden. Houd er ook rekening mee dat de laadkabel niet over de openbare weg of de stoep mag lopen. De meeste gemeenten gedogen dat niet, dus check van tevoren hoe dat in jouw gemeente zit mocht het echt niet anders kunnen. Een alternatief is de ChargeArm (https://chargearm.com/nl/). Dit is een soort vlaggenmast die je in je tuin zet en die kan uitklappen. Dan loopt je laadkabel hoog over de stoep naar je auto zodat niemand er last van heeft. Ben je klaar met laden, dan klap je de arm weer in en blijft alles op je eigen grond.

Kijk verder of aansluitkabels van de meterkast naar de laadpaal via een korte route kunnen lopen, bijvoorbeeld via de kruipruimte direct naar buiten. Hoe langer de kabel, des te hoger de laadverliezen en hoe dikker de aders moeten zijn. Blijf je boven de grond, dan kun je volstaan met YMVK (voor het nette in een buis met zadels) . Moet de kabel in de grond, gebruik dan YMVK-AS, die heeft een versterkte mantel die wat meer bestand is tegen per ongeluk ‘kapotgraven’. Qua diameter kun je volstaan met 4mm2 bij lengtes tot 25 meter. Bij een langere lengte zit je je al snel aan 6mm2 of meer.

Neem de kabellengte niet te krap, zodat je bij het monteren genoeg lengte overhoud om de laadpaal netjes aan te sluiten en alles goed weg te werken.

Kun je een laadpaal thuis laten plaatsen? Check hier het aanbod bij Coolblue.

Stekkers: aansluiting controleren

Let bij aanschaf van de laadpaal op de stekkeraansluiting van de auto. Heb je een nieuwe of recente auto? Dan heeft hij vrijwel zeker een CCS Type 2-stekker. Kies dan voor een laadpaal met dezelfde (Mennekes) aansluiting. Heb je een wat oudere (Japanse) elektrische auto of plug-in hybride, dan heb je kans dat deze een CHAdeMO-aansluiting heeft. Dan kies je natuurlijk voor een laadpaal met deze aansluiting. Meer daarover lees je ook in ons artikel Is elke laadpaal voor elke elektrische auto geschikt?

Stem de laadpaal en auto op elkaar af

Niet elke auto laadt even snel. Dit hangt van meerdere factoren af. Beschik je over een snelladende laadpaal, maar ondersteunt je auto dit niet, dan is je auto de beperkende factor. Maar andersom kan dit ook het geval zijn. Mocht je auto heel snel kunnen laden, maar de laadpaal kan dit niet, dan ligt dit weer aan je laadpaal. Stem daarom de auto en de laadpaal op elkaar af.

Toch is het handig om te kiezen voor een laadpaal met een hoger laadvermogen dan je auto aankan. Op die manier is je laadpaal niet alleen geschikt voor je huidige auto, maar ook voor de volgende, die ongetwijfeld sneller kan laden.

In de onderstaande tabel zijn de mogelijkheden voor AC-laden weergegeven.

Mogelijkheden voor AC-laden
Laadvermogen van 3,7 kW (1-fase, 16A)
Laadvermogen van 7,4 kW (1-fase, 32A)
Laadvermogen van 11 kW (3-fasen, 16A)
Laadvermogen van 22 kW (3-fasen, 32A)

Installeer de laadpaal zelf

Als je al deze stappen in het stappenplan voor de installatie van een laadpaal hebt gehad, dan kun je direct aan de slag om de laadpaal of wallbox te plaatsen en de kabel te installeren. Je zult dus eerst een extra groep moeten maken voor de laadpaal die je wil aansluiten. Onderschat dit niet, je moet wel weten waar je mee bezig bent. Wat je wel kunt doen, is de graaf- en boorwerkzaamheden zelf doen en de kabel alvast op zijn plek leggen. Het daadwerkelijke aansluiten en afmonteren laat je dan door de installateur doen.

Besteed de installatie uit

Heb je helemaal geen zin in vieze handen of duizelt het je na bovenstaande informatie? Dan kun je de installatie van de laadpaal ook helemaal uitbesteden. Vaak kan dit via de (private) lease-maatschappij als je een auto gaat leasen. Een bedrijf installeert een laadpaal meestal in minder dan een dag en kan kleine wijzigingen aan je meterkast meteen doorvoeren. Dan weet je dat het goed gebeurt en dat je er garantie op hebt. Natuurlijk moet de installateur toegang krijgen tot de meterkast en de kruipruimte en je moet wel de eventuele omzetting van 1-fase naar 3-fasen bij je energieleverancier hebben geregeld en laten uitvoeren voordat de laadpaal wordt geplaatst en aangesloten.

Op zoek naar een laadpaal die gelijk voor je wordt geïnstalleerd?

Coolblue adviseert én installeert
▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.